Arbeid adelt i 3e Congres der Belgische Beroepsverenigingen Landbouw Een Vertelselken. Landbouwweekblad te Brussel den Zaterdag 4 en Zondag 5 Jnni aanstaande. Een goede tijding OPROEP I I Plantenziekten in eten Lfandboucja. ZONDAG 29 MEI 1921. \.N /an Prijs 10 centiemen. 3de JAARGANG. Nr 127 Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Burchtstraat, 3, Agist. Aankond gingen volgens akkoord. Abonnementsprijs 5.00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet'teruggegeven. PROGRAMMA VAN HET 3e CONGRES. erl f. :k j- en tgen 1« SECTIE. Voorzitter M. Emile Querton. De Achturendag. De Vervalschingen. De Weidestreken. 2e SECTIE. Voorzitter M. Alfred Leurquin. Academie van Landbouw. Landbouw-Beroepsonderwijs. Boerinnenbonden. 3' SECTIE. VoorzitterM. Polet. Hoogstprijzen. Belastingen. 4e SECTIE. Voorzitter M. August Roberti. Landbouwcredietkassen. Onderlinge Verzekeringen. Coöperatieven voor aankoop. 5* SECTIE. Voorzitter M. Timmerman. Propaganda in 't Vlaamsche land. Groensel- en Bloemenkweek. 6' SECTIE. VoorzitterM. Fontaine. Het Belgisch Trekpaard. 7e SECTIE. Voorzitter M. Lempereur. De Landbouwkamers. Er is besloten op de vergadering der bestuurleden der U. P. A. dat al de ver schillende punten en alle te stemmen wenschen ook IN HET VLAAMSCH Rullen behandeld wor den. Er zal dus niet alleen eene Vlaamsche afdeeling zijn, maar alle punten worden in de beide landstalen besproken. Dit is eene goede tijding Er is dus niet het minste beletsel voor iederen ontwikkel den en vooruitstrevenden Vlaamschen landbouwer om aan deze gewichtige be sprekingen deel te nemen. Wij sturen dus een nieuwe oproep tot alle landbouwers en landbouwsters, zoons en dochters, om zooveel mogelijk op te komen. Wij vertrekken Zondag uit Aalst met den trein van 8 ure 49 mi nuten (8.49). De verschillende sectiën zetelen den Zaterdag 4 Juni om 10 ure en om 14 ure in de verschillende zalen der BRASSE RIE FLAMANDE (Beurs). Voor deze vergaderingen den Zaterdag verwach ten wij ook eenige vooraanstaande man- wenrdaar dit zeer gewichtig is. Maar bijzonderlijk den Zondag 5 Juni moeten we talrijk opkomen. De zittin gen hebben s Zondags plaats niet in den Olympia-Schouwburg, zooals ver meld was, maar in de KONINKLIJKE CIRK, Onderwijsstraat. Deze prachtige zaal kan ruim 7000 personen bevatten. Voor ons aller belang, voor onze verdediging, voor onze toekomst en deze onzer kinderen, voor ons brood, ALLEN NAAR BRUSSEL! t- Verleden Zondag wandelde Klopter op met zijn schoonbroeder door het zonnige dorpken en dadelijk draaide het gesprek weer uit op landbouwverte- genwoordiging en landbouwkamers, {natuurlijk waar het hart van vol is, daar oopt de mond van over, zegt immers iet spreekwoord. Fons, zijn schoonbroeder, verwachtte maar niet zooveel van de zaak, de boer werd altijd bedrogen, wordt nog bedro- |en,zal eeuwig bedrogen worden, zegde lij, en ik geloof niet dat ze van mijn le zen zooiets zullen willen stemmen. Zijt gij 't akkoord, vroeg Klopterop, lat het een eerlijke zegepraal zou betee- ;enen voor de landbouwers in hun strijd )m een rechtvaardiger bestaan Dat zou het zeker, antwoordde :"ons, een schoon dingen, zeker, maar...! En bij 't zien van al die zwartgallig- eid, schoot Klopterop in vlam en vuur n het gezellig praatje werd een gansche edevoering, zoodat Fons niet veel meer hoefde te zeggen. Ziehier ons strijdplan Wij zullen deze belangrijke kwestie pet loslaten, we zullen beginnen met ze rondig in te studeeren en onze lezers er p de hoogte van houden. Wij streven mers naar de persoonlijke volmaking n ontwikkeling van ons leden M' Cau- ron heeft het reeds honderden malen |ezegd dat wij in Vlaanderen een beter nderwijs moeten hebben en scholen waar boeren-dochters en zonen, die zich op het vak willen toeleggen, eene bijzon dere opleiding zullen genieten. Men heeft ons boerenvolk dom gehouden; de kleine boerkens zijn hier door hun armoe slaven gebleven onder den hiel der groote grondeigenaars; in Rusland, waarover men thans zoovele leugens in de dagbladen leest, waren de boerkens weinig slechter. Zeer klein is het per honderd der Vlaamsche boeren in t al gemeen die stout en frank mogen zeg gen ik ben een vrije man; neen, ik moet den eersten nog tegenkomen die zoo kan spreken, en dat is een schande voor ons land in deze eeuw van beschaving Een domme mensch kan men lang verknechten, zoolang men wil. De ont wikkeling, een goede geleerdheid geven aan den mensch een ruimen geest met breede en klare gedachten over alge- meene kennissen, maar zij is bijzonder den steun en de sterkte van den vakman door de wetenschap. Ten huidigen dage is de concurrentie in alle bedrijven zoo groot, dat men alle mogelijke middelen moeten zoeken om zich niet te laten ver smachten in het gedrang alle mensche- lijke en andere factoren moeten te werk gesteld worden om zoo n groot mogelijke produktie of voorbrengst te verkrijgen. Dat is niet alleen te wenschen, het is daarbij een plicht van den enkeling te genover de maatschappij. Doch van den anderen kant is de maatschappij, die ge woonlijk vertegenwoordigd wordt door een landregiem of een regeering, zelf verplicht op haar beurt aan den enke ling zooveel te laten en te geven dat deze meer en meer drang gevoelt om weer meer en nog meer voort te te bren gen ten bate van zijn eigen zeiven en daarom ook ten bate van de maatschap pij. Het voornaamste productie vermogen dat onze achtereenvolgende regeeringen tot nog toe verwaarloosd hebben, voor namelijk voor wat landbouw aangaat, is wel het onderwijs.de vakkennis.Er zijn wel scholen, waar onze kinderen een beetje Vlaamsch, een wat Fransch en en dit en dat aanleeren, maar waar staan die scholen waaruit geleerde vakman nen komen gewapend én met vaken'is- sen én met een flinke algemeene ontwik keling Ja. zoo ver is het gekomen in ons land. door dien onzaligen en ver vloekten toestand, dat bij vele menschen BOER wilt zeggen stommerik. Tegenwoordig wordt er veel gespro ken over standen en dezes vooruitgang of miskenning, maar is er wel een stand in ons zalige België, die zoo verstooten is geworden als de boerenstand, ver stooten van onderwijs, verstooten uit of verknecht in de politiek, verstooten van alle goede wetten, en daardoor zelfs, niet dom, maar ongeletterd, machteloos bij gebrek aan wetten, en kan het dan toch om Gods wil anders of een boer, groot en klein, wordt ten slotte van iedereen misprezen Ons eerste werk, ons voornaamste doel is vooraf te stre ven en te strijden omdat een boer zou kunnen worden een ontwikkelde, een géleerde man. Dan zai "het uit zijn met hén te bedrie gen en te verleiden, dan zullen zij zelf hun zaken beredderen niet alleen met het gezond verstand, dat bij hen stevig ontwikkeld is, maar ook met overleg en kennis van zaken. Dan zouden de groo te heeren niet wachten van iets in hun belang te stemmen tot dat ze om zoo te zeggen er door de omstandigheden toe verplicht worden, dan moesten wij nu niet meer schrijven en wrijven over landbouwkamers en zoo meer, dan had den we die; dan hadden we nog veel meer, een pachtwet zooals de huishuur wet, en de boer zou in aanzien komen en den rang bekleeden, die hem in de samenleving toekomt, namelijk de eere plaats. Die eereplaats hadden zij bijvoor beeld bij de Romeinen hun koningen, hun beroemde generaals en nun nog meer befaamde wetgevers waren land bouwers Is die tijd nog ver van ons Die komt als wij willen doordrijven, hand aan hand, ten strijd voor onzen edelen boerenstand wij zullen de eene vesting na de andere aanvallen, wij zijn nog niet eens genoeg om een stormloop te wagen daarom moeten wij met zooveel te meer overleg kampen voor ons zeiven en voor allen, En hoe meer wij zullen geleerd zijn, hoe beter het zal gaan. Maar dien weg zou kunnen lang zijn. daarom moeten wij ook nog naar ande re wegen uitzien. Of beter, wij zullen op onzen weg naar een beter zedelijk en geestelijk le ven ook niet vergeten, dat we eerst en vooral mensch zijn en kampen, zooals het een natuurplicht is, voor ons behoud zoowel als voor ons beter-en-beter- mensch-zijn. Men verwijt ons wél eens, dat wij een onzijdigen bond uitmaken, doch dat degenen die ons zulks verwij ten eens nederig op hun eigen borst kloppen. Wiens schuld is het dat de boeren nu nog moeten strijden voor een eersten stap naar de rechtvaardigheid Wiens schuld dat onze brave boeren zij alleen nog een leven slijten als dat van echte middeleeuwsche laten? Niet de werkman, maar onze Viaamsehe boe ren zijn de moderne slaven van West- Europa de Waalsche boer alhoe wel in hetzelfde gezegende land der ge lijkheid wonende heeft ook niet wat hem toekomt, maar die is toch nog veel beter dan wij. Wiens schuld is t dat de landbouwers in de nieuwe Europeesche staten, die hier in onze Belgische bladen worden uitgescholden voor onbeschaafd, genie ten van eene reeks landbouwwetten en instellingen, die wij hier voor ons nog beschouwen als een droom Heeft de regeering van heden er geen schuld aan en de vorige regeeringen van vroeger ook allemaal Waarvoor wer den zij gekozen door ons en betaald met ons geld Ook wij willen gaarne ons paart in die schuld bekennen en juist daarom is 't dat wij strijden zooals nu. Men moet eerst leven eer men kan den- i ken. F.en Latijnsch spreekwoord zegt j het eerst leven, daarna kan men met den geest werken. Wie zijn korst niet Verdient, geen kleederen heeft om zich te dekken en geen bed om in te slapen, zal koud blijven vooralle philosophische bedenkingen. Wij, landbouwers, die het allerminst gewend zijn op het vet van anderen te teeren, willen dus ook begin nen met het begin en zooals wij het daareven zegden, is het eerste van al ons dagelijksch brood, het eerste dat Ons L. H. ons leerde vragen Geef ons heden ons dagelijksch brood. Dan zullen ze ons komen zeggenwie niet met ons is, is tegen ons. Maar dat kunnen we hen evengoed toesturen en besluiten -dat vermits de groote heeren nóÖTFVö'OT ons iets gedaan hebben, zij dus MET ons niet waren en met ons nietzijn.dat zij tegen ons zijn. Thans wordt hen een goede gelegenheid aan geboden om zich eens verdienstelijk te makenwie zal in de Kamer na den oorlog het eerste woord voeren over de Landbouwkamers of over de Land- bouwvertegenwoordiging in 't alge meen Wie zal het wezen Wij zouden kunnen voetstappen doen om het uit te lokken, maar is het niet wenschelijker de gekozenen des volks het initiatief over te laten of zal het in ons land bewaarheid worden dat het systeem van gebiedende mandaten een algemeene regel wordt, dan mag ons parlementaire stelsel voorwaar op een anderen leest geschoeid worden Meer dan een volksvertegenwoordi ger is lezer van De Koornbloem zal het een van ons lezers zijn We denken nochtans redenen te hebben om te den ken dat het offensief van de Walen zal uitgaan, maar voor Wallonië en voor Vlaanderen zijn de toestanden op land bouwgebied merkelijk verschillend en dan zou t weer ten nadeele van de Vlaamsche boeren kunnen uitloopen. In de veronderstelling nu dat de kwestie nog niet rijp genoeg is voor ons is ze hetkortelings geven wij in De. Koornbloem een tekst van wets ontwerp over de zaak die ons bezig houdt dan zullen wij ze' rijp maken ook voor de buitenstaanders, door bij dragen in allerhande dagbladen en het beleggen van congressen, waarop de pers zou uitgenoodigd worden. Congres sen maken gerucht, er wordt dikwijls veel polemiek rond gevoerd, alle bladen van belang wijden er artikelen aan en zeggen er hun meening over en aldus brengen die congressen doorgaans machtig bij tot het verspreiden van een gedacht en brengen zij onschatbare uit slagen op. En moest het noodig zijn, dan zouden wij ook voetstappen doen tot bij den heer Minister van Landbouw zelf met een afvaardiging van ons congres, om hem persoonlijk en mondelings onze ge dachten uiteen te zetten. Hij heeft onte gensprekelijk reeds al wat gedaan voor den landbouw na den oorlog en Voor zeker zou hij niet onverschillig staan tegenover onze rechtmatige en heilzenme voorstellen. Wij zullen geen wettige middelen on gebruikt laten om tot ons doel te gera ken, omdat wij zoo innig overtuigd zijn, dat wij voor den landbouw het beste mogen verwachten van de landbouw kamers, zooals wij ze hebben opgevat en voorgelegd aan de trouwe lezers van De Koornbloem Klopterop zweeg tten oogenblik en Fons wreef in zijn handen van vol doening en stak van opgeruimdheid een pijpken op. Denkt ge nu niet, vroeg Klopter op, dat wij er zullen komen Ja, zei Fons, zóó moet het er door. Ze stapten koutend voort op hun gemak en heel het dorpken was vol zonne. KLOPTEROP. XIII. De Brand der Graangewassen. Bestrijdingsmiddelen. Om de ziek ten door brandzwammen veroorzaakt, te bestrijden, zijn reeds verscheidene middelen beproefd geworden. Verschif- lende stoffen werden reeds gebruikt, om de sporen die aan de graankorrels klé ven wo r het zaaien te dooden. Dr meeste dezer stoffen hebben echter geen of toch maar eene geringe uitwerking op de brandsporen, terwijl anderen op de kiemkracht van het zaad een zeer schadelijken invloed hebben. Onder de reeds gebruikte stoffen noe men wij onder andere kalkmelk, zvva velzuur en zwavelig zuur, zwavelzuur ijzeroxydule (ijzer-vitriool), zwavelzuur zink, zwavelzuur natrium, blauwen aluin, arsenik-zureu enz. Doch al die stoffen heeft men na kor ten tijd moeten verlaten, en nu wordt er schier uitsluitend gebruik gemaakt van kopersulfaat (zwavelzuur koper). De behandeling van het zaaigraan met kopersulfaat wordt op verscheidene wijzen gedaan, waarvan wij hier de twee j beste en meest aanbevelenswaardige i zullen aangeven. i le Methode Men lost een 1 2 kgr. kopersulfaat op, in eenige liters warm water (warm water is verkieslijkst omdat daarin het sulfaat spoediger is opgelost) later voegt men er koud water bij, tot de hoeveelheid 100 liter bedraagt. In deze oplossing laat men het zaaigraan 12 a 16 uren liggen, op zulke wijze dat de vloeistof boven het graan eene laag van 10 a 15 cm. vormt. Van tijd tot tijd zal men het graan eens oproeren, ten einde de luchtbelletjes, die gewoonlijk tusschen de korrels blijven zitten cn da volkomen bevochtiging van het graan verhinderen, te verwijderen. Alle graan of vuil, dat boven aan de oppervlakte drijft, worde zorgvuldig verwijderd. Eens de tijd voorbij wordt de koperop lossing verwijderd en het graan wordt gedurende een vijftal minuten in eene kalkmelk gedompeld. Die kalkmelk wordt verkregen door eene oplossing van 5 a 6 kgr. goede kalk,met 110 iiters water, die beide oplossingen zijn vol doende om 100 kgr. zaaigraan te behan delen. Het indompelen van het zaaigraan in kalkmelk is niet onontbeerlijk voor de vernietiging der brandsporen komt zij voor niets in aanmerking, men past ze enke! toe, om de schadelijke invloed van de koperoplossing op de kiemkracht van het zaad te verhinderen. De 2e methode wordt op de vólg ule wijze gedaan 2 kgr. kopersulfaatwor- V, t- ie j

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1921 | | pagina 1