REDT U
ZELVEN
r
Arbeid adelt
NIET OP ZIJN LAUWEREN RUSTEN
Beetenteslt
Nieuwe
GROOTE
VERGADERING
floe een boomgaard
aangelegd
De Hoenderteelt.
Landbouwweekblad
Uitbreiding.
Brandverzekering
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
3
Öepzel^eping tegen
OngeOollen.
ZONDAG 30 APRIL 1922.
Prijs Iü centiemen.
4de JAARGANG Nr 174.
Voor en door de
Landbouwers
<o<,nx
£3
S a
a
T b
5'
co
s
5=3
O
3
MBL
Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst,
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Wie een doel heeft moet er op af,
Wie den strijd aanvangt, moet er in
volharden,
Wie zegepralen oogst, mag nog niet
slapen,
Wie overwint, mag niet op zijn lau
weren rusten. Er is een drang in 's men-
schen ziel, die ons steeds verder jaagt en
ons stuwt naar het onbereikbare. Die
drang is de drift, die immer onvoldaan
blijft en die, naar het doel waarheen zij
ons stoot, goed is of slecht, deugd of on
deugd wordt genoemd. In de groote
mannen, die de geschiedenis ons leert
kennen, heeft die drang naar het gewil
de doel duidelijker gewerkt dan bij de
meeste menschen, geen hinderpalen
konden hen tegenhouden, zelfs de dood
schrikte hen niet af en deze werden dan
als helden uitgeroepen en erkend.
Helden noemt men de boeren van
Transvaalhelden noemt men de boeren
die ten tijde van de Fransche revolutie
er niet voor terugschrikten hun land met
zeis en zich te verdedigen tegen de tal
rijk en weluitgeruste Fransche legerben
den. Maar grooter helden zijn zij die dag
aan dag werken en zwoegen voor een
gedacht, voor een overtuiging, omdat
de slenter van de eentonige dagen ze
gemakkelijk overlevert aan moedeloos
heid.
Hoeveel veldslagen zijn er niet verlo
ren door generaals die zich onoverwin
nelijk achtten en niet waakten hoeveel
schoone gedachten en betrachtingen zijn
niet verzwonden als ijdele droomen,
omdat degenen, in wiens geest ze waren
ontstaan, den moed van het volharden
niet hadden en bang voor tegenstand
zich niet op weg durfden begeven of bij
gebrek aan karakter of wilkracht halver
wege bleven steken Er is een spreek
woord dat hier goed past Niet voor
uitgaan, is achteruitgaan.
Hiermee val ik met de deur in huisi
De landbouwersvereeniging Redt U
Zeiven werd in een harden tijd geboren
en pas was de oorlog gedaan of ze kreeg
een aangroei, die heden de bewondering
zelfs van den buitenstaanders afdwingt.
Het is zelfs zoover gekomen dat er
hoofdmans zijn en nog meer leden, die
zouden genegen zijn om zich met de
schoonheid van den behaalden uitslag
te vergenoegen en geneigd schijnen, op
hun lauweren te rusten.
Ze vergeten dat dan juist het uur van
den vijand, die waakt en loert, aan
breekt. Wat ik hier zeg, wil ik nader en
klaarder uiteenzetten. Vooraf wil ik
nochtans eerst verklaren dat hier in dit
artikel niemand in het bijzonder wordt
bedoeld, ik wil dit is ver van mij
geen valsche steken onder water geven,
enkel een openhartige uiteenzetting van
wat ik meen te moeten zeggen voor de
toekomst. Het verleden staat er borg
voor dat wij voor geen offers terug
schrikken als het de landbouwersbelan-
gen geldt.
Nu wat ik zeggen wil ik niet mijn
eigen persoonlijk gedacht alleen, het wil
zijn een samenvatting van wat ik links
en rechts onder de landbouwers heb op
gevangen.
Redt LI Zeiven is eene vereeniging
van landbouwers. Nu wat een groep
menschen in een bond vereenigt is een
zelfde gedacht, dat men verwezenlijken,
een zelfde doel dat men bereiken wil.Dat
doel, dat gedacht is het leven, de ziel
van de vereeniging. Neemt dat gedacht
weg, dan neemt ge de ziel weg en het
leven. Ik heb meer dan eens hooren zeg
gen dat alle goede zaken bestaan uit
drie en ik zeg ook dat onze vereeniging
die zeker toch wel een goede en een
schoone zaak is een driedubbel doel
heeft, namelijk een stoffelijk,
een maatschappelijk en
een zedelijk doel. En
deze drie zijn innig aan malkander ver
bonden.
Het stoffelijk doel wordt nagestreefd
door de magazijnen van R. U. Z. door
het leveren van de beste waren tegen
den laagst mogelijken prijs, door hare
brandverzekering, hare verzekering te
gen ongevallen, door hare spaar- en
leenbank het zal nog nagestreefd wor
den, niet alleen door samenaankoop,
maar ook door gezamenlijk verkoopen
tegen den hoogst mogelijken prijs van
fruit bijvoorbeeld en van andere waren
onzer leden, 't Is op stoffelijk gebied dat
de landbouwers tot nu toe altijd bedro
gen uitgebuit werden door allerlei lie
den, of ze handelaars, tusschenhande-
laars, finantiemannen of joden waren.
Ons eerste doel is dus aan de land
bouwers stoffelijke welvaart te brengen,
want in de wereld wordt men maar ge
schat naar de zwaarte van zijn geldbeurs
of portemonnaie.
Het zedelijk doeldaardoor beoogen
wij de ontwikkeling van onze landbou
wers en daarom strijden en schrijven wij
voor een degelijk landbouwonderwijs
hooger en lager want eene goede ge
leerdheid helpt om gemakkelijker tot
stoffelijken welstand te geraken. Ook is
er altijd steun en goeden raad te vinden
bij R. U. Z. voor alle landbouwers.
Strijden voor de algeheele ontvoog
ding van den boerenstand, werken uit al
onze macht voor landbouwinstellingen
en landbouwwetten die er broodnoodig
zijn, onze landbouwers leiden naar de
plaats die hen in de maatschappij toe
komt en waarvan men ze steeds ver ge
noeg verwijderd houdt, dat is het maat
schappelijk doel van R. U. Z. En naar
mijn nederige opvatting is dit het voor
naamste, want in dit zijn de twee andere
bevat. Hoe zijn de werklieden er toege
raakt een betere plaats in de samenle
ving te verkrijgen Men heeft hen wet
ten gegeven die hen onafhankelijker
hebben gemaakt en in die onafhanke
lijkheid hen door de wet geschonken,
hebben zij den moed en de kracht ge
vonden om naar een beter loon te vra
gen, om dat beter loon zelfs op te
eischen en wie zijn brood verdient
denkt gemakkelijker zelf aan om aan zijn
kinderen een betere geleerdheid te ver
schaffen. De wetgeving moet ons den
eersten steun brengen maar daarvoor
moet er gestreden worden met vereende
kracht.
Vooruit naar dat maatschappelijk
doel!
Het heden hoopt op ons
De toekomst straalt voor ons, als men
het doel niet uit het oog verliest en niet
rust voor men het bereikt heeft.
Een taaie boer rust maar om met meer
kracht te kunnen doorwerken.
Welke de middelen zijn die moeten
gebruikt worden om sneller en beter dat
doel te bereiken, dit zal het het onder
werp zijn voor een volgend artikel.
J. ANDRIES.
De potaschhoudende vetten wor
den best toegedient onder vorm van
kaïniet of sylviniet 't is te zeggen van
ruwe potasch zouten, ten eerste omdat
deze vetten beterkoop zijn, ten tweede
omdat ze benevens de potasch eene ze
ker hoeveelheid Soduim bevatten en dat,
in geval van gebrek aan opneembare
potasch deze door de verbindingen van
den Sodium kan vervangen worden. In
gronden zeer rijk aan kalk ware het ge
raadzaam de kalivetten, indien mogelijk
reeds vöör den winter toe te passen.
Dergelijk doenwijze kunnen wij alhier
niet goedkeuren omdat onze gronden
maar al te veel gebrek lijden aan kalk,
en dat de kalk zich gemakkelijk verbindt
met de chloor der potaschmesten. De
zoo gevormde chloor-kalk wordt, in
groote hoevoelheid met de waters door
gespoeld. Men geve dus liefst de kali-
zouten vroeg in de Lente. Op vochtige
gronden gebruike men liefst chloorpot-
asch die een kleinere massa aanbiedt en
dus ook veel min wateraantrekkend is
dan de ruwe zouten. Men vergete bij
zonder niet dat alle chloorhoudende
mesten ten minste eene maand op voor
hand dienen toegepast. De kalivetten
liefst te diep inwerken. Men gebruike
tot 3oo kgr. Chloorpotasch, 6oo-7oo kg.
Sylviniet, 9oo-looo kaïniet. Het gebruik
van zwavelzuur potasch is sterk af te
raden daar dit vet thans ts duur is. Men
vergete niet dat de kalk veel bijbrengt
tot het benuttigen van de potasch.
Gedurende de derde en vierde maand
van haren groei stelt de beet bijzondere
eischen op kalk. Deze meststof mag dus
niet verwaarloosd worden. De phos-
phoorhoudende mesten hebben ook een
grooten invloed op de opbrengst der
beeten. 't Is bijzonder onder vorm van
superphosphaat dat hunne werking gun
stig is. De super heeft veel invtoe- op
de eerste ontwikkeling der wortels.
Indien men kalk en super voor de
beeten gebruikt, zal men de eerste liefst
vöör den winter gebruiken. De super
wordt vöör het zaaien ingeëgd. Men
geve 5,700 kil. superphosphaat en des
gevallend 2000 kgr. kalk. De beeten
vragen dus benevens eene goede stalbe-
mesting eene rijke en volledige schei
kundige bemesting. Doch, en men zal
het ons niet kwalijk nemen hierop zoo
danig te drukken, men moet het opjagen
der beeten vermijden met stikstofmesten.
Met stikstof wordt dikwijls overbemest,
omdat de andere voedende bestanddee-
len te veel verwaarloosd worden.
Nog eenige woorden nu op het be
langrijk vraagstuk der pootwijdte of af
stand der planting. Men kan hier slechts
aanduidingen geven en geene vaste, on
veranderlijke regels, daar deze afstand
beheerscht wordt door verschillige fac
toren en namelijk door de vruchtbaar
heid van den grond, de variëteit en de
weergesteldheid tijdens den groei.
Dit is in alle geval zeker neemt men
de pootwijdte zeer ruim, vooral op wel
bemesten bodem, dan oogst men wel
groote maar tegelijk waterrijke wortels.
Omgekeerd blijft de opbrengst bij te
nauwen stand te laag, derwijze dat door
de betere gehalte de toestand maar ge
deeltelijk kan hersteld worden.
Men hoeft maar eene zaak in 't oog
te houden de grootste opbrengst moge
lijk van voedende bestanddeelen te be
komen.
Ziehier den uitslag van eenige proef
nemingen door Garola aangewend, die
bewijzen welken grooten invloed de
pootwijdte op de suikergehalte kan uit
oefenen
0*^0 T
nf 5
>-»• re TO
CA
DJ
D
N
CO cT
cr
o
0)
O
rr» v
On (41 Ol Ol L4
Oo L/l Oo Oo ON
O Oo«*ÜW
00000
00000
C\0\ w w
41. b\ óo
OJ
B
o
XI
ui
n
O
B
N
03 ST
0 cr
n
cr d
XI
cr
l-t
UI I-L' Ui O
4*- vO G\ 1— 3
O 0\k)K) njCQ
O O O O O
O O O O O /T
T3
O
00
JO O; as o )0 C
0 ca ui o\
r»
B
r*
B
CO
O
V
VO
O
O
vl UOOO Ol
O OCUIO VO
O UI N> o O
W
t-0 Ol KI
ui o -4 4- >0
u> o o 4. 01 2
O O O K) 00
„TJ
JT o
CQ II
Een matige afstand d. i. ongeveer 45
cm. tusschen de rijen en 35 a 40 cm. in
de rijen, schijnt 't voordeeligst te wezen.
Een grootere pootwijdte geeft niet al
leenlijk aanleiding tot eene mindere op
brengst van voedende bestanddeelen,
maar er dient nog bijgevoegd dat de
wortels die men op dergelijke wijze be
komt veel meer nitraat bevatten, het-
geep eene nadeelige werking kan uitoe
fenen op de wintervoeding en dat ze
moeielijker zijn om bewaren om rede van
hunne hooge watergehalte.
VERPLEGING Het kiemen en den
eersten groei gebeuren maar langzaam
zoodat de onkruiden goede gelegenheid
hebben om zich te ontwikkelen. Ook
heeft men wel zorg den eersten keer zoo
spoedig mogelijk te hakken, niet alleen
lijk om het onkruid te verdelgen maar
ook om den grond schoon en los te hou
den. Zoodra de plantjes drij-vier bladen
bezitten begint men te placeeren 't is
te zeggen op één zetten en de holle
vullen. Terzelfdertijd wordt dikwijls nog
eenige bemesting met sodanitraat toege
past. D. BRICOUT.
De ontvoogding der landbouwers
moet hun eigen werk zijn.
De noodzakelijkheid onafhankelijk te
zijn tegenover gelijk wie, dringt zich
meer en meer op We bestatigen ook
dat vele individuën partijen vormen, dat
die partijen geneigd zijn zich nauwer
aan te sluiten om beter bestand te zijn
den strijd aan te binden tegen dezen die
door hun beroep van natuurswege hun
ne tegenstrevers zijn. En de beroepsvij
anden der boeren zijn zeker niet onder
het kleinste getal.
Ook is 't dien ongelukkigen toestand
die er mij toe aangezet heeft de aan
dacht van het bestuur van R. U. Z. nog
maals gaande te maken om door middel
van het stichten van een verkoopafdee-
ling den strijd aan te vangen tegen deze
wantoestanden.
Deze aideeling zou zich gelasten met
het oprichten van instellingen aan wier
zorg de boeren hunne te verkoopen wa
ren zouden overlaten om aldus een hoo-
gen prijs te bekomen. Deze afdeeling
zou onder andere kunnen beginnen met
het aan den man te brengen van het
fruit.
Houden wij ons voor vandaag bij dit
punt. Ziehier hoe er zou kunnen te
werk gegaan worden.
Iedere voortbrenger die er zou in toe
stemmen zijn fruit te laten verzenden op
naam van den boerenbond zou zijn
naam en woonst kunnen opgeven, hetzij
aan het bestuur, hetzij aan den plaatse
lijken secretaris van den bond, die ge
regeld aan het hoofdbestuur naam en
woonplaats van den belanghebbende
met zoo mogelijk een oppervlakkige
schatting van iedere fruitsoort.ten einde
het bestuur een nabijkomend gedacht te
geven van het aantal mandjes en vaten
aan iedere voortbrenger af te leveren.
Alzoo ware het mogelijk dat iedere
landbouwer mits enkele centiemen aftrok
zijn eigen fruit door tusschenkomst van
den bond zou op de Engelsche markt
brengen.
Maar, me schijnt, 'k hoor een heele
reeks opwerpingen. Ik neem er een. Op
welke wijze zou de bond die verzendin
gen doen Hier blijft de keus der ma
nier waarop er zou te werk gegaan wor
den, natuurlijk aan het bestuur over,
maar het is zeker dat er hier op verschil
lige wijzen kan te werk gegaan worden.
1. Het fruit van allen verzenden en
na 't eindigen der markten van ieder
soort een middenprijs betalen.
2. Het fruit van iedere gezamenlijke
verzending afzonderlijk betalen.
3. Het fruit van iederen eigenaar (of
groep eigenaars die zich onderling ver
staan) afzonderlijk merken, verzenden
en verkoopen.
Naar genomen inlichtingen zou deze
manier van handelen het meest in den
smaak vallen van de belanghebbenden,
maar ook het meest aanleiding geven
tot kritiek. Immers hoe zou men twee
geburen die in meening even schoon
fruit bezitten, kunnen doen aannemen
dat er verschil kan zijn in prijs En toch
zou het gebeuren aangezien het fruit
in kleine partijen verkocht wordende
door de schommelingen der markt een
verschillig aanbod zou kunnen beko
men. Vandaar het verschil van prijs.
('t Vervolgt).
op Zondag 7 Mei 1922,
om 10 uur stipt voormiddag.
Er zal op gestelden dag en uur in ons
lokaal te Aalst, eene groote vergadering
gehouden worden voor al de leden-
fruitkweekers, ten einde de mogelijkheid
te bespreken van eene gezamenlijke ver
zending van fruiten naar Engeland.
Er zal door een deskundige eene
voordracht gegeven worden om de
voordeelen en werkwijze aan te wijzen
van dezen handel.
Alle fruitkweekers worden verwacht
om deze zaak eens grondig te bespreken
en desnoods tot de stichting van een
fruitkweekersbond over te gaan.
Fruit- en Veeteelt gepaard.
Volledigheidshalve ga ik aan 't arti
kel van verleden Zondag een woordje
toevoegen over eigenaar en huurder van
gronden tot boomgaard bestemd, 't Ge
beurt niet zelden dat men als huurder
een hoeve uitbaat. Wij zijn hier niet in
Frankrijk, waar de eigenaar U enkel
een hoeve zal verhuren voor 3, 6 of 9
jaren ten minste. Hoe meer jaren het
pachttermijn duurt, hoe liever de eige
naar het heeft. Binst den oorlog ben ik
zelfs dikwijls in de gelegenheid geweest
kontrakten te zien opmaken, waar de
eigenaar een waarborg stelde als men
zijne hoeve voor den vastgestelden tijd
zoude willen verlaten hebben.
In ons landeken is 't helaas zoo niet,
alhoewel vele stedelingen het willen
doen doorgaan als een Aardsch Para
dijs voor onze boeren.
Hoe dikwijls gebeurt het niet dat een
eigenaar, die met afgunstige oogen ziet
dat ge flinke zaken maakt, u, om de een
of ander reden, de dwaaste de eerste,
van uw hof zoekt te verbannen. Zoo
lang we dus niet verzekerd zijn door
lange pachttermijnen ware 't niet ge
raadzaam een boomgaard aan te leggen
zonder met den eigenaar een bijzonder
gunstig huurceel te hebben gesloten. De
onkosten, welke ge U voor *t aanleggen
van een boomgaard moet getroosten
zijn te groot om er U zien van te beroo-
ven op 't oogenblik misschien dat hij
voor u het meest winstgevend gaat zijn.
Gedenkt dat ge buiten de diepspitting,
I afwatering, aankoop van boompjes, be
mesting, nog andere onderhoudszorgen
hebt, waarvan ik u in een volgend arti
kel spreken zal. Daaruit volgt dan ook
dat de boomgaard niet altijd met de
noodige zorg en volgens de voorge-
schrevene doenwijze worden aangelegd
en nog veel minder onderhouden, zie
daar waarom ze dan ook min opbren
gen en veelal hun doel missen.
Alhoewel we den huurder hierin niet
altijd volkomen gelijk geven, moeten we
toch zeggen dat het juist aan boven
staande oorzaak is gelegen en er bij hem
altijd een groote vrees bestaat niet lang
genoeg te mogen op de hoeve blijven om
de winsten te innen van gronden welke
hij door zijn arbeid en zorgen heeft
vruchtbaar gemaakt. Er is hier bijgevolg
iets dat hapert en wat kost wat kost zou
moeten verhinderd worden. De fruit
teelt, die zoo nuttige en winstgevende
tak van onzen Belgischen landbouw,
mag door niets belemmerd worden zich
uit te breiden of in min voordeelige
voorwaarden worden uitgebaat. Daarom
ware het grootelijks te wenschen dat er
tusschen eigenaars en huurders overeen
komsten werden gesloten waar de rech
ten en voordeelen van beiden in dit
opzicht zouden gehandhaafd wezen.
Ik heb er reeds hooger op gewezen
dat een dezer overeenkomsten zou moe
ten zijn een lang huurceel. Dat huurceel
zou den huurder toelaten de boomen te
laten opgaan en er de vruchten van te
genieten. Nochtans bestaat er hier nog
een zekere vrees dat het huurceel niet
lang genoeg zal wezen en dat de boo
men, wanneer ze in volle opbrengst zijn
en dus meest winst opleveren, in handen
van een ander zullen overgaan. Is het
niet de volmaaktheid het ware toch een
groote stap vooruit.
Daarom wil ik ook nog van een an
dere soort van overeenkomst spreken,
waar er voor den huurder wat minder
risico zou bestaan. Indien eigenaar en
huurder de onkosten van aanleggen, be
mesten en onderhouden samen droegen
om dan ook samen de winsten te deelen,
dan zou men in dit laatste geval, het
aandeel van ieder in de winsten kunnen
regelen volgens billijkheid en recht.
Een wet op lange pachttermijnen is
onontbeerlijk en de landbouwers snak
ken er naar als een visch naar water.
Waarom hen geen voldoening schen
ken of moeten onze boeren dan eeuwig
tot speelbal dienen van de lage en klein
geestige dorpspolitiek.
Intusschentijd trachten de huurders
zich uit de voeten te maken met over
eenkomsten te sluiten als hierboven aan
gehaald. Dat ware voorzeker gunstig
aan den bloei en vooruitgang aan den
boomteelt. In Vlaanderen en Limburg
vindt men er talrijke voorbeelden van.
Daar is de boomgaard een wezenlijke
rijkdom, een bron van algemeene wel
vaart. Men verlieze nooit uit 't oog dat
de opbrengst der boomen dan nog slechts
als toemaat moet beschouwd worden en
de veeteelt nog grootere winsten zal af
werpen. Landbouwers tracht er dezen
zittijd de wet op lange pachttermijnen
door te krijgen.
L. HAEMS,
Landbouwvoordrachtgever.
Veelvuldig gebeurt het dat leden ons
komen vragen om hen te verzekeren
tegen ongevallen. Tot heden hebben we
ons met dezen tak van verzekeringen
niet bezig gehouden, maar gezien het
groote getal aanvragen, heeft het Be
stuur onzer Brandverzekering goedge
keurd dat er een agentschap genomen
wordt bij eene soliede Maatschappij die
ons bijzonder voordeelige voorwaarden
maakt en die toegestaan heeft dat al
onze polissen zullen opgemaakt worden
voor één jaar. Het is dus goed verstaan,
wij zullen de ongevallen-verzekeringen
doen, maar slechts als agent (niet voor
onze eigen rekening), wij zullen U ver
zekeren van jaar tot jaar en U nog een
deel van ons commissieloon afstaan, al
hoewel dat wij reeds verminderde tarie
ven bekomen hebben. Het deel van het
commissieloon dat wij behouden, moet
dienen om de schrijf- en de correspon-
dentiekosten te dekken.
Deze nieuwe last aanvaarden we
weeral eens tot nut onzer leden in de
overtuiging dat ze beseffen zullen dat
we altijd naar hooger willen en in al
ons doen en laten enkel hun voordeel
betrachten.
Nog komen er wekelijks leden met
hunne polis als de tijd verstreken is om
geldig den opzeg te kunnen doen. Hoe
dikwijls reeds hebben we geschreven eu
gezegd dat van eene verzekering slechts
kan afgezien worden, zelfs als de eerste
termijn uit is, door het zenden van een
aanbevolen brief, minstens 3 en soms
6 maanden vöör dat de termgn eindigt.
Is deze formaliteit verwaarloosd dan
blijft gij gebonden voor 10 of 15 jaren.
Wanneer toch zal dit genoegzaam be
grepen worden Het ware geraadzaam,
dat de leden die voornemens zfln hunne
verzekering bij ons over te brengen ons
hunne polis ter inzage gaven, dan zou
den wij den vervaldag aanteekenen en
op tijd het noodige doen. Natuurlijk de
zen die hunne vermeerdering bij ons ge
daan hebben moeten naar niets meer
omziet, daar zorgen we van zelfs voor.
Oorzaken van het verlaten der
nesten door broedhennen.
Wanneer de tijd gekomen is dat men
er aan denkt kiekens te kweeken, dan
wordt de eerste, de beste hen, die veel
op het nest blijft zitten en een eigenaar
dig geklok laat hooren, met vreugde be
groet, een nest wordt spoedig in gereed
heid gebracht en eieren worden het
broedsch hennetje toevertrouwd. Een
goede uitslag verwacht men, want de
eerste dagen blijft de hen trouw het nest
behouden. Doch, welke teleurstelling,
zoo de hen, in plaats van haar tijd uit te
te zitten, na eenige dagen broedens het
nest verlaat en niet meer te bewegen is,
dit opnieuw op te zoeken.
De oorzaken hiervan kunnen van ver
schillenden aard zijn en laten zich bij na
dere beschouwing en onderzoek dikwijls
gemakkelijk verklaren.
Heeft men soms elders eene broeister
gehaald, die niet aan de behandeling
van den verzorger, noch aan de omge
ving gewend is, dan is reeds een verkla
ring gevonden. De hen zal dikwijls goed