REDT U
ZELVEN
r
Arbeid adelt
De Boeren en de
Oorlogsbelasting
Hoe
een boomgaard
aangelegd
Niet alleen voor de Korst Brood
Frigo en nog wal
Landbouwweekblad
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
Brand te Erondegem
Omloop van valsche
munten.
Leest en verspreidt
ons Blad.
EETAARDAPPELEN.
Nieuwe Graanzakken.
ZONDAG 28 MEI 1922.
Prijs io centiemen.
4de JAARGANG Nr 178.
Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars.
Men schryft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST
Het is voor niemand een geheim dat
de financieele toestand van het land ne
telig is. Velen hebben hieraan schuld
maar wie van de meeste De Boeren
Ja, gij boeren, die binst den oorlog
voor de eerste maal in uw leven uw be
drijf winstgevend hebt kunnen uitoefe
nen en het hongerloon van voor den
oorlog niet gekend hebt; gij die nu weer
om van 's morgens tot 's avonds zwoe
gen moet om treffelijk uw korstje brood
te verdienen en weer in een jaar zijt,
waarin ge zoowel als gedurende het
verleden, in plaats van iets te kunnen
besparen, geld bij al uw zwoegen en
zweeten zult laten, gij boeren, gij wordt
beschuldigd een der grootste oorzaken
te zijn van den armen toestand der
Staatskas. En om er u van te overtui
gen, kunt ge het volgende lezen uit een
artikel door een Staatsminister over
weinige dagen de wijde wereld ingezon
den
In ons land zijn het vooral de boe-
ren die tijdens de bezetting geld heb-
ben gewonnen. Hun vee, hun gr3an,
hun boter en andere veld- en stalpro-
dukten, alles hebben zij afgezet tegen
ongehoorde prijzen.
Welnu, onder voorwendsel dat de
boeren niet boekhouden, heeft men
hen voor wat ze tijdens den oorlog
verdienden, aangeslagen op voet van
een winst die beraamd werd op twee-
maal de huurwaarde. Sommigen heb-
ben verscheidene duizenden frank per
hectaar verdiend. Ze verkochten ajuin,
kooien, koolrapen, aardappelen en
groenten tegen fabelachtige prijzen en
worden belast op een winst van 300
tot 400 frank per hectaar, wat veel te
matig is, zelfs voor de eerlijkste onder
hen die tamelijk uitgestrekte winnin-
gen hadden.
Volgens dit schrijven betalen de boe
ren dus geen ooclogsbelastingen genoeg
en hebben zij van eenen anderen kant
in het algemeen oneerlijk gehandeld,
hoogst waarschijnlijk met de voort
brengselen van hun land en hoeve te
verkoopen aan den prijs dien zij er van
maken konden. Die Staatsmiqister die
zoo eerlijk schijnt te zijn, had hier wel
kunnen bijvoegen welke prijzen de boe
ren betalen moesten wanneer zij een
kostuum, een hoed of een paar schoe
nen wilden koopen. Doch daarvan
spreekt hij niet al de andere commer-
ganten hebben doorgaans weinig ver
diend, altijd eerlijk gehandeld, en nooit
overdreven winsten gemaakt gelijk dien
Staatsminister zelfneen de boeren heb
ben het gedaan I
Die Staatsminister weet nochtans be
ter dan wie dat voor Oost- en West-
Vlaanderen de oorlogswinsten op 3ooo
tot 4ooo franken per hectaar geschat
worden en toch durft hij beweren dat
zij maar op lo dier sommen belastin
gen betalen. Waarlijk, juist nu dat de
landbouw zulk een zwart jaar achter
den rug heeft en misschien wel een kri-
sis tegemoet gaat, had men iets beters
van een Staatsminister mogen verwach
ten.
Landbouwers, de oogen open. Men
wil de openbare meening over uwen
toestand bedriegen uw zuur gewonnen
centen in de Staatskas trommelen om
langs een anderen kant de beurzen der
oorlogswoekeraars te sparen en u terug
brengen tot den slavenstaat waarin ge
u bevondt voor den oorlog.Laat dit niet
gebeuren. Gij zijt het kruim van het
land. Het land moet van u leven. Weest
bewust van uwe waarde. Samen veree-
nigd zijt ge een macht. Geeft dan ook
malkander de hand om den strijd te voe
ren tegen al wie u wil benadeelen en
vernederen.
Steunt geen politieke mannen die uwe
belangen bekampen laat u niet paaien
met schoone woorden, maar vergt da
den. De tijd van goedzakkerij heeft lang
genoeg geduurd, ge zijt al veel te lang
miskend en misprezen geweest. Dat het
uit weze met uw bedrijf, het edelste aller
bedrijven, als slavenwerk te laten be
stempelen. Het hoofd omhoog dus, de
borst vooruit en fier over uw werk, fier
over uwe macht, uwe rechten verde
digd. J. S.
Verantwoordelijke OpstellerORTAIRE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften wórden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Fruit- en Veeteelt gepaard.
ONDERHOUDSZORGEN. Ik
heb er in vorige artikels reeds over ge
sproken. Laat me dus toe heden aan te
vullen wat er nog ontbrak om u volle
dig nopens dit alles in te lichten. Ge
weet dat hoornvee veel jeuksel heeft en
bijzonderlijk wanneer de stallen niet ge
welfd zijn en er gedurig stof op de huid
der dieren valt. Ge ondervindt het im
mers wel als ge de dieren roskamt. Die
jonge boompjes en die steunstokken
zullen dan ook niet weinig van't schroe
ven en 't wrijven der dieren te lijden
hebben, ontschorst worden en misschien
erg beschadigd.
Daarom zult ge rond den boom een
keurslijf of schild plaatsen. Dit bestaat
uit vijf of zes ijzeren latten, dikwijls met
pinnen voorzien en verbonden door
ijzeren ringen. Dit schild welk den jon
gen boom omringt, wordt van den stam
weggehouden door den steunstok waar
aan het vastgemaakt is. Vele landbou
wers zullen terugschrikken voor de
nieuwe onkosten die ze zich weeral moe
ten getroosten. Ik kan ze hierin geen
ongelijk geven bijzonder als men weet
dat die schilden heel gemakkelijk te ver
vangen zijn door een schutsel gevormd
van drie palen op gelijken afstand van
den boom geplant en verbonden door
pinnendraad, schroefsgewijs op 1 o tot
12 centimeter tusschenruimte.
Aan den voet der boomen vormt het
gras een soort kraag die zich langs om
vaster toesnoert en de boom omknelt en
zoo soms de sapbeweging stremt. Is het
misschien wat overdreven, dat gras aan
den voet der boomen is toch altijd een
schuilplaats voor alle slag eieren, larven
en insecten. Die kraag rond den boom
zal men beletten zich te vormen met
't gras zorgvuldig aan den voet der boo
men weg te nemen.
Jaarlijks zult ge in de maand Juli-
Augustus uw boompjes eens duchtig be
gieten met ale of beir, de boom is op dit
tijdstip bezig met zich uit te putten om
vruchten tot rijpwording te brengen en
zoo wij hem niet helpen, zal hij de noo
dige voedstoffen niet kunnen vinden om
't jaar nadien wederom vruchten te dra
gen. Als een landbouwer moet zeggen
Mijn boomen dragen maar om de
twee jaren dan is hij de groote plich-
tige alhoewel sommige variëteiten er een
gebrek aan hebben.
Om de twee jaar moet de boomgaard
een andere bemesting ondergaan en bij
zonder van potasch en fosfoormesten
een 8oo kilogr. kaïniet of sylvaniet en
looo kilogr. superfosfaten of metaal
schuim volgens de natuur van den grond
ware een goede en aan te prijzen bemes
ting, als men wel zorg draagt een dub
bele dosis te gebruiken rond de boomen.
Alle vijf of zes jaren zal men den boom
gaard eens bekalken. Fruitboomen heb
ben veel kalk noodig en terloops gezegd
in onze streek meer dan elders. Achter
iedere bekalking moet er een duchtige
bemesting volgen, want kalk maakt de
vader rijk en laat de zoon arm zegt het
spreekwoord of in andere woorden,
kalk door zijne ontbindingen en verbin
dingen nitrifieerd 't meeste voedsel dat
bijgevolg door gras en boomen opge
nomen wordt, zij laat dus een uitgeputte
grond achter die door den zoon moet
verrijkt worden aan voedende bestand-
deelen.
Verders moet de snoeiïng der jonge
fruitboomen gedaan worden, wanneer
deze goed hernomen en manier hebben
dus, liever het 2e jaar na de planting dan
het eerste. Perelaars worden gesnoeid in
pyramidalen vorm, men laat hier dus de
eindscheut opgaan, de appelboomen
worden beter gevormd op bolvormige
kruin. Voor steenfruiten is 't voldoende
het droge hout, een gulzige twijg of een
overvloedige tak die 't licht beneemt
weg te snijden. Op dit punt zal 'k later
terugkeeren, eens dat ik over de manier
van snoeien spreken zal.
Alle jaren of ten minste alle twee ja
ren moet men de overtollige takken in
de fruitboomen wegnemen, 't is te zeg
gen deze die 't zonnelicht benemen, de
wonden moet men bekleeden met ent-
was.
Een boomgaard aanleggen en hen
wel onderhouden, is bjjgevolg geen kin
derspel en tot heden heb 'k nog niet ye
sproken over ziekten en plagen, over de
kerfdieren, die we te bestrijden of te
vernietigen hebben. Ik wil U nochtans
eerst spreken over de keus der variév ci-
ten, omdat goed aangelegde boomgaar
den met goede variëteiten zelden of
nooit met ziekten hebben af te rekenen
en t werk zich bij 't vernielen der wt-e-
kerdieren meestal beperkt.
L. HAEMS,
Landbouwvoordrachtgever.
De Zomer stelt zich aan juist als ver
den jaar onder opzicht van droogte.
Hoe drooger hij is hoe meer gevaar van
brand dat er bestaat en hoe grooter de
schade zal zijn bij gebeurlijk ongeluk.Nu
is 't nog ledige tijd en gunstig daarbij.
Binnen een maand wordt het hooi inge
haald, daarna de oogst er. t cene volgt
dan op t andere. Eens al de vruchten
ingeoogst, loopt de landman gevaar in
enkele stonden plat geruineerd te wor
den indien hij niet degelijk verzekerd is.
Vele lieden wachten om hunne verhoo
ging te laten doen tot als hunne oude
polis zal geëindigd zijn in 1923, 1924 en
zelfs 1925. Gedurende 1, 2 of 3 jaren
stellen zij zich dus bloot tot den bedel
zak gedoemd te worden, want die lieden
hebben niet de minste waarborg dat het
noodlot hen niet treffen zal vóór het
einde hunner polis. Gegronde redens
kunnen die onvoorzichtigaards niet doen
gelden voor hun talmen hun gewoon
antwoord luidt het is niet meer de
moeite om mijne verhooging in R. U. Z
te doen, binnen 2 of 3 jaren zal mijne
polis eindigen en dan zal ik met mijne
gansche verzekering komen
Voor ons is 't natuurlijk onverschillig,
«fttoaar is 't naar 't oordeel van het lid,
niet de moeite om voor 2a 3 jaar nog
verhooging te nemen, volgens ons oor
deel zal 't wel de moeite zijn als het on
geluk hem treffen zou voor dat zijne
verhooging gedaan is.
Tot voorbeeld geven we het geval
van een ongelukkig boerken van Erou-
degem. Deze bewoont gebouwen in
steen en pannen, op 22 Mei ontstaat er,
bij klaren dag, brand in den koestal, in
min dan geen tijd staat door de droogte
gansch de doening in lichte laaie en al
de have en goed, koe, meubelen, vruch
ten, alem, alles, zelfs de spaarcenten,
worden door de vlammen verteerd.
Dat zij die tijd genoeg hebben hier
eens op nadenken en peinzen dat ook
hun huis buiten staat, dat het ongeluk
hen misschien treffen zal, 't zij door donT
der of anderszins, vroeger dan zij den
ken. Dat zij dan ook van het gunstige
seizoen gebruik maken om hunne verze
kering te doen verhoogen.
De meeste secretarissen der plaatse
lijke bonden zijn agenten onzer brand
verzekering en 't is voldoende aan de
zen een woordje te zeggen en er zal bin
nen de volgende week een hoofdagent
gestuurd worden die uwe zaak ten huize
zal komen regelen.
's Zaterdags is de Bestuurder der
Brandverzekering tot uwe beschikking
voor 't geven van alle inlichtingen over
assurancie, in 't Lokaal, Groote Markt.
Men bestatigt dat taijrijke nabootsin
gen van gedurende de Duitsche bezetting
geslagen Belgische zinkmunten, en in
zonderheid van de stukken van 25 en
van 5o cent. in omloop zijn. Zijn zij ge
makkelijk te herkennen door de onduide
lijkheid der afbeelding.
De aandacht van het publiek wordt
gevestigd op de onaangenaamheid waar
aan men zich blootstelt door zonder acht
te slaan, zinkmunt aan te nemen. Onder
richtingen zullen gegeven worden opdat
de aan de loketten der openbare kassen
aangeboden en valsch bevonden stuk
ken, aan den omloop onttrokken en
doorgesneden worden.
(bericht verschenen in het Staatsblad).
In De Koornbloem van 30 April
schreef mijn vriend Jandries, dat R.U.Z.
buiten zijn eerste doel, namelijk de stof
felijke welvaart van onze buitenbevol
king er ook nog een ander heeft van
't allergrootste belang, ik wil zeggen
de zedelijke of geestelijke welstand. En
hier onderscheid ik nog het zedelijke
van het geestelijke en stel me vöör hier
in 't bijzonder de aandacht van al onze
trouwe lezers op de geestelijke ontwik
keling van den boerenstand te vestigen.
Hoe verstandiger en doelmatiger een
boer werkt, hoe meer kans hij heeft van
goede zaken te doen.Nuzal het niemand
in twijfel trekken dat een man, die eene
zekere geleerdheid bezit vooral voor
wat zijn vak, zijn stiel, zijn bedrijf aan
gaat een anderen zal vooruitgaan, die
zich alleen kan steunen op zijn onder
vinding en zijn gezond verstand. Zeker
zijn de ondervinding en het gezond ver
stand twee goede leermeesters, twee
raadgevers, maar als zij zelfs gesteund,
geholpen worden door een beetje ge
leerdheid, de noodige vakkennis, kan
hun belang moeilijk naar waarde wor
den geschat.
Als R. U. Z. dus de stoffelijke belan
gen van de landbouwers wil verdedigen
en voorstaan en dat de geestelijke belan
gen de verwezenlijking van de stoffelijke
belangen bevoordeeligt en vergemakke
lijkt. dan spreekt het ook van zelfs dat
de Bond ook de geestelijke ontwikkeling
op alle manieren moet helpen bevorde
ren. En dat doet hij ook.
Men klaagt er over dat de buiten ont
volkt wordt ten voordeele van de nij
verheid in de steden. Sommigen wijten
dit alleen op de kleine winst die de land
bouw geeft, terwijl handel en nijverheid
daarentegen hooge dagloonen geven en
weinig uren werk. Ik beken dat dit wel
de voornaamsche oorzaak is doch er
zijn nog andere reden.
Als de landbouwers een zekeren
ouderdom bereikt hebben, verlaten zij
hun dorplce niet meer, tenzij in zeer bui
tengewone omstandigheden. Het is de
jonkheid, 't zijn hun kinderen, hun doch
ters en hun zonen die de wijk nemen
naar de stad. Het jongere geslacht voelt
dus minst genegenheid, minst liefde voor
het boerenbedrijf. En nochtans, alhoe
wel de toestand van den Belgischen land
bouwer in 't algemeen verre van be
nijdetiswaardig is, zijn er toch niet wei
nig menschen die op het boerenbedrijf
zeer welstellend geworden zijn en daar
bij een talrijk huisgezin ten hunnen laste
hebben gehad. Zij hebben uit den land
bouw en uit alles wat er mee in betrek
staat al het profijt weten te trekken, dat
er uit te halen was. Zij hebben geboerd
met verstand en met liefde voor hun
edel bedrijf. In de laatste eeuw vóór
Christus schreef de Latijnsche dichter
Virgilius, die zelf een slimme en verstan
dige boer was Gelukkige landbours,
die hun geluk begrijpen en kennen
Onbekend is onbemind.
In de laatste jaren heeft de lagere
school er weinig, te weinig toe bijgedra
gen om onze jeugd de liefde voor het
landbouwbedrijf in te boezemen. Men
zal er misschien mee lachen, maar dit
blijft toch waar. Gaat al onze buitenge
meenten af en telt er de huwbare doch
ters en onderzoekt hoeveel perhonderd
er niet zullen gevonden worden, die zul
len zeggen (natuurlijk als zij de gele
genheid hebben) Ik trouw toch met
geen boer En wat moet er van den
landbouw geworden als de eigen boe
renzoons en dochters zelf een afkeer be
ginnen te krijgen voor vaders bedrijf
De lagere school is vooral, moet vooral
zijn een voorbereiding voor het latere
leven en dat is zij niet op vele dorpen,
waar de meeste kinderen toch wel kin
deren van landbouwers zijn.
De programma's door't Ministerie aan
de onderwijzers opgelegd hebben daar
niet weinig schuld aan. Maar toch staan
zij niet heel en al buiten kijf. Ik herinner
me nog zoo wel dat, toen ik zelf een
kleine schooljongen was, op onze ge
meente een zeer verdienstelijk onder
wijzer stond hij alleen, terwijl er nu
vijf zijn en dat die brave man aan
al zijn leerlingen zooveel liefde voor
den landbouw in het hart plantte, dat
deze meest allen, terwijl ze nog naar
school gingen, kleine proeftuintjes aan
legden in een hoekje van vaders stee en
die verzorgden met veel iever tot groote
vreugd van vader en moeder, die ver
wonderd waren over die schoone uitsla
gen. En ik mag wel verzekeren dat de
beste leerlingen van dien onderwijzer,
op enkele, zeer zeldzame uitzonderingen
na, flinke, verstandige boeren geworden
zijn, die hun stiel kennen en beminnen
De lagere school kan dus veel, zeer
veel doen, voor de verstandelijke ont
wikkeling van onze boerenjeugdzij kan
er meest voor doen.
Maar ik wil ook spreken over wat
R.U.Z. zou kunnen doen en zal doen
om de vakkennis van zijn leden te bevor
deren.
Er zijn in den vreemde talrijke instel
lingen die bewijzen dat de landbouw
ook een wetenschap is geworden en dat
deze nieuwe wetenschap, als zij met ken
nis van zaken wordt toegepast, wonder
bare uitslagen oplevert. Noemen wij
maar in t voorbijgaan enkele algemeene
voorbeelden Zoo heeft men in Frank
rijk uitgestrekte velden voor keurzaden,
bestemd voor binnen- en buitenland
de varkenskweekerijen in Engeland de
bloemenvelden in Holland en de keur-
velden van aardappelen in Friesland,
voor het verzorgen van vee en gevogel
te, en vooral wat de nieuwste uitvindin
gen in het vak aangaat in Noord-Ame-
rika enz,
Ik geloof nochtans dat wij óver onze
grenzen niet moeten gaan, om te zien
en te leeren wat velen onder ons nog
nooit gezien en waarvan andere zelfs
nog niet gehoord hebben. Wat nut kan,
bij voorbeeld, niet opleveren voor een
landbouwer die oogen en ooren, ver
stand en ondernemingsgeest heeft, het
bezoeken van modelhoeven, met boom
gaard en tuin naar de nieuwe eischen
van de landbouwwetenschap van aller
hande keutvelden, meerschen, van land
bouwtentoonstellingen van een he-
dendaagsche en volledige melkerijin-
richting, waar men vervaardigt al wat
van de melk voortkomt, ja zelfs het ijs
dat dienen moet tot boter-, kaas- of
melkverzending en bewaring.
Ik dring er op aan opdat enkele man
nen van goeden wil deze zaak eens
zouden overleggen en dan later samen
komen, om te zien of we niet in groep
zulke uitstapjes zouden kunnen doen, die
ons heel zeker niet dommer zullen ma
ken. Een spreekwoord zegt dat men de
goede voorbeelden moet navolgen, maar
dan moet men toch eerst den moed heb
ben om er te gaan naar kijken. Ik wil er
me zelf mee gelasten zulk een uitstapje
voor te bereiden als proef.
Een ander punt mag ik thans niet ver
geten, dat wij zeer flinke medewerkers
hebben, die niet beter vragen dan hun
ken kennis en hun wetenschap ten dien
ste te stellen van al onze leden. Wij
maken er dan ook de besturen van al
onze afdeelingen opmerkzaam op dat
R. U. Z. steeds bereid is hen een man te
zenden om eens te handelen of gemeen
zaam te spreken over alle onderwerpen,
die den landbouw aangaan. Wij zouden
dan enkel aan de plaatselijke secretaris
sen vragen ons hiervan op tijd te ver
wittigen.
Wij moeten allen te zamen met goe
den wil bezield zijn en alles doen wat in
onze macht is om voor de algeheele
geestelijke ontwikkeling onzer landbou
wers te ieveren, zoowel als wij ons best
doen om hun stoffelijke belangen te be
hartigen.
H. KLOPTEROP.
Naast 't open deurken in de zon
Een arme blinde zat,
Een speelziek kindjen op den schoot
Dat roode kaakjes had.
Zijn viogren streken door de vlecht.
Gekruld als goud zoo blond
Langs bei zijn rozewangentjes,
Zijn halsje, kin en mond.
Het wipte, danste op zijnen knie,
Hij liet het blijde doen,
Doch prangde t soms aan 't minnend
[hart
En gaf het dan een zoen.
k Ging juist voorbij en zag een traan
Hem langs de wangen vliên,
Terwijl hij zuchtte Kindjen. och
Kon ik u toch eens zien
Fons Van de Maele.
Er zijn in ons magazijn beste eetaard-
appelen te verkrijgen, Roode en Witte.
Prijsvermindering voor groote hoeveel
heden.
1 Kilo wegend, dubbel ketting, extra
kwaliteit," zijn in ons magazijn te verkrij
gen aan 3,25 fr. 't stuk.
In De Koornbloem van verleden
Zondag, schreven wij dat een levensader
van onzen landbouw grootendeels be
dreigd wordt door het stemmen van het
wetsontwerp Berryer op den invoar van
varkensvleesch.
De uitgebrachte stemming over ge
zegd wetsvoorstel in de Kamer van
Volksvertegenwoordigers, het op 10 mi
nuten tijds in overweging nemen en
stemmen der wet en het doodzwijgen
van heel de pers over die zoo gewichti
ge zaak voor de landbouwers, moeten
ons eens te meer aantoonen, hoe wij ge
boekt staan in de tegenwoordige soli
daire maatschappij.
Aan de cijfers die wij over 8 dagen
gaven,kan men goed nagaan hoe belang
rijk de zwijnenkweek is voor de land-
bouwuitbaters in België vooral de klei
ne landbouwer, de boer met 1 a 2 koeiën
hield er zich veel mee bezig. Hem toch
ontbreken de middelen en de noodige
gronden om met het kweeken van 't een
of 't ander gewas of nijverheidsplant
zijne uitbating winstgevend te maken of
hem een bestaan te verschaffen.
Hier was het aan de volksvertegen
woordigers om te toonen dat zij ook de
wetgevers zijn van de boeren, hier kon
den zij zich eens laten zien dezen die de
rechtvaardigheid genegen zijn en die het
met de belangen van iedereen goed voor
hebben.
In ons land zijn 1.102.244 personen
die in de landbouw hun brood verdie
nen 't zij als boer, 't zij als landbouw-
werkman. Welnu die 1.102.244 perso
nen werden over 't hoofd gekeken, die
stemming op den invoer van varken-
vleesch heeft eens te meer het bewijs
geleverd, dat wij boeren hoegenaamd
voor niets worden aanzien, dat men
voor ons geene belangen wil kennen,
dat wij geen recht op leven hebben.
De 99 volksvertegenwoordigers die
voor die wet hebben gestemd, mogen, op
zijn beleefdst gesproken, judassen wor
den genoemd. Er is geen enkele onder
hen die in November laatstleden niet
beweerde een vriend der landbouwers te
zijn. Op elk partijprogramma van toen,
werd er met de belangen der landbouw
bevolking rekening gehouden, iedereen
zou gezorgd hebben voor degelijke wet
ten ten bate van land- en tuinbouw, de
tijd van slaafsche onderdrukking was
voorbij.
Hier was geen kwestie van eene wet
ten bate van den landbouwer, hier
moesten wij, Belgische boeren, alleen
beschermd worden tegen vreemde con
currentie om de inlandsche voortbren
ger in de mogelijkheid te stellen met zijn
eigene produkten zijn brood te verdie
nen. Wij vragen geen 8-uren-werk, geen
dagloon van 20 a 30 fr., we vragen geen
5o tot loo percent winst voor 't kapitaal
dat steekt in onze onderneming. We
vragen alleen dat wij, met al ons werk,
met al ons zorgen, zouden kunnen eer
lijk door de wereld komen, een mensch-
waardig leven zouden kunnen leiden. En
dat hebben ze ons geweigerd.
Het is vooral van belang voor ons de
Volksvertegenwoordigers te leeren ken
nen die voor de wet hebben gestemd.
Het is opvallend hoe de grootste poli
tieke vijanden het hier eens waren en
mm
I