Arbeid adelt DE TABAKWET. Finaneieele Toestand. AAN NQHEL WISIUS De vijanden der graangewassen. Landbouwweekblad VLMTOSBEil ZONDAG 16 OCTOBER 1921. Prijs 10 centiemen. 3de JAARGANG Nr 147. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Burchtstraat, 3, Aalst. Aankondigingen volgens akkoord. Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. De tabakwet met haar langen sleep van formaliteiten is wel eene van deze, die ons dadelijk de weinige voeling on zer regeerders met de buitenlieden en hunne gebruiken kenmerkt. De tabak planters worden door die hooge heeren geslachtofferd ten voordeele der rijke tabakimportateurs onzer Antwerpsche haven/ Voor den oorlog betaalde de vreem de tabak 0,70 fr. per kilo tol en accijns rechten de inlandsche 0,15 fr., accijns rechten. Nu zijn die rechten gebracht voor den vreemden op 1.40 fr., voor den inlandschen op 0,80 fr., of het weze slechts eene verhooging van 100 voor den vreemden tabak en 453 voor den inlandschen tabak zonder rekening te houden van formaliteiten, borgnemingen per plant en andere moeilijkheden waarover ik verder zal uitwijden en waarvan slechts spral e is bij het oogsten van inlandschen tabak en niet bij het in voeren van vreemden. Deze kleine ver hooging van den eenen kant en de over- groote verhooging van rechten voor de inlandsche kuituur heeft voor gevolg ge had dat onze tabakplanters onmogelijk hunne produkten aan hunne vroegere iabriekanten aan winstgevende prijzen funnen afzettendeze kunnen veel goed- Icooper koopen te Antwerpen als gevolg der nieuwe tabakwet. Ik onderzoek de wet verder en zal u gansch gemakkelijk bewijzen dat de 433 o,o verhooging van rechtea op de inlandsche tabak slechts een minimum is. De wet verdeelt immers de planters in twee kategoriën Eerste kategorie De kleine planters met min dan 1000 planten hebben 0,05 fr. per plant te betalen, de tabak goed gelukt of slecht, dat gaat de heeren van Brussel niet aan, al moest u ook 30 planten noodig hebben voor 1 k°. toch moet gij 0,05 fr. per plant betalen, of 1,50 de kilo dat weze dus een opslag van 900 op de lasten van voor den oorlog terwijl den vreemden tabak slechts werd verhoogd met 100 Ten waarheidshalve moet opgemerkt worden dat bij bijna volledige vernietiging er af slag kan bekomen worden of wat het meest voorvalt, voorstel tot omdelving van uwen akker wat voor gevolg heeft dat uw land een jaar braak ligt. Tweede kategorie De groote plan ters met meer dan 1000 planters betalen 0,80 fr. de kilo maar de Staat eischt eenen borg berekend op eene voort- brengst als hierboven van 16 planten voor 1 kilo. Is de tabak gelukt dan be taalt gij 0,80 fr. per kilo zooniet hoeft gij 0,05 per plant te betalen, en zoo zult gij voorzeker bij drooge jaren en gebrek aan meststoffen komen tot geringe uit slagen die voor gevolg zullen hebben dat u in werklijkheid veel meer als 0,80 fr. zult te betalen hebben. Nu voor gij planters der beide kate goriën uwen tabak op uwen zolder ge kregen hebt, hebt gij al tal van formali teiten beleefd. Gij hebt uw tabakteelt moeten aangeven, de kommiesen en de champetter uwer gemeente hebben uwe plantage afgemeten, de planten geteld, menige papiertjes zijn geschreven en on derteekend geworden, Bij het verlaten der droogplaats hebt gij reeds eene eerste verklaring van uw getal kilos drooge tabak moeten opgeven en van betalen der rechten wordt reeds gesproken alhoewel nog niet een hande laar uwe waar is komen koopen. Gij wordt dus den geldverschieter van den Staat. Is uw tabak niet verkochtvoor den 1 Oogst dan zijt gij verplicht bij den controleur te loopen om uwe hoeve te j willen aanzien als staatsaangenomen tabakmagazijn anders moet uw tabak volgens de wet na 1 Oogst de straat op. Dat is nu voor den tabak welke gij te verkoopen hebt, maar voor dezen wel ken gij rooken wilt hebt gij nog vrij wat moeilijkheden te bekampen. Vooreest loopt gij bij den ontvanger om een extra recht gebruiktaks van 0,50 fr. per kilo te voldoen en dit geldt slechts tot 15 ki los, want is uw gezin groot of klein dit cijfer blijft onveranderd. Ten tweede, het vervoer van uwen tabak naar de kerverij moet begeleid zijn van een do- kument 258 of 258bis waar de ontvan ger dag en uur opschrijft op dewelke vervoer en kerving toegelaten is. Ten derde, twee dagen op voorhand loopt gij voor uwe eenige kilos tabak bij den sektieoverste om hem te melden dat hij zijne bedienden, op den dag aangeduiid door den ontvanger, moet zenden bij den fabrikant om de kerving van uwen tabak bij te wonen. Ten vierde, uwe tabak gekorven, wordt het document 258 door de accijnsbedienden nietig ver klaard. Gij kunt gerust naar huis gaan na uren verloren te hebben en eene kos telijke daghuur verspeeld te hebben met al deze formaliteiten. De tabakkuituur kan slechts van een gewissen ondergang gevrijwaard wor den als wanneer de formaliteiten op een streng minimum worden teruggebracht en de diensten zoodanig ingericht dat alle tijdverlies op de bureelen vermeden wordt en vooral op het gebied der tarie ven het oude stelsel van bescherming der inlandsche kuituur behouden wordt. Deze bescherming der kuituur zal beko men worden door het vermenigvuldigen door denzelfden vermenigvuldiger van de vroegere rechten voor inlandschen als uitheemschen tabak. Laat die bijv. 3 wezen dan zouden de rechten op den inlandschen slechts 0,45 in plaats van 0,80 zijn terwijl de rechten op den vreemden 2,10 in plaats van 1,40 zouden bedragenof in andere woorden dat in plaats van 0,60 fr., als nu, er een verschil van 1,65 zou zijn. Deze oplos sing bekomen zijnde zouden de planters opnieuw hunnen tabak 1,00 per kilo duurder kunnen verkoopen zonder dat hunne broeders der steden hun pakje tabak een cent meer zouden betalen al leen de Antwerpsche importateurs zou den met hun vreemde tabakken staan gapen. Vlaanderen waar zijn uw zonen Die u minnen diep en teer, Die u, Vlaanderen, durven toonen Dat zij staan voor u teweer Niet met woorden, maar door daden, Kloeke daden, mannelijk, Die, als zij zich ondank laden, Geven u nog liefdeblijk Waar zijn zij die durven trachten, Smachten naar de mart'laarskroon, U, in edel zelfverachten, Maken willen vrij en schoon Waar die braven in uw gouwen Zoo van hart en ziele groot Vlaanderen, met uw weinige trouwen Zult ge ooit opstaan uit uw nood Fons Van de Maele. BELANGRIJK BERICHT. Wij herinneren onze leden dat de heer Briaourt, staatslandbouwkundige, alle Zaterdagen in ons Lokaal, Groote Markt, zetelt van 10 1/2 u. tot 11 u. waar hij kosteloos mag geraadpleegd worden over alle landbouwaangelegen- heden. Onlangs verklaarde de President der Vereenigde Staten van Amerika in een merkwaardige redevoering dat een pijn lijke crisis zal blijven heerschen in de Amerikaansche nijverheid zoolang er niet meer evenwicht zal heerschen in de wederlandschen wisselkoers. Dat is licht om begrijpen nochtans op 't eerste zicht zou men zeggen dat, bijvoorbeeld, Amerika, Engeland, Holland en al die landen met een buitengewoon hoogen wisselkoers er enkel baat kunnen bij hebben. Doch anderzijds springt het algauw in 't oog dat de landen met 'n zooge zegden nadeeligen koers zoo weinig mo gelijk bestellen aan hoogen wisselkoers en integendeel kunnen zij werken zon der verpoozing en afzetten met alle ge mak hun waren zullen gemakkelijk de grens over trekken. Aldus is het niet ge makkelijk met zekerheid te weten of wij ja dan niet schade .doen met onzen hui- digen geldkoers. Natuurlijk voor hen die vreemde waarden bezitten, 't zijHol- landsche, Engelsche of andere is geen twijfel mogelijk. Het speculeeren in vreemde papieren gaat dan ook zijnen gang. Nog geen week geleden weigerde men een Amerikaansche dollar te geven voor 3400 Hongaarsche kronen, het aanbod, zegge vier en dertighonderd kronen was nog te laag voor een enke len dollar Goddank, wij staan er in België wat beter voor dan de Staten van Midden- Europa Zeker is de finaneieele toestand in ons land in gpen normale toestand en het is thans geen gemakkelijke taak een ministerie van financies te beredderen. Zal het nog lang duren eer wij uit de ontreddering, door den grooten oorlog veroorzaakt, zullen geraken Gewis zal dit niet in een jaar of twee gaan, maar door de werkzaamheid, het wijs beleid en het gezond verstand, eigen aan ons volk, zal het gebeuren onze minister van financen verzekert dat wij thans geen finaneieele ramp meer te vreezen hebben. Vöör den oorlog beliep het bedrag der Belgische schuld vijf milliard frank goud, nu bedraagt die schuld 32 milliard frank. Als men deze schuld in frank-goud omzet, bekomt men slechts de som van 13 milliard frank-goud, wat eigenlijk het bedrag van ons schuld is. Zoo ziet men dat het verschil met den vóóroorlog- schen toestand dus zoo zeer niet opvalt. Er werd sterk gevreesd dat onze schuld op het einde van het loopende jaar aan zienlijk zou vermeerderen, het vooruit zicht maakt thans die vrees ongegrond, zij zal slechts stijgen tot 34 milliard fr. of 13 milliard en half frank-goud, ter wijl dat bedrag voor Frankrijk 35 mil liard frank-goud en voor Engeland 32 milliard frank-goud beloopt. Zeker is dat een vrij aanzienlijk be drag, maar daartegenover stelle men dat de ontvangsten vermeerderd, de roerende en onroerende goederen in waarde gestegen en de inkomsten van allen aard, loonen, handels- en nijver heidswinsten ook merkelijk geklommen zijn. Voor den oorlog bereikten de ont vangsten onzer Staatsspoorwegen de 334 millioen frankdit jaar zullen zij het milliard nabijkomen. Zeker is de toestand niet normaal, maar het is een dwaasheid van dien toe stand in den vreemde slechter te gaan afschilderen dan hij waarlijk is, zooals sommige Belgen en ook wel bladen het durven doen. Ook is het niet genoeg dat ieder burger in het algemeen de werkzaamheid en de spaarzaamheid in praktijk stelt het gouvernement moet ook zelf een welbegrepen spaarzaam heid in acht nemen. Het overschot van de beleggingen in de Spaarkas bedraagt 125 millioen. Is zulks geen bewijs dat de geldelijke toestand van den middenstan der en van den werkman wel bevredi gend mag worden genoemd. En wie nog overschieten varen zeker wel Sommigen beweren dat onze papie renomloop te groot is.Als men nochtans in eenige vreemde landen gaat kijken, ondervindt men dadelijk dat die omloop er in evenredigheid veel grooter is. Zelfs de zeven milliard mark ons door de Duitschers achtergelaten zijn niet oorzaak van den grooteren papieren omloop, Gaan we nu even kijken in steden of dorpen, in nijverheidscentrums, dan zien we dat thans de werkloosheid fel ver minderd, ja om zoo te zeggen heelemaal verdwenen is. Overal zien wij dat ons land economisch herleeft. Waar er werk is, daar is geld. De vooruitzichten zijn dus niet alleen geruststellend, maar ef fenaf bevredigend. In de accijnsont vangsten is er een overschot van vijftig millioen frank. Ons handelscijfer gedu rende de eerste helft van 1921 is gelijk aan het Belgisch handelscijfer over het jaar 1913. Omtrent in deze bewoordingen sprak de heer Theunis, onze minister van fi nanciën over enkele dagen in de Beurs te Brussel, en hij besloot Ik hoop dat gij allen hij sprak tot de beursmannen en tot alle goede Bel gen gehoor zult geven aan mijne stem en de nieuwe leening van 6 steunen. BESTE NONKEL, Zie, daar ligt mij zooveel op 't hart, dat het er eens af moet, en ik en weet geen vertrouwbaarder persoon, geen intiemer vriend dan U. Daarom ga ik U maar eens heel mijn hart uitstorten en er onmiddellijk mee beginnen. Wat mij drie weken geleden zeer nieuwsgierig maakte om de volgende -Koornbloem te lezen te krijgen, was het kort berichtje "Door plaatsgebrek ver schoven een recht van antwoord van volksvertegenwoordiger Van Dievoet. Zie Nonkel, 't maakte mij een beetje bang en toch zoo erg nieuwsgierig. Ik had de vroegere Koornbloem-num-: mers nog, waarin over het pachtwet- voorstel Van Dievoet geschreven werd en ik haalde ze gauw voor de pinne. Ik herlas ze nog eens goed, en nogmaals had ik de overtuiging de waarheid ge lezen te hebben. 's Zondags daarop, gauw 't antwoord gelezen en 'k was heelemaal ontnuch terd. De vent schreef dat al hetgeen vroeger in De Koornbloem over zijn wetsvoorstel geschreven werd, leugens waren, tevens den heer Opsteller der Koornbloem verzoekende zulks aan zijn lezers mee te deelen. Als zij het maar willen gelooven Maar 't moet nog al aardig aandoen, als ge meent de waarheid te zeggen en iemand smijt u een op zijn beleefdst ge liegt in 't gezicht. Maar, als gij dan in uw hart weet, dat uw belager liegt, dan kan u dat weinig bekommeren. Aan t antwoord, hem door onzen Bestuurder M. O. Caudron gegeven, zal volksvertegenwoordiger Van Die voet wel gezien hebben dat men ook in De Koornbloem vast in zijn schoenen staat en zoO bereidwillig 't hoofd niet in den schoot legt. Ik voor mijn deel zeg aan M. Caudron een hartelijk proficiat om zijn kranig antwoord. Maar zeg eens, beste Nonkel, R.U.Z. groeit prachtig aan, hé Overal komen nieuwe afdeelingen bij, vele gemeenten wachten slechts op een klein duwke om in gang te gaan en de verkoop is enor me. Een bewijs dat de bond wel eene degelijke inrichting is en de boerenbe volking veel dienst bewijst. Zoo zacht aan wordt R. U. Z. nog eens nen kolos Ik wed dat wij nog in heel 't Vlaamsche land indringen. Maar, nonkel jongen, 't is nen prach- tigen, plezierigen leertijd hé, voor dezen die weten hun oogen goed open te hou den, 'k wil zeggen in zake politieke winkel. De gemeenteverkiezingen brachten al nen heelen hoop herrie. De burgemees- ter-benoemingen toonden ons, dat stem - men ten slotte op niets uitkomt als de groote bazen met den uitslag geen vre de hebben, en nu met de aanstaande groote lutte worden wij boeren weer eens ordentelijke menschen, heel de we reld schijnen wij belang in te boezemen en elke politieke kleurling breekt voor ons een lans. Zeg, Nonkel, konden wij ons koeiën, nu in dezen schaarschen tijd eens met beloften paaiën gelijk de groote jannen het kunnen met de boeren, wat zouden wij nen schoonen stuiver ge wonnen hebben. Zie goede Nonkel, nu is mijn maag een beetje ontlast er ligt nog wel een heele boel op, maar dit is 'k wil eerst zien of U ernstig genoeg opneemt. Intusschen noem ik mij Uw petekind, ALOISKEN. voor later en mijn woorden Het oordeelkundig sulfateren der zaaizaden. In onze gewesten met vochtig klimaat men zou het dit jaar niet vermoeden zijn de gevaarlijkste vijanden onzer gewassen, dikwijls de zwamziekte. De noodzakelijkheid onzer opbrengsten te vermeerderen moet ons aanzetten daar toe alle mogelijke middelen te gebruiken en o. a. de bestrijding der gezegde zwamziekten. Onder deze zijn er weinig gemakkelijker om bestrijden dan de rog ge en tarwe brand Ustiloga barbo en tilletia Cariès), In t algemeen is men het eens om te zeggen dat het beste bestrijdingsmiddel, het kopersulfaat is, reeds in 1807 door Benoit Prévost aanbevolen en sedert dan in gebruik, alleen of met kalk. Men weet dat bovenvermelde ziekten zich bij zonder voortzetten door soorten zaden, sporen genoemd. Al de gedane proefne mingen met kopersulfaat, ijzersulfaat, vitriool of zwavelzuur hebben bewezen dat de werking van het kopersulfaat het gunstige was. Kopersulfaat in oplossin gen van 1 is een goedkoop produkt, gemakkelijk om gebruiken en waarvan de werking zeer doeltreffend is, zekere personen hebben de gewoonte de zaai granen alleenlijk te besproeien. Deze doenwijze valt af te keuren. Derwijze worden vele aangetaste granen maar weinig of niet gemaakt en de granen die zeer aangetast en geheel blijven, alhoe wel binnenwaarts gansch door sporen aangevuld, blijven gewoonlijk onge deerd. Wordt zulk een graan binst het zaaien verpletterd dan kan het een groote hoeveelheid zaaigranen besmet ten. Dompelt men integendeel, de zaai granen in de oplossing dan gaan de af zonderlijke sporen naar onder en met sporen aangevulde granen drijven, der wijze dat men ze gemakkelijk kan ver wijderen. Ons dunkens mag het weeken niet lang duren, zoo niet wordt de kiem- MBL

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1921 | | pagina 1