Verbetering van Gronden De kolenkwestie. De Metaal-Nijverheid in België. LANDBOUWWEEKBLAD Arbeid adelt Herfstavond op het Land Zondag g November 1319 Prijs 6 centiemen. in Jaargang No 45 Aankondigingen volgens akkoord Abonnementsprijs 3,50 frank s jaars. Gedurende den oorlog heeft ieder land ran Europa de waarde leeren kennen van inlandsche voortbrengst en bijzonder van de landbouwprodukten. Eertijds was men er in het algemeen weinig mee bekommerd en de diplomaten van alle landen zochten in verre en •nbekende streken uitwegen om de han del en nijverheid van hun land te bevor deren en om op alle manieren hunne nationale rijkdom te vermeerderen. Maar ze vergalen hunne eigene rijk dommen te benuttigen, ze vergaten al de •igendommen van hun eigen land ten nutte te brengen en voerden hun geld en hun krediet naar verre onbekende oorden. I)e oorlog, die ons zooveel lessen gaf, heeft andere wegen getoond. In Engeland, waar de landbouw totaal verwaarloosd werd, heeft het Staatsbestuur op alle manieren de landbouw bevorderd en uitgebreid. Men gaf aan de boeren een j hooge prijs voor hunne produkten men hielp hen bosschen en wildernissen die op goeden bouwgrond gelegen waren herscheppen in bewerkbare landerijen. Een vluchteling vertelde mij dat op het dorpken die hij van 1914 tot 1918 bewoonde, de bouwlanden verdrievoudigd waren en dat een groot deel der bevol king, door de opbrengst van den vroeger utteloozen grond, gespijsd werd. Zoodoende heeft het Engelsch gouver nement niet alleen zijn volk gespijsd, zijne boeren tot welstand gebracht, maar ook veel gold in het land gehouden die anders over den oceaan naar Amerika overstaken in ruiling van voedingsmid delen. In Duitsohland werd niet minder ge daan voor de uitbreiding van den land bouw. Bosschen werden uitgeroeid, moe rassen drooggelegd, heidegronden door vaarten en waterleidingen in vruchtbare velden herschapen. Het is eene plicht dat ons Staatsbestuur er ook eens aan denke. De eerste vereischte tol horopbeuring en tot ver rijking van ons land is de uitbating van onze nationale rijkdommen, en in eerste plaats noem ik de landbouw. En er is niet alleen spraak van groote werken zooals droogleggen van moeras sen, verbeteren der heidegronden, men kan beginnen met onze bestaande bouw landen te doen verbeteren. Het is geweten dat in midden België, in de streek der halve zand en halve leemgronden bijzonder, (Zuid-Vlaanderen en Brabant) de helft der bouwgronden te nat zijn. Al deze gronden kunnen door draai- neering gebracht worden tot een dubbole opbrengst. Ik zegge: het een jaar door 't ander tot eene dubbele opbrengst en ik kan bewijzen dat ik niet overdrijf. Gaat hier in de streken rond Aalst, naar Moorsel, Meldert, Baardegem, Hekelgem, en meer gemeenten. Daar liggen houder den hectaren die te nat zijn en waar, bij een natte winter de granen totaal of gedeeltelijk verkwijnen. Hier en daar vind ge een partij die aan een landbouwer zelf behoort en die gedraaineerd is. Het verschil aan opbrengst zal zelf bij oogzieus zoo groot zijn dat men er deze partijtjes kan uitnomen. Met eene draaineering die voor den oorlog omtrent 150 frank per hectare koatte, kon men het land eene dubbele opbrengst geven. Ongelukkiglijk willende meeste groote eigenaars er niet van weten en laten de pachters op hunne gronden verzuipen. Maar het is de plicht van den staat daar tusschen te komen, tot voordeel van den zwoeger, en tot verrijking van de Belgische gemeenschap. Er is middel om jaarlijks verscheidene milloenen in het land te houden die aan de pachters, aan de domme en moedwil lige eigenaars en aan heel ons land zul len ten goede komen. Dit kan op verscheidene manieren ge daan worden 1° Men kan de eigenaars verplichten hunne landen in staat van opbrengst te stellen. 2° De staat kan het zelf doen mits door den pachter de in tresten van hot gebruikt kapitaal te doen betalen. 3° Men kan de pachter tiet recht geven tiet zelf te doen met bet recht dit aan den eigenaar aan te reke nen bij gedwongen of vrije opzegging der landen. De eigenaars, wier kapitaal bet toe laat deze verbeteringen te doen en die ze niet willen aanbrengen, zijn schuldig tegenover hunne pachters, berokkenen kwaad aan het land, en veronachtzamen hunne eigene belangen. Niets kan hun geld maer doen winnen dan liet in eigen grond te steken, en hunne pachten in der mate te verhoogen. Eene niet mindere noodzakelijkheid tot verbetering der bouwlanden is het onderhouden der waterloopen. In de meeste gemeenten zijn deze in een slaat van totale verwaarloozing. Vele lande rijen worden aldus overstroomd of schie ten gedeeltelijk onder, terwijl het vocht geen uitwegen heeft, op het land verznurd en de vruchten geheel vernietigd. Vele landbouwershebbenhier ook schuld aan, maar in't algemeen moet men hier het ministerie van waterwegen of de plaat selijke burgemeesters eens op de duimen kloppen. Het is te hopen dat er eens op gedacht word door de bevoegde mannen en dat er eene naaste oplossing komt voor dit dringend vraagstuk. O. Caudron. En 's avonds, in den herfst, na etensuur. Als 't watermoorken aan het hangsel kookte, Zot oude Nol. gebogen over 't vuur. De stukken hout betrent, lei aan en stookte, E11 volgde peinzend op den witten muur, De grijze schauw van'tpijpkendat hij rookte. Hij hoorde niet, of wou niet hooren, wat Aiover tafel, 't jonge paarke zeide Niet zien hoe Mark de saai in handen had Wijl Lieve vader winterkousen breide Hij had geluk in hun geluk, en zat Te monkelen goe kinders alle beide En bogen dan, bij't vroege slapengaan. Mark vóór en Lieve na, om zijnen zegen, Dan blikte hij hen wonderzalig aan, Stak traag zijn vingers 't gladde voorhoofd tegen, En God beware u sprak een vreugdetraan Waar kalme lippen in verrukking zwegen. Uit het prachtig boek TERWE van Renè DE CLERQ. Vergaderingen "hERDERSEM Op Zondag 9 Novem ber vergadering van de leden van den boerenbond, in het gewoon lokaal. Herinschrijving voor Krugers en Roo- de Star. Inschrijving voor Meiblommers Indus trie. SCHAARBEEKSOHE BOND. - Zon dag aanstaande algemeene vergadering om 4 uren namiddag voor inschrijving van Hollandsch plantgoedaardappelen enz. alsook indien hel beschikbaar is voor pulp in het lokaal bij Ph. De Kegel Aalst. Eene der brandende kwesties van on ze dagen is de kolenkwestie Sinds lang werd de toevoer naar het binnenland vermoeielijkt, doch wij hoop ten dat dit weldra beteren zou. Ongelukkiglijk is het eerder verslecht. Volgens goede inlichtingen zijn alle vette kolen van Bergen door ons gouverne ment aangeslagen en worden slechts aan eenige nijveraars ofwel aan de Franschen afgeleverd. Dagelijks vertrekken duizehden wa gons naar Frankrijk waar ze tegen hoo ge prijzen worden verkocht. Ons ministeri# laat onshier vervriezen, terwijl koolmijnbazen en fransche koop plans hunne zakken vullen Dagelijks komen de leden van onzen bond klachten doen over de niet afleve ring van hunne -sinds lang ingeschoven kolen. Wij kunnen hun slechts wijzen op de heerschende toestanden en vragen hun onverwijld een protest naar de regeering te sturen. We hebben met den oorlog al genoeg kou geledén, het is tijd dat er een eindje aan komt O. G. De ijzerbearbeidingsnijverheid. De betuiging onzer hoogovens werd, gedurende 'de laatste tien jaren, erg ver beterd. De productie steeg van 280 tot 440 ton per werkman De jaarlijksche productie steeg in tien jaren 27.000 T. (1900) tot 45.000 T. (1910). Deze van En geland bedroeg slechts 32.000 T. en van Frankrijk 35.000 T. De nieuwste hoog ovens der Samber-en-Moezel-maat- schappij zullen 100 000 T. kunnen be reiken, zoo zullen we de productie der Amerikanen nabij komen (120.000 T.) Het gebruik van gaz voor de motorische bew'eeggebracht heeft het verbruik van kolen in onze gietijzerindustrie tot een miniumum beperkt (ongeveer 10.000 T.) en de wetenschappelijke leiding der be werkingen vereischt slechts 1.077 kg. cokes per ton voortgebracht gietijzer. De vernietiging onzer machienen zal de nij veraars aanzetten al hunne werk huizen van het meest moderne materiaal te voorzien. Het Limburgsch kolenbek ken zal daarbij nog eene heele reeks nieuwe hoogovens in het leven roepen. Zoo onze regeering er nu zorg voor draagt bekwame handelscorresponden ten en degelijke onderlegde consuls in het buitenland te benoemen, dan zullen wij dra onze markten teruggewonnen heb ben en zal onze ijzergieterijnijverheid eene bloeiende toekomst te gemoet gaan. B. Het Staal. In 1911 waren er in België vijf- en twintig werkhuizen, die ruw staal voort brachten met ongeveer 18.170 werklie den, 25 staalovens, 76 omsmelters, 131 herverwarmingsovens. Zij hebken samen 2 534.080 T. grondstoffen, waarvan 2.338.560 T. gietijzer. Van het gietijzer was er 78% van Belgischen oorsprong. Het ingevoerd gietijzer is vooral bestemd voor Thom»sstaal het komt uit Duit- schland, Frankrijk en het Groot-Hertog dom Luxemburg (391.060 T.). Het bizon- der gietijzer (65.420 T.) komt ons toe uit dezelfde streken. Bessemer gietijzer daarentegen, dat ons hoofdzakelijk uit Engeland komt, wordt veel minder inge voerd (62.180 T.) De veortkreagst van ruw staal besloeg in 1911 2.192.630 T. voor eene gezamentlijke waarde van 201.704.500 fr. Van deze productie worden 1.971.760 T. staven gesmolten in de omsmelters 156.410 T. of zolen en moleervormen in 1° smelting 64.460 T. Eerst omgewerkt in half fabrikaten wordt het grootste deel der voortbrengst verbruikt door de Belgische werkhuizen, die er afgewerkte produkten'van maken (riggels leggers of poutrellon, banden, assen, platen enz.). De half-fabrikaten, welke wij niet verwerken worden vooral naar Engeland uitgevoerd. De werkhuizen voor afgewerkte wa ren zijn meestal gehecht aan eigenlijke staalfabrieken (acérie) of ook aan ijzer fabrieken. Al deze inrichtingen vervor men tegelijk Belgische en vreemde half fabrikaten. In 1911 hebben zij in Duit- schland, Frankrijk en het Groot Hertog dom meer dan 150 000 T. half-fabrikaten gekocht. De voortbrengst van afgewerkte staalwaren gaat snel vooruit. De jong ste statistieken geven 1.654.950 T. aan, voor eene waarde van 210.369 550 fr. Koopmansstaal bekleedt den eersten rang met 487.390 T. voor 58.660.450 fr. Ver der, volgens de belangrijkheid der op brengst, riggels en dwarshouten, groot plaatijzer, leggers, enz. Al de statis tieken opgeven zou ons te ver voeren. Het deel der eigentlijke staalfabrieken hierin is 1.236.610 T. dit der pletterijen gehecht aan de ijzerfabrieken, 418,340T., een groot deel dezer afgewerkte waren vindt afzet in België zelf. Om de mededinging te vermijden op de nationale markt hebben onze nijveraars te Brussel het Comptoir des aciéries beiges gesticht Deze verdeelt de klion- teel. De uitvoer blijft vrij. Onder technisch opzicht zijn de staal fabrieken zeer vooruit gegaan electrifi- catie der diensten, gazmotoren van hoog- en cokesovens. Nog dagelijks worden verbeteringen aangebracht. Het belang van het vakonderwijs aan de Hooge- school zoowel als aan de beroepscholen is hier weer allerduidelijkst. G. Het IJzer. Vijf-en-dertig jaar geleden bracht ons landje 136 maal meer ijzer voort dan staal, ten huidige dage zijn de rollen haast omgekeerd. De staalproductié is reeds vijf maal grooter dan deze van ijzer. Onze honderd-zestien puddlerovens, verdeeld over zeven-en-dertig werkhui zen, brachten in 1911 nog 131.380 T. ijzer voort, welke in dezelfde fabrieken geplet met 166.j.70 T.mitraille 290.270T. afgewerkt ijzer opleverde, voor eene waardevan 37,468.800fr. Hetkoopmans- ijzer primeert met 223.830 T. voor 27 524.800 fr, De puddlerovens verbruikten 152.430 T. gietijzer waarvan 68% van inland- schen oorsprong en 501.270 T. kolen. Zij houden 10.071» werklieden aan den arbeid. De opbrengst, vermindert naarmate het ijzer door het staal vervangen wordt. Toch is deze tak der ijzerbearbeidingsnij- verheid nog niet geroepen om te ver dwijnen, want in de nieuwe landen word het ijzer soms verkozen boven het staal. Het grootste deel der opbrengst is tot uitvoer bestemd. De invoer is zoo goed als nul. De uitvoer bedroeg in 1911, 1.118.112 T.of 57.47%dergezamentlijke opbrengst (1.945.235 T.) Dit is vooral belangwek kend, zoo onze lezers zich herinneren dat wij bijna heel het ijzererst invoeren en daarenboven 25% van het verbruikte gietijzer. Gedurende de elf laatste jaren De Koornbloem Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST. Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Burchtstraat, 3, AALST. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. 1.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1919 | | pagina 1