Arbeid adelt Fiscus en Boeren. EEN ZWARE PLICHT Eenige proefnemingen over Bemesting. Vergaderingen Landbouwweekblad Plantenkunde. ZONDAG 30 OCTOBER 1921. Prijs 10 centiemen. 3de JAARGANG Nr 149. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Burchtstraat, 3, Aalst. Aankondigingen volgens akkoord. Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Onlangs verscheen er in De Koorn- bloem een artikel, onder den titel Fiscus en Boerenbonden vandaag willen wij eens eventjes zien wat er tus- schen de Fiscus en iedere boer zoo al is af te handelen, en voornamelijk in zake bedrij fsbelasting Vooraleer, omtrent de bedrijfsbelas ting en hare toepassing op de land bouwers, in nadere beschouwing te tre den, zullen we met de wet eerst nadere kennis maken en in korte trekken aan geven, hoe zij moet worden toegepast. Bedrijfsbelasting het woord zegt het zelf is eene belasting die gelegd is op het bedrijf of beter op de inkom sten van het bedrijf. Iedereen betaalt bedrijfsbelasting, 't zij men boer is, advokaat, metser, schaar- slijper of gelijk wat 't zij men werkt voor eigen rekening of voor andermans rekening of onderneming, naarmate het bedrijf dat men uitoefent veel of weinig oplevert zal men veel of weinig betalen. Alleen dezen die behoeftig zijn, beta len geen belasting. Als behoeftig wor den aanzien dezen die min verdienen (alles inbegrepen, kost, huisvesting) dan; 1400 fr. gemeenten min dan 5000 zielen. 1600 fr. 5000- 15000 11800 fr. 15000 - 30000 2000 fr. 30000 - 60000 2400 fr, 60000 en meer. Wie knechten, meiden of bedienden gebruikt, moet maandelijks de belasting afhouden van het uit te betalen loon, be draagt de gezamentlijk afgehoudene som meer dan 100 fr. dan moet de belasting aanstonds voor den 15 der volgende maand bij den ontvanger afgegeven worden. Bedraagt zij 100 fr. of min dan moet zij slechts tweemaal in 't jaar af gegeven worden. Dezen die voor eigen rekening wer ken moeten hun bilan indienen van het voorgaande jaar in 1920 worden zij aangeslagen op hun bedrijfsinkomsten van 1919, in 1921 voor 1920, enz., het is inderdaad niet mogelijk op voorhand te bepalen hoeveel winst een bedrijf zal opleveren gedurende het loopend jaar. Handelaars of ondernemers die niet regelmatig boekhouden moeten le een inventarisboek houden 2e een dagboek en 3e een copie de lettres. Aan die personen die geen boek houden vraagt het beheer van finantiën dat zij toch zouden bewijzen geven van goeden wil, en opgeven al hetgeen kan dienen tot berekening hunner winsten. Bijvoorbeeld kan men schriftelijk aan geven ik heb verbruikt voor mijn huis houden 10.000 fr., ik heb nog 5,000 fr. meer in geld of in goed dan verleden jaar, dus bracht mijn bedrijf 15000 fr. winst op. De bakker kan aangeven hoeveel zak ken bloem hij verwerkt heeft en hoeveel winst hij per zak behaalt. De herbergier hoeveel ton bier hij verkocht en het per cent zijner winst per ton en per flesch. De agenten der schatkist kregen op dracht voor het le jaar toegevend te zijn, nochtans zal ieder zich moeten in regel stellen bij gebrek van aangifte of wanneer deze niet aannemelijk is, ge beurd de schatting van ambtswege en de belasting van het niet aangegevene deel wordt als boete verdubbeld. Wij landbouwers zouden ook moeten boekhouden, maar daar zulks veelal niet het geval is, wordt onze bedrijfs winst berekent per hectare bebouwde grond, rekening houdende met de hoe danigheid, de wijze van uitbuiting en meer dergelijke Hoe wordt nu de bedrijfswinst belast? De winsten worden verdeeld in schij ven van 3000 fr. Op de eerste schijf betaalt men 2 dus voor 3000 fr. 60 fr. Tweede schijf 2 1/2 of 75 fr. Derde schijf 3 of 90 fr. Vierde schijf 3 1/2 °/0 of 105 fr. Voor ieder volgende schijf verhoogt de belasting met 1/2 tot dat er 10 moet betaald worden, hetwelk het ma ximum cijfer is. ('t Vervolgt). Weer is de tijd aangebroken dat een vloed van welsprekendheid over den lande zal worden uitgestort om een hoop eindelooze en toch ijdele beloften aan het lichtgeloovige volk aan te bieden. De verkiezingen naderen, en het moet wel een onbetaalbaar genot wezen vóór de groene Kamertafeltjes te zitten en jaarlijks voor het zoo vaderlandsch werk, dat aldaar verricht wordt, twaalf duizend briefjes van een frank in zijn binnenzak te mogen stoppen en koste loos gebruik te maken van 's lands spoorwegnet om zijn eigen persoontje - niet in de derde klas wagen langs de vier windstreken te laten rondschom- melen, dat ze de onmogelijkste dingen in die dagen van strijd met een almachtig gebaar in steden en dorpen komen uit kramen. Dan zijn de harten warm, de geesten opgezweept, de lippen woorden rijk strijd doet levenMaar eens die dagen van oorlog met meetingen voorbij, als alle menschen en zij zelf eerst weer nuchter zijn geworden, dan zien wij wat er op twee, drie jaar van al die beloften in huis gekomen is. Men zou dit, men zou dat, en wat zou men niet Op de verkiezingsprogramma's staat al les, alles wat een mensch maar wen- schen kan geleerden en niet geleerden, werkman en kapitalist, burgers en boe ren, allen krijgen naar hun gading. Helaas boeren wij weten maar al te wel, misschien zijn er onder ons nog heel veel die 't niet weten willen dat het voor toekomstige Kamerheeren zeer gemakkelijk is beloften te doen, maar om zoo te zeggen onmogelijk ze te vol brengen. Wat hen ook nog niet te lastig moet vallen is het plaatsen links en rechts van kozijntjes en vriendjes in ministeries en openbare besturen, plichtigen vrij maken en onschuldigen te doen veroor- deelenmaar een goede wet uit hun han den krijgen en toch worden ze naar naar de Kamer gezonden om wetten te maken dat is niet gemakkelijk, bijzon der niet als het den landbouwersstand geldt. Getuige de uitslag van al was in de Kamers verricht werd sedert den wa penstilstand geen enkel kleine wet werd gestemd ten voordeele van den boeren stand in 't algemeen. Aan de landbou wers van het verwoeste West-Vlaande ren werd nauwelijks gedacht. De Koornbloem heeft luid genoeg gespro ken voor noodzakelijke verbeteringen, voor de onmisbaarste wetgeving op landbouwgebied, geen wetje hoe arm en nietig ook werd ons geschonken op de honderden, die in het halfrond der Ka mers werden gefabrikeerd En nu zijn die almachtige heertjes, met een zelf voldaanheid van kleine goden uiteen ge gaan, alsof ze 't al hadden gedaan, met het gedacht dat niemand het beter had kunnen doen want binnen enkele da gen staan ze weer op tafels en stoelen om aan de menschen te verkonden al het goed dat ze hebben gedaan aan het Vaderland en ze zullen ons smeeken om ze toch weer te herkiezen of anders... anders gaat het vaderland verloren 1 En och arme wat is er op dees drie jaar verricht Zijn de oorlogsschaden voldaan zijn er scholen bijgebouwd was er veel werk voor den werkman deed men iets om het leven beterkoop te maken werden binnenlandsche han del, nijverheid en landbouw bevorderd werden woningen gebouwd om aan den woningnood een einde te maken Veel Vaderlandsche feesten werden ge vierd, veel vlaggen en doodsmonumen- len ingehaald en gehuldigdkazernen werden gebouwd en het leger versterkt, het leger dat millioenen en millioenen verslindtgroote oorlogswoekeraars werden niet verontrust of weer op vrije voeten gelaten, arme sukkelaars moch ten en mogen nog voor hen boeten. Dat hebben deze drie jaren ons gebracht, die zoo'n vruchtbare jaren hadden kunnen zijn Doch als 's lands regeering aan haar plicht te kort komt, dan is daar nog het Provinciaal bestuur en daarna zijn daar nog de Gemeenten met hun zelfstandig bestuur. Waar de Regeering en de Pro vincie in te kort schieten, daar moet het Gemeentebestuur haar plicht met dub bele zorg trachten te vervullen. Reeds spraken we vroeger voor het inrichting van den vierden graad bij den lagere gemeentescholen en we drongen er op aan dat voornamelijk in de buiten gemeenten alles in 't werk zou worden gesteld om in die klassen bijzonder de studie van den landbouw te bevorderen. Maar vele jonge lieden verlangen na het verlaten der school zich verder te ontwikkelen, doch vinden er die gele genheid niet toe. Die gelegenheid moet hen gegeven worden. De lange winter avonden zijn daar, geen betere tijd om leergangen voor die leerzuchtige jon* gens en meisjes in te richten. In het Wa lenland, ziet men allerhande leergangen inrichten en de lesgevers goed betalen, omdat ze weten dat wie goed betaald wordt, moedig werkt en heerlijke uit slagen bekomt. Met bange nieuwsgierigheid zien wij rond om die gemeente te vinden, welke aan den ouden slenter vaarwel zegt en nieuwe wegen opgaat waarvan men in het Vlaamsche land nog geen besef schijnt te hebben. Dit is een zware plicht, want een volk dat op een flink en gezond onderwijs mag bogen zal andere volkeren vooruit snellen op den weg van voorspoed en geluk. H. KLOPTEROP Het studie-veld van Meire werd aan gelegd op zwaren leemgrond, met on dergrond van den zelfden aard. Het veld dat vrij hoog gelegen was, had den vorm van eenen ezelrug en was, den ganschen dag, aan de zonnestralen blootgesteld. Hieronder nog eenige bij zonderheden Oppervlakte 33 aren. Richting van den rug N.W. Z.O, Voorgaande vruchttarwe. Bemesting nagenoeg 30.000 kgr. gewoon stalmest per Hc. toegepast en ondergebouwd ongeveer half-Novem ber. Lente bemesting vóór de toepassing der Lente bemesting werd het stuk in twee gelijke deelen verdeeld. De twee deelen waren nagenoeg dezelfde onder oogpunt van grond en ondergrond, lig ging, helling, zonneschijn, vochtigheid enz. Op 9 Maart ontving een der per- ceelen eene scheikundige bemesting die 160 kgr. Elzasche potasse per Hc. be droeg. Deze potasse werd met den beir of veer-egge ondergewerkt. Op 23 maart werd het land diep omge ploegd. Deze laatste bewerking kon zeker de werking van het kalivet niet bevoordeeligen, doch daar het jaargetij reeds ver gevorderd was waren wij ge noodzaakt op die wijze te werk te gaan. Op 26 April werden op de twee percee- len en in gelijke mate de volgende vet ten aangewend superfosfaat 6oo kg. per Hc.Sodanitraat 125 kg. per Hc. Zwavelzuur ammoniak 25o kg. per Hc. Een der twee perceelen had, bijgevolg benevens het stalmest eene volledige bemesting ontvangen met stikstof, fos- phoor en potasch. Als scheikundige be mesting had het tweede perceel slechts stikstof en phosphoor gekregen. Deze laatste vetten werden met de drie-schaar ondergewerkt. Denzelfden dag werd overgegaan tot het planten der variëteiten Eigenheimer en Chaue. Die laatste soort die wij alhier wilden ten proeve stellen omdat wij haar waardeerden als consumptie aardappel was ongelukkiglijk aangetast alhoe wel al de knollen van dezelfde groqtte een schoon uitzicht hadden door fu- sarium rot. Korts nadien werden dik kere Eigenheimers, Roode Star en Indu strie geplant. Eigenheimer en Roode Star waren herkomstig uit Holland en volkomen gezond. De inlandsche Indus- trie's waren tamelijk goed. Van 't begin af bood het perceel met volledige bemesting een kloeker en ge zonder voorkomen aan. Bij bet rooien werden de knollen met veel nauwkeu righeid gewogen. Hieronder geven wij de bekomen uitslagen Perceel I. Variëteit Chaue. Met stikstof en phosphoorzuur lo.5oo kg. Met stikstof, phosphoorzuur en potasch 12.5oo kg. Perceel II. Eigenheimer. Met stikstof en phosphoorzuur 19.15o kg. Met stikstof, phosphoorzuur en potasch 24.ooo kg. Perceel III. Roode Star. Met stikstof en phosphoorzuur 21.ooo kg. Met stikstof, phosphoorzuur en potasch 23.ooo kg. Perceel IV. Industrie Met stikstof en phosphoorzuur 19.ooo kg. Met stikstof, phosphoorzuur en potasch 2o.5oo kgr. Dus gemiddeld een overschot van 1 2.762 kg, per Hc. bekomen door het ge i bruiken van potasch benevens stikstof en phosphoor. Dient daarbij nog opge- merkt dat de Industrie heel waarschijn lijk reeds wat verloopen was en dat de Chaue die maar zes rijen bedroeg, op een zeer lang en smal perceel, ten noor- de afgepaald was door een muur en bij gevolg leed aan eene hevige weerkaat sing der dit jaar zoo brandende zonnestralen. Aan 5o fr. bedraagt een verschil van looo kg. in gewicht, per Hc. een ver schil van 5oo frs. in geld, Weliswaar dat met een gewoon jaar den Prijs der knol len veel lager zou staan, doch het is ook heel zeker dat in dergelijk geval het verschil van opbrengst insgelijks veel grooter geweest zijn ('t Vervolgt). D. Bricourt. LEEST ons nieuw, boeiend mengel werk QUO VADIS WIEZE. Buitengewone vergade ring op Zondag 30 October, na de Hoogmis, in 't gewoon lokaal. Dagorde: Uitleg over de bedrijfsbelastingen in schrijving voor alle benoodigdheden. Grondslag waarop den bouw der planten berust. Onder de soorten weefsels heeft men: 1) De zwam of kortmosweefsels. De inhoud van zwam weefsels is zeer rijk aan stikstofbevattende zelfstandigheden terwijl het kortmosweefsel daarvan, schraal voorzien is, in zwamweefsel komt geen bladgroen voor en slechts uiterst zelden eene zetmeelachtige stof in dat van de kortmossen daarentegen vindt men hier en daar groene kleurstof alsmede veel zetmeel. 2) Wierweefsels. Onder de wieren vindt men, gelijk reeds vroeger is opge merkt, gewassen, welke slechts uit eene enkele cel bestaan. Zijne samenstelling kan geleiachtig of lederachtig zijn, soms zelfs zeer hard. 3) Parachijm. Het is de meest ver spreide weefselsoort en bestaat uit cellen van verschillenden vorm en bouw. Geen plant of plantendeel is er, waarin niet tijdelijk of duurzaam parachijm voor komt. Alle weefsels ontleenen recht streeks hunnan oorsprong aan het para chijm. In dit weefsel ontstaan de nieuwe cellen en er zijn nagenoeg al die stoffen in voorhanden, welke als de scheikun dige bestanddeelen der planten vermeld zijn. 4) Teeltweefsels of Cambium komt alleen op bepaalde plaatsen (teeltstreken genaamd) in de planten voor. Het schijnt een slijmachtige massa, maar na nauw keurig miskoskopisch onderzoek is het gebleken dat dit een volkomen weefsel is, hetwelk zijn ontstaan te danken heeft aan jeugdig parachijm. Spoedig nadat dit gevormd is, verandert het namelijk in teeltweefsel, hetgeen samengesteld is uit dunwandige, zeer saprijke en veel plasma bevattende cellen. 5. Vaten. Niet altijd hield men de cel voor het eenige elementair orgaan der gewassen, daarnevens wierden na melijk als dusdanig nog vaten en ve zels genoemd. Wat nu de vaten in 't bijzonder betrof, moest deze meening verlaten worden, toen men ze had lee- ren kennen als voortspruitende uit ge heel vereenigde cellen, zoodat men te recht een vat als weefsel beschouwd. Een vat is ontstaan doordien bepaalde in dezelfde lijnrechte richting nevens elkander gelegene cellen van het zelfde teeltweefsel, welke daarom vaatcellen genoemd worden, ter plaatse waar de wanden dier cellen elkander raken, deze wanden geheel of gedeeltelijk verliezen, zoodat dientengevolge eene holle buis of koker gevormd wordt. De naam van vat doet gewoonlijk eenen vloeibaren inhoud vermoeden intusschen bevat ten de hier besproken vaten, in geheel ontwikkelde toestand, nimmer iets an ders dan lucht. Als hoofdvormen be schouwt men het spiraal en het stippel- vat, terwijl de ring en netvaten als wijzi gingen van spiraal en de streep of trop- vaten als zoodanig van stippelvaten be schouwd worden. 6. Vezelweefsels. De uitdrukking planten vezels wordt in het dagelijks spraakgebruik dikwijls gebezigd, zonder daaraan echter een gewoonlijk meerdere beteekenis te hechten, dan die van een vrij langen stevigen draad, uit het een of ander plantendeel afkomstig. Het blijkt evenwel dat zij bestaan uit lang werpige, prismatische, aan het uiteinde spits toeloopende cellen. Daar zij nage- altijd met elkander vereenigd zijn, bren3 gen wij ze bij de behandeling der weef sels ter sprake. 7) Vaatbundels. Wanneer men een zeer jeugdig takje dwars doorsnijdt en dan de doorsneevlakte beziet, dan vindt men tusschen het parachijmweefsel, RNBL

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1921 | | pagina 1