N
r
t
Kruger-plantgoed.
mm
Landbouwweekblad
Arbeid adelt
rssi
ear.
Brief van
Nonkel Wisius
Oe yacht komt
uit het Volk.
ick.
Voor een grootere voortbrengst
:mmM
end
Gemeente Borsbeke
ZONDAG 4SEPTEMBER 1921.
Prijs 10 centiemen
3de JAARGANG Nr 141.
rgelt
en
talst.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON,
Burchtstraat, 3, Aalst.
Aankondigingen volgens akkoord.
Abonnementsprijs
5,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel
en op alle postkantoren.
vetten
or het
,N.
;nhok-
appe-
of ze
reeart-
;sel.
In de Belgische Grondwet staan deze
woorden geschreven "Alle macht komt
uit het volk
Twee jaar hebben de Kamers verga-
derd en op die twee jaar hebben die
leertjes den tijd gevonden om een hee-
u boel haastige wetten af te haspelen
wat hebben ze voor den landbouw ge
daan Slechts een lapje wet en dit geldt
dan nog uitsluitend voor de verwoeste
jewesten. Het ware al te wraakroepend
jeweest, hadden ze zelfs aan die men
schen niet eens gedacht.
De macht komt uit het volk de land-
louwers tellen niet mee in België. In
ons land wordt de democratie zoo op-
jevatalles voor 't werkvolk dat is
lef volk, dat is de oppergod! Er bestaan
ochtans ernstige gegevens volgens
ewelke het getal boeren dat van de
ferklieden, zooniet overtreft, dan toch
venaart. Verre van ons het gedacht
an sommige menschen die beweren dat
t te veel gedaan wordt voor den werk-
nan, neen er wordt in 't geheel niet te
^eel voor hem gedaan, hij levert zijn
werk en moet eerlijk betaald worden,
lij heeft ten volle recht op een mensch-
'waardig bestaan, maar wij willen enkel
eggen dat men ons heelemaal schijnt te
'ergeten.
Het geluk en het bestaan van een na-
ie is niet eenzijdig in dezen zin dat het
oorrecht of het welzijn van één stand
zoolang er verschillende standen zul-
m zijn niet de welvaart van het lard
itmaakt. Het geluk, de welstand moe-
in algemeen zijn en evenredig voor alle
urgers in een land, ja in de wereld. De
icialisten onderhouden den haat tus
sen de standen en trachten hem aan
vuren, dat is een noodlottige politiek;
e moeten streven naar de verzoening
tr standen elks belangen moeten ver-
edigd en gewaarborgd worden.
Wie het artikel van Sander in De
oornbloem van 28 Oogst gelezen
eeft, zal zich een juist denkbeeld kun-
tn vormen van het allergrootste belang
au den Landbouw, die het grootst ge
il menschen werk geeft, voedt en ver-
ijkt, het leven schenkt aan ontelbare
ijverheidsinrichtingen, kortom dat de
oudbouw de spil is van de mensche-
ke bedrijvigheid, het bijzonderste mid-
il voor een land om rijkdom en bijge-
olg welvaart te verkrijgen.
Hebben de opvolgentlijke regeerin-
tn dan in ons land geen benul van den
■andbouw weten ze niet dat in België
agenoeg drie millioen menschen uit-
uitend van den landbouw bestaan
He millioen menschen dat onze
oad nog meer opbrengen kan, door
osch-ontginningen en grondverbete-
Bgen, dat wij boerenmenschen nog
ichten onder 'n middeleeuwschsysteem
door geen enkele menschwaardige
beschermd worden, maar wat zij
ig veel beter weten is de braafheid, de
iderdanigheid, de slaafschqeid van den
ser, de onderlinge verdeeldheid van
landbouwers, die hen toelaat met ons
a aap te houden naar hartelust.
De tijd was daar om ons met Land-
luwkamers te begiftigen wij hebben
niet. Een tamelijk goede pachtwet
ndde tot in de Kamer aan, ze werd
fs niet besproken en door de voor-
illers terug ingetrokken en uitge
lid tot in 't jaar één, als de uilen zullen
eeken 1
Ze mogen met de boeren spotten, ze
)gen er op spuwen, ze mogen er naar
unpen we zijn braafjes en zoetjes als
pende kinderen en zij lachen in hun
1st.
De medewerken zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Met 't getal dat we zijn, met de macht
die wij kunnen vormen in één leger, zul
len wij alles verkrijgen wat we willen,
maar als ieder van ons aan het koordje
trekt de eene alhier, de andere aldaar,
dan is het verloren geboerd tot genot
en jolijt van de politieke schotellekkers.
Er bestaat maar één onfeilbaar mid
del om onzen wagen uit den modder
poel te helpen, dat wij al onze krachten
evenals de werklieden vereenigen
en met eenzelfden schouderschok heffen
en duwen dat hij vooruit, rolt. Alle land
bouwers in één verbond, in één syndi-
kaat of hoe ge 't noemen wilt en dan is
de redding, de zegepraal zeker.
De macht komt uit het volk de wet
geeft ons de macht we moeten van
dat recht gebruik maken, we kunnen en
we mogen, waarom dan nietZijt ge
nog niet genoeg bespot en begekt, ver
vloekt en verweten hoelang wilt ge
nog de verworpelingen, de verstoote-
lingen blijven in een moderne vooruit
strevende maatschappij Kon ik het u
schreeuwen, boeren, neemt de macht
die u toekomt in handen, vertrouwt uw
zaken niet meer aan vreemden, bestuurt
en leidt u eigen zeiven, uw belangen
zullen nooit beter verdedigd worden
dan door u, door u alleen.
Binnen een maand of twee zullen de
toekomstige en gewezen Kamerheeren
naar den buiten komen afgezakt met
schoone beloften. Landbouwers hoedt
u voor die wolven in schapenvacht en
vraagt hun dan eens wat zij voor u
gezegd en gestemd hebben en let goed
op hun antwoord.
Niet in de politiek moet gij uw ver
trouwen stellen bouwt op uw eigen
krachten, want niet het recht zegeviert,
omdat het recht is.de macht alleen wint.
De macht komt uit het volk, landbou
wers, laat ze niet uit uw handen ont
snappen ge kent uw plicht, leert ook
uw recht en onthoudt het voor altijd:
Alle macht komt uit het volk
H. KLOPTEROP.
-
Wij trekken de aandacht op de in
schrijvingen voor Krugers of Eigen
heimers.
Deze week zal er iemand van het i
Bestuur naar Friesland gaan om tegen- 1
woordig te zijn bij de uitroeiing en de
verlading onzer gekochte partijen.
De leden die nog willen plantgoed
aankoopen, worden dringend verzocht
deze week hunne inschrijvingen te doen
bij hunnen plaatselijken schrijver.
Toekomende week zullen de eerste j
wagons hier reeds aankomen.
Wij herinneren nogmaals aan de j
leden
1° Dat wij de beste partijen van heel I
Friesland hebben gekocht, gekeurd met
cijfer 9 1/2 en 9.
2° Dat wij ons niet hebben verge-
noegd met het keuringsinstituut, maar
dat drij leden van 't bestuur met eigen j
oogen de velden hebben gezien en uit-
gekozen en dat iemand van ons zal te- j
genwoordig zijn bij de inoogsting en
verlading.
3° Dat wij de planters zullen nemen
in de maten tusschen 32 en 55 millime
ters doorsnede, omdat wij in deze prach
tige velden bijna geene kleine planters
aantroffen.
Wij kunnen onze leden niet genoeg
aanzetten hun plantgoed dees jaar te
vernieuwen, gezien de niet overdreven
prijzen der Hollandsche planters. We
kunnen nog niet juist de prijs vaststel
len, het zal tusschen de 62 a 65 frank
komen, volgens de koers van den Hol-
landschen Gulden.
BESTE REDACTIE,
t Is reegis zóó lang geleen sedert ik
U een briefje zond, en gij moet het mij
vergeven dat ik niet meer en niet eerder
schreef.
Maar ziehier wat ik zou willenIk
wou zien dat ik er op 't einde van 't jaar
goed kwam met acht uren daags te wer
ken en dat ik veel zou over hebben als
t jaar om is, wanneer ik goesting heb
om meer te werken.
Verstaat ge mij ik zou willen zien
dat het zoo geregeld was, dat wij ver
goed worden in de evenredigheid van
onzen arbeid.
En om U doen te zien dat ik er nog
Ge moet weten ik heb steeds de han- verder over nagedacht heb, ga ik U zeg-
gen hoe wij er naar mijn gedacht kun-
den vol, en alhoewel de zwaerste arbeid
niet door mij wordt gedaan, ben ik toch
1 van 's morgens op de been tot 's avonds
j toe. En dan, wanneer ik moe getobt, op
de houten bank onder mijn lindeboom
i neerzit, komen mij wel vele gedachten
door 't hoofd gevlogen, maar ik ben zoo
vermoeid, dat ik geen lust heb om nog
op dees avonduur aan geestesarbeid te
beginnen.
Meermaals dacht ik aan de verzen
van den grooten Nederlandschen dich
ter Multatuli, die hij neerschreef om
een schets" te geven van den toestand
der arme lieden en kleine landbouwers
en met hem zou ik uitroepen
Ja, 't is hard gezegd, en toch bevat
het veel waarheid voor de landbouwers.
Voor de werklieden echter is het niet
meer zoo waar, omdat zij het zoo ver
hebben gebracht, dat zij er kunnen
komen met acht uren te werken.
Ah moest ik maar acht uren arbei
den, ik zou dan wel den tijd hebben om
een artikelken aaneen te flansen en zou
ook meer tijd hebben om te denken, te
leven en een weinig van de schoone
natuur en 't schoone leven te genieten
Ja, ja, beste Redactie en geëerde lezer
die dit leest, vergeet niet dat, alhoewel
ik zeer gaarne arbeid, ik ook zou willen
*t jaar rondkomen met acht uren daags
te werken
De meeste landbouwers zullen denken
dat het acht-uren-werk in den landbouw
eene zottigheid is. Ik heb het ook altijd
gepeisd, maar nu begin ik stilaan ander
gedachten te krijgen.
Ik heb vroeger ook, evenals bijna alle
boeren gedacht dat dit eene on
mogelijkheid was, dat het de ruine van
het land was, en van den landbouw
zelf.
Maar, ik zie hier rond mij menschen
die bediende of werkman aan den
spoorweg zijn, die arbeiden in fabrie
ken, die bedienden zijn in bureelen of
magazijnen. Al die menschen werken
acht uren en met dat werk komen ze
aan hun brood, doen hun plicht tegen
over '-huisgezin en tegenover de
sanvs fii g, aangezien alles vooruit
gaa' wereld maar steeds rond
dra^-
Er /raag ik mij af of wij, boeren,
ook- lenschen zijn van diezelfde
same ig en of wij daardoor niet
dezelL_ rechten hebben als de anderen?
Voorzeker zullen vele van de brave
lezers van De Koornbloem aardig op
kijken en denken dat ik ne slag van den
meulen kreeg
Ewel ik verzeker hen dat er mij niets
kwaads is overgekomen en dat ik ook
geene onmogelijke dingen in 't hoofd
heb.
Niet dat ik de Staatsinmenging vraag
om ons te verplichten maar acht uren te
werken, ofwel dat ik een vijand ben van
een paar uren meer, bijvoorbeeld tien
uren daags, want voor mij ware acht
uren werkelijk te weinig.
nen komen
1° Door onze eigene verstandige wer
king, door verbetering van zaad- en
plantgoed, gebruik van machienen, goe
de regeling van onze vruchten en van
ons werk, om door dit alles met minder
kosten, grootere opbrengsten te hebben.
2° Door eene enge samenwerking van
alle landbouwers, in goed ingerichte
syndikaten met goede en verstandige
boeren aan 't hoofd, die onze zaken be-
studeeren en den weg aanduiden hoe
tot die oplossing te komen.
3° Door de macht van dat syndikaat
op den Staat en de openbare besturen,
die de inlandsche voortbrengst zóó zou
moeten beschermen dat de voortbren
gers, 't is te zeggen de boeren, er goed
en menschelijk kunnen van leven, zon
der dat ze genoodzaakt zijn alle dagen
voor twee dagen te zwoegen.
Nu zult ge wel allemaal zeggen Die
oude Wisius zit nog met rare gedach
ten in zijn kop 1
Ewel denkt er allen eens op na, en
vraag u eens af of wij ja of neen men
schen zijn zooals d'andere en bijgevolg
dezelfde rechten en plichten niet heb
ben. Ik zeg het nog Wij hebben het
recht van ook het acht-uren-werk te
vragen en zoo we willen langer werken,
bijvoorbeeld tien of twaalf uren, dan
dienen wij zooveel meer te verdienen.
Ik voor mijn deel ben toch voorstan
der van eenen korteren werkdag, opdat
wij nog de tijd zouden hebben om een
weinig geestelijk leven te leiden en ons
omhoog te werken door de studie.
Wij hebben nog veel te leeren op ge
bied van landbouw, van sociale belan
gen en ook, een weinig van kunst l
Wij, hebben ook wel het recht, wij na
tuurkinderen, te genieten van al de
schoonheden en genuchten des buiten
levens, waarvoor wij nu doorgaans de
tijd niet hebben.
Want ik zeg het U in der waarheid
ik heb een kleine lusthof, met een bank,
te midden van jasmijnen, laurieren,
moubresias en crysanthenen, en ik heb
op een heel jaar nog geen driemaal de
tijd om er een uurken in vrede te genie
ten 1
Besten dank en oprechte groeten.
NONKEL WISIUS.
Doelmatige Bemesting.
Het staat buiten kijf, dat de besten
dige vermeerdering der oogsten, in
hoofdzaak dient toegeschreven aan een
gelijktijdige vermeerdering in het toe
dienen der meststoffen meer bijzonder
van de scheikundige mesten.
De laatste jaren bewerkstelligden deze
laatste, een heele omwerking in het land
bouwbedrijf de toestanden zijn sedert
een halve eeuw in dit opzicht aan 't ver
anderen, zoodat ten huidige dage
krachtbouw meer en meer de overhand
neemt. Maar die verandering gebeurt
dan te langzaam.
Het gebruik der scheikundige mesten
vooral, moet meer algemeen worden.
Maar tevens, moeten de eischen der
minimum-wet worden in 't oog gehou-
den. Wat leert ons die minimum-wet
Daarover vinden wij, in de Belgische
Landbouw almanak voor 1921
Om te groeien, hebben de gewassen
warmte, licht, lucht, water en voedsel,
dit is messtoffen, noodig. Indien er een
dezer faktoren te kort schiet dan ver
minderd de opbrengst, in verhouding
met het ontreikende bestanddeel. Indien
slechts de helft van het noodige water
aanwezig is, dan kan ook maar eene hal
ve opbrengst worden verkregen. De op
brengst staat altoos in verhouding tot
de groeifaktoren, welke in geringste
mate, of in minimum aanwezig is.
Deze wet wordt vooral op de voeden
de bestanddeelen, stikstof, fosfoor, pot-
asch, kalk en magnesia toegepast.
Bijgevolg moeten al de voedende
stoffen in den grond, in gelijke mate
aanwezig zijn, naar de vereischte gewas
sen. Hier dringt de noodzakelijkheid
der bemestingsleer naar voren. Zoo elke
plant dezelfde hoeveelheid meststoffen
voor hare noodige ontwikkeling ge
bruikte, ware het niet moeilijk de toe
diening naar die noodwendigheid te
regelen. Maar zulks is weinig of nooit
het geval.
Sommige planten nemen meest stik
stof, andere meer potasch, andere meest
fosfoor, terwijl nog andere eene groote
hoeveelheid kalk opnemen.
Bij het toedienen der meststoffen moet
daarmede worden rekening gehouden,
en naar gelang dier opnamen, moet
worden 't noodige toegediend.
Vele landbouwers schijnen tot hiertoe
nog maar 3 stoffen te kennen voor de
bemesting hunner gronden, namelijk
stalmest, beir en sodanitraat of ammo
niak. Voor sommige vruchten in zekere
gronden zal men daarmede eene hooge
opbrengst bereiken, maar meest altijd,
zal zij 't maximum der opbrengst onmo
gelijk maken, omdat er veel te weinig
mineralen in den grond aanwezig zijn,
en de plant, dientengevolge, hare volle
opbrengst niet kan geven.
Met het oog op de vermeerdering der
opbrengsten bij middel van betere en
oordeelkundige meststoffen toediening,
moet er ook worden gewezen, op de
groote rol die de stalmest te vervullen
heeft, op de boerderij. Stalmest is en
blijft de voornaamste bemestings-faktor
der landerijën. Ongelukkjg wordt zijne
waarde veel verwaarloosd en vernietigd,
't zij door slechte bewaring, 't zij door
ondoelmatig gebruik.
Daarom zal een practische boer zijn
stalmest-bewaarplaats zoo aanleggen,
dat hij weinig waarde-vermindering on
dergaat. Verliezen wij niet uit het oog
dat hier jaarlijks millioenen franks voor
den landbouw verloren gaan, verliezen
die later door den aankoop van schei
kundige meststoffen moeten aangevuld
worden.
Nog verschillende factors komen in
aanmerking om eene hoogere opbrengst
te verzekeren.
Onder andere noemen wijGroen-
bemesting Voorkomen en bestrijden
der PlantenziektenDraaineeren der
grondenZorgen te besteden aan de
planten Het gebruik van landbouw-
machienen Samen-aankoop.
Al deze punten behandelen wij in
volgende artikelen. ('t Vervolgt).
Op Zondag 4 September, om 5 uur
namiddag (zomeruur) zal er bij Charles
De Smaele, steenweg, Borsbeke, eene
voordracht gegeven worden overLand-
boüwersbelangen en Samenwerking. Als
sprekers zullen optreden de Heeren O.
Caudron, van Aalst en Frans Van de
Velde, Denderleeuw
utm wr? yjwjante
*?aI AM rt I n A A««VaI /Ja A4.Lt A«/J 1 a
Wat is den arme 't schoon der lente Niets 1
Een sterrenhemel Niets I Wat is hem kunst
Wat zijn hem tonen, tinten, geuren Niets I
Wat is hem poëzie Wat liefde Niets
Dat alles mag hem niets zijn. Alle vlucht
Is hem verboden door de werklijkheid.
Die met 'n ijzeren vuist hem perst in 't slijk,
En elke poging tot verzet, bestraft
Met honger.
mijn