I
Arbeid adelt
DE PACHTWET VOOR DE KAMER.
Landbouwpolitiek
De (fleerde der
Kraehtvoeders.
Landbouwweekblad
LIJKREDE
ZONDAG 12 MAART 1922.
Prijs 1U centiemen.
4de JAARGANG Nr 167.
Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie OffOOTE MARKT, 8, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken word.; '^yet erge nomen.
Niet opgenomen handschriften wc niet teruggegeven.
Het Wetsvoorstel Van Dievoet over
de landpachten is terug op het bureel
der Kamer neergelegd, in dezelfde be
woordingen en tekst als over een jaar.
Dit is goed nieuws voor de landbou
wers. Evenwel valt er op te merken dat
het bijzonderste in dit voorstel vergeten
is, namelijk de regeling der pachtprijzen.
In menig voorgaand artikel in De
Koornbloem hebben wij er op gewezen,
hoe noodzakelijk het is deze bepaling in
de wet te bevatten. Het schijnt echter
dat de neerleggers het anders denken,
ofwel het niet aandurven het voor te
stellen, uit vrees de wet niet gestemd te
krijgen.
Dit wetsvoorstel werd dan ook in
vele middens besproken en ook in den
Hoogeren Landbouwraad.
Deze middeleeuwsche instelling, die
bijna geen landbouwers bevat, heeft de
wet onderzocht en de verslaggever, pro
fessor Leplat (in 't vlaamschde platten)
gaf het inzicht te kennen dezer com
missie met dit onderzoek gelast
Dat de commissie die de zaak te
onderzoeken kreeg, van oordeel
was dat korte pachten of die van
langen duurtijd onbetwistbare moei-
lijkheden opleverden. ZIJ OOR
DEELDE HET NOCH DRIN-
GEND, NOCH PASSEND, OP
DIT OOGENBLIK EENE WET
IN TE VOEREN die, ondanks
plaatselijke gebruiken, op drie jaren
de pacht zou brengen van gron-
den, wier duurtijd niet bij geschrift
tusschen partijen was overeengeko-
men. Inderdaad pachten van korten
termijn of zonder geschrift zijn zoo
algemeen in de kleine landbouw-
ondernemingen, dat de afschaffing
ervan, vooral in het- Vlaamsche
land, tot groote moeilijkheden zou
aanleiding geven
Bravo, professor De Platten
Gij zijt weerdig deel te maken van den
Hoogeren Landbouwraad, van dien
raad die zoo hoog is dat hij niet neer
ziet naar de kleine boerkens van Vlaan
deren. Die mensch is zoodanig voor ons
boeren in de weer, dat hij eene wet be
strijdt welke die brave menschen moei
lijkheden zou aandoen,
Waar heeft die geleerde boer zulke
les opgedaan, of waar heeft die man het
aangedurft om zulke beestigheid uit te
kramen
Dat hij eens één enkele week naar
onze streken afreistdat hij de kleine
boerkens ondervraagt en dan zal hij eerst
weten dat eene landbouwwet onont
beerlijk en hoogdringend is.
De Hoogere Landbouwraad echter
heeft den heer professor in 't haar gevlo
gen om zijn droeve comedie en op eene
volgende vergadering werd zijne hoo
gere filosofie verworpen met 18 stem
men tegen 9 en de volgende dagorde
werd aangenomen na hevige woorden
wisselingen en woelige debatten tus
schen beide gedachten
1° De duur der pacht, bij gebrek aan
een geschreven pacht, wordt aanzien als
zijnde voor drie jaar.
2° Eene geschreven pacht is niet ver
plichtend.
3° Opzeg van 6 maand voor pacht
van 1 jaar, van 1 jaar op voorhand voor
pachten van drie en meer jaren,
4° Vrijheid van bebouwen.
Nu zal de wet ook in de kamer wor
den besproken.
Zal ze gestemd worden of zal men ze
verwerpen Dit is nog niet geweten,
doch volgens eenige inlichtingen schijnt
ze er te kunnen doorgeraken.
Zooals we eens zegden het is een
mager beestje Toch zal het reeds
een heele ommekeer te weeg brengen en
er is maar eene zaak heel spijtig, dit
brokje wet hadden we onmiddellijk met
den oorlog, en vóór de huishuurwet
moeten hebben, dan had men zoovele
onrechtveerdigheden niet begaan, en
waren millioenen in den zak der land
bouwers gebleven.
Twee zaken dienen hier te worden
opgemerkt.
Vooreerst moet iedereen overtuigd
wezen dat er eene ommekeer is teweeg
gebracht in de gedachten van onze Ka
merleden daar zij het in hunnen door-
luchtigen bol krijgen ook eens aan de
boeren te denken. Dit wordt teweegge
bracht door de opkomende macht der
landbouwsyndikaten de vrees alleen
kan nog iets teweeg brengen, en geen
vrees zonder macht
Ten tweede.dat het wetsontwerp Van
Dievoet een begin is,dat rap zal gevolgd
zijn door het slot de regeling der pach
ten. Wat baat het nog aan een land
bouwer dat hij voor drie jaar vrij op
ziin hof zit, alswanneer de eigenaar bij
het ingaan van iedere pacht het recht
heeft hem een prijs te vragen die te
hoog is Wat zal die boer doen die na
drie jaar zijn land en hof in staat heeft
gesteld, die dank aan de pachtwet zich
in veiligheid waant, maar die na drie
jaar de pachtprijs van zijn hof ziet ver
dubbelen Die brave man zal ofwel aan
den eigenaar toegeven, ofwel opnieuw
op sukkel en op zoek gaan naar een an
der hof
Daarom zeg ik hier voor de honderd
ste maal en in tegenstrijd met alle pro
fessors, kamerheeren, kasteelheeren of
andere boekboeren
De vrijheid en het brood van den
pachter kan maar alleen gewaar
borgd zijn, dan wanneer de wet eene
pachtregeling voorziet
Maar ik zeg er ook bijdie regeling
krijgen we niet, want die strookt recht
streeks tegen den geldzak en de trots
der landheeren
En toch zal ze komen, maar misschien
op eene manier die noodlottig zijn zal
voor de verdrukkers en voor het land
De landbouwers zullen zich niet eeu
wig laten verschoppen, maar zullen ver
huizen naar streken waar ze meer ge
waardeerd worden. Onze boeren zullen
naar Frankrijk uitwijken of naar Algerië
of naar Noord- of Zuid-Amerika of la
ter misschien naar 't verhongerde Rus
land
Die landverhuizing is reeds begonnen
en zal nog vermeerderen, zoo de salon-
boeren, die nog altijd onze meesters zijn,
nog langer de rem toenijpen van den
wagen die ons voert naar de stoffelijke
en zedelijke ontvoogding van den boe
renstand
O. CAUDRON,
Naar links en naar rechts, in dit en in
geen dagblad wordt met den dag meer
en meer gewag gemaakt over de boeren.
Bij sommigen is het oprecht, bij anderen
komt het maar uit den mond en wordt
het geschreven onder de rubriek Vrije
tribuun om hunne teergevoelige en licht
geprikkelde lezers niet al te zeer te ver
ergeren.
Dezer dagen trof me vooral een arti
kel van een onzer beste volksschrijvers,
den heer A. Hans. Hij ten minste spreekt
met kennis van zaken hij heeft de boe
ren aan 't werken en aan 't leven gezien
en gevoelt dat daar onder dat volk een
heerlijk veld braak ligt wachtende op
moedige werkers.
O, hoe onrechtvaardig zijn de
stedelingen in hun oordeel over de plat-
telandsche bevolking, welke ze samen
vatten onder den naam boeren
Vöör den oorlog was het zoo naden
oorlog is het er niet op verbeterd. Er
zijn boeren-woekeraars geweest zooals
er in de stad handelaars-woekeraars
warenmaar over 't algemeen schuift
men te veel op den rug der landbouwers,
wat in werkelijkheid aan tusschenper-
sonen, opkoopers, kettinghandelaars en
handelaars toegewreven moet worden.
Wijhebben trouwens als velen een ander
verschijnsel waargenomen dat voor
Vlaanderen verheugend is. Zonder ka
pitalist te zijn geworden, wat men in de
stad maar al te veel denkt, heeft de land
bouwer doorgaans goede jaren gehad,
en is hij daardoor onafhankelijker en
zelfstandiger geworden.
En dat was zeer noodig Hij staat nu
vrijer tegenover iedereen. Velen, die
voor den oorlog koeboer waren, en ook
koeien voor hun wagen, eigenlijk een
driewielkar, spanden, bezitten nu een os
of een paard.
Gestatig aan koopen ze een stukje
land, want eigen bezit is toch zulk een
ontzaglijke waarborg voor het bedrijf.
Ze zien meer en mabr uitzicht op betere
pachtvoorwaarden n et stabiliteit, zoodat
ze dan niet langer \r een schopstoel
zitten, waarvan ze 'ten gril van den
eigenaar verjaagd kunnen worden. Ze
beginnen vakbladen te lezen en beseffen
de macht van vereeniging. Ja, dat alles is
verblijdend. De verslaving van den klei
nen Vlaamschen landbouwer was steeds
zoo'n hinderpaal in Vlaanderens her-
wording
Alhoewel uit deze regelen wel een en
anderen kan geraapt worden waarover
wel wat te zeggen zou vallen, moeten
we toch volmoedig bekennen dat de
schrijver de gevoelige snaar heeft be-
tokkeld.
Bijzonder waar hij spreekt van "betere
pachtvoorwaarden heeft hij het punt
op de i gezet. Maar, de hemel vergeve
't ons we kraaien nog geen victorie
de ontgoochelingen komen dicht en snel
genoeg achter malkaar. Zeker is het ge
makkelijk aan de opeenvolgende regee
ringen te verwijten dat zij geen land
bouwpolitiek voeren, dat er met een
landbouwpolitiek moet aangevangen
worden wij kunnen zonder een goede
landbouwpolitiek niet blijven bestaan
Oud liedje, zal men zeggen, jaarlijksch
refrein dat regelmatig verschijnt cn toch
een beetje van de mode blijft. Maar ze
zeggen wat ze willen, wij hebben steeds
gewezen op de leemte die bestond en
nog bestaat in ons politiek leven, waar
het den landbouw geldt. Wij hebben
steeds en met den klem er op gedrukt
dat de landbouwer in ons land allernood
zakelijkste instellingen en de eerste wet,
die hen tot beschaafd mensch verheffen
zal, derven moet. Zal niet ieder recht
geaard mensch met ons moeten beken
nen dat het te danken is aan de boven-
menschelijke werkzaamheid van onze
dappere boerenbevolking, dat er nog
een landbouwersstand en nog landbouw
in België bestaat, en onze regeeringen
schenen niet te weten dat er ook in ons
land landbouwers woonden buiten de
dagen dat de belastingen geïnd moesten
worden.
De boer zal 't al betalen dat was
de leus, dat was het programma der land
bouwpolitiek in België. Men spreekt
van koelies in West-Europa onbe
schaafd en verdruktmaar welk volk,
laat ons zelfs buiten het beschaafde
Europa gaan, wou men met opzet zoo
kort en zoo dom houden om het des te
gemakkelijker uit te buiten als onze
kleine landbouwers En terwijl klonk
het in rijke salons, in ministerraden en
in Kamerzittingen dat er toch geen
heerlijker land, geen vrijer land dan
België in de wereld bestond. Ons waan
den ze eeuwig gedoemd om met het
aanschijn in den grond te gaan en te
slaven als verhuurde lastdieren of
waanden ze ons dood misschien Dan
hebben zij zich bedrogen als de Phari-
zëërs die dachten dat ze Christus voor
goed hadden begraven. De verrijzenis
volgde echter op dien dood. Daar
wordt gewerkt op den akker in Vlaan
deren, niet acht uren, maar dag in dag
uit of liever van den eenen nacht in den
anderen en betere dagen zijn aangebro
ken Betere dagen gewis, maar, daar
vóór ons, op den weg die leidt naar het
leven waarop we recht hebben, waar elk
mensch recht op heeft, staat de bareel
der Belgische wetgeving en loopt de
gracht die aangevuld moet worden door
een nieuwe wetgeving.
Wie echter over den toestand van
den kleinen landbouwer oordeelt naar
zijn aankoopen; kan zich leelijk bedrie
gen. Zeker een wijze boer zal, als hij kan
zonder zich in schulden te zetten,
stillekens aan de stukjes land aankoopen
noodig voor zijn bedrijf, ten einde zijn
bestaan meer en meer te verzekeren.
Maar bij gebrek aan een wet, die hem
beschermt tegen een schrabzuchtigen
eigenaar, ziet hij er zich soms toe ver
plicht zijn huurland te koopen en dit aan
opgejaagde prijzen, zoo hij de eenige
bron van zijn inkomsten niet wil verlie
zen, dien nietigen en toch zoo noodzake
lijken grond. Daar worden prijzen door
de wet vastgesteld voor 't verhuren v^n
woningen, die reeds voor'14 werden
verhuurd daar is een wet om de huur
ders van huizen te beschermen tegen de
huisjesmelkers, die jacht maken op huur
ders die meer zouden willen geven en er
de andere van door te zenden de kleine
landbouwer, die land moet huren om er
zijn brood op te verdienen, zit zooals de
heer A. Hans het zoowel zegtop een
schopstoel een gril van den eigenaar
en hij vliegt er af 't is toegelaten, de
wet laat den eigenaar vrij en vrank be
gaan.
Door dezen" 'cn 'andere onrechtvaar
dige toestanden blijft het klein boerken
de moderne slaaf. Is het niet aan zijn
onovertroffen uithoudingsvermogen dat
hij, koppige werker den grond waarop
hij geboren werd niet verlaten om naar
de groote stad te trekken op jacht naar
meer geld. Hij is niet wat de stedeling
meent, een geldbeest, maar vraagt alleen
dat hij moge leven als een vrij man,
rustig in zijn arbeid, tevreden met wat
de aarde het weergeven zal, gelijk in den
ouden tijd bij de Grieken en de Romei
nen, waar de landbouw zoo in eere
stond, dat koningen en generalen geen
edeler bedrijf vonden in tijd van vrede
dat beter paste aan hun sobere zeden.
Dat vraagt de landbouwer ook, maar
dat moet nagestreefd worden door hen
die aan landbouwerspolitiek willen doen.
En eens dat onze landbouwers een
zekerder en beter leven zullen kunnen
leven, dan zullen zij de laatste niet zijn,
waar het of zedelijke of louter stoffelijke
ontwikkeling gelden zal.
H. KLOPTEROP.
uitgesproken bij het graf van den
Heer Frederik Caudron, in naam van
den plaatselijken bond Moorsel der
S. M. Redt U Zelven, door den
schrijver M. Frans Van Brempt
DAMEN, HEEREN,
Vóór dezen open grafkelder die voor
eeuwig het stoffelijk overschot van on
zen diepbetreurden Voorzitter gaat om
sluiten, zij het mij toegelaten, in naam
der Afdeeling Moorsel van den Boeren
bond Redt U Zelven aan onzen
dierbaren overledene eëne laatste hulde
te brengen.
Van over vele jaren, toen het lot van
den landbouwer eene echte slijvernij was
en de boer aan zich zelf overgelaten,
slechts op zijne eigene luttele krachten
steunen kon en mocht, toen niemand,
zelfs de stoutsten niet, het aandurfden
om middels te zoeken om in dien hache-
lijken toestand beternis te brengen, van
toen af is in het brein van onzen acht
bare Afgestorvene het gedacht ontstaan,
dat ook de noeste landman recht heeft
op zijn plaatsje onder de zon en dat zijn
bestaan moest verbeterd worden.
Onverpoosd, met taaie wilskracht,
heeft,hij aan zijn Ideaal, de Omhoog
werking van den Boerenstand gearbeid,
en geen enkel oogenblik is hij van den
weg, dien hij zich toen voorgespiegeld
heeft, afgeweken, maar stap voor stap,
dikwijls in de moeilijkste omstandighe
den, voortgeschreden naar de verwezen
lijking van zijn droombeeld. Hij is de
baanbreker geworden van allen voor
uitgang op landbouwgebied en alle
landbouwers, de onverschilligen zoowel
als de moedwilligsten onder ons, wist
hij door zijn opwekkend woord te over
halen en op die baan mee te trekken.
Door zijnen moed die nooit een oogen
blik gewankeld heeft, door zijn onver
anderlijk vroolijk karakter, is hij er toe
gekomen allen tegenstand te overwin
nen, en nu, op het oogenblik dat de
verwezenlijking van zijn Ideaal in 't ver
schiet is, wordt Hij ons ontnomen. He
laas Gods wil geschiede Heeft onze
geachte Voorzitter de vreugde niet be
leefd zijne wenschen volkomen vervuld
te zien, hij heeft toch het genoegen ge
smaakt te bestatigen dat anderen zijne
vooruitstrevende gedachten aankleven
en dat het zaad dat Hij gestrooid heeft,
in vruchtbaren grond gevallen is.
Damen en Heeren, onze dierbare Af
gestorvene, velen onder ons zullen het
zich herinneren, was de eerste die in
onze gemeente het gedacht der samen
werking heeft weten in te planten en te
bewerkstelligen. Hij is de stichter ge
weest van eene Afdeeling van Samen-
aankoop en van de Melkerij. Onschat
baar is het voordeel dat Hij daardoor
aan de Landbouwersklas alhier bewe
zen heeft. Nooit is in hem de gedachte
ontstaan zich aan het hoofd zijner wer
ken te stellen om er het minste persoon
lijk voprdeel uit te trekken, neen, hij
was de ziel, de geest, maar zijne beloo
ning was zijn geweten dat hem zegde
Frederik, gij hebt goed werk verricht,
gij maakt u nuttig en dat was zijne
grootste voldoening.
Toen Redt U Zelven ontstaan i§
heeft Hij onmiddellijk ingezien wat al
nut dergelijke inrichting, niet alleen op
stoffelijk, maar ook op zedelijk gebied
kon teweeg brengen en onder zijne
hoede is Moorsel eene der bloeienste
afdeelingen geworden van dezen Boe
renbond.
Voor minderen dan hij had hij steeds
zijne beurs en al zijne have ter beschik
king. Moeite spaarde hij nooit als 't er
op aankwam zijnen evenmensch dienst
te bewijzen of goede werken te verrich
ten. Bij de grooten wist hij steeds zijn
verdedigend woord te doen hooren,
waar het de belangen van minderen
gold. Kortom, de Heer Frederik Cau
dron was eene eenvoudige ziel, een
vroom Christen die leefde naar Chris
tus' leer, aan wien de slechte gevoelens
van haat en wrok onbekend waren, die
kwaad door weldaad wist te beloonen.
Hij was een ware Vlaming, met hart en
ziel aan Vlaamsche Taal en Zeden ge
hecht, wiens deugden slechts door eene
Conscience pen zouden kunnen weerge
geven worden.
Rust in Vrede, Edele Ziel, Uw aan
denken zullen wij trouw bewaren. Uw
naam zal door ons nageslacht met fier
heid en eerbied uitgesproken worden,
en in dezelfde gedachte van achting zal
het de namen der Broeders Dokter en
Frederik Caudron vereenigen.
Vaarwel Edele Voorzitter, in naam
van al de leden van RedtU Zelven,
vaarwel
Weinige lieden maken proeven met
de verschillige voederwaren zij gaan
voort met de voorkeur te geven aan dees
of dat artikel zonder te weten wat de
eigentlijke voedingswaarde is.
We deden dees week eenige stalen
wegsturen naar het Staatslaboratorium
te Gent, en vroegen de ontleding van
Zemelen, Kortmeel en Kriel.
We namen stalen van beste inland-
sche zemelen, plata-kortmeel en witte
kriel.
Ziehier de uitslagen
1. Zemelen hielden in vet 3,30°/o
eiwit 15,06
2. Kortmeel
samen 18,36
hield in vet 3,90
eiwit 16,25
3. Kriel hield in
samen 20.15
vet 4,42
eiwit 18,25
samen 22,67
Berekenen wij nu de prijs per eenheid
vet en eiwit in de zemelen en wij beko
men 49 18,36 2,66 fr. per eenheid
(de zemelen kosten per 100 kos 49 fr.)
Aan diezelfde prijs per eenheid zullen
we eens berekenen wat weerde het kort
meel en kriel hebben
Kortmeel 20,15 X 2,66 53,59 fr.
Kriel 22,67 X 2,66 60,28 fr.
Dus is de werkelijke voedingswaarde
dezer drij voeders, op de basis der zeme
len genomen, weerd de zemelen 49 fr.
het kortmeel 53,59 fr. de kriel
60,28 fr.
Wanneer we nu eens de prijzen be
kijken der Koornbloem, dan zien wij dat
de twee laatste voeders en bijzonder het
kortmeel veel goedkooper kost dan de
zemelen
Kortmeel is weerd 53,59
Het wordt verkocht43,00
verschil 10,59fr.
die het goedkooper kost als zemelen.
Kriel is weerd 60,28
Het wordt verkocht53,00
verschil 7,28 fr.
die goedkooper verkocht wordt als de
zemelen.
Wat denkt U beste lezers 1
Vele menschen loopen hun beenen af
achter zemelen en zien niet naar kortmeel
•RNBL