REDT U ZELVEN Arbeid adelt Hoe een boomgaard aangelegd te Brussel. Landbouwweekblad Bedenkelijke Toestand van den Landbouw Landbouwers er» Syndikaten De Paardewaedstriid moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. Qpoedeps uit het Olaams^he hand 7 ZONDAG 18 JUNI 1922. Prijs 10 centiemen. 4de JAARGANG Nr 181, Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Meer dan eens hebben wij reeds in De Koornbloem gewezen op den toestand van onzen Belgischen land bouw. Wij hebben het herhaald dat deze toestand alle ernstige menschen, die het groot belang van den landbouw kennen en begrijpen en die nog iets over hebben voor het gemeenschappe lijk Vaderland, tot diep nadenken noopt. De ekonomisten, dat zijn de geleer den die zich met huishoudkundige we tenschap bezig houden, zijn volop met ons t'akkoord, ja, ze gaan zelfs zoover om te beweren dat de toestand van den landbouw niet alleen bedenkelijk is ge worden, maar dat hij zelfs in het voor uitzicht schrikbarend, wanhopig zal zijn en een groot gevaar dreigt te worden voor België dat reeds zoo zeer sukkelt, als een zwaar geladen wagen bij najaars weer door diepe karresporen en mod derpoelen. Onze goeie minister Theunis, dien men uitverkoren had als een redder om het land uit den erbarmelijken finan- cieelen toestand te verlossen, schijnt er zelf niet gerust over te zijn. Zooals vele andere dacht hij ook dat de landbouw een hen met gouden eieren was. En jammer toch missen is menschelijk zij die meest belang had den met dat te doen gelooven, hebben zich vooral vergist. Dat zoo een schoone droom, een droom van goud moet ver gaan In hoogere politieke kringen beginnen de ontgoochelingen aan den gouden droom te knagen, als de wormen aan een stinkend rif. Men heeft immers schoon te praten en te doen, feiten zijn feiten. En dat de toestand van den landbouw bedenkelijk is, blijft een feit, hoe men het ook in ministerieele schoonspraak tracht voor te stellen. Het werd door ons en door zoovele andere genoeg afgeschilderd hoe de landbouwers uitwijken, als zij nog met hart en ziel aan hun bedrijf verslaafd zijn, om in den vreemde voor 't zelfde werk een beter loon te gaan zoeken of hoe andere den landbouwersstiel voor goed vaarwel zeggen en naar de nijver heid overgaan of nog het groot getal beambten gaan vergrooten. Van waar komen die bezwaren waaruit vloeit die krisis voort Sommigen zullen beweren dat de oorlog, die boosdoener op alle gebied, er al de schuld van draagt. En noch tans reeds vóór den oorlog was de toe stand al niet rooskleurig, alles ging van toen af hinkend en mankend. Er bestond inderdaad geen evenwicht. En de wet van het evenwicht is van zoo'n groot belang, dat alles stil valt als het evenwicht gebroken is. De land bouw, dat groot wiel in het raderwerk van den Staat, was niet in den haak en het uurwerk sloeg zot. Reeds toen was er iets als een ongemak, als een vrees dat ons paard zou aangetast zijn van de dourine of onze koeien van de veepest. En na den oorlog De regeerders zijn bovenarms op den landbouw toege sprongen als op een lastdier, dat den Staat uit den modderpoel moest trek ken of als op een drooge koe, die men kost wat kost melk wilde doen geven, en ze hebben het dier zoo zeer getergd en geplaagd dat het er ziek van geworden is. In plaats van den landbouw te be schermen, zooals het overigens zijn plicht is, heeft de Staat alles gedaan om hem te vernielen.Hij heeft millioenen uitgegeven laat het ons maar zeggen met zijn bevoorradingsdiensten zaliger gedach tenis om ons konkurrentie aan te doen, zoodanig dat het bijzonderste wiel in het nationaal raderwerk versleten is geraakt en wee het land als het aan stukken vliegt Immers, terwijl de nijverheid hare produkten vijf zes maal duurder ver koopt dan voor den oorlog, terwijl de handel honderd per honderd en meer winst geeft, terwijl nijverheidswerklie den en bedienden slechts acht uur daags werken en hun brood wel verdienen, suk kelt de landbouwer voort en werkt met verlies (wie maakt eens zijn rekening gedurende den laatsten winter want zijne voornaamste voortbrengselen, vee, boter en eieren kunnen slechts verkocht worden voor twee drie maal den prijs van vöör den oorlog en om bijvoor beeld, boter en eieren voort te brengen moet hij zich waren aanschaffen aan de hoogste prijzen. Het evenwicht is dus gebroken, er is dus waarlijk een krisis. Die krisis moet vermeden worden, het evenwicht moet hersteld. Maar wie dat durft zeggen hoort rap de vraag stellen Welke middelen wilt gij daartoe gebruiken Men hoeft geen minister noch volks vertegenwoordiger te zijn om het zoo eenvoudig antwdord te geven dat hier op past, namelijk Met kort en goed be schermingstaksen of inkomrechten te zetten op vee, boter en eiëren uit den vreemde. Hiervan vinden wij voorbeel den genoeg bij de naburige landen. Ten andere de minister van financieën zal er zich niet over te beklagen hebben, zijn kas zal er bij winnen en wij, boeren, zullen onze voortbrengingskracht vermeerde ren als wij ons brood verdienen. En koopen wij dan minder in den vreemde, onze wisselkoers zal daardoor onmidde- lijk stijgen. Men hoort wel eens zeggen Wat baat het den landbouw te beschermen, wij zullen ons de landbouwvoortbreng- selen altijd beterkoop kunnen aanschaf fen in den vreemde, De boeren ook zouden, bij voorbeeld, beterkoop nijver heidsproducten in Duitschland kunnen vinden, indien men de huidige inkom rechten afschafte. Maar het blijft een onomstootelijke waarheid, dat alle standen der maat schappij recht op bestaan hebben en dat de eene de andere niet mag verdrukken noch verpletten. Aüe nationale nijverheid moet wor den beschermd en ondersteund, ook de landbouw. Wanneer zullen onze regeer ders zich van die gedachte laten door dringen Wanneer zullen ze den moed hebben en bekennen dat zij op een slech ten weg verdwaald zijn Wanneer zul len zij het aandurven de rechtvaardig heid te doen heerschen Waarschijn lijk zal het hier gaan gelijk in zoovele landen, dat. één man zal moeten op staan, die vrij van kapitalistische banden zal spreken en handelen naar den ernst van den toestand. God geve voor ons, landbouwers, dat die man reeds geboren was God geve 't ook voor de welvaart van het reeds zoo zeer geteisterde België, dat maar welvaren kan als al zijne zonen wel wer ken en hun brood verdienen. Onder België's kinderen rekenen de boeren zich niet onder de minste. Mochten zij dan ook begrijpen dat de macht van de ver- eeniging alleen hen redden zal. H. KLOPTEROP Keus der Variëteiten. APPELAARS. 9. De Signe Tillisch is oorspronke lijk uit Denemarken en bijgevolg goed geschikt voor ons klimaat. Deze appel- soort verdient voorzeker meer aange kweekt te worden, want ze maakt kloe ke boomen, sterk gekruind, gezond en vruchtbaar, weinig onderhevig aan kan ker en wollige bloedluis. Is de boom prachtig, de vrucht is het evengoed. Een effen groengele kleur, met een weinig rood langs de zonzijde, hij telt 5 ribben die kenschetsend zijn en waardoor men hem gemakkelijk van tusschen de andere kan rapen. Zijn vleesch is witgroen, malsch, sappig, geurig en van goede kwaliteit. Hij rijpt van October tot Ja nuari, bezit bijgevolg een tamelijk lang bewaarvermogen. Die variëteit vindt te weinig liefhebbers, z'is te weinig nog gekend, en 'k raad iedereen aan er wat meer beslag van te maken. 10. De Schaapmuilen of Keulemans worden veel gekweekt in het noorden van Haspegouw. Hij maakt prachtige boomen van middelmatige sterkte en zeer vruchtbaar. De appel is geinakke- lijk te erkennen, wanneer men hét ach terdeel van den appel in de p.'iim der hand houdt en slechts het vorenste deel den toeschouwer aanbiedt, gelijkt hij wonderwel op de muil van -en *>chaap, vier bobbels steken boven de kroon, die wat binnenwaarts ingaat, uit. De appel is niet groot, eer middelbaar en klein. Zijn vleesch alhoewel malsch en sappig is slechts van 2e hoedanigheid. Zijn voornaamste eigenschap is zijn lang be- waringsvermogen, tot einde Mei kan men hem op tafel brengen. Dat is voor zeker niet te versmaden en hij mag dus wel in de verzameling worden aange troffen. 11De Reinette Descardre is een vrucht van eigen bodem. In 1834 werd ze in den handel gebracht door B. Des cardre, kweeker te Chênée in België. Hij maakt sterke boomen, met fraaie, regel matige kruin. De vorm van den appel heeft veel gemeens met dien van den court-pendu, grooter nochtans, platrond en mooi van uitzicht. De huid er van is geel van kleur, nogal vast, iets zuurach tig van smaak en tamelijk geurig. De vrucht rijpt van November tot Januari. Hij gedijt goed in warme gronden en in goed verlichte standplaats. Daar ver dient hij misschien wel wat meer aange troffen te worden. 12. De Reinette rouge étoilée of de roode sterappel maakt boomen van middelbare kloekte, doch is zeer vrucht baar, draagt jaarlijks, hij heeft met 'tlate gure, winterweder weinig te stellen ver mits hij slechts bloeit als we dit reeds lang achter den rug hebben. De appel is middelmatig groot, glad, hoogrood en met stippels. Zijn vleesch is malsch als boter, zacht, fijn, wit met roode strepen doorweven en van allereerste hoedanig heid van smaak. Zijn uiterlijk, zoowel als zijn innerlijk biedt iets bekoorlijk aan.Hij is voor boomgaard een aanbevelenswaar dige soort, en voornamelijk in lichte gronden. In zware gronden kankert hij. 13. De Reinette grise of grauwvel maakt schoone, bolvormige kruinen van middelmatige grootte, hij is zeer vrucht baar en draagt jaarlijks. De appel heeft als uiterlijk niets dat aanlokt, hij is grauw van vel en ruig bij 't aanraken, zelfs hard. Maar ontdoet ge hem van zijn schil dan biedt hij u iets fijn, witgeel van kleur, sappig, malsch, suikerzoet van smaak. Hij bewaart lang en zijn gerim peld vel dat hem uiterlijk nog ontsiert heeft hoegenaamd geen invloed op den geurigen, zoeten smaak van zijn vleesch. 't Is een aanbevelenswaardige soort en van de reinetten kankert zij misschien wel het minst. Hij bewaart lang, hij werd me, niet lang geleden, nog aangeboden. 14. De Berglander maakt groote boo men, sterk en kloek hout, schoone, wijd- uitgespreide kruinen. Hij is vruchtbaar en levert weinig minderwaardig fruit of uitschot, 't Is een variëteit waar in onze streek veel vraag naar is, wie heeft hem niet in zijn collectie. Hij verdient het ook. 't Is een groote appel, een weinig geribd, groen, donkerrood van kleur. Zijn vleesch is zacht, malsch, doch niet van allereerste kwaliteit voor smaak en geur. Hij wordt veel gevraagd in den handel, levert prachtig fruit, dat goed bewaart. Bovendien is hij weinig aan kanker onderhevig, iets wat in onze streek zeker niet uit 't oog dient verlo ren. 15. De Empereur Alexander heel waarschijnlijk van Russischen oorsprong maakt regelmatig kloeke boomen die nogal vruchtbaar zijn. De appel laat niets aan honger gevoelen, hij is groot of liever zeer groot, lichtgroen van vel, sterk rood gekleurd en gestreept. Zijn vleesch is wit, zacht, zuurzoet, geurig en aangenaam. Hij rijpt in September-Oc tober. 't Is een van onze schoonste ap pels, op tentoonstellingen pronkt hij als een keizer tusschen al zijn mededingers. Legt ge hem immers op de hand, dan valt het u aanstonds op dat hij zoo licht is van gewicht. Wie zou hem hierom versmaden Hij verdient een plaatsken in de verzameling. In boomgaard op be schutte plaats of ge moet gedurig rapen. 'k Ga mijn opsomming van variëtei ten met 15 soorten sluiten, 't Is te veel om ze allen aan te kweeken. Beter 5 of 6 soorten dan tien en meer. De vroege soorten prijs ik meest aan, omdat de boom, eens de vrucht geplukt, nog tijd te over heeft om voor 't volgende jaar kloeke bloembotten te vormen. Let ook op t uitschot ten Soorten die er te veel geven moet ge vermijden. Ziehier een verzameling van vijf die u misschien wel kan bevredigen, als ge niet te moeilijk zijt, 1Belle de Boskoop. 2. Jacques Lebel. 3. Berglander. 4. Transpa rente de Croneels. 5. Dubbele Belle fleur. Ik ga mijn gang, ik ga mijn weg, Maar ga op eigen voeten, En ga ik links, of ga ik rechts, Ik ben het die zal boeten Ik kijk naar hier, ik kijk naar daar, Maar kijk uit eigen oogen En heb ik al verkeerd gezien, 'k Heb slechts mij zelf bedrogen Ik spreek mijn woord zoo ik het meen Naar eigen dunk en sprake, En zeg ik al een woord verkeerd, 't Kan maar mij zelve raken Wiens brood men eet, diens woord [men spreekt Die spreuk was nooit de mijne Wie handelt zoo, 't zij hoog of laag, Die mensch dien vind ik kleine Ik zeg mijn woord, ik ga mijn weg, Mij kan geen wereld storen Mijn plicht voor licht en God voor baak, Zij loop ik niet verloren Fons Van de Maele. In een voorgaand artikel hebben we doen uitschijnen hoe noodzakelijk het is voor de landbouwers zich te vereenigen, plaatselijke syndikaten te stichten, om zoo tot een algemeene organisatie van den landbouw te komen en de land bouwbelangen op krachtige en doeltref fende wijze te kunnen verdedigen. We zegden dan ook dat die vereeniging niet alleen inlandsch maar internationaal moet zijn. De landbouw is immers eene nijverheid, en als nijverheid moet hij den zelfden weg in dien alle nijverheden reeds ingeslagen zijn 't is te zeggen zooveel mogelijk voortbrengen, uitvoe ren naar den vreemde de producten die we te veel hebben, en zoo weinig moge lijk invoeren. Dit is niet alleen de hoofdzaak tot het verbeteren van den financieelen toestand van het land in 't algemeen, maar tot het verbeteren van den landbouwtoestand in 't bijzonder. Het spreekt immers van zelf dat een land 't welk veel invoeren moet en weinig uitvoeren kan, zijn toe stand op financieel gebied dagelijks ver zwakken ziet. 't Zelfde is waar voor den landbouw wanneer een land producten invoert die in het land zelf voortgebracht worden, moeten de prijzen, volgens den regel van vraag en aanbod, of omge keerd, van dag tot dag flauwer worden, en zoo onrechtstreeks oorzaak zijn van eenen slechten toestand van de land bouw, vermits in zulke omstandigheden de landbouwers verplicht zijn hunne producten aan min winstgevende, soms bespottelijke prijzen aan den man te brengen. Laat ons als voorbeeld nemen den varkensteelt. We weten allen dat er in de twee Vlaanderen in 't bijzonder, veel varkens gekweekt worden zoolang den invoer er van verboden is, blijft het varkenskweeken een winstgevend be drijf, maar eens den invoer toegelaten dalen de prijzen soms zoodanig dat onze landbouwers, voeder en arbeid gerekend, er dikwijls geld aan toeleggen. Hieruit vloeit dat de landbouwbelan gen in alle landen niet dezelfde zijn en dat er soms tusschen verschillende lan den voor zekere produkten scherpe me dedinging bestaat. Die toestand is dus nadeelig voor den landbouw en zou moeten verholpen worden. Het gouver nement kan die mededinging wel intoo- men, met den invoer te ontzeggen aan produkten die bij ons op voldoende wij ze gewonnen worden, maar helaas er worden in ons land geen,wetten gemaakt doeltreffend genoeg om den landbouw te beschermen. We moeten er nochtans bij voegen dat overdreven bescherming ook wel tot ons nadeel zou kunnen uitloo- pen. De kerk moet dus in 't midden ge houden worden en dit kan best gevon den worden door eene overeenkomst tusschen de latidbouwersvereenigingen der verschillende landen. Zooals we vroeger zegden moet er om tot organisatie te komen meer voe ling ontstaan tusschen de landbouwers, 't Zelfde dient gezegd voor de land- bouwsyndikaten der verschillende lan den, want uit meer voeling, komt er meer verstandhouding, en van ver standhouding komt men gemakkelijk tot wederzijdsche overeenkomsten of beter nog tot een verbond. Een internationaal landbouwverbond stichten is natuurlijk geen werk van een dag dit vereischt rijpe overweging en grondig voorbereidend werk. Een eer ste stap in die richting werd onlangs ge daan door het inrichten van een inter nationaal landbouwgesticht te Rome.De landbouwministeries der meeste landen zijn er reeds vertegenwoordigd, en niet tegenstaande de tegenstrijdigheid die er bestaat tusschen de landbouwbelangen van vele landen, heeft men er reeds be vonden dat er voor vele dier belangen, waarvoor alle internationale verstand houding uitgesloten scheen, middel tot overeenkomst bestaat. Langs eenen an deren kant heeft men er reeds inlichtin gen verzameld nopens den landbouw van vele landen, maatregelen onder zocht en wetenschappelijke onderzoe kingen ingesteld,waarvan veel verwacht wordt. Njfifctegenstaaode c' de moeilijkheden, is samenwerking dus in feite wel moge lijk belangen waarvoor overeenkomst mogelijk is, kunnen dus dadelijk gere geld en door weder-zijdsche toegevingen en vergoedingen kunnen de tegenstrij dige belangen wellicht verzoend wor den. In alle landen brengt de landbouw honderden soorten van plantaardige en dierlijke produkten voortmen zou dus kunnen onderzoeken of er middel be staat om aan het eene land zijn bestaand overwicht te leveren van een produkt, mits ditzelfde land zich verbinde niet mede te dingen voor een ander produkt. De zaken eens zoo ver gebracht, dan staat de toekomst verzekerd voor den landbouw. Doch nog eens landbouwers, alles hangt af van u, en van u alleen als gij u niet vereenigen wilt, dan kan er geen verstandhouding komen tusschen land bouwers van een en 't zelfde land, en zoolang die verstandhouding er niet is, kan er geene bestaan tusschen landbou- wersvereenigingen van verschillende landen, en bijgevolg ook geen interna tionaal verbond. Juist gelijk het eenen metser onmogelijk zou zijn de kap op een huis te bouwen, waarvan hij niet eerst de muren opgericht heeft. In vereeniging ligt dus uw redding wilt ge binnen enkele jaren ten onder gaan blijft dan verdeeld, maar verkiest ge integendeel uw belangen op behoor lijke wijze verdedigd, en uw lot te zien verbeteren, vereeenigt u dan, opdat ge allen te zamen machtig genoeg wordet om iets in de samenleving te zeggen te krijgen J. S. In het Walenland wonende kan ik aan het smachtend verlangen niet weer staan om aan mijn vrienden in het Vlaamsche land te toonen welke groot- sche strijd hier gestreden wordt. Ieder dorp heeft zijn sydicaat, iedere groote omtrek heeft zijn commissies. Zoo werden ze vereenigd in twee mach tige samenwerkende bonden de F. N. des U. P. A. van België, gesteund door het groote landbouwblad La Défense agricole Beige die tehuis hoort bij iederen landbouwer in het Walenland. Zie, broeders, dat is een machtigen strijd. Verachtende de politiek, strijden ze slechts voor hun vak. Sla even een blik in de kamers. Alle partijen staan als razenden tegenover elkander doch als het een wet tegen de landbouwers geldt geven ze elkander de hand en zijn ze vrienden. Zoo is het geweest met de wet om het versch varkenvleesch uit den vreemde te laten binnen komen. Rood, blauw en geel alles ondereen ge lijk leeuwen hakten ze de klauwen in onzen rug. Als ik denk dat wij landbou wers sinds zoovele jaren mèt onze stem men, met alles de groote partijen hebben recht gehouden en als het er op aan komt iets voor ons te doen, zij ons dan den rug toekeeren, als ik daar aan denk, zeg ik, dan rijzen me de haren omhoog van drift dan alleen beseft men wat verachtelijk iets de politiek is. Sla de blik op de afgevaardigden van uw streek, zij die u beloofd hadden alles voor de land bouwers te doen voor wie we dan ook allen stemden, zijn zoo laf geweest zich bij de stemming van de wet op het varkenvleesch te onthouden of hebben er zelfs tegen gestemddat is de politiek. Daarom, broeders, doet gelijk de Walen, keert den rug naar de politie kers toe, en als het nog kiezing wordt, stemt slechts voor uw vak, dat is onze redding. Hier is het ook een onomwon den en vrije strijd niet gelijk dezen die de landbouwers zoolang mogelijk onder den hiel trachten te houden. Zulke man nen heb ik ook gekend, maar sinds lang heb ik hen den rug gekeerd ze strijden onder een politieke kleur. Die groote heeren En als men in Brussel spreekt, dan strijken ze de ooren gelijk de lam meren, want zij ook hebben er alle be lang bij om de ontvoogding zoolang mo gelijk tegen te houden. Dus broeders, bemint slechts den vrijen strijd, die voor niets teruggaat, als het onze belangen geldt, want slechts van onze samenwerking hangt onze toekomst af. Trekt uw oogen open, alles wordt op de landbouwers geworpen en spannen r.! bun4craclne in,- oar una zoo zuur gewonnen zweetgeld naar de Staatskas te doen stroomen. Vrienden, broeders, steunt slechts den vrijen strijd, gelijk dien van uw geëerden bond "Redt LI Zeiven dat alleen is onze redding De groeten van een jongen Vlaming uit het Walenland aan alle Vlaamsche boeren. Rechtuit. Hierover wat meer toekomende week. De sXXXIIIe wedstrijd voor kweek- paarden, ingericht door de Koninklijke Nationale vereeniging van het Belgisch Trekpaard heeft dit jaar wederom een buitengewoon succes gehad. Tw^ê honderd twee en vijftig Belgische kwee kers hebben dit jaar 670 paarden bijeen gebracht hetzij 36 meer dan verleden jaar. Elke reeks bevatte prachtige en waar devolle dieren. Tusschen de tentoonge stelde paarden heerschte eene wonder bare gelijkvormigheid in elk dier zag de gewone toeschouwer de kampioen, alle vreemdelingen roemden de zuiver heid van ons paardenras, van daar ook dat onze Belgische paarden in alle lan den liefhebbers vinden. Die jaarlijksche groote prijskamp, de prijzen en premiën die er worden gege ven door de zorgen der Koninklijke Vereeniging van het Belgisch Trekpaard dragen oneindig veel bij om het prestige van ons paardenras te bewaren en te verbeteren. De jury samengesteld uit 28 leden had als voorzitter den heer Camille Hubert en als secretaris Graaf Gaston de Ribaucourt. Onder de vele vreemdelingen die de prijskamp bezocht hebben, werd vooral opgemerkt een afvaardiging van Itali- aansche landbouwers uit de streek van Cremona, naar de tentoonstelling geko men met het doel fokpaarden te koopen. Vrijdag werden vele koopen afgesloten. Een landbouwer die in zijn reeks één eerste prijs behaalde verkocht aan een liefhebber drie jonge paarden van 2 tot 3 maanden oud, tegen 25.ooo fr. 't stuk. Het prijsminnend paard zelf tegen 5o.ooo fr. verkocht, had aan den eige naar van af nieuwjaar tot nu 15o.ooo fr. opgebracht voor het dekken van mer- riën. Hier geven wij enkele uitslagen. Ze geven van al de reeksen is ons totaal onmogelijk, heel ons blad zouden wij er moeten aanbesteden. 'RXBLOEM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1922 | | pagina 1