BEDT U S
ZELVEN
Landbouwweekblad
Arbeid adelt
Vergadering der Fruitkweekers
Uitvoer van fpait
naai Engeland
Van den Droom naar de Daad
Landbouwers,
in ons Lokaal Aalst op Zondag 7 Mei 1922.
Rede van M. Victor Meirsschaut
EENE VLAAMSCHE H00GESCH00L
EN ONZE LANDBOUWERS
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
Öepslag dep
Oepgodeping
Leest en verspreidt
ons Blad.
ZONDAG 14 MEI 1922.
Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars.
Men schryft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
De vergadering werd om 10 uur ge
opend onder Voorzitterschap van den
heer B. Schockaert, voorzitter der sa
menwerkende maatschappij R. U. Z.
De heer VOORZITTER. - Geach
te Heeren Fruitkweekers aan allen mij
nen besten dank voor uwe opkomst.
Zooals gij reeds zult gezien hebben in
De Koornbloem zullen wij samen de
mogelijkheid bespreken voor gezamen
lijke fruitverzendingen naar Engeland.
Ëenige sprekers zullen hierover hunne
gedachten vooruitzetten en wij kunnen
hierna de zaak verder bespreken.
Ik geef dus eerst het woord aan den
heer Meirsschaut.
Mijnheeren.
Het zal misschien niet overbodig zijn
hier de vraag te stellen Kan het voor-
deelig zijn voor ons, landbouwers, dat
de maatschappij R. U. Z. een afdeeling
stichte, die zich zou gelasten met het
verzenden van het fruit. De vraag stel
len is ze oplossen met ze door een stellig
Ja te beantwoorden.
Door het tot stand brengen dier af
deeling zullen we in plaats van één,
twee wegen hebben die leiden naar En
geland, ons grootste afzetgebied. En
naar mijn meening ware dat reeds een
belangrijk voordeel. Immers wie zou
durven beweren dat het niet voordeelig
is keus te hebben tusschen twee koop
lieden wanneer we op de hoeve iets te
verkoopen hebben. We bekomen daar
door meer vrijheid van handelen.Nu 't is
juist die overtuiging nog met andere te
kunnen onderhandelen die ons aanzet
een hoogeren prijs te eischen. Zoo ook
is het met den fruithandel. Wanneer de
landbouwers zelf verzenden, zijn ze in
staat de al te kostelijke hulp van tus-
schenpersonen aan kant te laten, met
voor gevolg zelf de winst te kunnen op
strijken, die anders in de handen blijft
dier handelaars.
Velen zullen misschien denken dat de
winst der fruitkoopers wel zoo groot niet
is Dat is mogelijk, vrienden, ook wil ik
hier de rekening niet maken van deze
lieden, maar mij houden bij een proef
gedaan voor den oorlog, toen het fruit
nog de waarde niet had die het nu heeft.
Die verzendingen waren de eene ook
beter dan de andere, de laatste na de
oorlogverklaring waren zelfs nadeelig,
omdat het fruit door de omstandigheden
en ongunstige toestanden er half rottig
was toegekomen. Ik wil me dus bepalen
bij de marbelanen, die, niettegenstaande
er reeds oorlogswolken in de lucht hin
gen er toch nog in normale toestanden
zijn aangekomen.
De eerste verzending van marbelanen
was bijzonder gelukt, de mandjes marbe
lanen van 10 kilos bruto werden ver
kocht tegen 4 shilling 3 pens hetgeen
bedraagt in franken 5 fr. 36 of 0,53 fr.
per kilo.
De tweede verzending bekwam een
aanbod van 3/4 per mandje of in fran
ken 4,25 fr. dus 0,42 fr. per kilo.
Maar de verzendingskosten moeten
er afgetrokken worden en die zijn be
trekkelijk groot. Ze bedroegen voor de
marbelanen in kwestie voor plukken,
inpakken, vervoer enz. enz. nagenoeg
o,lo per kilo. Maar dan waren ze ook
breed berekend. Ik wil hier geen ge
volgtrekkingen maken dat laat ik aan
u over, 'k wil me enkelijk houden bij het
aantoonen van de eventueele winst, die
er kan uit voortspruiten voor de verzen
ders en voor niet-verzenders.
De landbouwer die zijn fruit zelf ver
zend, staat in geen gevaar hetzelfde niet
kwijt te geraken noch door zekere om
standigheden groote verliezen te onder
gaan hij plukt het of doet het plukken
wanneer hij het gunstigst oordeelt. Hij
moet ook niet goedzakkig zijn vruchten
zien afvallen omdat de koopman ze mis
schien wat duur gekocht heeft, of omdat
hij met de beste brokken weg zijnde, de
minderwaardige of minst winstgevende
door een schuldige nalatigheid vrijwillig
laat verloren gaan.
Er is ook nog een derde en laatste
rede, waarom het wenschelijk is dat de
maatschappij R. li. Z. een fruitafdeeling
tot stand brengt. Zij is wel van geen
belang voor de verzenders maar ze komt
toch ten goede aan de landbouwers in
t algemeen, 't Is de opslag der fruiten in
de maat der mogelijkheid teweegge
bracht door de concurrentie die sommi
ge handelaars haar zullen willen doen,
evenals aan de magazijnen van R. U. Z.
Die magazijnen hebben niet alleen
afslag teweeggebracht, maar ze
hebben ook een behoedsmiddel geweest
tegen het geweldig opjagen der waren
van den groothandel tot het uitzetten
der waren in 't klein. Hier zal hetzelfde
verschijnsel zich voordoen, maar in te
genovergestelde werking. De koopmans
zullen den bond willen den loef afsteken
en daardoor zullen ze de prijzen opjagen
ten voordeele van de fruitkweekers.
De heer O. CAUDRON. Beste
vrienden, ik wil hier eerst het princiep
verdedigen van den samenverkoop van
onze fruiten.
Wij hebben verscheidene redens om
de zaak van den fruithandel aan te pak
ken. Ten eerste om groote prijzen te
maken voor onze vruchten.
Het is een zeker feit dat wij veel meer
geld kunnen maken op de markt van
Engeland dan op onze markten of door
verkoop aan de tusschenhandelaars.
Ten tweede, om zekerheid te heb
ben dat onze fruiten verkocht wor
den. Hoe dikwijls zagen we niet dat bij
afslag of slechte markten de vruchten
afvallen of op de boomen rotten. Indien
wij zelf verzenden, zullen we zeker zijn
dat al onze fruiten zullen verkocht gera
ken is de prijs hoog of laag, altijd to<;h
zullen we iets kunnen maken en niet
voor het droef geval staan dat sommige
soorten voor den mesthoop gedoemd
zijn.
reden. De anderen zullen weldra vol
gen.
Op die manier krijgt onzen bond nog
een bloeiende tak bij die evenals onze
andere takken zal bloeien tot voordeel
van al de fruitkweekers en tot ec r van
Redt U Zeiven
De Verzendingen De zaak der ver
zendingen wordt nog verder be
sproken door een deskundige en ook
onderling onder de aanwezigen.
Er wordt vervolgens overgegaan tot
aanschrijving van een vijftigtal kweekers
die begeeren lid te worden van den
fruitbond.
DE HEER VOORZITTER. - Wij
zullen op een tweede vergadering de
zaak nader bespreken, iedereen kan er
eens aan denken, en tegen de toekomen
de zitting eenige nieuwe leden meebren
gen. Deze samenkomst zal ia De
Koornbloem aangekondigd worden.
Hij geeft het woord aan den heer
Haems, landbouwvoordrachtgever.
De Rede vaa den heer Haems is door
hem omgewerkt in eenige artikels voor
De Koornbloem waarvan wij hieronder
het eerste deel geven.
Na dezes welgepaste voordracht,
wordt de vergadering in de beste stem
ming geheven om 11.30 uren.
Ten derde, om de toekomst van
den fruitkweeker meer te verzeke
ren. De toekomst is zeker en vast aan
de vereeniging De zwakke enkeling
krijgt het hoe langer hoe moeilijker.
Door de samenwerking van alle fruit
kweekers zullen wij sterker zijn om onze
toekomst te verzekeren en ons bedrijf
winstgevend te maken en te behouden.
Zoo we een vasten voet krijgen op de
Engelsche markt, dan zijn we gewon
nen wij maken boomgaarden zooveel
we willen en met de zekerheid dat de
zaak winstgevend is. Indien nu zekere
oogenblik de Engelsche markt ons niet
meer voordeelig is dan zullen wij sterk
genoeg zijn door onze vereeniging, om
onze fruiten zelf te verwerken (zooals de
Engelschen doen met onze vruchten)
door opleg, confituren, dranken enz.
Niets is voor ons onmogelijk, wanneer
wij vereenigd zijn, terwijl wij alleen
staande niets vermogen.
Iedereen ten andere ziet dat de kweek
van granen en andere vruchten weinig
winstgevend worden en dat wij voor
onze dicht bevolkte streek naar de
kweek moeten uitzien van waren die
grootere opbrengsten geven en minder
arbeid vergen. De fruitteelt evenals de
groensel- en bloemenkweek kunnen on
ze positie verbeteren. En de groote zaak
is dan van een afzetgebied te vinden om
dezelfde te verkoopen. Verzenden en
bewerken van fruit, verzenden en be
werken van groensels (droogen, opleg
gen enz.) evenals de bloemenkweek zijn
de takken die voor onze streek passen.
Wij vinden talrijke voorbeelden van
sterke groepen zulker kweekers niet al
leen in Holland maar ook in ons land en
wel namelijk rond Mechelen voor de
groenten, Groenendael voor druiven en
primeurs en Gent voor bloemen.
Laat ons dit vraagstuk ernstig stu-
deeren en beginnen met de fruitverzen-
ding naar Engeland.
Vele lieden zullen dit als eene groote
moeilijkheid aanzien, doch laat ons niet
terugschrikken en met de goeden begin
nen, met deze van goeden wil en goede
De lezers van De Koornbloem
zullen het voorzeker niet euvel opnemen
dat k mijn artikels over fruit- en vee
kweek een paar weken verschuif, om te
spreken over deze zoo belangrijke kwes
tie, namelijk den uitvoer van fruit naar
Engeland, kwestie die voor den oogen
blik aan de dagorde staat van Redt U
Zeiven Het ware me voorzeker aan
genaam over dit zoo belangrijk vraag
stuk een pennetwist uit te lokken met
iemand die zich ook met de zaak onle
dig houdt. Wel te verstaan een penne
twist in der minne om uit den schok der
gedachten licht te doen stralen, geen
haarklieverij of vitterij, want dan zal ik
d'eerste zijn om 't spel stop te zetten.
Ons blad mag ook wel eens dienen om
elkander nopens sommige zaken in te
lichten.
Onnoodig U te zeggen hoe gelukkig
'k was wanneer 'k zag dat de maatschap
pij Redt U Zeiven het eerst de zaak
op touw zette om fruit naar Engeland te
verzenden. Prachtig initiatief voorwaar,
dat aan onze kleine fruitkweekers het
meest voordeel zal bijbrengen. Niet den
ken dat, om reden ge maar weinig fruit
te verkoopen hebt, ge geen of weinig
belang in de zaak hoeft te stellen, 't Is
juist voor de kleinste hoeveelheden dat
er door samenverkoop de meeste winsten
te doen zijn. Onlangs nog las ik in een
artikel van "Het Nieuws van den Dag,,
den volgenden zin die maar al te waar
is Uitvoeren, altijd uitvoeren, en
zooveel mogelijk voortbrengen om zoo
veel mogelijk op de vreemde markten te
verkoopen, is voor ons een kwestie van
leven of dood Onvermijdelijk spruit
hieruit voort dat we van den eenen kant
alles zoo goedkoop en zoo profijtig mo
gelijk moeten voortbrengen in het land
en van den anderen kant het zoo pro
fijtig mogelijk moeten trachten te ver
koopen in den vreemde. De fruitkweek
heeft sedert den wapenstilstand een
groote uitbreiding genomen niet alleen
op gebied van vermeerdering der
grondoppervlakte, maar ook op gebied
der verbeterde doenwijzen en der ge
kweekte variëteiten. Die vermeerdering
van fruitvoortbrengst heeft nochtans
geen merkelijke prijsdaling teweegge
bracht. 't Is omdat Engeland ons een
goede afzetter blijft, alhoewel door den
oorlog het Belgisch volk veeleer ongun
stig in Engeland staat bekend. Niet al
leen sommige soldaten en vluchtelingen
hebben hiertoe aanleiding gegeven,
maar spijtig genoeg, zelfs sommige han
delaars hebben, vrijwillig of onvrijwillig,
bij gemis aan kennis misschien, tot die
ongunstige stemming bijgedragen. De
Belg is er onder opzicht van eerlijkheid
min gunstig gewaardeerd dan voor den
oorlog, 't Doet me spijt zulks te moeten
zeggen, maar de waarheid moet somtijds
eens gezegd worden om te waarschu
wen voor de toekomst.
Fruit verzenden is kennis en zelfs dan,
als men hoegenaamd geen bedrog pleegt,
kan bij gebrek aan kennis, het fruit in
den vreemde in zulk een armzaligen toe
stand toekomen dat v/er de slechtste ge
volgen van dragen. Het weze me dus
toegelaten hier eenige wenken in 't mid
den te brengen die ons moeten beïnvloe
den bij 't verzenden van fruit naar den
vreemde.
Ik zegde in 't begin van dit artikel dat
k met innige voldoening zag dat de
maatschappij Redt U Zelve de ver
zending van fruit naar Engeland zelf
gaat doen, zoo zullen we niet alleen ver
zekerd zijn dat t goed zal gedaan zijn,
maar zullen we, k twijfel er niet aan,
meer en meer koopers in den vreemde
aanwerven. Als we fruit naar den
vreemde verzenden dan moeten we al
tijd voor oogen hebben, dat 't fruit voor
allerlei zaken moet dienen en dat bijge
volg bij iedere verzending de koopers
hun gerief hoeven te vinden zoowel als
wij dienen te weten welke variëteiten
het best geschikt zijn voor dit of een an
der gebruik. Laat ons dit eens ten volle
verklaren en zien hoe we 't best ons doel
zouden kunnen bereiken. Dit zal het on
derwerp zijn van een of meer artikels
die opeenvolgend in De Koornbloem,,
zullen verschijnen. L. HAEMS,
Landbouwvoordrachtgever.
In 't kort wordt er in de Kamers ge
stemd over een Vlaamsche hoogeschool.
Dat die zaak de landbouwers zeer
aanbelangt, veel meer dan men denkt,
valt gemakkelijk uiteen te leggen.
Maar dat de vijanden van een Vlaam
sche hoogeschool, ook juist de vrienden
van de boeren niet zijn, ziet elk alle da
gen, en om te verstaan dat we het
pachtwetje Van Dievoet zoo moeilijk
zouden gestemd krijgen, als we al twin
tig jaar een Vlaamsche hoogeschool ge
had hadden, om dat te verstaan, niet
waar, moet geen filosoof zijn.
Er zijn drie voorstellen
1) Er komt te Gent een Vlaamsche
hoogeschool, maar de Fransche blijft er
ook.
2) Er komt te Antwerpen een Vlaam
sche hoogeschool, maar de Fransche
blijft te Gent.
3) Er komt een Vlaamsche hooge
school te Gent en de Fransche gaat weg.
Ge vraagt een Vlaamsche hooge
school, zeggen de mannen van Brussel,
hewel ge krijgt er eene maar daarom
moet de Fransche teGent toch niet weg;
ge krijgt wat ge vraagt en als ge dan
nog niet tevreden zijt, zijt ge dwarsdrij
vers. De Fransche te Gent weg en de
Vlaamsche in de plaats, zeggen de Vla
mingen, anders niets.
Maar is 't ons niet gelijk, zullen veel
lezers zeggen, of de Fransche te Gent
blijft, als we maar een Vlaamsche hoo
geschool hebben.
Neen, beste lezers
1) Er is te Gent geen Fransche hooge
school noodig de heeren die in Vlaan
deren willen wonen, maar te schoon zijn
om de taal van de stomme boeren te lee-
ren, kunnen gemakkelijk naar Brussel.
Leuven of Luik gaan studeeren. De 1
eenige vreemdelingen die te Gent blij
ven, hebben gelegenheid genoeg elders, j
en honderden Vlamingen moeten toch I
zeker niet achteruitstaan voor een hand-
vol vreemden.
2) Als de' Fransche hoogeschool te
Gent blijft, moet de Staat er twee blijven
onderhouden en nog een derde inrich
ten en weer eenige miljoenen bijschui
ven op den rug van de lastenbetalers die
er al krom genoeg onder gaan.
3) Hier ligt 't groote punt, zoowel
voor de boeren als voor een ander als
de Fransche hoogeschool te Gent blijft,
blijven de groote heeren, die genoeg
Vlaamsch kennen om de boeren bees
ten en stomme verkens,, te noemen, hier
meester en baas van de vette posten,
anders niet.
En de Vlamingen willen eindelijk eens
meester geraken in hun eigen land en
daarom moet de Fransche hoogeschool
te Gent weg.
Zooals we in 't begin zeiden is 't niet
moeilijk te bewijzen dat die zaak de boe
ren meer dan gelijk wie aanbelangt.
Daarom zullen de lezers die deel ma
ken van een gemeenteraad, een motie
naar de Kamers doen zenden de vervan
ging vragend der Fransche hoogeschool
te Gent door een Vlaamsche.
Als een architekt met een schoon plan
begonnen is en dat de dood, ziekte of
andere omstandigheden hem beletten
dit plan af te werken, dan zal men zijn
schoon werk niet in den steek laten
men werkt het kost wat kost af. Mijn
vriend Jandries vraagt me ook zijn plan,
dat hij in een paar artikels uiteenzette,
te willen afwerken. Ik zal mijn best doen
om het zoowel mogelijk en naar zijn op
vatting voor elk duidelijk en verstaan
baar te maken. Dat plan is een droom,
mhar het mag geen droom blijven. Het
wordt werkelijkheid als men wil over
gaan tot de daad.
Er wordt en met reden veel lof
toegezwaaid aan 't bestuur van R. li. Z.
Het zijn allen mannen van de daad die
er deel van maken. En mannen van de
daad zijn zij die zich niet te vreden hou
den met een schoon voorstel voor den
dag te komen, maar zij werken uit al hun
kracht mee om dat voorstel uit te voeren,
Ik moet niet bewijzen dat de leden van
het bestuur mannen van de daad zijn
hun werk pleit luid genoeg voor hen.
Als ik dit schrijf is, het niet om het
wierookvat op hun neus te zwaaien,
maar om te zeggen dat wij dus ten volle
op hen mogen vertrouwen om dit voor
stel, dit plan ten uitvoer te brengen, van
't oogenblik dat ze zullen inzien dat het
ofwel eene noodzakelijkheid wordt, of
wel voordeelig zal zijn voor den voor
uitgang van den bond in 't bijzonder en
voor de landbouwersbeweging in 't alge
meen.
Naar mijn gedacht zal het niet moeten
bewezen worden dat het plan van Jan-
dries, als ik het in zijn groote trekken
beschouw, voordeelig zal zijn. Of het nu
reeds noodzakelijk is zal ik niet beweren,
hierover laat ik elk vrij zijn meening te
uiten. En was het noodzakelijk dan zou
het zeker geen uitstel meer dulden.
Ziehier wat ik meen dat Jandries zijn
plan is.
Voor wat den geest van vereeniging
aangaat, dat wil zeggen een zoodanige
broederschap hetwelk in deze woordjes
wordt samengevat Elk voor allen en
allen voor elk en wat den dag van he
den den naam van syndikalisme gekre
gen heeftdaarvoor moeten al degene,
die niet ziende blind zijn, het oog hebben
op de werkliedensyndikaten en er al het
goede weten uit te balen dat er in te
vinden is.
Er zijn menschen die in de schoonste
en in de heiligste zaken altijd den slech
ten kant aanschouwen, den slechten
kant alleen en die er nog een slechten
kant willen in zoeken, zelf als er geen
aan te vinden is. Onder die menschen
zullen wij ons dan ook niet laten rang
schikken. Wij zoeken het goed waar
het te vinden is, wij nemen de goede
voorbeelden aan van wie ze ook mogen
komen.
Onze hedendaagsche maatschappij is
nu zoo ingericht, met zoon geest be
zield, dat al de standen, die er aan hou
den te blijven bestaan, het alleen nog
zullen kunnen door een degelijke veree-
niging. En wie de vereeniging als eene
noodzakelijkheid aanneemt, zal ook geen
middelen misprijzen die de vereeniging
zullen bevorderen, versterken en onder
houden.
Eens dat een syndicaat, een vereeni
ging, een bond of hoe men het ook noe
men wil, tot een zekere uitbreiding ge
komen is, dan dringt zich ook een uit
breiden van het getal werkkrachten op,
't zij om de banden der onder-afdeelin-
gen sterk te bewaren, 't zij om de alge-
meene richting van den bond niet te
laten beïnvloeden, 't zij om een zeker
toezicht uit te oefenen in heel de streek,
in al de dorpen waar leden zijn enz.
Doch deze uitbreiding van personeel
zou misschien kunnen vervangen wor
den op twee manieren, waarvan de laat
ste naar mijn nederige opvatting de
beste zou zijn. Ten eerste, door het in
richten van een bestendigen propagan-
daclub of sprekersbond, waarvan onze
werkzame bestuurder de leider zou zijn.
Maar zou dit, van een anderen kant,
niet te veel worden voor hem die nu
reeds zooveel drukke bezigheden heeft?
Is het niet een beetje gewoonte onder
de menschen van de ieverigste steeds
meer en meer werk te geven
Ten tweede, door het aanstellen van
een bestendigen propagandist, zooals
dit overigens in alle ernstige syndikale
inrichtingen bestaat. Deze zou werken
onder de leiding van den bestuurder en
regelmatig verslag geven aan het hoofd
bestuur over zijn werking, over zijn we-
dervaren enz...Het zal natuurlijk gemak-
kelijk te bepalen zijn wat zijn werk zal
zijn. Het groote voordeel van dit twee
de voorstel is, dat die propagandist re
gelmatig in betrekking zou komen met
öl de afdeelingen, dat hij dus het bestuur
en den bestuurder, die niet altijd in staat
zijn alles te weten wat er omgaat, zou
kunnen inlichten en hun een klaren kijk
geven op den stand van de zaken.
Doch het eerste voorstel sluit het
tweede niet uit, en het tweede sluit het
eerste niet uit. Ik weet nu niet of deze
gedachten nieuw zijn. Zijn ze door an
deren reeds geopperd, des te beter dan
zullen zij gemakkelijk ingang vinden.
Zijn ze wel nieuw, dan hoop ik dat nog
anderen bij mij zullen aansluiten om ze
ook te verdedigen of, zoo ik mocht mis
zijn in mijne opvattingen, dat er wel
iemand de pen zal opnemen om mijn
voorstel te weerleggen en mij van het
tegenovergestelde te overtuigen.
Men mag niet op voorhand iets ver
werpen noch aannemen; ook deze kwes
tie is een ernstig onderzoek overwaard.
Men zal ze met geen afwerend gebaar
verwerpen ik vraag ook niet dat men
ze blindelings zou aanvaarden als evan
gelie. Ik heb enkel gemeend, te zamen
met mijn vriend Jandries, deze gedach
ten te moeten neerschrijven in De
Koornbloem omdat wij de overtuiging
aankleven dat het zoo niet noodzakelijk,
dan toch zeer voordeelig zal wezen
voor den bond, waarvoor wij alles
moeten veil hebben.Daarom zou ik den
ken dat de leden van het bestuur het
toch niet kwalijk zullen nemen, indien
ik hen verzocht van dit punt eens op
hunne dagorde te brengen. Dat mijn
vriend Jandries het me ook vergeve, ia-
dien ik zijn gedacht misschien niet klaar
genoeg uiteen heb gezet; ik heb ge
tracht al mijn best te doen.
Komt men, nu of later, met dit voor
stel overeen, dan zal bet niet moeilijk
zijn den rechten man op de rechte plaats
te vinden. Hij zal zijn een jonge krach
tige werker, met veel liefde voor den
goeden strijd, met veel wil om vol te
houden, iemand die weet met de boe-
renmenschen om te gaan omdat hij zelf
jonge boer of boerenzoon is en dat hij
begrijpt dat die tijd voorby is dat onze
landbouwers met zich den aap lieten
houden.
Hij zal tot voorbeeld strekken van al
de jongeren, die in hem hun broeder zul
len zien. Want wij mogen de jeugd niet
vergeten Als wij de jeugd met ons heb
ben, zal dat een waarborg zijn voor de
toekomst. De jongeren zullen zich dan
rond hem scharen en met dichte gelede
ren zullen zij samen den kruistocht be
ginnen met de vaste overtuiging, met
den vasten wil van te zegepralen.
Het stoffelijk en geestelijk welzijn van
onze landbouwers is onze droom, ons
ideaal, wij moeten dan ook de daad dur
ven stellen, die onzen droom tot werke
lijkheid zal maken.
Wij vertrouwen op den goeien wil
van allen.
Van den droom naar de daad, van de
daad naar het geluk.
H; KLOPTEROP.
Zoo Gij nog moet aardappelen
planten, verwaarloost niet uw
plantgoed te vernieuwen, koopt
de echte Poolsche Industries of
beproeft de nieuwe veelopbren-
gende aardappel De Wet. In ons
magazijn Aalst verkrijgbaar.
J x 1 VJ t II d I KJ
j| HMI .idÉMJ f TlBhlIf „■IIJIIiBIlliUmt