REDT U ZELVEN r Arbeid adelt NIET OP ZIJN LAUWEREN RUSTEN Beetenteslt Nieuwe GROOTE VERGADERING floe een boomgaard aangelegd De Hoenderteelt. Landbouwweekblad Uitbreiding. Brandverzekering moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. 3 Öepzel^eping tegen OngeOollen. ZONDAG 30 APRIL 1922. Prijs Iü centiemen. 4de JAARGANG Nr 174. Voor en door de Landbouwers <o<,nx £3 S a a T b 5' co s 5=3 O 3 MBL Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst, De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Wie een doel heeft moet er op af, Wie den strijd aanvangt, moet er in volharden, Wie zegepralen oogst, mag nog niet slapen, Wie overwint, mag niet op zijn lau weren rusten. Er is een drang in 's men- schen ziel, die ons steeds verder jaagt en ons stuwt naar het onbereikbare. Die drang is de drift, die immer onvoldaan blijft en die, naar het doel waarheen zij ons stoot, goed is of slecht, deugd of on deugd wordt genoemd. In de groote mannen, die de geschiedenis ons leert kennen, heeft die drang naar het gewil de doel duidelijker gewerkt dan bij de meeste menschen, geen hinderpalen konden hen tegenhouden, zelfs de dood schrikte hen niet af en deze werden dan als helden uitgeroepen en erkend. Helden noemt men de boeren van Transvaalhelden noemt men de boeren die ten tijde van de Fransche revolutie er niet voor terugschrikten hun land met zeis en zich te verdedigen tegen de tal rijk en weluitgeruste Fransche legerben den. Maar grooter helden zijn zij die dag aan dag werken en zwoegen voor een gedacht, voor een overtuiging, omdat de slenter van de eentonige dagen ze gemakkelijk overlevert aan moedeloos heid. Hoeveel veldslagen zijn er niet verlo ren door generaals die zich onoverwin nelijk achtten en niet waakten hoeveel schoone gedachten en betrachtingen zijn niet verzwonden als ijdele droomen, omdat degenen, in wiens geest ze waren ontstaan, den moed van het volharden niet hadden en bang voor tegenstand zich niet op weg durfden begeven of bij gebrek aan karakter of wilkracht halver wege bleven steken Er is een spreek woord dat hier goed past Niet voor uitgaan, is achteruitgaan. Hiermee val ik met de deur in huisi De landbouwersvereeniging Redt U Zeiven werd in een harden tijd geboren en pas was de oorlog gedaan of ze kreeg een aangroei, die heden de bewondering zelfs van den buitenstaanders afdwingt. Het is zelfs zoover gekomen dat er hoofdmans zijn en nog meer leden, die zouden genegen zijn om zich met de schoonheid van den behaalden uitslag te vergenoegen en geneigd schijnen, op hun lauweren te rusten. Ze vergeten dat dan juist het uur van den vijand, die waakt en loert, aan breekt. Wat ik hier zeg, wil ik nader en klaarder uiteenzetten. Vooraf wil ik nochtans eerst verklaren dat hier in dit artikel niemand in het bijzonder wordt bedoeld, ik wil dit is ver van mij geen valsche steken onder water geven, enkel een openhartige uiteenzetting van wat ik meen te moeten zeggen voor de toekomst. Het verleden staat er borg voor dat wij voor geen offers terug schrikken als het de landbouwersbelan- gen geldt. Nu wat ik zeggen wil ik niet mijn eigen persoonlijk gedacht alleen, het wil zijn een samenvatting van wat ik links en rechts onder de landbouwers heb op gevangen. Redt LI Zeiven is eene vereeniging van landbouwers. Nu wat een groep menschen in een bond vereenigt is een zelfde gedacht, dat men verwezenlijken, een zelfde doel dat men bereiken wil.Dat doel, dat gedacht is het leven, de ziel van de vereeniging. Neemt dat gedacht weg, dan neemt ge de ziel weg en het leven. Ik heb meer dan eens hooren zeg gen dat alle goede zaken bestaan uit drie en ik zeg ook dat onze vereeniging die zeker toch wel een goede en een schoone zaak is een driedubbel doel heeft, namelijk een stoffelijk, een maatschappelijk en een zedelijk doel. En deze drie zijn innig aan malkander ver bonden. Het stoffelijk doel wordt nagestreefd door de magazijnen van R. U. Z. door het leveren van de beste waren tegen den laagst mogelijken prijs, door hare brandverzekering, hare verzekering te gen ongevallen, door hare spaar- en leenbank het zal nog nagestreefd wor den, niet alleen door samenaankoop, maar ook door gezamenlijk verkoopen tegen den hoogst mogelijken prijs van fruit bijvoorbeeld en van andere waren onzer leden, 't Is op stoffelijk gebied dat de landbouwers tot nu toe altijd bedro gen uitgebuit werden door allerlei lie den, of ze handelaars, tusschenhande- laars, finantiemannen of joden waren. Ons eerste doel is dus aan de land bouwers stoffelijke welvaart te brengen, want in de wereld wordt men maar ge schat naar de zwaarte van zijn geldbeurs of portemonnaie. Het zedelijk doeldaardoor beoogen wij de ontwikkeling van onze landbou wers en daarom strijden en schrijven wij voor een degelijk landbouwonderwijs hooger en lager want eene goede ge leerdheid helpt om gemakkelijker tot stoffelijken welstand te geraken. Ook is er altijd steun en goeden raad te vinden bij R. U. Z. voor alle landbouwers. Strijden voor de algeheele ontvoog ding van den boerenstand, werken uit al onze macht voor landbouwinstellingen en landbouwwetten die er broodnoodig zijn, onze landbouwers leiden naar de plaats die hen in de maatschappij toe komt en waarvan men ze steeds ver ge noeg verwijderd houdt, dat is het maat schappelijk doel van R. U. Z. En naar mijn nederige opvatting is dit het voor naamste, want in dit zijn de twee andere bevat. Hoe zijn de werklieden er toege raakt een betere plaats in de samenle ving te verkrijgen Men heeft hen wet ten gegeven die hen onafhankelijker hebben gemaakt en in die onafhanke lijkheid hen door de wet geschonken, hebben zij den moed en de kracht ge vonden om naar een beter loon te vra gen, om dat beter loon zelfs op te eischen en wie zijn brood verdient denkt gemakkelijker zelf aan om aan zijn kinderen een betere geleerdheid te ver schaffen. De wetgeving moet ons den eersten steun brengen maar daarvoor moet er gestreden worden met vereende kracht. Vooruit naar dat maatschappelijk doel! Het heden hoopt op ons De toekomst straalt voor ons, als men het doel niet uit het oog verliest en niet rust voor men het bereikt heeft. Een taaie boer rust maar om met meer kracht te kunnen doorwerken. Welke de middelen zijn die moeten gebruikt worden om sneller en beter dat doel te bereiken, dit zal het het onder werp zijn voor een volgend artikel. J. ANDRIES. De potaschhoudende vetten wor den best toegedient onder vorm van kaïniet of sylviniet 't is te zeggen van ruwe potasch zouten, ten eerste omdat deze vetten beterkoop zijn, ten tweede omdat ze benevens de potasch eene ze ker hoeveelheid Soduim bevatten en dat, in geval van gebrek aan opneembare potasch deze door de verbindingen van den Sodium kan vervangen worden. In gronden zeer rijk aan kalk ware het ge raadzaam de kalivetten, indien mogelijk reeds vöör den winter toe te passen. Dergelijk doenwijze kunnen wij alhier niet goedkeuren omdat onze gronden maar al te veel gebrek lijden aan kalk, en dat de kalk zich gemakkelijk verbindt met de chloor der potaschmesten. De zoo gevormde chloor-kalk wordt, in groote hoevoelheid met de waters door gespoeld. Men geve dus liefst de kali- zouten vroeg in de Lente. Op vochtige gronden gebruike men liefst chloorpot- asch die een kleinere massa aanbiedt en dus ook veel min wateraantrekkend is dan de ruwe zouten. Men vergete bij zonder niet dat alle chloorhoudende mesten ten minste eene maand op voor hand dienen toegepast. De kalivetten liefst te diep inwerken. Men gebruike tot 3oo kgr. Chloorpotasch, 6oo-7oo kg. Sylviniet, 9oo-looo kaïniet. Het gebruik van zwavelzuur potasch is sterk af te raden daar dit vet thans ts duur is. Men vergete niet dat de kalk veel bijbrengt tot het benuttigen van de potasch. Gedurende de derde en vierde maand van haren groei stelt de beet bijzondere eischen op kalk. Deze meststof mag dus niet verwaarloosd worden. De phos- phoorhoudende mesten hebben ook een grooten invloed op de opbrengst der beeten. 't Is bijzonder onder vorm van superphosphaat dat hunne werking gun stig is. De super heeft veel invtoe- op de eerste ontwikkeling der wortels. Indien men kalk en super voor de beeten gebruikt, zal men de eerste liefst vöör den winter gebruiken. De super wordt vöör het zaaien ingeëgd. Men geve 5,700 kil. superphosphaat en des gevallend 2000 kgr. kalk. De beeten vragen dus benevens eene goede stalbe- mesting eene rijke en volledige schei kundige bemesting. Doch, en men zal het ons niet kwalijk nemen hierop zoo danig te drukken, men moet het opjagen der beeten vermijden met stikstofmesten. Met stikstof wordt dikwijls overbemest, omdat de andere voedende bestanddee- len te veel verwaarloosd worden. Nog eenige woorden nu op het be langrijk vraagstuk der pootwijdte of af stand der planting. Men kan hier slechts aanduidingen geven en geene vaste, on veranderlijke regels, daar deze afstand beheerscht wordt door verschillige fac toren en namelijk door de vruchtbaar heid van den grond, de variëteit en de weergesteldheid tijdens den groei. Dit is in alle geval zeker neemt men de pootwijdte zeer ruim, vooral op wel bemesten bodem, dan oogst men wel groote maar tegelijk waterrijke wortels. Omgekeerd blijft de opbrengst bij te nauwen stand te laag, derwijze dat door de betere gehalte de toestand maar ge deeltelijk kan hersteld worden. Men hoeft maar eene zaak in 't oog te houden de grootste opbrengst moge lijk van voedende bestanddeelen te be komen. Ziehier den uitslag van eenige proef nemingen door Garola aangewend, die bewijzen welken grooten invloed de pootwijdte op de suikergehalte kan uit oefenen 0*^0 T nf 5 >-»• re TO CA DJ D N CO cT cr o 0) O rr» v On (41 Ol Ol L4 Oo L/l Oo Oo ON O Oo«*ÜW 00000 00000 C\0\ w w 41. b\ óo OJ B o XI ui n O B N 03 ST 0 cr n cr d XI cr l-t UI I-L' Ui O 4*- vO G\ 1— 3 O 0\k)K) njCQ O O O O O O O O O O /T T3 O 00 JO O; as o )0 C 0 ca ui o\ r» B r* B CO O V VO O O vl UOOO Ol O OCUIO VO O UI N> o O W t-0 Ol KI ui o -4 4- >0 u> o o 4. 01 2 O O O K) 00 „TJ JT o CQ II Een matige afstand d. i. ongeveer 45 cm. tusschen de rijen en 35 a 40 cm. in de rijen, schijnt 't voordeeligst te wezen. Een grootere pootwijdte geeft niet al leenlijk aanleiding tot eene mindere op brengst van voedende bestanddeelen, maar er dient nog bijgevoegd dat de wortels die men op dergelijke wijze be komt veel meer nitraat bevatten, het- geep eene nadeelige werking kan uitoe fenen op de wintervoeding en dat ze moeielijker zijn om bewaren om rede van hunne hooge watergehalte. VERPLEGING Het kiemen en den eersten groei gebeuren maar langzaam zoodat de onkruiden goede gelegenheid hebben om zich te ontwikkelen. Ook heeft men wel zorg den eersten keer zoo spoedig mogelijk te hakken, niet alleen lijk om het onkruid te verdelgen maar ook om den grond schoon en los te hou den. Zoodra de plantjes drij-vier bladen bezitten begint men te placeeren 't is te zeggen op één zetten en de holle vullen. Terzelfdertijd wordt dikwijls nog eenige bemesting met sodanitraat toege past. D. BRICOUT. De ontvoogding der landbouwers moet hun eigen werk zijn. De noodzakelijkheid onafhankelijk te zijn tegenover gelijk wie, dringt zich meer en meer op We bestatigen ook dat vele individuën partijen vormen, dat die partijen geneigd zijn zich nauwer aan te sluiten om beter bestand te zijn den strijd aan te binden tegen dezen die door hun beroep van natuurswege hun ne tegenstrevers zijn. En de beroepsvij anden der boeren zijn zeker niet onder het kleinste getal. Ook is 't dien ongelukkigen toestand die er mij toe aangezet heeft de aan dacht van het bestuur van R. U. Z. nog maals gaande te maken om door middel van het stichten van een verkoopafdee- ling den strijd aan te vangen tegen deze wantoestanden. Deze aideeling zou zich gelasten met het oprichten van instellingen aan wier zorg de boeren hunne te verkoopen wa ren zouden overlaten om aldus een hoo- gen prijs te bekomen. Deze afdeeling zou onder andere kunnen beginnen met het aan den man te brengen van het fruit. Houden wij ons voor vandaag bij dit punt. Ziehier hoe er zou kunnen te werk gegaan worden. Iedere voortbrenger die er zou in toe stemmen zijn fruit te laten verzenden op naam van den boerenbond zou zijn naam en woonst kunnen opgeven, hetzij aan het bestuur, hetzij aan den plaatse lijken secretaris van den bond, die ge regeld aan het hoofdbestuur naam en woonplaats van den belanghebbende met zoo mogelijk een oppervlakkige schatting van iedere fruitsoort.ten einde het bestuur een nabijkomend gedacht te geven van het aantal mandjes en vaten aan iedere voortbrenger af te leveren. Alzoo ware het mogelijk dat iedere landbouwer mits enkele centiemen aftrok zijn eigen fruit door tusschenkomst van den bond zou op de Engelsche markt brengen. Maar, me schijnt, 'k hoor een heele reeks opwerpingen. Ik neem er een. Op welke wijze zou de bond die verzendin gen doen Hier blijft de keus der ma nier waarop er zou te werk gegaan wor den, natuurlijk aan het bestuur over, maar het is zeker dat er hier op verschil lige wijzen kan te werk gegaan worden. 1. Het fruit van allen verzenden en na 't eindigen der markten van ieder soort een middenprijs betalen. 2. Het fruit van iedere gezamenlijke verzending afzonderlijk betalen. 3. Het fruit van iederen eigenaar (of groep eigenaars die zich onderling ver staan) afzonderlijk merken, verzenden en verkoopen. Naar genomen inlichtingen zou deze manier van handelen het meest in den smaak vallen van de belanghebbenden, maar ook het meest aanleiding geven tot kritiek. Immers hoe zou men twee geburen die in meening even schoon fruit bezitten, kunnen doen aannemen dat er verschil kan zijn in prijs En toch zou het gebeuren aangezien het fruit in kleine partijen verkocht wordende door de schommelingen der markt een verschillig aanbod zou kunnen beko men. Vandaar het verschil van prijs. ('t Vervolgt). op Zondag 7 Mei 1922, om 10 uur stipt voormiddag. Er zal op gestelden dag en uur in ons lokaal te Aalst, eene groote vergadering gehouden worden voor al de leden- fruitkweekers, ten einde de mogelijkheid te bespreken van eene gezamenlijke ver zending van fruiten naar Engeland. Er zal door een deskundige eene voordracht gegeven worden om de voordeelen en werkwijze aan te wijzen van dezen handel. Alle fruitkweekers worden verwacht om deze zaak eens grondig te bespreken en desnoods tot de stichting van een fruitkweekersbond over te gaan. Fruit- en Veeteelt gepaard. Volledigheidshalve ga ik aan 't arti kel van verleden Zondag een woordje toevoegen over eigenaar en huurder van gronden tot boomgaard bestemd, 't Ge beurt niet zelden dat men als huurder een hoeve uitbaat. Wij zijn hier niet in Frankrijk, waar de eigenaar U enkel een hoeve zal verhuren voor 3, 6 of 9 jaren ten minste. Hoe meer jaren het pachttermijn duurt, hoe liever de eige naar het heeft. Binst den oorlog ben ik zelfs dikwijls in de gelegenheid geweest kontrakten te zien opmaken, waar de eigenaar een waarborg stelde als men zijne hoeve voor den vastgestelden tijd zoude willen verlaten hebben. In ons landeken is 't helaas zoo niet, alhoewel vele stedelingen het willen doen doorgaan als een Aardsch Para dijs voor onze boeren. Hoe dikwijls gebeurt het niet dat een eigenaar, die met afgunstige oogen ziet dat ge flinke zaken maakt, u, om de een of ander reden, de dwaaste de eerste, van uw hof zoekt te verbannen. Zoo lang we dus niet verzekerd zijn door lange pachttermijnen ware 't niet ge raadzaam een boomgaard aan te leggen zonder met den eigenaar een bijzonder gunstig huurceel te hebben gesloten. De onkosten, welke ge U voor *t aanleggen van een boomgaard moet getroosten zijn te groot om er U zien van te beroo- ven op 't oogenblik misschien dat hij voor u het meest winstgevend gaat zijn. Gedenkt dat ge buiten de diepspitting, I afwatering, aankoop van boompjes, be mesting, nog andere onderhoudszorgen hebt, waarvan ik u in een volgend arti kel spreken zal. Daaruit volgt dan ook dat de boomgaard niet altijd met de noodige zorg en volgens de voorge- schrevene doenwijze worden aangelegd en nog veel minder onderhouden, zie daar waarom ze dan ook min opbren gen en veelal hun doel missen. Alhoewel we den huurder hierin niet altijd volkomen gelijk geven, moeten we toch zeggen dat het juist aan boven staande oorzaak is gelegen en er bij hem altijd een groote vrees bestaat niet lang genoeg te mogen op de hoeve blijven om de winsten te innen van gronden welke hij door zijn arbeid en zorgen heeft vruchtbaar gemaakt. Er is hier bijgevolg iets dat hapert en wat kost wat kost zou moeten verhinderd worden. De fruit teelt, die zoo nuttige en winstgevende tak van onzen Belgischen landbouw, mag door niets belemmerd worden zich uit te breiden of in min voordeelige voorwaarden worden uitgebaat. Daarom ware het grootelijks te wenschen dat er tusschen eigenaars en huurders overeen komsten werden gesloten waar de rech ten en voordeelen van beiden in dit opzicht zouden gehandhaafd wezen. Ik heb er reeds hooger op gewezen dat een dezer overeenkomsten zou moe ten zijn een lang huurceel. Dat huurceel zou den huurder toelaten de boomen te laten opgaan en er de vruchten van te genieten. Nochtans bestaat er hier nog een zekere vrees dat het huurceel niet lang genoeg zal wezen en dat de boo men, wanneer ze in volle opbrengst zijn en dus meest winst opleveren, in handen van een ander zullen overgaan. Is het niet de volmaaktheid het ware toch een groote stap vooruit. Daarom wil ik ook nog van een an dere soort van overeenkomst spreken, waar er voor den huurder wat minder risico zou bestaan. Indien eigenaar en huurder de onkosten van aanleggen, be mesten en onderhouden samen droegen om dan ook samen de winsten te deelen, dan zou men in dit laatste geval, het aandeel van ieder in de winsten kunnen regelen volgens billijkheid en recht. Een wet op lange pachttermijnen is onontbeerlijk en de landbouwers snak ken er naar als een visch naar water. Waarom hen geen voldoening schen ken of moeten onze boeren dan eeuwig tot speelbal dienen van de lage en klein geestige dorpspolitiek. Intusschentijd trachten de huurders zich uit de voeten te maken met over eenkomsten te sluiten als hierboven aan gehaald. Dat ware voorzeker gunstig aan den bloei en vooruitgang aan den boomteelt. In Vlaanderen en Limburg vindt men er talrijke voorbeelden van. Daar is de boomgaard een wezenlijke rijkdom, een bron van algemeene wel vaart. Men verlieze nooit uit 't oog dat de opbrengst der boomen dan nog slechts als toemaat moet beschouwd worden en de veeteelt nog grootere winsten zal af werpen. Landbouwers tracht er dezen zittijd de wet op lange pachttermijnen door te krijgen. L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever. Veelvuldig gebeurt het dat leden ons komen vragen om hen te verzekeren tegen ongevallen. Tot heden hebben we ons met dezen tak van verzekeringen niet bezig gehouden, maar gezien het groote getal aanvragen, heeft het Be stuur onzer Brandverzekering goedge keurd dat er een agentschap genomen wordt bij eene soliede Maatschappij die ons bijzonder voordeelige voorwaarden maakt en die toegestaan heeft dat al onze polissen zullen opgemaakt worden voor één jaar. Het is dus goed verstaan, wij zullen de ongevallen-verzekeringen doen, maar slechts als agent (niet voor onze eigen rekening), wij zullen U ver zekeren van jaar tot jaar en U nog een deel van ons commissieloon afstaan, al hoewel dat wij reeds verminderde tarie ven bekomen hebben. Het deel van het commissieloon dat wij behouden, moet dienen om de schrijf- en de correspon- dentiekosten te dekken. Deze nieuwe last aanvaarden we weeral eens tot nut onzer leden in de overtuiging dat ze beseffen zullen dat we altijd naar hooger willen en in al ons doen en laten enkel hun voordeel betrachten. Nog komen er wekelijks leden met hunne polis als de tijd verstreken is om geldig den opzeg te kunnen doen. Hoe dikwijls reeds hebben we geschreven eu gezegd dat van eene verzekering slechts kan afgezien worden, zelfs als de eerste termijn uit is, door het zenden van een aanbevolen brief, minstens 3 en soms 6 maanden vöör dat de termgn eindigt. Is deze formaliteit verwaarloosd dan blijft gij gebonden voor 10 of 15 jaren. Wanneer toch zal dit genoegzaam be grepen worden Het ware geraadzaam, dat de leden die voornemens zfln hunne verzekering bij ons over te brengen ons hunne polis ter inzage gaven, dan zou den wij den vervaldag aanteekenen en op tijd het noodige doen. Natuurlijk de zen die hunne vermeerdering bij ons ge daan hebben moeten naar niets meer omziet, daar zorgen we van zelfs voor. Oorzaken van het verlaten der nesten door broedhennen. Wanneer de tijd gekomen is dat men er aan denkt kiekens te kweeken, dan wordt de eerste, de beste hen, die veel op het nest blijft zitten en een eigenaar dig geklok laat hooren, met vreugde be groet, een nest wordt spoedig in gereed heid gebracht en eieren worden het broedsch hennetje toevertrouwd. Een goede uitslag verwacht men, want de eerste dagen blijft de hen trouw het nest behouden. Doch, welke teleurstelling, zoo de hen, in plaats van haar tijd uit te te zitten, na eenige dagen broedens het nest verlaat en niet meer te bewegen is, dit opnieuw op te zoeken. De oorzaken hiervan kunnen van ver schillenden aard zijn en laten zich bij na dere beschouwing en onderzoek dikwijls gemakkelijk verklaren. Heeft men soms elders eene broeister gehaald, die niet aan de behandeling van den verzorger, noch aan de omge ving gewend is, dan is reeds een verkla ring gevonden. De hen zal dikwijls goed

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1922 | | pagina 1