REDT U ZELVEN r Arbeid adelt De Boeren en de Oorlogsbelasting Hoe een boomgaard aangelegd Niet alleen voor de Korst Brood Frigo en nog wal Landbouwweekblad moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. Brand te Erondegem Omloop van valsche munten. Leest en verspreidt ons Blad. EETAARDAPPELEN. Nieuwe Graanzakken. ZONDAG 28 MEI 1922. Prijs io centiemen. 4de JAARGANG Nr 178. Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars. Men schryft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Het is voor niemand een geheim dat de financieele toestand van het land ne telig is. Velen hebben hieraan schuld maar wie van de meeste De Boeren Ja, gij boeren, die binst den oorlog voor de eerste maal in uw leven uw be drijf winstgevend hebt kunnen uitoefe nen en het hongerloon van voor den oorlog niet gekend hebt; gij die nu weer om van 's morgens tot 's avonds zwoe gen moet om treffelijk uw korstje brood te verdienen en weer in een jaar zijt, waarin ge zoowel als gedurende het verleden, in plaats van iets te kunnen besparen, geld bij al uw zwoegen en zweeten zult laten, gij boeren, gij wordt beschuldigd een der grootste oorzaken te zijn van den armen toestand der Staatskas. En om er u van te overtui gen, kunt ge het volgende lezen uit een artikel door een Staatsminister over weinige dagen de wijde wereld ingezon den In ons land zijn het vooral de boe- ren die tijdens de bezetting geld heb- ben gewonnen. Hun vee, hun gr3an, hun boter en andere veld- en stalpro- dukten, alles hebben zij afgezet tegen ongehoorde prijzen. Welnu, onder voorwendsel dat de boeren niet boekhouden, heeft men hen voor wat ze tijdens den oorlog verdienden, aangeslagen op voet van een winst die beraamd werd op twee- maal de huurwaarde. Sommigen heb- ben verscheidene duizenden frank per hectaar verdiend. Ze verkochten ajuin, kooien, koolrapen, aardappelen en groenten tegen fabelachtige prijzen en worden belast op een winst van 300 tot 400 frank per hectaar, wat veel te matig is, zelfs voor de eerlijkste onder hen die tamelijk uitgestrekte winnin- gen hadden. Volgens dit schrijven betalen de boe ren dus geen ooclogsbelastingen genoeg en hebben zij van eenen anderen kant in het algemeen oneerlijk gehandeld, hoogst waarschijnlijk met de voort brengselen van hun land en hoeve te verkoopen aan den prijs dien zij er van maken konden. Die Staatsmiqister die zoo eerlijk schijnt te zijn, had hier wel kunnen bijvoegen welke prijzen de boe ren betalen moesten wanneer zij een kostuum, een hoed of een paar schoe nen wilden koopen. Doch daarvan spreekt hij niet al de andere commer- ganten hebben doorgaans weinig ver diend, altijd eerlijk gehandeld, en nooit overdreven winsten gemaakt gelijk dien Staatsminister zelfneen de boeren heb ben het gedaan I Die Staatsminister weet nochtans be ter dan wie dat voor Oost- en West- Vlaanderen de oorlogswinsten op 3ooo tot 4ooo franken per hectaar geschat worden en toch durft hij beweren dat zij maar op lo dier sommen belastin gen betalen. Waarlijk, juist nu dat de landbouw zulk een zwart jaar achter den rug heeft en misschien wel een kri- sis tegemoet gaat, had men iets beters van een Staatsminister mogen verwach ten. Landbouwers, de oogen open. Men wil de openbare meening over uwen toestand bedriegen uw zuur gewonnen centen in de Staatskas trommelen om langs een anderen kant de beurzen der oorlogswoekeraars te sparen en u terug brengen tot den slavenstaat waarin ge u bevondt voor den oorlog.Laat dit niet gebeuren. Gij zijt het kruim van het land. Het land moet van u leven. Weest bewust van uwe waarde. Samen veree- nigd zijt ge een macht. Geeft dan ook malkander de hand om den strijd te voe ren tegen al wie u wil benadeelen en vernederen. Steunt geen politieke mannen die uwe belangen bekampen laat u niet paaien met schoone woorden, maar vergt da den. De tijd van goedzakkerij heeft lang genoeg geduurd, ge zijt al veel te lang miskend en misprezen geweest. Dat het uit weze met uw bedrijf, het edelste aller bedrijven, als slavenwerk te laten be stempelen. Het hoofd omhoog dus, de borst vooruit en fier over uw werk, fier over uwe macht, uwe rechten verde digd. J. S. Verantwoordelijke OpstellerORTAIRE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften wórden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Fruit- en Veeteelt gepaard. ONDERHOUDSZORGEN. Ik heb er in vorige artikels reeds over ge sproken. Laat me dus toe heden aan te vullen wat er nog ontbrak om u volle dig nopens dit alles in te lichten. Ge weet dat hoornvee veel jeuksel heeft en bijzonderlijk wanneer de stallen niet ge welfd zijn en er gedurig stof op de huid der dieren valt. Ge ondervindt het im mers wel als ge de dieren roskamt. Die jonge boompjes en die steunstokken zullen dan ook niet weinig van't schroe ven en 't wrijven der dieren te lijden hebben, ontschorst worden en misschien erg beschadigd. Daarom zult ge rond den boom een keurslijf of schild plaatsen. Dit bestaat uit vijf of zes ijzeren latten, dikwijls met pinnen voorzien en verbonden door ijzeren ringen. Dit schild welk den jon gen boom omringt, wordt van den stam weggehouden door den steunstok waar aan het vastgemaakt is. Vele landbou wers zullen terugschrikken voor de nieuwe onkosten die ze zich weeral moe ten getroosten. Ik kan ze hierin geen ongelijk geven bijzonder als men weet dat die schilden heel gemakkelijk te ver vangen zijn door een schutsel gevormd van drie palen op gelijken afstand van den boom geplant en verbonden door pinnendraad, schroefsgewijs op 1 o tot 12 centimeter tusschenruimte. Aan den voet der boomen vormt het gras een soort kraag die zich langs om vaster toesnoert en de boom omknelt en zoo soms de sapbeweging stremt. Is het misschien wat overdreven, dat gras aan den voet der boomen is toch altijd een schuilplaats voor alle slag eieren, larven en insecten. Die kraag rond den boom zal men beletten zich te vormen met 't gras zorgvuldig aan den voet der boo men weg te nemen. Jaarlijks zult ge in de maand Juli- Augustus uw boompjes eens duchtig be gieten met ale of beir, de boom is op dit tijdstip bezig met zich uit te putten om vruchten tot rijpwording te brengen en zoo wij hem niet helpen, zal hij de noo dige voedstoffen niet kunnen vinden om 't jaar nadien wederom vruchten te dra gen. Als een landbouwer moet zeggen Mijn boomen dragen maar om de twee jaren dan is hij de groote plich- tige alhoewel sommige variëteiten er een gebrek aan hebben. Om de twee jaar moet de boomgaard een andere bemesting ondergaan en bij zonder van potasch en fosfoormesten een 8oo kilogr. kaïniet of sylvaniet en looo kilogr. superfosfaten of metaal schuim volgens de natuur van den grond ware een goede en aan te prijzen bemes ting, als men wel zorg draagt een dub bele dosis te gebruiken rond de boomen. Alle vijf of zes jaren zal men den boom gaard eens bekalken. Fruitboomen heb ben veel kalk noodig en terloops gezegd in onze streek meer dan elders. Achter iedere bekalking moet er een duchtige bemesting volgen, want kalk maakt de vader rijk en laat de zoon arm zegt het spreekwoord of in andere woorden, kalk door zijne ontbindingen en verbin dingen nitrifieerd 't meeste voedsel dat bijgevolg door gras en boomen opge nomen wordt, zij laat dus een uitgeputte grond achter die door den zoon moet verrijkt worden aan voedende bestand- deelen. Verders moet de snoeiïng der jonge fruitboomen gedaan worden, wanneer deze goed hernomen en manier hebben dus, liever het 2e jaar na de planting dan het eerste. Perelaars worden gesnoeid in pyramidalen vorm, men laat hier dus de eindscheut opgaan, de appelboomen worden beter gevormd op bolvormige kruin. Voor steenfruiten is 't voldoende het droge hout, een gulzige twijg of een overvloedige tak die 't licht beneemt weg te snijden. Op dit punt zal 'k later terugkeeren, eens dat ik over de manier van snoeien spreken zal. Alle jaren of ten minste alle twee ja ren moet men de overtollige takken in de fruitboomen wegnemen, 't is te zeg gen deze die 't zonnelicht benemen, de wonden moet men bekleeden met ent- was. Een boomgaard aanleggen en hen wel onderhouden, is bjjgevolg geen kin derspel en tot heden heb 'k nog niet ye sproken over ziekten en plagen, over de kerfdieren, die we te bestrijden of te vernietigen hebben. Ik wil U nochtans eerst spreken over de keus der variév ci- ten, omdat goed aangelegde boomgaar den met goede variëteiten zelden of nooit met ziekten hebben af te rekenen en t werk zich bij 't vernielen der wt-e- kerdieren meestal beperkt. L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever. De Zomer stelt zich aan juist als ver den jaar onder opzicht van droogte. Hoe drooger hij is hoe meer gevaar van brand dat er bestaat en hoe grooter de schade zal zijn bij gebeurlijk ongeluk.Nu is 't nog ledige tijd en gunstig daarbij. Binnen een maand wordt het hooi inge haald, daarna de oogst er. t cene volgt dan op t andere. Eens al de vruchten ingeoogst, loopt de landman gevaar in enkele stonden plat geruineerd te wor den indien hij niet degelijk verzekerd is. Vele lieden wachten om hunne verhoo ging te laten doen tot als hunne oude polis zal geëindigd zijn in 1923, 1924 en zelfs 1925. Gedurende 1, 2 of 3 jaren stellen zij zich dus bloot tot den bedel zak gedoemd te worden, want die lieden hebben niet de minste waarborg dat het noodlot hen niet treffen zal vóór het einde hunner polis. Gegronde redens kunnen die onvoorzichtigaards niet doen gelden voor hun talmen hun gewoon antwoord luidt het is niet meer de moeite om mijne verhooging in R. U. Z te doen, binnen 2 of 3 jaren zal mijne polis eindigen en dan zal ik met mijne gansche verzekering komen Voor ons is 't natuurlijk onverschillig, «fttoaar is 't naar 't oordeel van het lid, niet de moeite om voor 2a 3 jaar nog verhooging te nemen, volgens ons oor deel zal 't wel de moeite zijn als het on geluk hem treffen zou voor dat zijne verhooging gedaan is. Tot voorbeeld geven we het geval van een ongelukkig boerken van Erou- degem. Deze bewoont gebouwen in steen en pannen, op 22 Mei ontstaat er, bij klaren dag, brand in den koestal, in min dan geen tijd staat door de droogte gansch de doening in lichte laaie en al de have en goed, koe, meubelen, vruch ten, alem, alles, zelfs de spaarcenten, worden door de vlammen verteerd. Dat zij die tijd genoeg hebben hier eens op nadenken en peinzen dat ook hun huis buiten staat, dat het ongeluk hen misschien treffen zal, 't zij door donT der of anderszins, vroeger dan zij den ken. Dat zij dan ook van het gunstige seizoen gebruik maken om hunne verze kering te doen verhoogen. De meeste secretarissen der plaatse lijke bonden zijn agenten onzer brand verzekering en 't is voldoende aan de zen een woordje te zeggen en er zal bin nen de volgende week een hoofdagent gestuurd worden die uwe zaak ten huize zal komen regelen. 's Zaterdags is de Bestuurder der Brandverzekering tot uwe beschikking voor 't geven van alle inlichtingen over assurancie, in 't Lokaal, Groote Markt. Men bestatigt dat taijrijke nabootsin gen van gedurende de Duitsche bezetting geslagen Belgische zinkmunten, en in zonderheid van de stukken van 25 en van 5o cent. in omloop zijn. Zijn zij ge makkelijk te herkennen door de onduide lijkheid der afbeelding. De aandacht van het publiek wordt gevestigd op de onaangenaamheid waar aan men zich blootstelt door zonder acht te slaan, zinkmunt aan te nemen. Onder richtingen zullen gegeven worden opdat de aan de loketten der openbare kassen aangeboden en valsch bevonden stuk ken, aan den omloop onttrokken en doorgesneden worden. (bericht verschenen in het Staatsblad). In De Koornbloem van 30 April schreef mijn vriend Jandries, dat R.U.Z. buiten zijn eerste doel, namelijk de stof felijke welvaart van onze buitenbevol king er ook nog een ander heeft van 't allergrootste belang, ik wil zeggen de zedelijke of geestelijke welstand. En hier onderscheid ik nog het zedelijke van het geestelijke en stel me vöör hier in 't bijzonder de aandacht van al onze trouwe lezers op de geestelijke ontwik keling van den boerenstand te vestigen. Hoe verstandiger en doelmatiger een boer werkt, hoe meer kans hij heeft van goede zaken te doen.Nuzal het niemand in twijfel trekken dat een man, die eene zekere geleerdheid bezit vooral voor wat zijn vak, zijn stiel, zijn bedrijf aan gaat een anderen zal vooruitgaan, die zich alleen kan steunen op zijn onder vinding en zijn gezond verstand. Zeker zijn de ondervinding en het gezond ver stand twee goede leermeesters, twee raadgevers, maar als zij zelfs gesteund, geholpen worden door een beetje ge leerdheid, de noodige vakkennis, kan hun belang moeilijk naar waarde wor den geschat. Als R. U. Z. dus de stoffelijke belan gen van de landbouwers wil verdedigen en voorstaan en dat de geestelijke belan gen de verwezenlijking van de stoffelijke belangen bevoordeeligt en vergemakke lijkt. dan spreekt het ook van zelfs dat de Bond ook de geestelijke ontwikkeling op alle manieren moet helpen bevorde ren. En dat doet hij ook. Men klaagt er over dat de buiten ont volkt wordt ten voordeele van de nij verheid in de steden. Sommigen wijten dit alleen op de kleine winst die de land bouw geeft, terwijl handel en nijverheid daarentegen hooge dagloonen geven en weinig uren werk. Ik beken dat dit wel de voornaamsche oorzaak is doch er zijn nog andere reden. Als de landbouwers een zekeren ouderdom bereikt hebben, verlaten zij hun dorplce niet meer, tenzij in zeer bui tengewone omstandigheden. Het is de jonkheid, 't zijn hun kinderen, hun doch ters en hun zonen die de wijk nemen naar de stad. Het jongere geslacht voelt dus minst genegenheid, minst liefde voor het boerenbedrijf. En nochtans, alhoe wel de toestand van den Belgischen land bouwer in 't algemeen verre van be nijdetiswaardig is, zijn er toch niet wei nig menschen die op het boerenbedrijf zeer welstellend geworden zijn en daar bij een talrijk huisgezin ten hunnen laste hebben gehad. Zij hebben uit den land bouw en uit alles wat er mee in betrek staat al het profijt weten te trekken, dat er uit te halen was. Zij hebben geboerd met verstand en met liefde voor hun edel bedrijf. In de laatste eeuw vóór Christus schreef de Latijnsche dichter Virgilius, die zelf een slimme en verstan dige boer was Gelukkige landbours, die hun geluk begrijpen en kennen Onbekend is onbemind. In de laatste jaren heeft de lagere school er weinig, te weinig toe bijgedra gen om onze jeugd de liefde voor het landbouwbedrijf in te boezemen. Men zal er misschien mee lachen, maar dit blijft toch waar. Gaat al onze buitenge meenten af en telt er de huwbare doch ters en onderzoekt hoeveel perhonderd er niet zullen gevonden worden, die zul len zeggen (natuurlijk als zij de gele genheid hebben) Ik trouw toch met geen boer En wat moet er van den landbouw geworden als de eigen boe renzoons en dochters zelf een afkeer be ginnen te krijgen voor vaders bedrijf De lagere school is vooral, moet vooral zijn een voorbereiding voor het latere leven en dat is zij niet op vele dorpen, waar de meeste kinderen toch wel kin deren van landbouwers zijn. De programma's door't Ministerie aan de onderwijzers opgelegd hebben daar niet weinig schuld aan. Maar toch staan zij niet heel en al buiten kijf. Ik herinner me nog zoo wel dat, toen ik zelf een kleine schooljongen was, op onze ge meente een zeer verdienstelijk onder wijzer stond hij alleen, terwijl er nu vijf zijn en dat die brave man aan al zijn leerlingen zooveel liefde voor den landbouw in het hart plantte, dat deze meest allen, terwijl ze nog naar school gingen, kleine proeftuintjes aan legden in een hoekje van vaders stee en die verzorgden met veel iever tot groote vreugd van vader en moeder, die ver wonderd waren over die schoone uitsla gen. En ik mag wel verzekeren dat de beste leerlingen van dien onderwijzer, op enkele, zeer zeldzame uitzonderingen na, flinke, verstandige boeren geworden zijn, die hun stiel kennen en beminnen De lagere school kan dus veel, zeer veel doen, voor de verstandelijke ont wikkeling van onze boerenjeugdzij kan er meest voor doen. Maar ik wil ook spreken over wat R.U.Z. zou kunnen doen en zal doen om de vakkennis van zijn leden te bevor deren. Er zijn in den vreemde talrijke instel lingen die bewijzen dat de landbouw ook een wetenschap is geworden en dat deze nieuwe wetenschap, als zij met ken nis van zaken wordt toegepast, wonder bare uitslagen oplevert. Noemen wij maar in t voorbijgaan enkele algemeene voorbeelden Zoo heeft men in Frank rijk uitgestrekte velden voor keurzaden, bestemd voor binnen- en buitenland de varkenskweekerijen in Engeland de bloemenvelden in Holland en de keur- velden van aardappelen in Friesland, voor het verzorgen van vee en gevogel te, en vooral wat de nieuwste uitvindin gen in het vak aangaat in Noord-Ame- rika enz, Ik geloof nochtans dat wij óver onze grenzen niet moeten gaan, om te zien en te leeren wat velen onder ons nog nooit gezien en waarvan andere zelfs nog niet gehoord hebben. Wat nut kan, bij voorbeeld, niet opleveren voor een landbouwer die oogen en ooren, ver stand en ondernemingsgeest heeft, het bezoeken van modelhoeven, met boom gaard en tuin naar de nieuwe eischen van de landbouwwetenschap van aller hande keutvelden, meerschen, van land bouwtentoonstellingen van een he- dendaagsche en volledige melkerijin- richting, waar men vervaardigt al wat van de melk voortkomt, ja zelfs het ijs dat dienen moet tot boter-, kaas- of melkverzending en bewaring. Ik dring er op aan opdat enkele man nen van goeden wil deze zaak eens zouden overleggen en dan later samen komen, om te zien of we niet in groep zulke uitstapjes zouden kunnen doen, die ons heel zeker niet dommer zullen ma ken. Een spreekwoord zegt dat men de goede voorbeelden moet navolgen, maar dan moet men toch eerst den moed heb ben om er te gaan naar kijken. Ik wil er me zelf mee gelasten zulk een uitstapje voor te bereiden als proef. Een ander punt mag ik thans niet ver geten, dat wij zeer flinke medewerkers hebben, die niet beter vragen dan hun ken kennis en hun wetenschap ten dien ste te stellen van al onze leden. Wij maken er dan ook de besturen van al onze afdeelingen opmerkzaam op dat R. U. Z. steeds bereid is hen een man te zenden om eens te handelen of gemeen zaam te spreken over alle onderwerpen, die den landbouw aangaan. Wij zouden dan enkel aan de plaatselijke secretaris sen vragen ons hiervan op tijd te ver wittigen. Wij moeten allen te zamen met goe den wil bezield zijn en alles doen wat in onze macht is om voor de algeheele geestelijke ontwikkeling onzer landbou wers te ieveren, zoowel als wij ons best doen om hun stoffelijke belangen te be hartigen. H. KLOPTEROP. Naast 't open deurken in de zon Een arme blinde zat, Een speelziek kindjen op den schoot Dat roode kaakjes had. Zijn viogren streken door de vlecht. Gekruld als goud zoo blond Langs bei zijn rozewangentjes, Zijn halsje, kin en mond. Het wipte, danste op zijnen knie, Hij liet het blijde doen, Doch prangde t soms aan 't minnend [hart En gaf het dan een zoen. k Ging juist voorbij en zag een traan Hem langs de wangen vliên, Terwijl hij zuchtte Kindjen. och Kon ik u toch eens zien Fons Van de Maele. Er zijn in ons magazijn beste eetaard- appelen te verkrijgen, Roode en Witte. Prijsvermindering voor groote hoeveel heden. 1 Kilo wegend, dubbel ketting, extra kwaliteit," zijn in ons magazijn te verkrij gen aan 3,25 fr. 't stuk. In De Koornbloem van verleden Zondag, schreven wij dat een levensader van onzen landbouw grootendeels be dreigd wordt door het stemmen van het wetsontwerp Berryer op den invoar van varkensvleesch. De uitgebrachte stemming over ge zegd wetsvoorstel in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, het op 10 mi nuten tijds in overweging nemen en stemmen der wet en het doodzwijgen van heel de pers over die zoo gewichti ge zaak voor de landbouwers, moeten ons eens te meer aantoonen, hoe wij ge boekt staan in de tegenwoordige soli daire maatschappij. Aan de cijfers die wij over 8 dagen gaven,kan men goed nagaan hoe belang rijk de zwijnenkweek is voor de land- bouwuitbaters in België vooral de klei ne landbouwer, de boer met 1 a 2 koeiën hield er zich veel mee bezig. Hem toch ontbreken de middelen en de noodige gronden om met het kweeken van 't een of 't ander gewas of nijverheidsplant zijne uitbating winstgevend te maken of hem een bestaan te verschaffen. Hier was het aan de volksvertegen woordigers om te toonen dat zij ook de wetgevers zijn van de boeren, hier kon den zij zich eens laten zien dezen die de rechtvaardigheid genegen zijn en die het met de belangen van iedereen goed voor hebben. In ons land zijn 1.102.244 personen die in de landbouw hun brood verdie nen 't zij als boer, 't zij als landbouw- werkman. Welnu die 1.102.244 perso nen werden over 't hoofd gekeken, die stemming op den invoer van varken- vleesch heeft eens te meer het bewijs geleverd, dat wij boeren hoegenaamd voor niets worden aanzien, dat men voor ons geene belangen wil kennen, dat wij geen recht op leven hebben. De 99 volksvertegenwoordigers die voor die wet hebben gestemd, mogen, op zijn beleefdst gesproken, judassen wor den genoemd. Er is geen enkele onder hen die in November laatstleden niet beweerde een vriend der landbouwers te zijn. Op elk partijprogramma van toen, werd er met de belangen der landbouw bevolking rekening gehouden, iedereen zou gezorgd hebben voor degelijke wet ten ten bate van land- en tuinbouw, de tijd van slaafsche onderdrukking was voorbij. Hier was geen kwestie van eene wet ten bate van den landbouwer, hier moesten wij, Belgische boeren, alleen beschermd worden tegen vreemde con currentie om de inlandsche voortbren ger in de mogelijkheid te stellen met zijn eigene produkten zijn brood te verdie nen. Wij vragen geen 8-uren-werk, geen dagloon van 20 a 30 fr., we vragen geen 5o tot loo percent winst voor 't kapitaal dat steekt in onze onderneming. We vragen alleen dat wij, met al ons werk, met al ons zorgen, zouden kunnen eer lijk door de wereld komen, een mensch- waardig leven zouden kunnen leiden. En dat hebben ze ons geweigerd. Het is vooral van belang voor ons de Volksvertegenwoordigers te leeren ken nen die voor de wet hebben gestemd. Het is opvallend hoe de grootste poli tieke vijanden het hier eens waren en mm I

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1922 | | pagina 1