Arbeid adelt
Algemeene Vergadering
Sam. IVF "Redt U Zeiven"
Twintigste Eeuw
Een en ander over
Aardappelteelt
Landbouwweekblad
7J.I WIL
T
ZONDAG 13 JUNI 1920.
Prijs 6 centiemen.
lp li
2de JAARGANG. Nr77
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST
Verantwoordelijke Opsteller: OR1A1RE CAUDRON,
Burchtstraat, 3, Aalst.
Aankond gingen volgens akkoord.
Abonnementsprijs
3,50 frank 's jaars.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Moor al de landbouwers van ons arron
dissement die gestraft werden ten on-
fechte in leveringen, die onrechtveerdig
Werden behandeld in zake oorlogsschade
jen oorlogswinsten en die
zinnens zijn hunne rechten voor
de rechtbank te verdedigen
Wordt eene vergadering belegd op
Zondag IS Juni
W ons lokaal te Aalst, om 3 ure zomeru.
DAGORDE
1. Kiezing van een uitvoerend komi-
teit.
2. Aanduiding van een advokaat.
I 3. Besprekingen over de middelen
tot verdediging.
Alle belanghebbenden dringend uit-
genoodigd.
Er wordt bericht aan al de belang-
rebbenden die willen aandeelhouder
jvorden van de Sam. Maatsch. Redt U
Zeiven dat de tijd tot inschrijving voor
aandeelen bijna verstreken is en dat
genoemde inschrijving
TOT 15 JUNI
slechts open blijft.
Al degenen die verkleeft zijn aan onze
inrichting worden actionnaris.
Geene reklamatiën achterna het is
nu de tijd om deelgenoot te worden.
Inschrijvingen worden genomen op
het bureel te Aalst, bij de heeren Be
stuurleden of bij de plaatselijke schrij
vers.
DE
De twintigste eeuw zal de eeuw van
het volk zijn Deze woorden werden
sedert vele jaren reeds uitgesproken
door een groot Kardinaal. Dat die voor
spelling reeds gedeeltelijk vervuld werd,
hebben wij allen kunnen vaststel
len, vooral sedeit het einde van de
grooté wereldramp. De werkende klasse
heeft een reuzensprong gedaan op gebied
van lotsverbetering en meezeggenschap
in 't bestuur.
Voor ons nu is de groote vraag zal
de twintigste eeuw ook de eeuw van de
boerenklasse wezen Moeilijke vraag,
ingewikkeld problema
Om deze vraag verstandig op te los
sen, moeten wij eerst de stoffelijke en ze
delijke gesteltenis der landbouwers in
t algemeen onderzoeken.
A. De stoffelijke gesteltenis. Wat was
een boer voor den oorlog en wat is hij
zelfs nog op dezen dag Een slaaf, een
werktuig dat uitgebuit wordt tot nut der
andere klassen. Als bewijs onderstel ik
eene hofstede met 3 hectaren eigendom,
waarop vader, moeder, twee zoons en
eene dochter werken. Dat vertegen
woordigde zeker vóór den oorlog een
kapitaal van 40.000 fr., waarop vijf per
sonen zwoegden. \Velke zuivere winst
verdienden die vijf personen, hun kapi
taal en daghuur meegerekend. Nog geen
2 zuivere winst. Is zulks niet wraak
roepend, als men den last en de inspan
ning overweegt, die zulke onderneming
vergt
Daarenboven moet de landbouwer
betrekkelijk de grootste lasten betalen j
aan den Staat. Hij is blootgesteld aan al
de wisselvalligheden van geluk en onge
luk of aan de grilligheden van mijn
heer Zelfs kan een landbouwer den
ouden dag nietgerust tegemoet zien en
zijne kinderen krijgen een afschuw van
zijn eigen vak. Is dat niet schrikkelijk
Overweeg daarbij het minderwaardige
voedsel, de slechte kleeding en de wei
nige dagen rust, die een boer geniet en
gij zult betwijfelen of hij wel kan aan
spraak maken op den naam van redelijk
schepsel Gods.
B. De zedelijke gesteltenis is bij den
landbouwer veel lager dan in alle andere
standen en het is uit die slechte zede
lijke kracht dat zijne onhoudbare levens
voorwaarden voortvloeien.
Hebt gij gedurende den oorlog niet
gezien dat sommige boeren hun vakge-
nooten bij de duitschers gingen verra
den Ik wel en ik ken er hier en elders.
Gebeurt het niet dat een pachter het
land van een anderen onderhuurt en al
dus den onderkruiper speelt Zeker.
Hebt gij bij de verkiezingen niet ge
stemd voor mannen die den boerenstand
verafschuwen en zelfs uw eigen taal niet
kennen Zonder twijfel. Hoe dikwijls
maakt men met nijd en haat in het hart
een andermans rekening niet Te veel.
Hoeveel zijn er niet die zich verheu
gen over het onheil van hun evenmensch?
Die zijn er bij de vleet.
Ziende blijft gij blind. Aan het werk-
j volk en de bedienden kunt gij veel, zeer
i veel leeren. Maar néén, dagelijks hoor
i ik er u op vitten en smalen dat ze te veel
winnen.
Neen, zij winnen niet te veel, maar gij
hebt altijd te weinig gewonnen door
uwe kortzichtigheid, door uwe verdeeld
heid. Alles kunt ge, zoo ge wilt. Gij zijt
sterk zoo gij samenwerkt. Syndikeert u
onder de leus één voor allen en allen
voor één,,. De boerenbond Redt U
Zeiven zal u op de rechte baan bren
gen. Werkt mede met woord en daad!
Brengt leden bij, 't is in uw eigen be
lang Wordt sterk De zegen is-aan de
sterken
Geene onderkruiperij, geene jaloersch-
heid, maar innige samenwerking. Gaat
eendrachtig hand in hand. En dan... ja
dan zult gij op zekeren dag kunnen zeg
gen: wij willen... wij eischen
Wij willen den in- en uitvoer van
landbouwprodukten geregeld zien gelijk
het behoort
wij eischen eene degelijke wet, die de
landpachten regelt
wij willen dat de. belastingen behoor
lijk verdeeld worden
wij eischen eene vlaamsche landbouw-
hoogeschool en een wel verzorgd
vlaams'ch landbouwonderricht voor ons
volk
wij willen een behoorlijk bestaan en
eene welverdiende rust in den ouden dag
of... wij staken
Staken Waarmede
Met al wat we willen b. v. met melk
en boter of andere produkten gedurende
een bepaalden tijd in te houden.
Met de belastingen niet te betalen.
Met vele andere middelen nog, die
allen even doeltreffend zijn.
Dus bezigen wij het wapen door de
huidige ministers gesmeed
VooruitÉén voor allen allen voor
één 1 Redt u Zeiven
Dan zal de twintigste eeuw de eeuw
van het boerenvolk zijn
Alfons Van Herdersem.
l
(3e Vervolg)
Gekiemd plantsoen wordt in bakjes of
mandjes gedragen om het uit te planten,
het wordt op den gepasten afstand voor
zichtig uitgezet, met de kiem omhoog,
zonc'er ze te breken. Planten met de kie
men omlaag, is nog eene slechte doen
wijze, die ook uitgevonden werd en toe
gepast wordt nog eens alleen door de
zen, die niets afweten van de levensver
richtingen der plant.
Wanneer de grond goed verkruimeld
werd, is er weinig gevaar de kiemen bij
het toekappen der barmen te beschadi
gen, doch men gaat natuurlijk daarbij
met voorzichtigheid te werk. En zeggen,
dat wij wel eens zware kluiten op de
planters, deze met de oogen of de kiemen
omlaag geplaaatst, hebben weten leggen
om beter te doen uitstruiken...
Vroege soorten, die met lange kets
ten geplant worden, vergen bijzondere
zorgen. Men zet de planters met de kie
men schoon recht en brokkelt er een
paar handvollen aarde op, zoodat de
keesten goed gedekt zijn, vooraleer de
barmen toe te kappen. Zulks gaat zeer
snel. Men kan ook eerst aankappen
vooraleer op te kappen, doch zulks gaat
minder snel en levert minder volmaakt
werk.
Het rollen en eggen vöör het uitko
men, zijn twee bewerkingen die nuttig
kunnen zijn, op voorwaarde ze uit te
voeren als de grond goed opgedroogd
en uitgewaterd is, en men geen knollen
uitrukke of geene kiemen afbreke.
Het opbarmen is eene belangrijke be
werking, die vroegtijdig en met de
meeste zorg moet geschieden, natuurlijk
wederom bij goed weder. Voorafgaan
delijk wordt de grond soms met den
mesthaak tusschen de barmen opgekapt.
Dit is eene uitmuntende doenwijze.
Vroege verscheidenheden, die dicht ge
plant zijn, worden met eene smalle braak
aangehaald, ten einde geen verwoesting
onder het vezelwortelnet aan te richten
en geene knollenbeginselen af te rukken.
De schade die men alzoo aanricht, is
veel grooter dan men wel vermoeden
zou. Den 22n April 1.1. zagen wij Eerste
lingen opbarmen met eene braak die veel
te breed was. Bij heel oppervlakkig toe
zien bevonden wij al dadelijk knollenbe
ginselen, reeds tar grootte van eenen
knikker, die afgerukt waren. Hoe bree
der geplant, hoe breeder de braak mag
wezen die men zal gebruiken.
Bij het opbarmen worden de planten
al onder op aangehaald, niet langs bo
ven, zonder de bladeren te bedekken.
In vervuilden grond wordt het on
kruid vöör het opbarmen zorgvuldig af-
geschoffeld, en men laat dit eerst goed
verwelken.
In sterk bemesten grond, met kiem-
krachtig plantsoen bepost, zal men van
het onkruid gewoonlijk weinig of gee-
nen last hebben het wordt tijdig ge
weerd, en men late het toch nimmer in
zaad schieten. Men verlieze niet uit het
oog, dat het onkruid ten koste vrn de
geteelde plant leeft.
Op de Friesche klei, waar veel bouw
land onder den zeespiegel ligt het
geldt hier dus natte gronden wordt
algemeen geplant op bedden van 2.10 m.
en 2.70 m. 4 en 5 rijen aardappelen.
Tusschen deze wordt eene voor gereden
van 75 cm. breed en 30 cm. diep. De
aarde uit deze voren gaat over de bed
den. De voren laten toe het overtollige
water af te voeren, geeft gemak om het
onkruid af te schoffelen, de aardappelen
met Bordeauxsche pap te besproeien,
zonder de bedden te moeten betrappen,
en biedt ook veel gemak bij het rooien.
Wij denken dat deze dpenwijze hier ook
te lande in natte grond voordeelig nage
volgd werd. A. S.
rurr—ii n m XTT
,11 wMHP
■JU.Wtülü.'g» T»''
oem
HHHMHTI TW
'.^GBBDGiSESSSReMBBIIIBDa
't Is uitgemaaktzij willen moorden
Den Vlaamschen geest die ons bezielt,
Vermoorden wat aan Vlaamsche zeden
Den armen Vlaming nog behielt
Zij willen uit ons gouwen bannen
De taal van Maerlant 't Vlaamsche diet,
De spraak van moeder ons zoo heilig
Zij willen ons als volk teniet 1
Maar, op ons ziel dit zal niet lukken
Zoolang er Vlaamsche vuisten zijn.
Nog Vlaamsche koppen, Vlaamsche willen,
At vloog de boel hier kort en klein
Nog eer zal men ons lijken trappen.
Gevallen in den martlaarskamp,
Het hart ons uit den boezem rukken,
Als dat wij dulden zulk ten ramp
Wij willen Vlaamsch in Vlaanderen leven
En vrij gelijk elk ander volk...
Dit zij gezegd aan u gij lauwaards.
Die brouwt venijn en wet uw dolk
Fons Van de Maele