bNZE REIS NAAR FRIESLAND EEN FABELTJE Landbouwweekblad Arbeid adelt Spatr* 8n Leenbank SER DE LANDBOOWHUISHOUDSCHOLEN VAK en van ZONDAG 31 JULI 1921. Prijs 10 centiemen. 3de JAARGANG. Nr 136 Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Burchtstraat, 3, Aalst. Aankond gingen volgens akkoord. Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars. iels Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Op Woensdag 20 Juli vertrokken de leeren M. Meert, A. Heeremans en O. 'audron, als afgevaardigden van onzen iond voor eene studie- en handelsreis iaat Friesland. Ik wil,volgaarne eene korte beschrij- riog geven van onze prachtige en nut- ige reis. Vertrokken om 17 uur 08 in de Joordstatie te Brussel, bereikten we Amsterdam om drie kwaart na mid- lernacht. 's Morgens op weg naar .eeuwarden, aiover Enkhuizen, de Zui lerzee, Stavoren, we kwamen in de 'riesche hoofdstad toe om middag en tapten af in het Oranje Hotel, 's Namiddags deden we de eerste uit- tap in auto van eene maatschappij voor ,ardappelenverkoop naar de velden Joord-Oostwaarts. Den tweeden dag 's voormiddags be kochten we de veemarkt, de beurs en de oor van Leeuwarden, 's Namiddags weer naar eene andere streek Noord- iVestwaarts naar de aardappelvelden. Den Zaterdag voormiddag bereden we gansch de vlakte van 't Noorden en tapten om 13,30 uur op den trein voor afreis. Over de Zuiderzee kwamen we om i,13 uur op den express-trein Amster- am-Brussel-Parijs en kwamen in Brus- l-Zuid, om 11,40 uur toe. DE REIS. Onze geheele reis was gelukkig, over- ichoon en voornamelijk leerzaam. We doorreden heel Holland, van het duiden tot het Noorden. We kregen :en gestadig zicht van uitgestrekte jouwlanden, groentenkweekerijen, jloemkweekerijen, meermaals afgewis- eld door prachtige weilanden. Maar de bijzonderste en vruchtbaar- te streek is wellicht de kleistreek van 'riesland. Hier treft men de beste vee- okkerijen aan, waar honderden stuks, meestal stamboekvee, op onmeetbare weiden leven, benevens de rijkste aard- ippel- en tarwevelden. Hier wordt ook de droogte zeer ge roeid, toch lijden de vruchten er weinig ran, daar de grond van natuur zeer rochthoudend en de oogst, zoo tarwe lis haver, is welgelukt alsmede de tal- ijke partijen suikerbeeten en aardappe- en. Terloops kunnen we zeggen dat lier vele graslanden werden gescheurd Sn dat er veel aardappelen en suikerbee- :en werden geteeld, hetgeen bijzonder e afnemers van Hollandsche pulp kan leruststellen. Toen we in Leeuwarden toekwamen, lebben we talrijke aanvragen gehad om e velden per auto te gaan bezoeken, Waarvan we er een drietal aanvaarden n op die manier geheel de beste streek Van Friesland bezochten. We konden ons rekening geven van e netheid, en de pracht der hofste en en zelfs der werkerswoningen. De 'erf is hier niet gespaard en al de ven- terglazen blinken als spiegels. De boerenhoven zijn goed en prach- ig gemaakteen bloemhof ligt gewoon- ijk voor 't hof, met een fraai hek om- oten. Schuren en stallen zijn ruim en wel onderhouden. De meeste landbouwers hebben hier en automobiel, de kleinere eene koets ifmotocyclette. Langs de effen wegen ijden ze alle Vrijdagen naar de markt Van Leeuwarden om hunne waren te 'erkoopen. De velden zijn wel onderhouden en 'an onkruid gezuiverd en de vruchten laan doorgaans opperbest. Wij kregen overal goede velden van Eigenheimers te zien. waarvan de beste gekeurd waren en veelal 9 tot 9 1/2 pun ten behaalden op 10. Er zijn ook min goede en zelfs slechte velden onder oogpunt van opbrengst en stand, hetgeen ons moet doen gelooven dat zelfs hier in de beste kleistreek de aankoop van de beste planters eene ver trouwenskwestie is. Roode Star stond ook over algemeen goed. Wij bezochten ook eene partij Industrie die verleden jaar uit Polen werd ingevoerd de stand was opper best, alleenlijk ontbrak hier ook evenals in onze Duitsche Industrie, raszuiverheid. We zagen eveneens eenige partijen w t- vleezigen uit Schotland ingevoerd die groot beschot gaven en op 't oogenblik voor het groot gebruik voor België wer den verkocht. Alhoewel hier niet veel graanoogst werd gdteeld.zigiiwijbeste en zuivere Wilhelmina-tarwe en menig overschoon haverveld waarvan we ge rust eenige zakken als zaadgoed zouden mogen aankoopen. De werklieden werken gewoonlijk op stuk en doen hun taak met blijheid en vlijt. Het klimaat van Noord-Holland dat ook aan de zee ligt is veel kouder en ook frisscher als bij ons. Het bier en eten zijn er goed, de bedden evenwel tamelijk hard. Dit alles getuigd een krachtig, werkzaam volk met weinig ge notzucht DE LESSEN De lessen die we hier opdeden zijn talrijk en kostelijk. Vooreerst heeft men ons overtuigd en hebben we met eigen oogen gezien dat de planters voor Eer stelingen hier groot genomen worden voor eigen bouw. De soort bijzonder schijnt een groote planter noodig te te hebben voor een welgelukte voort- brengst. Ook zijn de dikke planters van Eerstelingen veel duurder dan de kleine. De tweede les is deze dat we aan de goede en best gelukte struiken van Eigenheimer geene kleine planters aan troffen, dus dat het voor ons noodig is voor onze opbrengst en bijzonder om niet alle jaren te moeten veranderen on ze planters veel dikker te nemen, dan we tot hiertoe deden. De derde les is het verschil die we leerden tusschen gekeurde en niet ge keurde velden. In de gekeurde partijen werden al de slechte struiken weg gekapt vöör de keur, er blijven dus alleen de beste in de ongekeurde blijven goede en slechte struiken onder een en het zijn juist de laatste die bijna uitsluitend planters leveren. Dit zijn drie kostelijke lessen die we ondervonden en leerden en die we gaar ne aan al onze leden over zeggen. Op elk veld en van eiken Frieschen landbouwer Werden die lessen herhaald en we denken dat ze zullen aangenomen, geloofd en onthouden worden door de Vlaamsche landbouwers. Er is daar nog veel te leereri op alle gebied. Mochten er nog velen van hier daar heentrekken om met eigen oogen te zien en eigen ooren te hooren. Intusschentijd geven we ten beste wat we kunnen van onze schoone studiereis naar Friesland. O. C. Oude spreekwoorden bevatten veel wijsheid en doorgaans liegen ze niet. De fabeldichters hebben veel spreekwoor den in lieve vertelsels gekleed, waarin dieren als sprekende wezens optraden. Wie heeft er geen van onthouden uit den tijd dat hij op 't school was Daar valt me zoo een uit mijn kortebroektijd te binnen 't Was in den tijd dat de dieren spra ken. Een Leeuw en een Beer waren te zamen op weg en vonden een doode hertje langs hun baan en gingen aan 't vechten om te zien wie 't zou teverorbe- ren krijgen. De kamp was hardnekkig en van langenduur, beide waren kloek ge spierd en sterk van hart. Ten lange leste vielen zij ten gronde, uitgeput van krach ten, half dood geworsteld ze konden nog nauwelijks naar hun adem snakken en hadden zelfs den moed niet meer om een poot naar den lekkeren buit uit te steken. Toen kwam daar een Vos voorbij. Die uitgeslapen deugniet zag dadelijk in welken erbarmelijken toestand die twee vechters verkeerden en zonder ba nog boe te zeggen sleurde hij het hertje, in zet van den harde strijd, mede en deed ver van daar zijn buikje deugd aan de fijne brokjes. "Stom dat we waren, sprak de Leeuw tot den Beer, we hebben ons kracthen verspild en we hebben malkan der menig pijnlijk stootje gegeven alleen om dien verduivelden schelm kermis te laten vieren En de Beer grolde eens binnenmonds ten teeken van instem ming. Daarmee heb ik genoeg gezegd. En de zedeles hoor ik al roepen. Maar die straalt er klaar genoeg uit. Ten allen tijde zijn er slimme en domme menschen geweest en altijd ziet men dat de slimste de domste foppen maar wordt het nu niet hoog tijd dat de domme, of die men voor dom me aanziet, ook slim worden. De tijd van het kluizenaarsleven heeft voor goed uit in onze moderne maatschappij de strooming naar het vereenigingslevens is zoo groot, zoo onweerstaanbaar en wie zich niet in die richting laat mee sle pen in volle bewustheid van wat ge beurt, en op zijn eentje wil blijven voortsukkelen, zal ten koste van groote nadeelen ondervinden wat het beteekent als een bannelingen leven te midden van de andere menschen. Zoo leven nog veel landbouwers on der ons. Ze hobben en tobben en laten een ander ook hobben en tobben. De groote benijden de kleine die opkomen de kleine verslinden met hun oogen de groote die welvaren. Waarom in Gods naam en wat baat het. Laat het ons lie ver een les wezen, een voorbeeld om met evenveel moed, werkzaamheid en wijs overlegtearbeiden en te streven naar beter, dat is menschelijk en lofwaardig. Tiens, Fred Pieters, zei 't me gisteren nog, de nijd is een echte boeren-duivel. Dat 's waar, zei 'k hem, en 'k durf wed den dat indien morgen die duivel ver brand is dat er in heel ons land geen sterker macht oprijst dan die van den boerenstand. De groote boer zoowel als de kleine boer werkt voor de verbetering van zijn levenslot, ze hebben dus beiden het zelf de doel, denzelfden nood, in den breed- sten zin van 't woord. Dan is 't meer dan dwaas, niet waar, voor dat doel ruzie te maken, gelijk de Leeuw en de Beer om het doode hertje, want dan komt de Vos, de politieker en gaat met de baten weg. Er zijn geen menschen die op meer sluwe en behendige wijze malkaar in 't harnas gejaagd worden als de boeren. De opstokers, ze weten dat de boeren niet lichtgeloovig zijn, maar ook dat ze eens in het geloof er moeielijk van af te krijgen zijn. Zoo gebeurt het dan dik wijls dat kostelijke krachten verspild worden die anders zoo nuttig konden aangewend worden tot het oprichten van een vereeniging, van een macht. Hierin mogen we ons nochtans verheu gen dat er op tamelijk korten tijd een groote ommekeer is gekomen onder ons boerenmenschen stilaan worden wij moderne menschen: wordt het dan niet hoog tijd dat we ons krach ten beproeven er zijn reeds veel goede mannen, overtuigd van de noodzakelijk heid eener syndikale inrichting in den breedst mogelijken zin opgevat, gestemd op de meest vooruitstrevende onderne mingsgeest sluiten wij onze rangen dicht aan een, schouder aan schouder niet meer gevochten tegen elkaar dat was goed in den tijd dat de dieren spra ken maar te zamen gestreden voor onzen gezamenlijken heilwant de geestelijke en de stoffelijke nood is nog groot onder de boeren en van velerlei aard er is werk genoeg. Sa, broeders, geeft malkaar de hand En smeedt een stalen band Die bindt voor goed, door heel het land Te zaam den heelen boerenstand Dan zullen de Vossen, die rond dwalen, elders mogen zoeken om hun aas te vinden. SYNDIC. Onze boerenstand is ten uiterst werk zaam, vlijtig en spaarzaam. Niemand, wat men er ook van denke brengt zoo veel bij als de boer tot de opbeuring en herstelling van het vaderland, doch herkennen wij het openhartig hij schiet dikwijls veel te kort, in zake van opvoeding. Deze is nochtans van groot belang. Beter dan de wetenschap is de opvoeding geschikt om het samenleven in 't algemeen en het familieleven in het bijzonder te veredelen en te verfraaien. Betreurenswaardig is het dus dat niets moeilijker om besprijden is dan de op voeding, des te meer dat, gedurende ja ren en jaren de opvoeding in België verwaarloosd werd. Alles voor de wetenschap, niets voor de opvoeding. Men bleef onbewust van de maatschap pelijke noodzakelijkheid der opvoeding: Zelfs in normaalscholen en seminariën bleef dit vak de schoonste bloem der beschaafdheid -dikwijls verwaarloosd en onze groote Kardinaal heeft herhaal delijke pogingen aan boord gelegd om dezen toestand te wijzigen. Geen won der dus dat de opvoeding nog zooveel te wenschen laat. De opvoeding moet bijzonder ge schieden in den familiekring. De uren, in de school doorgebracht, zijn te kort, worden te veel ingenomen door de wetenschappelijk oefeningen, opdat de meester, in den geest van het kind, blij vende begrippen van opvoeding zou kunnen drukken, des te meer dat het kind nog te jong is en dat, buiten de de school, maar al te dikwijls, alles schijnt samen te zweren om die begrip pen te vernielen. En hoe zouden de ouders den onderwijzer in die moeilijke taak kunnen helpen. Zij zelf weten niets van opvoeding, slechter nog, meestal hebben ze nopens opvoeding gansch verkeerde opvattingen. Nochtans de economische en sociale toestand van den boer verbeterd en indien men er geen acht op neemt, indien men er zich niet op toelegt het buitenleven te ver- hoogen en te verfraaien, zullen onze kinderen, die, zonder dat ze er zelf be wust van zijn, trachten naar een hooger leven en naar fijner beschaving, eer af keer krijgen van het huidige boerenle ven. Meer dan mannen kunnen de vrouwen bij brengen tot het verfraaien van het landelijk leven, ook kunnen wij geen nuttiger scholen, scholen die meer of schoonere vruchten afwerpen dan de reizende huishoudscholen voor boeren meisjes. Deze scholen werden ingericht door het ministerie van Landbouw. Zij hebben voor doel de opvoeding der buitenmeisjes. De stichter dezer scholen was een echte weldoener voor ons bui tenvolk en ieder boer, ieder moeder die belang stelt in hare kroost, die niet al leenlijk zwoegt om kostbaar vee te be zitten maar ook om deftig, brave, neer- stige kinderen te kweeken, zou geene moeite mogen sparen om hare dochters eenige maanden naar de huishoudschool te sturen. Onze reizende huishoudscholen zijn ingericht om tot in de nederigste dorpen kunnen te dringen en om aldaar, onder de boerenmeisjes, de nuttigste begrippen van stoffelijke en zedelijke opvoeding te verspreiden. Eerbiedvolle kinderen, verstandeige boerinnen, goede huisvrou wen en goede moeders vormen is de taak dezer scholen. Elke school beschikt over een zeer doelmatig en zeer volledig materieel. Het onderwijs wordt gegeven door twee bevoegpe onderwijzeressen die het buitenleven grondig kunnen en er zich sedert jaren, door theorische en prak tische studiën, op toeleggen de buiten meisjes een geschikt onderwijs te geven. Het louter opgeven van het programma der boeren huishoudscholen is voldoen de om hun nut doen te doorschijnen. Ziehier dit programma Beleefdheid Naai- en snijlessen Boekhouden Kinderverpleging Mei* kerij (kaas, boterbereiding, enz.) Land bouw, (korte wenken) Moesteelt DierenleerHoenderteeltGezondheids leer. Dit programma wordt onderwezen in vier maandelijksche leergangen. De lessen worden dagelijksch gegeven, 't zij voor en namiddag, 't zij van 8 tot 13 uur. Het is dank aan de bijzondere be voegdheid en groote ondervinding der onderwijzeressen dat dergelijk program ma op 4 maanden kan aangeleerd wor den, derwijze dat vele knappe huisvrou wen onze scholen verlaten. Wij vestigen de aandacht der HH. Burgemeesters, Voorzitters van Boeren bonden, Priesters en van al degenen die belangstellen in de welvaart van ons volk op dit zoo nuttig en tevens koste loos onderwijs (ID. B. Landbouwersvereeniging van het Arrond. Aalst Redt U Zelvcn Samenw. Maatsch. A[deeling In zijne vergadering van 25 Juli j.l. heeft het Bestuur beslist dat er op de stortingen welke gedaan worden voor een jaar, 't is te zeggen die slechts terug- vorderbaar zijn één jaar na de storting, de intrest zal bedragen 4 vrij van belastingen. Deze stortingen zullen inge schreven worden op Spaarboekjes reeks B. De spaargelden terugvordetbaar op zicht blijven intrest geven aan 3,60 v 's jaars (vrij van lasten) en w orden inge schreven op boekjes der re^ks A. Deze afkondiging wordt gedaan krachtens artikel 10 van het reglement der Spaar- en Leenbank en de beslissing zal dus van kracht worden van af 15 Oogst 1921. Het Bestuur. (1) Oen verdere inlichtingen te bekomen gelieve men zich te wenden tot den H. Bricourt, Staats- landbouwkundige, Erembodegem. Elk staats- houdkundige is bestuurder en leeraar in zijne huishoudscholen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1921 | | pagina 1