BEDT U S ZELVEN Landbouwweekblad Arbeid adelt Vergadering der Fruitkweekers Uitvoer van fpait naai Engeland Van den Droom naar de Daad Landbouwers, in ons Lokaal Aalst op Zondag 7 Mei 1922. Rede van M. Victor Meirsschaut EENE VLAAMSCHE H00GESCH00L EN ONZE LANDBOUWERS moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. Öepslag dep Oepgodeping Leest en verspreidt ons Blad. ZONDAG 14 MEI 1922. Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars. Men schryft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers De vergadering werd om 10 uur ge opend onder Voorzitterschap van den heer B. Schockaert, voorzitter der sa menwerkende maatschappij R. U. Z. De heer VOORZITTER. - Geach te Heeren Fruitkweekers aan allen mij nen besten dank voor uwe opkomst. Zooals gij reeds zult gezien hebben in De Koornbloem zullen wij samen de mogelijkheid bespreken voor gezamen lijke fruitverzendingen naar Engeland. Ëenige sprekers zullen hierover hunne gedachten vooruitzetten en wij kunnen hierna de zaak verder bespreken. Ik geef dus eerst het woord aan den heer Meirsschaut. Mijnheeren. Het zal misschien niet overbodig zijn hier de vraag te stellen Kan het voor- deelig zijn voor ons, landbouwers, dat de maatschappij R. U. Z. een afdeeling stichte, die zich zou gelasten met het verzenden van het fruit. De vraag stel len is ze oplossen met ze door een stellig Ja te beantwoorden. Door het tot stand brengen dier af deeling zullen we in plaats van één, twee wegen hebben die leiden naar En geland, ons grootste afzetgebied. En naar mijn meening ware dat reeds een belangrijk voordeel. Immers wie zou durven beweren dat het niet voordeelig is keus te hebben tusschen twee koop lieden wanneer we op de hoeve iets te verkoopen hebben. We bekomen daar door meer vrijheid van handelen.Nu 't is juist die overtuiging nog met andere te kunnen onderhandelen die ons aanzet een hoogeren prijs te eischen. Zoo ook is het met den fruithandel. Wanneer de landbouwers zelf verzenden, zijn ze in staat de al te kostelijke hulp van tus- schenpersonen aan kant te laten, met voor gevolg zelf de winst te kunnen op strijken, die anders in de handen blijft dier handelaars. Velen zullen misschien denken dat de winst der fruitkoopers wel zoo groot niet is Dat is mogelijk, vrienden, ook wil ik hier de rekening niet maken van deze lieden, maar mij houden bij een proef gedaan voor den oorlog, toen het fruit nog de waarde niet had die het nu heeft. Die verzendingen waren de eene ook beter dan de andere, de laatste na de oorlogverklaring waren zelfs nadeelig, omdat het fruit door de omstandigheden en ongunstige toestanden er half rottig was toegekomen. Ik wil me dus bepalen bij de marbelanen, die, niettegenstaande er reeds oorlogswolken in de lucht hin gen er toch nog in normale toestanden zijn aangekomen. De eerste verzending van marbelanen was bijzonder gelukt, de mandjes marbe lanen van 10 kilos bruto werden ver kocht tegen 4 shilling 3 pens hetgeen bedraagt in franken 5 fr. 36 of 0,53 fr. per kilo. De tweede verzending bekwam een aanbod van 3/4 per mandje of in fran ken 4,25 fr. dus 0,42 fr. per kilo. Maar de verzendingskosten moeten er afgetrokken worden en die zijn be trekkelijk groot. Ze bedroegen voor de marbelanen in kwestie voor plukken, inpakken, vervoer enz. enz. nagenoeg o,lo per kilo. Maar dan waren ze ook breed berekend. Ik wil hier geen ge volgtrekkingen maken dat laat ik aan u over, 'k wil me enkelijk houden bij het aantoonen van de eventueele winst, die er kan uit voortspruiten voor de verzen ders en voor niet-verzenders. De landbouwer die zijn fruit zelf ver zend, staat in geen gevaar hetzelfde niet kwijt te geraken noch door zekere om standigheden groote verliezen te onder gaan hij plukt het of doet het plukken wanneer hij het gunstigst oordeelt. Hij moet ook niet goedzakkig zijn vruchten zien afvallen omdat de koopman ze mis schien wat duur gekocht heeft, of omdat hij met de beste brokken weg zijnde, de minderwaardige of minst winstgevende door een schuldige nalatigheid vrijwillig laat verloren gaan. Er is ook nog een derde en laatste rede, waarom het wenschelijk is dat de maatschappij R. li. Z. een fruitafdeeling tot stand brengt. Zij is wel van geen belang voor de verzenders maar ze komt toch ten goede aan de landbouwers in t algemeen, 't Is de opslag der fruiten in de maat der mogelijkheid teweegge bracht door de concurrentie die sommi ge handelaars haar zullen willen doen, evenals aan de magazijnen van R. U. Z. Die magazijnen hebben niet alleen afslag teweeggebracht, maar ze hebben ook een behoedsmiddel geweest tegen het geweldig opjagen der waren van den groothandel tot het uitzetten der waren in 't klein. Hier zal hetzelfde verschijnsel zich voordoen, maar in te genovergestelde werking. De koopmans zullen den bond willen den loef afsteken en daardoor zullen ze de prijzen opjagen ten voordeele van de fruitkweekers. De heer O. CAUDRON. Beste vrienden, ik wil hier eerst het princiep verdedigen van den samenverkoop van onze fruiten. Wij hebben verscheidene redens om de zaak van den fruithandel aan te pak ken. Ten eerste om groote prijzen te maken voor onze vruchten. Het is een zeker feit dat wij veel meer geld kunnen maken op de markt van Engeland dan op onze markten of door verkoop aan de tusschenhandelaars. Ten tweede, om zekerheid te heb ben dat onze fruiten verkocht wor den. Hoe dikwijls zagen we niet dat bij afslag of slechte markten de vruchten afvallen of op de boomen rotten. Indien wij zelf verzenden, zullen we zeker zijn dat al onze fruiten zullen verkocht gera ken is de prijs hoog of laag, altijd to<;h zullen we iets kunnen maken en niet voor het droef geval staan dat sommige soorten voor den mesthoop gedoemd zijn. reden. De anderen zullen weldra vol gen. Op die manier krijgt onzen bond nog een bloeiende tak bij die evenals onze andere takken zal bloeien tot voordeel van al de fruitkweekers en tot ec r van Redt U Zeiven De Verzendingen De zaak der ver zendingen wordt nog verder be sproken door een deskundige en ook onderling onder de aanwezigen. Er wordt vervolgens overgegaan tot aanschrijving van een vijftigtal kweekers die begeeren lid te worden van den fruitbond. DE HEER VOORZITTER. - Wij zullen op een tweede vergadering de zaak nader bespreken, iedereen kan er eens aan denken, en tegen de toekomen de zitting eenige nieuwe leden meebren gen. Deze samenkomst zal ia De Koornbloem aangekondigd worden. Hij geeft het woord aan den heer Haems, landbouwvoordrachtgever. De Rede vaa den heer Haems is door hem omgewerkt in eenige artikels voor De Koornbloem waarvan wij hieronder het eerste deel geven. Na dezes welgepaste voordracht, wordt de vergadering in de beste stem ming geheven om 11.30 uren. Ten derde, om de toekomst van den fruitkweeker meer te verzeke ren. De toekomst is zeker en vast aan de vereeniging De zwakke enkeling krijgt het hoe langer hoe moeilijker. Door de samenwerking van alle fruit kweekers zullen wij sterker zijn om onze toekomst te verzekeren en ons bedrijf winstgevend te maken en te behouden. Zoo we een vasten voet krijgen op de Engelsche markt, dan zijn we gewon nen wij maken boomgaarden zooveel we willen en met de zekerheid dat de zaak winstgevend is. Indien nu zekere oogenblik de Engelsche markt ons niet meer voordeelig is dan zullen wij sterk genoeg zijn door onze vereeniging, om onze fruiten zelf te verwerken (zooals de Engelschen doen met onze vruchten) door opleg, confituren, dranken enz. Niets is voor ons onmogelijk, wanneer wij vereenigd zijn, terwijl wij alleen staande niets vermogen. Iedereen ten andere ziet dat de kweek van granen en andere vruchten weinig winstgevend worden en dat wij voor onze dicht bevolkte streek naar de kweek moeten uitzien van waren die grootere opbrengsten geven en minder arbeid vergen. De fruitteelt evenals de groensel- en bloemenkweek kunnen on ze positie verbeteren. En de groote zaak is dan van een afzetgebied te vinden om dezelfde te verkoopen. Verzenden en bewerken van fruit, verzenden en be werken van groensels (droogen, opleg gen enz.) evenals de bloemenkweek zijn de takken die voor onze streek passen. Wij vinden talrijke voorbeelden van sterke groepen zulker kweekers niet al leen in Holland maar ook in ons land en wel namelijk rond Mechelen voor de groenten, Groenendael voor druiven en primeurs en Gent voor bloemen. Laat ons dit vraagstuk ernstig stu- deeren en beginnen met de fruitverzen- ding naar Engeland. Vele lieden zullen dit als eene groote moeilijkheid aanzien, doch laat ons niet terugschrikken en met de goeden begin nen, met deze van goeden wil en goede De lezers van De Koornbloem zullen het voorzeker niet euvel opnemen dat k mijn artikels over fruit- en vee kweek een paar weken verschuif, om te spreken over deze zoo belangrijke kwes tie, namelijk den uitvoer van fruit naar Engeland, kwestie die voor den oogen blik aan de dagorde staat van Redt U Zeiven Het ware me voorzeker aan genaam over dit zoo belangrijk vraag stuk een pennetwist uit te lokken met iemand die zich ook met de zaak onle dig houdt. Wel te verstaan een penne twist in der minne om uit den schok der gedachten licht te doen stralen, geen haarklieverij of vitterij, want dan zal ik d'eerste zijn om 't spel stop te zetten. Ons blad mag ook wel eens dienen om elkander nopens sommige zaken in te lichten. Onnoodig U te zeggen hoe gelukkig 'k was wanneer 'k zag dat de maatschap pij Redt U Zeiven het eerst de zaak op touw zette om fruit naar Engeland te verzenden. Prachtig initiatief voorwaar, dat aan onze kleine fruitkweekers het meest voordeel zal bijbrengen. Niet den ken dat, om reden ge maar weinig fruit te verkoopen hebt, ge geen of weinig belang in de zaak hoeft te stellen, 't Is juist voor de kleinste hoeveelheden dat er door samenverkoop de meeste winsten te doen zijn. Onlangs nog las ik in een artikel van "Het Nieuws van den Dag,, den volgenden zin die maar al te waar is Uitvoeren, altijd uitvoeren, en zooveel mogelijk voortbrengen om zoo veel mogelijk op de vreemde markten te verkoopen, is voor ons een kwestie van leven of dood Onvermijdelijk spruit hieruit voort dat we van den eenen kant alles zoo goedkoop en zoo profijtig mo gelijk moeten voortbrengen in het land en van den anderen kant het zoo pro fijtig mogelijk moeten trachten te ver koopen in den vreemde. De fruitkweek heeft sedert den wapenstilstand een groote uitbreiding genomen niet alleen op gebied van vermeerdering der grondoppervlakte, maar ook op gebied der verbeterde doenwijzen en der ge kweekte variëteiten. Die vermeerdering van fruitvoortbrengst heeft nochtans geen merkelijke prijsdaling teweegge bracht. 't Is omdat Engeland ons een goede afzetter blijft, alhoewel door den oorlog het Belgisch volk veeleer ongun stig in Engeland staat bekend. Niet al leen sommige soldaten en vluchtelingen hebben hiertoe aanleiding gegeven, maar spijtig genoeg, zelfs sommige han delaars hebben, vrijwillig of onvrijwillig, bij gemis aan kennis misschien, tot die ongunstige stemming bijgedragen. De Belg is er onder opzicht van eerlijkheid min gunstig gewaardeerd dan voor den oorlog, 't Doet me spijt zulks te moeten zeggen, maar de waarheid moet somtijds eens gezegd worden om te waarschu wen voor de toekomst. Fruit verzenden is kennis en zelfs dan, als men hoegenaamd geen bedrog pleegt, kan bij gebrek aan kennis, het fruit in den vreemde in zulk een armzaligen toe stand toekomen dat v/er de slechtste ge volgen van dragen. Het weze me dus toegelaten hier eenige wenken in 't mid den te brengen die ons moeten beïnvloe den bij 't verzenden van fruit naar den vreemde. Ik zegde in 't begin van dit artikel dat k met innige voldoening zag dat de maatschappij Redt U Zelve de ver zending van fruit naar Engeland zelf gaat doen, zoo zullen we niet alleen ver zekerd zijn dat t goed zal gedaan zijn, maar zullen we, k twijfel er niet aan, meer en meer koopers in den vreemde aanwerven. Als we fruit naar den vreemde verzenden dan moeten we al tijd voor oogen hebben, dat 't fruit voor allerlei zaken moet dienen en dat bijge volg bij iedere verzending de koopers hun gerief hoeven te vinden zoowel als wij dienen te weten welke variëteiten het best geschikt zijn voor dit of een an der gebruik. Laat ons dit eens ten volle verklaren en zien hoe we 't best ons doel zouden kunnen bereiken. Dit zal het on derwerp zijn van een of meer artikels die opeenvolgend in De Koornbloem,, zullen verschijnen. L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever. In 't kort wordt er in de Kamers ge stemd over een Vlaamsche hoogeschool. Dat die zaak de landbouwers zeer aanbelangt, veel meer dan men denkt, valt gemakkelijk uiteen te leggen. Maar dat de vijanden van een Vlaam sche hoogeschool, ook juist de vrienden van de boeren niet zijn, ziet elk alle da gen, en om te verstaan dat we het pachtwetje Van Dievoet zoo moeilijk zouden gestemd krijgen, als we al twin tig jaar een Vlaamsche hoogeschool ge had hadden, om dat te verstaan, niet waar, moet geen filosoof zijn. Er zijn drie voorstellen 1) Er komt te Gent een Vlaamsche hoogeschool, maar de Fransche blijft er ook. 2) Er komt te Antwerpen een Vlaam sche hoogeschool, maar de Fransche blijft te Gent. 3) Er komt een Vlaamsche hooge school te Gent en de Fransche gaat weg. Ge vraagt een Vlaamsche hooge school, zeggen de mannen van Brussel, hewel ge krijgt er eene maar daarom moet de Fransche teGent toch niet weg; ge krijgt wat ge vraagt en als ge dan nog niet tevreden zijt, zijt ge dwarsdrij vers. De Fransche te Gent weg en de Vlaamsche in de plaats, zeggen de Vla mingen, anders niets. Maar is 't ons niet gelijk, zullen veel lezers zeggen, of de Fransche te Gent blijft, als we maar een Vlaamsche hoo geschool hebben. Neen, beste lezers 1) Er is te Gent geen Fransche hooge school noodig de heeren die in Vlaan deren willen wonen, maar te schoon zijn om de taal van de stomme boeren te lee- ren, kunnen gemakkelijk naar Brussel. Leuven of Luik gaan studeeren. De 1 eenige vreemdelingen die te Gent blij ven, hebben gelegenheid genoeg elders, j en honderden Vlamingen moeten toch I zeker niet achteruitstaan voor een hand- vol vreemden. 2) Als de' Fransche hoogeschool te Gent blijft, moet de Staat er twee blijven onderhouden en nog een derde inrich ten en weer eenige miljoenen bijschui ven op den rug van de lastenbetalers die er al krom genoeg onder gaan. 3) Hier ligt 't groote punt, zoowel voor de boeren als voor een ander als de Fransche hoogeschool te Gent blijft, blijven de groote heeren, die genoeg Vlaamsch kennen om de boeren bees ten en stomme verkens,, te noemen, hier meester en baas van de vette posten, anders niet. En de Vlamingen willen eindelijk eens meester geraken in hun eigen land en daarom moet de Fransche hoogeschool te Gent weg. Zooals we in 't begin zeiden is 't niet moeilijk te bewijzen dat die zaak de boe ren meer dan gelijk wie aanbelangt. Daarom zullen de lezers die deel ma ken van een gemeenteraad, een motie naar de Kamers doen zenden de vervan ging vragend der Fransche hoogeschool te Gent door een Vlaamsche. Als een architekt met een schoon plan begonnen is en dat de dood, ziekte of andere omstandigheden hem beletten dit plan af te werken, dan zal men zijn schoon werk niet in den steek laten men werkt het kost wat kost af. Mijn vriend Jandries vraagt me ook zijn plan, dat hij in een paar artikels uiteenzette, te willen afwerken. Ik zal mijn best doen om het zoowel mogelijk en naar zijn op vatting voor elk duidelijk en verstaan baar te maken. Dat plan is een droom, mhar het mag geen droom blijven. Het wordt werkelijkheid als men wil over gaan tot de daad. Er wordt en met reden veel lof toegezwaaid aan 't bestuur van R. li. Z. Het zijn allen mannen van de daad die er deel van maken. En mannen van de daad zijn zij die zich niet te vreden hou den met een schoon voorstel voor den dag te komen, maar zij werken uit al hun kracht mee om dat voorstel uit te voeren, Ik moet niet bewijzen dat de leden van het bestuur mannen van de daad zijn hun werk pleit luid genoeg voor hen. Als ik dit schrijf is, het niet om het wierookvat op hun neus te zwaaien, maar om te zeggen dat wij dus ten volle op hen mogen vertrouwen om dit voor stel, dit plan ten uitvoer te brengen, van 't oogenblik dat ze zullen inzien dat het ofwel eene noodzakelijkheid wordt, of wel voordeelig zal zijn voor den voor uitgang van den bond in 't bijzonder en voor de landbouwersbeweging in 't alge meen. Naar mijn gedacht zal het niet moeten bewezen worden dat het plan van Jan- dries, als ik het in zijn groote trekken beschouw, voordeelig zal zijn. Of het nu reeds noodzakelijk is zal ik niet beweren, hierover laat ik elk vrij zijn meening te uiten. En was het noodzakelijk dan zou het zeker geen uitstel meer dulden. Ziehier wat ik meen dat Jandries zijn plan is. Voor wat den geest van vereeniging aangaat, dat wil zeggen een zoodanige broederschap hetwelk in deze woordjes wordt samengevat Elk voor allen en allen voor elk en wat den dag van he den den naam van syndikalisme gekre gen heeftdaarvoor moeten al degene, die niet ziende blind zijn, het oog hebben op de werkliedensyndikaten en er al het goede weten uit te balen dat er in te vinden is. Er zijn menschen die in de schoonste en in de heiligste zaken altijd den slech ten kant aanschouwen, den slechten kant alleen en die er nog een slechten kant willen in zoeken, zelf als er geen aan te vinden is. Onder die menschen zullen wij ons dan ook niet laten rang schikken. Wij zoeken het goed waar het te vinden is, wij nemen de goede voorbeelden aan van wie ze ook mogen komen. Onze hedendaagsche maatschappij is nu zoo ingericht, met zoon geest be zield, dat al de standen, die er aan hou den te blijven bestaan, het alleen nog zullen kunnen door een degelijke veree- niging. En wie de vereeniging als eene noodzakelijkheid aanneemt, zal ook geen middelen misprijzen die de vereeniging zullen bevorderen, versterken en onder houden. Eens dat een syndicaat, een vereeni ging, een bond of hoe men het ook noe men wil, tot een zekere uitbreiding ge komen is, dan dringt zich ook een uit breiden van het getal werkkrachten op, 't zij om de banden der onder-afdeelin- gen sterk te bewaren, 't zij om de alge- meene richting van den bond niet te laten beïnvloeden, 't zij om een zeker toezicht uit te oefenen in heel de streek, in al de dorpen waar leden zijn enz. Doch deze uitbreiding van personeel zou misschien kunnen vervangen wor den op twee manieren, waarvan de laat ste naar mijn nederige opvatting de beste zou zijn. Ten eerste, door het in richten van een bestendigen propagan- daclub of sprekersbond, waarvan onze werkzame bestuurder de leider zou zijn. Maar zou dit, van een anderen kant, niet te veel worden voor hem die nu reeds zooveel drukke bezigheden heeft? Is het niet een beetje gewoonte onder de menschen van de ieverigste steeds meer en meer werk te geven Ten tweede, door het aanstellen van een bestendigen propagandist, zooals dit overigens in alle ernstige syndikale inrichtingen bestaat. Deze zou werken onder de leiding van den bestuurder en regelmatig verslag geven aan het hoofd bestuur over zijn werking, over zijn we- dervaren enz...Het zal natuurlijk gemak- kelijk te bepalen zijn wat zijn werk zal zijn. Het groote voordeel van dit twee de voorstel is, dat die propagandist re gelmatig in betrekking zou komen met öl de afdeelingen, dat hij dus het bestuur en den bestuurder, die niet altijd in staat zijn alles te weten wat er omgaat, zou kunnen inlichten en hun een klaren kijk geven op den stand van de zaken. Doch het eerste voorstel sluit het tweede niet uit, en het tweede sluit het eerste niet uit. Ik weet nu niet of deze gedachten nieuw zijn. Zijn ze door an deren reeds geopperd, des te beter dan zullen zij gemakkelijk ingang vinden. Zijn ze wel nieuw, dan hoop ik dat nog anderen bij mij zullen aansluiten om ze ook te verdedigen of, zoo ik mocht mis zijn in mijne opvattingen, dat er wel iemand de pen zal opnemen om mijn voorstel te weerleggen en mij van het tegenovergestelde te overtuigen. Men mag niet op voorhand iets ver werpen noch aannemen; ook deze kwes tie is een ernstig onderzoek overwaard. Men zal ze met geen afwerend gebaar verwerpen ik vraag ook niet dat men ze blindelings zou aanvaarden als evan gelie. Ik heb enkel gemeend, te zamen met mijn vriend Jandries, deze gedach ten te moeten neerschrijven in De Koornbloem omdat wij de overtuiging aankleven dat het zoo niet noodzakelijk, dan toch zeer voordeelig zal wezen voor den bond, waarvoor wij alles moeten veil hebben.Daarom zou ik den ken dat de leden van het bestuur het toch niet kwalijk zullen nemen, indien ik hen verzocht van dit punt eens op hunne dagorde te brengen. Dat mijn vriend Jandries het me ook vergeve, ia- dien ik zijn gedacht misschien niet klaar genoeg uiteen heb gezet; ik heb ge tracht al mijn best te doen. Komt men, nu of later, met dit voor stel overeen, dan zal bet niet moeilijk zijn den rechten man op de rechte plaats te vinden. Hij zal zijn een jonge krach tige werker, met veel liefde voor den goeden strijd, met veel wil om vol te houden, iemand die weet met de boe- renmenschen om te gaan omdat hij zelf jonge boer of boerenzoon is en dat hij begrijpt dat die tijd voorby is dat onze landbouwers met zich den aap lieten houden. Hij zal tot voorbeeld strekken van al de jongeren, die in hem hun broeder zul len zien. Want wij mogen de jeugd niet vergeten Als wij de jeugd met ons heb ben, zal dat een waarborg zijn voor de toekomst. De jongeren zullen zich dan rond hem scharen en met dichte gelede ren zullen zij samen den kruistocht be ginnen met de vaste overtuiging, met den vasten wil van te zegepralen. Het stoffelijk en geestelijk welzijn van onze landbouwers is onze droom, ons ideaal, wij moeten dan ook de daad dur ven stellen, die onzen droom tot werke lijkheid zal maken. Wij vertrouwen op den goeien wil van allen. Van den droom naar de daad, van de daad naar het geluk. H; KLOPTEROP. Zoo Gij nog moet aardappelen planten, verwaarloost niet uw plantgoed te vernieuwen, koopt de echte Poolsche Industries of beproeft de nieuwe veelopbren- gende aardappel De Wet. In ons magazijn Aalst verkrijgbaar. J x 1 VJ t II d I KJ j| HMI .idÉMJ f TlBhlIf „■IIJIIiBIlliUmt

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1922 | | pagina 1