De Boeren en
het Collectivisme
Zondag 18 Januari 1920, om 2 u.
Het Engelsch Paard
Dfi ziekten der koeien.
LftNDBOUWWEEKBLHD
Arbeid adelt
Zondag 12 Januari 1920
Prijs 6 centiemen.
2e Jaargang No 64
~T
Aankondigingen volgens akkoord
Abonnementsprijs
3,50 frank 's jaars.
i
Na de revolutie van Rusland waar
alle klassen samenspanden tegen het
Tsarisme en de verdrukkingder groot
vorsten en groote eigenaars, werden
de ontnomen eigendommen onder de
revolutionnairen verdeeld, De werk
lieden namen werkhuizen en fabrie
ken, de boeren namen bezit van de
gronden die ze bewerkten.
In het hart van eiken russischen
boer lag geen grooter verlangen dan
de zucht naar zelfbezit zijner gronden
die door alle eeuwen de eigendom
waren, gebleven der grooten. Het wei
nige dat ze bezaten,wilden zeten allen
koste vermeerderen. De revolutie gaf
hen alles de grooten, dë tsar en
grootoversten werflen weggevaagd
door het bolsjevisme. De boeren wa
ren de machtigste steun der revolutie
en speelden eene overwegende rol en
het was dan eene schóbne beloomng,
eindelijk hun droom m werkelijkheid
te zien Zij namen het land dat ze
bewerkten in vollen eigendom.
Maar, de leer van het bolchevisme
zal daar verandering aan brengen,
Volgens deze leerstelsels is niet de
russische boer maar de staat de eeni-
ge eigenaar van al deze goederen De
staat alleen zal dus de vruchten oog
sten van dezen eigendom en de ,boer
zal onder zijn juk en zijnen controol
«arbeiden! Het bolchevisme vernietigd
den droom naar eigen zijn, naar ver
heffing, bij de boeren Doch dit zal
geene gemakkelijke taak zijn en de
russische landbouwers zullen zich
met kracht verzetten tegen deze nieu
we meesters.
Door heel Europa gaat een stroom
van bolchevisme van collectivisme
(de leer waardoor alle eigendom dief
stal is). In ons klein België ook zal
men eens te kampen hebben tegen
deze nieuwe plaag.
Wanneer men de handelingen na
gaat van onze groote meesters voelt
men dat er iets hapert aan den gang
van het machien Stilaan krijgen ze
alles in handen van den staat, de
groothandel, de nijverheid, de land
bouw Men begint met de groothan
del: terwijl men aan onze kolembarons
toelaat ons volk op de schandaligste
wijze uit te buite», terwijl men deze
heeren toelaat hunne boordevolle
brandkofïers op te stapelen, met onze
brandstof tegen hooge prijzen aan
Frankrijk te verkoopen, en ons volk
te laten vervriezen Als er iets be
staat dat de eigendom moet zijn van
de gemeenschap dan is het wel de
ondergrond de mijnen
ünze socialistische Minister van
Bevoorrading; echter, laat deze joden
hunnen gang gaan, en bemoeit zich
liever met de zemelen, bloem en andere
artikels in de war te sturen.
Een stroom van bolchevisme waait
over België men gevoelt de adem,
de nijpende en stikkende elementen
van dit nieuwe juk Maar, zoo er
iemand zijn zal die den arm zal ophef
fen ills het gevaar dreigt, dan z,ullen
het wel onze boeren zijn. Zij, meer
dan iemand hebben belang bij het
behouden van hun eigendom en den
vrijen gang hunner zaken.
Bij onze boeren ook bestaat een
zucht naar eigen haard en eigen zijn
een zucht die hen soms te ver drijft en
hen bij verkoopmgen tot overdreven
heden leidt. Bij de landman bestaat
het schoonste familieleven, de kalme
stille haard, de gehechtheid aan het
hof en den grond der vaderen. Daar
om zou hij hier in België, de grootste
vijand zijn van het bolchevisme, en
de boerenstand alleen kan een dam
tegen dien stroom opwerpen. De
vlaamsche boer bijzonder snakt naar
vrijheid en welstand Hij draagt nooit
een tweede juk van onderwerpingen
minderwaardigheid aan een staats-
regiem, nu hij stilaan vrij wordt uit de
handen van eeuwenoude overheer-
schers. Wij met onze vereeniging strij
den een strijd voor lotsverbetering en
beter leven, voor vrijheid en recht.
Aan dien strijd moeten alle landbou
wers meedoen met hart en ziel. Met
ons moeten allen eensgezind ten velde
trekken voor de bescherming onzer
landbouwbelangen, voor goede pacht-
voorwaarden en goede tolwetten.
En mocht eens het. bolchevistisch
spook boven onze hoofden zweven,
dan'strijdjfen we den strijd voor vrije
ha*deling. eigendom en eigenhaard
De boeren van België evenals deze
van Rusland zijn geroepen tot een
groote rol in de toekomst.
O. Caudron.
De Algemeene Vergadering voor de
Aandeelhouders der Samenwerkende
Maatschappii Redt U Zeiven zal
worden gehouden ten Lokale Aalst op
1Goedkeuring van de balans van
winsten en verliezen.
2. Uitbetaling der winsten.
3. Uitdeeling der titels tegen het
bewijs van betaling.
leder lid moet voorzien zijn van zijn
kwittance om op de vergadering toe
gelaten te worden.
De Voorzitter,
B. Schockaert.
Voor den oorlog was het Engel$ch
paard weinig gekend in België. Vele
kweekers hadden er hooren van spre
ken maar weinigen hadden het gezien.
Alleenlijk aanzagen zij het als een
ernstige concurent voor onzen paar
denhandel met de Vereenigde-Staten.
Na den wapenstilstand echter, heb
ben de kenners van paarden kunnen
bestatigen dat er tusschen onze paar
den en de Engelsche een groot verschil
van type bestaaf, zoodanig dat zij op
het eerste zicht te herkennen zijn.
In Engeland bestaan drij rassen van
trekpaarden de Shire, de Clydesdale
en de Suffolker type.
De Shire is een groot camionpaard,
zwaar en kloek gebouwd, hetgeen
echter niet belette dat zij in vroeger
eeuwen de dravers waren der IJze
ren Ridders in velerlei spelen en
oorlogen.Zij droegen dan de in ijzer-
gekleedden en zwaar gewapenden
krijger in het spel en in het vuur.
Voor het oog der gewone lieden be
staat er geen verschil tusschen de
Shire en de Clydesdale, daar beiden
evenveel en evenlang haar aan de
beenen hebben. Bij de Clydesdale ech
ter, is het verschil goed vast te stellen,
daar laastgenoemde paarden lichter
en kleiner zijn, het hoofd langer (een
eerste teeken der zuiverheid van ras),
zij hebben donker bruin haar met wit
te pooten en een witte ster op het
hoofd welke de onderscheidingstee-
kens zijn van de Clydesdale.
Volgens opzoekingen stammen de
Clydesdales af van Hollandsch ras.
In deXViI eeuw heeft de hertog van
Hamilton hollandsche hengsten ge
kocht en een kruising gemaakt met
het Engelsche paard.
In het zuiden van Engeland bijzon
der was deze kruising lang in zwang
zoodanig dat. het verkregen ras de
bovenhand kreeg op het bestaande
paard. De schoonste typen vindt men
echter nog in de omstreken van Glas
gouw.
De Suffolk gelijkt in geenendeel aan
de Shire, noch aan de Clydesdale
hij is veel meer afgerond zoodat men
het soms wel eens in Engeland de
Suffolk Punch noemt (de ton van
Suffolk).
De Suffolk is bruin van haarkleed*;
de beenen zijn fijner en zijn niet met
lang haar bezet. Deze soort is bijzon
der gekweekt in het Noord-Westen in
Suffolk en Nordfolk.
Zooals men ziet is er nog al verschil
tusschen ons Belgisch en het En
gelsch paard. Volgens de cijfers der
openbare verkoopingen zijn er heden
omtrent dertig duizend Engelsche
trekpaarden in België
Gelukkiglijk zijn deze meestal in de j
nijverheid gebruikt en er is^geen groo
te vrees dat ons Belgisch ras zal ver
basterd worden door het kweeken
met deze paarden. Op .die manier zal
ons zuiver Bslgisch trekpaard nog
lang en misschien immer de boven
hand hebben op de wereldmarkten.
Dat de kweekers wel overtuigd zijn
en hun ras zuiver houden van elke
vreemde inmenging, en de uitslagen
door het bekomen van het schoone
trekpaard niet vernietigen.
Zeker zal België te kampen hebben
tegen Duitschland, Hollanden Frank
rijk Het is noodig dat onze kweekers
voortgaan hunne paarden te verbete
ren en hun ras te veredelen, om de
meesters te blijven op de wereldmarkt
Het geldt de toekomst van ons paar
denras en de fortuin van onze kwee
kers.
Opening eener School voor
Landbouw=werktuigkunde te
Vilvoorde.
In de loop der maand zal er eene
tijdelijke school voor landbouw-werk-
tuigkunde geopend worden te Vil
voorde, onder de leiding van de heer
Van Vossen staatslandbouwkundige.
De lessen van praktische hande
lingen zullen.iedere week gedurende
twee of drie «amiddagen plaats heb
ben. in de hoven der landbouwschool
van Vilvoorde,
Deze leerganges zijn kosteloos en
zullen gegeven worden door land-
bouwleeraars met de medehulp van
een werktuigkundige, een hoefsmid,
een electricien enz.
Om deze lessen te volgen moet men
ten minsten 16 jaar oud zijn, zich ver
binden regelmatig te volgen, en zich
van heden doen inschrijven bij den
Staatslandsbouwkundige M. Van
Vossen te Vilvoorde.
KNOBBELZIEKTE.
De knobbelziekte (tering) brengt
den landbouw ten ondergang. Zij tast
esn aanzienlijk getal runders aan In
sommige besmette hoeven zijn alle
dieren er aan onderhevig. De daaruit
voortspruitende verliezen worden
hierdoor veroorzaakt, dat het vleesch
der voor het verbruik geslachte die
ren dikwijls ongezond wordt ver
klaard dat de zieke beesten onvol
doende nut trekken uit het hun gege
ven voedseldat een zeker aantal
sterven. De knobbelziekte is zelfs be
smettelijk voor den mensch, inzon
derheid voor de kinderen die melk
drinken van aan open knobbelziekte
lijdende koeien.
Er zijn veel aan knobbelziekte on
derhevige runders, bij welke de kwaal
niet rechtstreeks kan "herkejid wor
den. Het tuberculine-inspuiten is een
middel om haar te ontdekken. Het
tuberculineeren dient tot grondslag
in den strijd tegen de knobbelziekte,
maar alleen door hare eigenschap,
dat zij toelaat te bepalen welke de
aangetaste en welke de gezonde die
reu zijn.
De kalveren zijn bij de geboorte
bijna altijd vrij van knobbelziekte. Zij
doen de ziekte slechts op wanneer zij
gevoed worden met knobbelziekte
kiemen inhoudende melk, of als zij
staan in een door aangetaste dieren
besmetten stal. Men kan ze vrijwaren
door hen te voeden met melk van ge
zonde koeien, of met gekookte melk,
of met behoorlijk kiemvrij gemaakte
melk; en door ze in onbesmette loka
len te stallen. De knobbelziektekie
men kunnen nochtans in die lokalen
worden gebracht door de personen
die de volwassen dieren verzorgen
men moet dus dergelijke besmetting
vermijden. Ook mag men niet verge
ten, dat de uitwerpselen der knob-
belzieke koeien de kiemen bevatten
van de kwaal, die zij overal versprei
den waar men ze vervoert diensvol-
geps behoort men er op te letten, dat
de koemest niet in den kalverstal ge
bracht worde door het personeel (aan
handen, blokken,schoenen enz.), door
het voeder (stroo, haver, enz.), door
de dieren (kiekens), of door het gerief
emmers,.kuipen, enz.
Het volstaat niet, de jonge beesten
af te zonderen gedurende hunne twee
eerste jaren zij zullen later besmet
worden, indien zij in den gemeenen
stal komen. Ook, wanneer uit dezen
niet al het ziek vee kon verwijderd,
en als hij niet doelmatig kan ontsmet
worden, is het ^verkieslijk nieuwe
stallen te maken voor de tot dan toe
gezond gebleven dieren. Het is beter
deze te zetten in zoo goed als kwaad
ingerichte plaatsen, dan in warmere,
gerieflijkere gebouwen, waar de be
smetting hen wacht. Ópen lucht en
overvloedig licht zijn de machtigste
vijanden van de knobbelziekte.
Wat betreft het volwassen vee van
de besmette stallen, bepaalt men door
tuberculine-inspuiting welke dieren
er nog gezond zijn. Men laat de aan
getaste beesten in den ouden stal, en
brengt de anderen in een niet besmet
lokaal. Men loopt nochtans gevaar
ontgoocheld te worden, indien men
de koeien, die in een besmet lokaal
niet reageeren aan de tuberculine, als
gansch buiten gevaar beschouwt.Tus
schen haar zijn er, die reeds de ziek
tekiem dragen, en die door de kwaal
kunnen worden aangetast na mm of
meer langen tijd. Het is dus voorzich-
De
Koornbloem
Bureel en Redactie ^ïROOTE MARKT, 8, AALST.
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON
Burchtstraat, 3, AALST.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
DAGORDE