1 p Onze eerste vijand Landbouwweekblad Arbeid adelt Aan de Öüivenliefhebbefs De brave die zwoegend Herman Van der Eeck Overleden m ZONDAG 18 JULI 1920. Prijs 6 centiemen. 2de JAARGANG. Nr82 Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Burchtstraat, 3, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken wordefii niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. De strijd der landbouwers naar lots verbetering is niet zoo zeer gevoerd noch gevorderd als deze der andere stan den van de samenleving. De oorlog, een toeval, bracht aan de boeren een tijd van voorspoed die heden nog voortduurt en nog eenigen tijd du ren zal, dank zij het gebrek aan eetwaar, de duurte der scheepvaart en de minder waarde van onze munt, twee factors die de vreemde granen en andere artikels duur maakt voor België. Deze verbetering op landbouwgebied kwam dus geenszins door verandering der levensvoorwaarden der landbou wers, voortspruitende uit gewonnen rechten in hun strijd naar lotsverbete ring, maar enkel door het toeval die hen geluk aanbracht. Wij staan nog steeds op denzelfden voet als in 1914, met dit verschil dat de staatslasten zwaarder drukken op onze schouders. Er komt dus eens een dag dat de toestanden veranderen, dat door de verbetering van onzen frank, de mindere vervoerkosten op zee, de meeropbrengst en meer andere oorzaken de produkten op een meer gewonen prijs zullen ko- Eens komt de dag dat al onze men. voortbrengselen veel te goedkoop zul len zijn in evenredigheid van onzen ar beid en onze noodwendigheden. Dan zal het noodig zijn te strijden voor brood; dan zal het gelukkig toeval ons verlaten hebben en staan we terug in de moeie- lijke stonden die we beleefden, in een tijd dat onze arbeid ons een mager loon zal geven, terwijl de andere standen der maatschappij, door hun onverpoosd stre ven een deftig bestaan zullen hebben. In het vooruitzicht op deze toestan den dient een groote krijg te worden aangevangen, waaronder de eerste een ware broodstrijd is de wacht aan de grenzen Hoe kan men verkrijgen dat vreemde produkten ons de keel komen wurgen door onze waren waardeloos te maken? Hoe krijgen we dat het vlas, de granen, de boter, de eieren niet vervallen tot spotprijzen Dit kan enkel door het hef fen van tolrechten op de inkomende wa ren, die de koopprijs der vreemde arti kels zal verhoogen, om onze produkten niet tot spotprijzen te doen dalen. Het is niet ver meer dat Roemenië en heel de Donaustreek, Oekraïna, Rusland en meer andere statén zich oprechten en evenals voor den oorlog eene massa van voortbrengsels uitvoeren, terwijl Noord en Zuid-Amerika huune prijzen zullen weten te regelen om onze markten te overstelpen. Die dag zal de goede tijd der boe ren uit zijn, terwijl de verbruikers echter zullen in de handen klappen en den zoo lang verwachten tijd van het goedkoop leven me,t vreugde zien aanbreken. En daar ligt het gevaar tusschen de voortbrengers die de prijzen zullen wil- op redelijke hoogte houden en de ver bruikers die alles zullen in 't werk stel len om ze omlaag te krijgen, zal een werkelijke strijd intreden. Beiden zullen werken op het gouvernement, die de macht zal in handen hebben om door middel van hooge toltarieven of vrijen doorgang, de waren duurder of goed- kooper te maken. Wie zal hem winnen Van de eene zijde staan de stedelingen, de rijke standen en de werklieden, van de andere zijde enkel de landbouwers. De rijke standen hebben natuurlijk eene groote macht maar die nog niet op weegt tegen de dreigende arm der werk- liedensyndikaten. Tegen die twee legers zullen we moeten aanrukken en beiden overwinnen om zege te halen Het zal dus van belang zijn dat al de bonden en al de landbouwleiders de aandacht trekken van al de belangheb benden en onverpoosd maatregelen tref fen tot de verdediging van onze brood- belangen. Al de bonden, hebben dus als eerste taak hun volk te onderrichten an ze te bereiden tot verdediging. In het alge meen zijn deze vereenigingen op dees oogpunt ver ten achter en hebben ze me«stal een politiek of winstjagend ka rakter. Zoo heben we een machtige boeren bond die tranen weent en roept als een bezetene omdat niet alle boeren zich neerleggen aan de voeten hunner poli tieke leiders en niet al hunne standsbe- langen opofferen om hunnen verzonken politieken wagen weer vlot te krijgen. Hun eenig doel is de boeren vau hunnen waren strijd te doen afzien om hun tijd te verspillen in broederhaat en politiek geknoei Een onzijdige bond, een bond van boeren, door boeren en om boeren is een slechte bond en een gevaar voor kerk en staat, zoo luidt hunne proza Boeren mogen niet door eigen mannen aangevoerd worden, maar moeten zich evenals vroeger als een kudde vee laten leiden door machtige hoogge plaatste heeren die hun dan gebruiken kunnen naar willekeur Zijn er lieden die zulke taal voeren, wij zullen er ons niet aan storen. De tijd is daar om ons niet op te houden aan dweepers van zulk kaliber, maar wel om alle landbouwers van alle kleur of tint te vereenigen om samen den kamp aan te gaan, voor onze rechten. Er zijn echter nog meer zaken in t oog te houden als de wacht aan de grenzen. Het pachtstelsel, het belasting stelsel de wetten en besluiten over oor- logschade en oorlogsbelastingen en meer andere. Waar er gestreden wordt zijn ook vijanden. In onzen kamp zijn onze groot ste vijanden de boeren zelf door hun ne onverschilligheid, hunne onwetend heid, en hunne karakterloosheid. Laat het ons zeggen dat in het algemeen, in zake van belangen verdediging onze boeren een dezer ondeugden of allemaal bezitten. Meestal hebben onze Vlaamsche landbouwers nog niet den eersten stap gezet op deze weg de grootste schuld dragen de vroegere leiders der boeren, die meestal heeren waren wier belangen rechtstreeks strookten met de hunne. Hoe wilt ge dat een verbruiker dezelfde strijd voert als de voortbenger daar de eerste naar kleine en de tweede naar groote prijzen streeft Hoe wilt ge dat de eigenaar de strijd leidt van zijn pach ter waarvan de eerste veel eischt en de tweede weinig verlangt te betalen. Het is dus een feit dat wij, wreemd aan alle heerschappij van andere standen, onze belangen verdedigen moeten en al on ze vakgenoten onderrichten en tot man nen maken. Ook moeten we verhinderen dat de boeren zelf dwaasheden uitsteken, bij zonder in zake pachten of koopen van landen. Hoe wilt ge dat men werke om rede lijke pachten te bekomen als de boeren zelf op openbare verpachtingen of an derzins overdreven prijzen aanbieden Hoe wilt ge dat de eigenaars zich met een redelijke prijs tevreden stellen, wan neer de eene de andere onderkruipt en meer biedt En wat zegt ge als er boeren zijn die in openbare verkoopingen vier, zes of acht duizend frank geven voor een dag- wand land 6000 frank geeft een intrest of pacht aan 5 °[o van 300 fr. 's jaars. En wat is er te doen op dit gebied zoolang er soortgelijke ezels tusschen de boeren loopen, die van den eenen kant een cent zouden in tweën bijten en langs een an deren kant uit dwaasheid of hoogmoed hun geld wegsmijten met elkander op te jagen en overdreven prijzen te betalen Dwaasheid 't meest en ongeleerdheid zijn de eerste en grootste vijanden van ons volk, de groote plicht van de hoofd mans is van dit volk tot de ^de te bren gen. Hun plicht en deze van eiken boer is van zijne kinderen te laten leeren, op dat een breedere geest hen bezield, die hen afhouden zal van al deze bekrom penheden. De grootste vijand van onzen boe renstand is de ongeleerde, dwaze; dwe|j- perige boer Waren allen verstandig en beredenee- rend genoeg, men zou niet zien wat men heden op verkoopingen of verpachtin gen te zien krijgt 1 Een groote plicht weegt op de verstandige en ontwikkelde landbouwers, zooals er gelukkiglijk ook velen zijn, van hunne stamgenooten te onderrichten, van in hen die enge geest van afgunst en hoogmoed te dooden om plaats te maken voor een gezond en be redeneerd streven naar hooger. Een geest die hen zal vrij maken en zal doen verstaan niet om te kijken te kijken naar deze of gene heer, maar door eigen werk en eigen leiders hun vak te verbe teren en te veredelen. Een groote strijd voor onze klas staat aan de deur ik toonde deze eerste en grootste vijand aan. Doen we ons best om deze te overwinnen Dan zullen alle landbouwers in broederband gaan en onze macht zal ons een deftig en eervol bestaan van de maatschappij afdwingen. Voormannen, mannen die mij verstaat en die mij hoort, doet uw plicht. SANDER. De oproep in De Koornbloem ge daan, is redelijk wel gelukt. Niettegen staande de slecht gekozene dag en uur waren de duivenliefhebbers van ver- schillige gemeenten opgekomen en mo gen wij ons verheugen in hët stichten van een duivenbond. Een voorloopig bestuur is gekozen uit leden van verschillige gemeenten. Ook is er besloten dees jaar nog een of twee prijsvluchten te geven. Op Zondag 18 Juli zal het bestuur vergaderen, om alles rijpelijk te bespre ken en voorloopig het reglement op te maken, hetgeen aan eene daaropvolgen de algemeene vergadering zal onder worpen worden. Ge ziet, duivenliefhebbers, willen is kunnen en aan het welgelukken van den bond is niet meer te twijfelen. Hetgeen de boeren aanvangen, gaat vooruit, zoo wel als de Onderlinge Brandverzeke ring. Te naaste week het verslag over de bestuur vergadering. Bond HERDERSEM. Het plaatse lijk magazijn bij M. Boel zal in .t vervolg enkel nog open zijn den donderdag van iedere week van 1 tot 2 ure namiddag, de bestelling voor de waren de week nadien af te halen zullen dan ook moe ten gedaan worden. De Schrijver Uit Antwerpen bereikt on de treurige mare dat Herman Van der Eeck, de 19 jarige student die tijdens de Guldenspo- renviering te Antwerpen werd neerge schoten, in het Sint-Elisabethgasthuis overleden is. Naar men ons verder bericht is de in druk in de stad geweldig, Vele vlaggen hangen reeds halftop. Wij herdenken met ontroering hoe hij gevallen is, vol geestdrift voor het recht van zijn volk. vol verontwaardiging te gen degenen, die een vreedzame hulde aan Vlaanderen's verleden doen ontaar den in een bloedige botsing. Aan de diepbedroefde familie weze hier uitgebracht de deelneming in den plotsen en pijnlijken rouw. Aan degene die door hun brutale maatregelen de ramp hebben uitgelokt weze hier her haald, dat de Vlaamsche volk hen ter verantwoording roept. 't Is het eerste slachtoffer dat voor Vlaanderen valt. laat ons hopen ook het laatste. De Vlamingen willen mee ster worden in eigen land. r V'j.. tr 1 1 ■t 'i iwVv.jj; 1 i oorn Aankond;gingen volgens akkoord. Abonnementsprijs 3,50 frank 's jaars. sic De brave die zwoegend zijn brood niet wint, Wat is hem vriend, wat vrouw of kind Zijn vriend heeft genoeg mpt eigen nood'. Zijn vrouw is zijn last en zijn kind zijn dood. Rampzalig Rampzaliger nog, wie dan Zijn waardigheid voelt van mensch en man Wie, niets bezittend, toch iets wil zijn, En zijn schaamte verbergt in den lach der pijn Dat anderen spreken van moed en geduld. Van hulp en van hoop, van plicht en van schuld 1 Een hoon is hun almoes. een vlek is hun traan. Zijn werk wil loon, en zijn loon bestaan. Dan eerst wordt de arbeid hem edele vreugd, Blijft waarheid waarheid, en deugd nog deugd Dan eert hij zijn vrouw, dan aanbidt hij zijn kind, En gelooft in God die de menschen bemint. "Toortsen,, van René De Clercq. IMraMMlfflHBrWITfrTirïri-Hi''-" f "Trrii ft

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1920 | | pagina 1