REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
Hoe een boomgaard
aangelegd
te Brussel.
Landbouwweekblad
Bedenkelijke Toestand
van den Landbouw
Landbouwers
er» Syndikaten
De Paardewaedstriid
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
Qpoedeps uit het
Olaams^he hand
7
ZONDAG 18 JUNI 1922.
Prijs 10 centiemen.
4de JAARGANG Nr 181,
Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Meer dan eens hebben wij reeds in
De Koornbloem gewezen op den
toestand van onzen Belgischen land
bouw. Wij hebben het herhaald dat
deze toestand alle ernstige menschen, die
het groot belang van den landbouw
kennen en begrijpen en die nog iets
over hebben voor het gemeenschappe
lijk Vaderland, tot diep nadenken
noopt.
De ekonomisten, dat zijn de geleer
den die zich met huishoudkundige we
tenschap bezig houden, zijn volop met
ons t'akkoord, ja, ze gaan zelfs zoover
om te beweren dat de toestand van den
landbouw niet alleen bedenkelijk is ge
worden, maar dat hij zelfs in het voor
uitzicht schrikbarend, wanhopig zal zijn
en een groot gevaar dreigt te worden
voor België dat reeds zoo zeer sukkelt,
als een zwaar geladen wagen bij najaars
weer door diepe karresporen en mod
derpoelen.
Onze goeie minister Theunis, dien
men uitverkoren had als een redder om
het land uit den erbarmelijken finan-
cieelen toestand te verlossen, schijnt er
zelf niet gerust over te zijn.
Zooals vele andere dacht hij ook dat
de landbouw een hen met gouden eieren
was. En jammer toch missen is
menschelijk zij die meest belang had
den met dat te doen gelooven, hebben
zich vooral vergist. Dat zoo een schoone
droom, een droom van goud moet ver
gaan
In hoogere politieke kringen beginnen
de ontgoochelingen aan den gouden
droom te knagen, als de wormen aan een
stinkend rif. Men heeft immers schoon
te praten en te doen, feiten zijn feiten.
En dat de toestand van den landbouw
bedenkelijk is, blijft een feit, hoe men
het ook in ministerieele schoonspraak
tracht voor te stellen.
Het werd door ons en door zoovele
andere genoeg afgeschilderd hoe de
landbouwers uitwijken, als zij nog met
hart en ziel aan hun bedrijf verslaafd
zijn, om in den vreemde voor 't zelfde
werk een beter loon te gaan zoeken of
hoe andere den landbouwersstiel voor
goed vaarwel zeggen en naar de nijver
heid overgaan of nog het groot getal
beambten gaan vergrooten.
Van waar komen die bezwaren
waaruit vloeit die krisis voort
Sommigen zullen beweren dat de
oorlog, die boosdoener op alle gebied,
er al de schuld van draagt. En noch
tans reeds vóór den oorlog was de toe
stand al niet rooskleurig, alles ging van
toen af hinkend en mankend.
Er bestond inderdaad geen evenwicht.
En de wet van het evenwicht is van
zoo'n groot belang, dat alles stil valt als
het evenwicht gebroken is. De land
bouw, dat groot wiel in het raderwerk
van den Staat, was niet in den haak en
het uurwerk sloeg zot. Reeds toen was er
iets als een ongemak, als een vrees dat
ons paard zou aangetast zijn van de
dourine of onze koeien van de veepest.
En na den oorlog De regeerders
zijn bovenarms op den landbouw toege
sprongen als op een lastdier, dat den
Staat uit den modderpoel moest trek
ken of als op een drooge koe, die men
kost wat kost melk wilde doen geven, en
ze hebben het dier zoo zeer getergd en
geplaagd dat het er ziek van geworden
is. In plaats van den landbouw te be
schermen, zooals het overigens zijn plicht
is, heeft de Staat alles gedaan om hem te
vernielen.Hij heeft millioenen uitgegeven
laat het ons maar zeggen met zijn
bevoorradingsdiensten zaliger gedach
tenis om ons konkurrentie aan te
doen, zoodanig dat het bijzonderste wiel
in het nationaal raderwerk versleten is
geraakt en wee het land als het aan
stukken vliegt
Immers, terwijl de nijverheid hare
produkten vijf zes maal duurder ver
koopt dan voor den oorlog, terwijl de
handel honderd per honderd en meer
winst geeft, terwijl nijverheidswerklie
den en bedienden slechts acht uur daags
werken en hun brood wel verdienen, suk
kelt de landbouwer voort en werkt met
verlies (wie maakt eens zijn rekening
gedurende den laatsten winter want
zijne voornaamste voortbrengselen, vee,
boter en eieren kunnen slechts verkocht
worden voor twee drie maal den prijs
van vöör den oorlog en om bijvoor
beeld, boter en eieren voort te brengen
moet hij zich waren aanschaffen aan de
hoogste prijzen.
Het evenwicht is dus gebroken, er is
dus waarlijk een krisis.
Die krisis moet vermeden worden, het
evenwicht moet hersteld.
Maar wie dat durft zeggen hoort rap
de vraag stellen Welke middelen wilt
gij daartoe gebruiken
Men hoeft geen minister noch volks
vertegenwoordiger te zijn om het zoo
eenvoudig antwdord te geven dat hier
op past, namelijk Met kort en goed be
schermingstaksen of inkomrechten te
zetten op vee, boter en eiëren uit den
vreemde. Hiervan vinden wij voorbeel
den genoeg bij de naburige landen. Ten
andere de minister van financieën zal er
zich niet over te beklagen hebben, zijn
kas zal er bij winnen en wij, boeren, zullen
onze voortbrengingskracht vermeerde
ren als wij ons brood verdienen. En
koopen wij dan minder in den vreemde,
onze wisselkoers zal daardoor onmidde-
lijk stijgen.
Men hoort wel eens zeggen Wat
baat het den landbouw te beschermen,
wij zullen ons de landbouwvoortbreng-
selen altijd beterkoop kunnen aanschaf
fen in den vreemde, De boeren ook
zouden, bij voorbeeld, beterkoop nijver
heidsproducten in Duitschland kunnen
vinden, indien men de huidige inkom
rechten afschafte.
Maar het blijft een onomstootelijke
waarheid, dat alle standen der maat
schappij recht op bestaan hebben en dat
de eene de andere niet mag verdrukken
noch verpletten.
Aüe nationale nijverheid moet wor
den beschermd en ondersteund, ook de
landbouw. Wanneer zullen onze regeer
ders zich van die gedachte laten door
dringen Wanneer zullen ze den moed
hebben en bekennen dat zij op een slech
ten weg verdwaald zijn Wanneer zul
len zij het aandurven de rechtvaardig
heid te doen heerschen Waarschijn
lijk zal het hier gaan gelijk in zoovele
landen, dat. één man zal moeten op
staan, die vrij van kapitalistische banden
zal spreken en handelen naar den ernst
van den toestand.
God geve voor ons, landbouwers, dat
die man reeds geboren was God geve
't ook voor de welvaart van het reeds
zoo zeer geteisterde België, dat maar
welvaren kan als al zijne zonen wel wer
ken en hun brood verdienen. Onder
België's kinderen rekenen de boeren zich
niet onder de minste. Mochten zij dan
ook begrijpen dat de macht van de ver-
eeniging alleen hen redden zal.
H. KLOPTEROP
Keus der Variëteiten.
APPELAARS.
9. De Signe Tillisch is oorspronke
lijk uit Denemarken en bijgevolg goed
geschikt voor ons klimaat. Deze appel-
soort verdient voorzeker meer aange
kweekt te worden, want ze maakt kloe
ke boomen, sterk gekruind, gezond en
vruchtbaar, weinig onderhevig aan kan
ker en wollige bloedluis. Is de boom
prachtig, de vrucht is het evengoed. Een
effen groengele kleur, met een weinig
rood langs de zonzijde, hij telt 5 ribben
die kenschetsend zijn en waardoor men
hem gemakkelijk van tusschen de andere
kan rapen. Zijn vleesch is witgroen,
malsch, sappig, geurig en van goede
kwaliteit. Hij rijpt van October tot Ja
nuari, bezit bijgevolg een tamelijk lang
bewaarvermogen. Die variëteit vindt te
weinig liefhebbers, z'is te weinig nog
gekend, en 'k raad iedereen aan er wat
meer beslag van te maken.
10. De Schaapmuilen of Keulemans
worden veel gekweekt in het noorden
van Haspegouw. Hij maakt prachtige
boomen van middelmatige sterkte en
zeer vruchtbaar. De appel is geinakke-
lijk te erkennen, wanneer men hét ach
terdeel van den appel in de p.'iim der
hand houdt en slechts het vorenste deel
den toeschouwer aanbiedt, gelijkt hij
wonderwel op de muil van -en *>chaap,
vier bobbels steken boven de kroon, die
wat binnenwaarts ingaat, uit. De appel
is niet groot, eer middelbaar en klein.
Zijn vleesch alhoewel malsch en sappig
is slechts van 2e hoedanigheid. Zijn
voornaamste eigenschap is zijn lang be-
waringsvermogen, tot einde Mei kan
men hem op tafel brengen. Dat is voor
zeker niet te versmaden en hij mag dus
wel in de verzameling worden aange
troffen.
11De Reinette Descardre is een
vrucht van eigen bodem. In 1834 werd
ze in den handel gebracht door B. Des
cardre, kweeker te Chênée in België. Hij
maakt sterke boomen, met fraaie, regel
matige kruin. De vorm van den appel
heeft veel gemeens met dien van den
court-pendu, grooter nochtans, platrond
en mooi van uitzicht. De huid er van is
geel van kleur, nogal vast, iets zuurach
tig van smaak en tamelijk geurig. De
vrucht rijpt van November tot Januari.
Hij gedijt goed in warme gronden en in
goed verlichte standplaats. Daar ver
dient hij misschien wel wat meer aange
troffen te worden.
12. De Reinette rouge étoilée of de
roode sterappel maakt boomen van
middelbare kloekte, doch is zeer vrucht
baar, draagt jaarlijks, hij heeft met 'tlate
gure, winterweder weinig te stellen ver
mits hij slechts bloeit als we dit reeds
lang achter den rug hebben. De appel is
middelmatig groot, glad, hoogrood en
met stippels. Zijn vleesch is malsch als
boter, zacht, fijn, wit met roode strepen
doorweven en van allereerste hoedanig
heid van smaak. Zijn uiterlijk, zoowel als
zijn innerlijk biedt iets bekoorlijk aan.Hij
is voor boomgaard een aanbevelenswaar
dige soort, en voornamelijk in lichte
gronden. In zware gronden kankert hij.
13. De Reinette grise of grauwvel
maakt schoone, bolvormige kruinen van
middelmatige grootte, hij is zeer vrucht
baar en draagt jaarlijks. De appel heeft
als uiterlijk niets dat aanlokt, hij is grauw
van vel en ruig bij 't aanraken, zelfs
hard. Maar ontdoet ge hem van zijn
schil dan biedt hij u iets fijn, witgeel van
kleur, sappig, malsch, suikerzoet van
smaak. Hij bewaart lang en zijn gerim
peld vel dat hem uiterlijk nog ontsiert
heeft hoegenaamd geen invloed op den
geurigen, zoeten smaak van zijn vleesch.
't Is een aanbevelenswaardige soort en
van de reinetten kankert zij misschien
wel het minst. Hij bewaart lang, hij werd
me, niet lang geleden, nog aangeboden.
14. De Berglander maakt groote boo
men, sterk en kloek hout, schoone, wijd-
uitgespreide kruinen. Hij is vruchtbaar
en levert weinig minderwaardig fruit of
uitschot, 't Is een variëteit waar in onze
streek veel vraag naar is, wie heeft hem
niet in zijn collectie. Hij verdient het
ook. 't Is een groote appel, een weinig
geribd, groen, donkerrood van kleur.
Zijn vleesch is zacht, malsch, doch niet
van allereerste kwaliteit voor smaak en
geur. Hij wordt veel gevraagd in den
handel, levert prachtig fruit, dat goed
bewaart. Bovendien is hij weinig aan
kanker onderhevig, iets wat in onze
streek zeker niet uit 't oog dient verlo
ren.
15. De Empereur Alexander heel
waarschijnlijk van Russischen oorsprong
maakt regelmatig kloeke boomen die
nogal vruchtbaar zijn. De appel laat
niets aan honger gevoelen, hij is groot
of liever zeer groot, lichtgroen van vel,
sterk rood gekleurd en gestreept. Zijn
vleesch is wit, zacht, zuurzoet, geurig en
aangenaam. Hij rijpt in September-Oc
tober. 't Is een van onze schoonste ap
pels, op tentoonstellingen pronkt hij als
een keizer tusschen al zijn mededingers.
Legt ge hem immers op de hand, dan
valt het u aanstonds op dat hij zoo licht
is van gewicht. Wie zou hem hierom
versmaden Hij verdient een plaatsken
in de verzameling. In boomgaard op be
schutte plaats of ge moet gedurig rapen.
'k Ga mijn opsomming van variëtei
ten met 15 soorten sluiten, 't Is te veel
om ze allen aan te kweeken. Beter 5 of
6 soorten dan tien en meer. De vroege
soorten prijs ik meest aan, omdat de
boom, eens de vrucht geplukt, nog tijd
te over heeft om voor 't volgende jaar
kloeke bloembotten te vormen. Let ook
op t uitschot ten Soorten die er te
veel geven moet ge vermijden.
Ziehier een verzameling van vijf die
u misschien wel kan bevredigen, als ge
niet te moeilijk zijt,
1Belle de Boskoop. 2. Jacques
Lebel. 3. Berglander. 4. Transpa
rente de Croneels. 5. Dubbele Belle
fleur.
Ik ga mijn gang, ik ga mijn weg,
Maar ga op eigen voeten,
En ga ik links, of ga ik rechts,
Ik ben het die zal boeten
Ik kijk naar hier, ik kijk naar daar,
Maar kijk uit eigen oogen
En heb ik al verkeerd gezien,
'k Heb slechts mij zelf bedrogen
Ik spreek mijn woord zoo ik het meen
Naar eigen dunk en sprake,
En zeg ik al een woord verkeerd,
't Kan maar mij zelve raken
Wiens brood men eet, diens woord
[men spreekt
Die spreuk was nooit de mijne
Wie handelt zoo, 't zij hoog of laag,
Die mensch dien vind ik kleine
Ik zeg mijn woord, ik ga mijn weg,
Mij kan geen wereld storen
Mijn plicht voor licht en God voor baak,
Zij loop ik niet verloren
Fons Van de Maele.
In een voorgaand artikel hebben we
doen uitschijnen hoe noodzakelijk het is
voor de landbouwers zich te vereenigen,
plaatselijke syndikaten te stichten, om
zoo tot een algemeene organisatie van
den landbouw te komen en de land
bouwbelangen op krachtige en doeltref
fende wijze te kunnen verdedigen. We
zegden dan ook dat die vereeniging niet
alleen inlandsch maar internationaal
moet zijn. De landbouw is immers eene
nijverheid, en als nijverheid moet hij den
zelfden weg in dien alle nijverheden
reeds ingeslagen zijn 't is te zeggen
zooveel mogelijk voortbrengen, uitvoe
ren naar den vreemde de producten die
we te veel hebben, en zoo weinig moge
lijk invoeren.
Dit is niet alleen de hoofdzaak tot het
verbeteren van den financieelen toestand
van het land in 't algemeen, maar tot het
verbeteren van den landbouwtoestand
in 't bijzonder. Het spreekt immers van
zelf dat een land 't welk veel invoeren
moet en weinig uitvoeren kan, zijn toe
stand op financieel gebied dagelijks ver
zwakken ziet. 't Zelfde is waar voor den
landbouw wanneer een land producten
invoert die in het land zelf voortgebracht
worden, moeten de prijzen, volgens den
regel van vraag en aanbod, of omge
keerd, van dag tot dag flauwer worden,
en zoo onrechtstreeks oorzaak zijn van
eenen slechten toestand van de land
bouw, vermits in zulke omstandigheden
de landbouwers verplicht zijn hunne
producten aan min winstgevende, soms
bespottelijke prijzen aan den man te
brengen.
Laat ons als voorbeeld nemen den
varkensteelt. We weten allen dat er in
de twee Vlaanderen in 't bijzonder, veel
varkens gekweekt worden zoolang den
invoer er van verboden is, blijft het
varkenskweeken een winstgevend be
drijf, maar eens den invoer toegelaten
dalen de prijzen soms zoodanig dat onze
landbouwers, voeder en arbeid gerekend,
er dikwijls geld aan toeleggen.
Hieruit vloeit dat de landbouwbelan
gen in alle landen niet dezelfde zijn en
dat er soms tusschen verschillende lan
den voor zekere produkten scherpe me
dedinging bestaat. Die toestand is dus
nadeelig voor den landbouw en zou
moeten verholpen worden. Het gouver
nement kan die mededinging wel intoo-
men, met den invoer te ontzeggen aan
produkten die bij ons op voldoende wij
ze gewonnen worden, maar helaas er
worden in ons land geen,wetten gemaakt
doeltreffend genoeg om den landbouw te
beschermen. We moeten er nochtans bij
voegen dat overdreven bescherming ook
wel tot ons nadeel zou kunnen uitloo-
pen. De kerk moet dus in 't midden ge
houden worden en dit kan best gevon
den worden door eene overeenkomst
tusschen de latidbouwersvereenigingen
der verschillende landen.
Zooals we vroeger zegden moet er
om tot organisatie te komen meer voe
ling ontstaan tusschen de landbouwers,
't Zelfde dient gezegd voor de land-
bouwsyndikaten der verschillende lan
den, want uit meer voeling, komt er
meer verstandhouding, en van ver
standhouding komt men gemakkelijk tot
wederzijdsche overeenkomsten of beter
nog tot een verbond.
Een internationaal landbouwverbond
stichten is natuurlijk geen werk van een
dag dit vereischt rijpe overweging en
grondig voorbereidend werk. Een eer
ste stap in die richting werd onlangs ge
daan door het inrichten van een inter
nationaal landbouwgesticht te Rome.De
landbouwministeries der meeste landen
zijn er reeds vertegenwoordigd, en niet
tegenstaande de tegenstrijdigheid die er
bestaat tusschen de landbouwbelangen
van vele landen, heeft men er reeds be
vonden dat er voor vele dier belangen,
waarvoor alle internationale verstand
houding uitgesloten scheen, middel tot
overeenkomst bestaat. Langs eenen an
deren kant heeft men er reeds inlichtin
gen verzameld nopens den landbouw
van vele landen, maatregelen onder
zocht en wetenschappelijke onderzoe
kingen ingesteld,waarvan veel verwacht
wordt.
Njfifctegenstaaode c' de moeilijkheden,
is samenwerking dus in feite wel moge
lijk belangen waarvoor overeenkomst
mogelijk is, kunnen dus dadelijk gere
geld en door weder-zijdsche toegevingen
en vergoedingen kunnen de tegenstrij
dige belangen wellicht verzoend wor
den. In alle landen brengt de landbouw
honderden soorten van plantaardige en
dierlijke produkten voortmen zou dus
kunnen onderzoeken of er middel be
staat om aan het eene land zijn bestaand
overwicht te leveren van een produkt,
mits ditzelfde land zich verbinde niet
mede te dingen voor een ander produkt.
De zaken eens zoo ver gebracht, dan
staat de toekomst verzekerd voor den
landbouw.
Doch nog eens landbouwers, alles
hangt af van u, en van u alleen als gij
u niet vereenigen wilt, dan kan er geen
verstandhouding komen tusschen land
bouwers van een en 't zelfde land, en
zoolang die verstandhouding er niet is,
kan er geene bestaan tusschen landbou-
wersvereenigingen van verschillende
landen, en bijgevolg ook geen interna
tionaal verbond. Juist gelijk het eenen
metser onmogelijk zou zijn de kap op
een huis te bouwen, waarvan hij niet
eerst de muren opgericht heeft.
In vereeniging ligt dus uw redding
wilt ge binnen enkele jaren ten onder
gaan blijft dan verdeeld, maar verkiest
ge integendeel uw belangen op behoor
lijke wijze verdedigd, en uw lot te zien
verbeteren, vereeenigt u dan, opdat ge
allen te zamen machtig genoeg wordet
om iets in de samenleving te zeggen te
krijgen J. S.
In het Walenland wonende kan ik
aan het smachtend verlangen niet weer
staan om aan mijn vrienden in het
Vlaamsche land te toonen welke groot-
sche strijd hier gestreden wordt.
Ieder dorp heeft zijn sydicaat, iedere
groote omtrek heeft zijn commissies.
Zoo werden ze vereenigd in twee mach
tige samenwerkende bonden de F. N.
des U. P. A. van België, gesteund door
het groote landbouwblad La Défense
agricole Beige die tehuis hoort bij
iederen landbouwer in het Walenland.
Zie, broeders, dat is een machtigen strijd.
Verachtende de politiek, strijden ze
slechts voor hun vak. Sla even een blik
in de kamers. Alle partijen staan als
razenden tegenover elkander doch als
het een wet tegen de landbouwers geldt
geven ze elkander de hand en zijn ze
vrienden. Zoo is het geweest met de
wet om het versch varkenvleesch uit
den vreemde te laten binnen komen.
Rood, blauw en geel alles ondereen ge
lijk leeuwen hakten ze de klauwen in
onzen rug. Als ik denk dat wij landbou
wers sinds zoovele jaren mèt onze stem
men, met alles de groote partijen hebben
recht gehouden en als het er op aan
komt iets voor ons te doen, zij ons dan
den rug toekeeren, als ik daar aan denk,
zeg ik, dan rijzen me de haren omhoog
van drift dan alleen beseft men wat
verachtelijk iets de politiek is. Sla de blik
op de afgevaardigden van uw streek, zij
die u beloofd hadden alles voor de land
bouwers te doen voor wie we dan ook
allen stemden, zijn zoo laf geweest zich
bij de stemming van de wet op het
varkenvleesch te onthouden of hebben
er zelfs tegen gestemddat is de politiek.
Daarom, broeders, doet gelijk de
Walen, keert den rug naar de politie
kers toe, en als het nog kiezing wordt,
stemt slechts voor uw vak, dat is onze
redding. Hier is het ook een onomwon
den en vrije strijd niet gelijk dezen die
de landbouwers zoolang mogelijk onder
den hiel trachten te houden. Zulke man
nen heb ik ook gekend, maar sinds lang
heb ik hen den rug gekeerd ze strijden
onder een politieke kleur. Die groote
heeren En als men in Brussel spreekt,
dan strijken ze de ooren gelijk de lam
meren, want zij ook hebben er alle be
lang bij om de ontvoogding zoolang mo
gelijk tegen te houden.
Dus broeders, bemint slechts den
vrijen strijd, die voor niets teruggaat, als
het onze belangen geldt, want slechts
van onze samenwerking hangt onze
toekomst af. Trekt uw oogen open, alles
wordt op de landbouwers geworpen en
spannen r.! bun4craclne in,- oar una
zoo zuur gewonnen zweetgeld naar de
Staatskas te doen stroomen. Vrienden,
broeders, steunt slechts den vrijen strijd,
gelijk dien van uw geëerden bond "Redt
LI Zeiven dat alleen is onze redding
De groeten van een jongen Vlaming
uit het Walenland aan alle Vlaamsche
boeren. Rechtuit.
Hierover wat meer toekomende week.
De sXXXIIIe wedstrijd voor kweek-
paarden, ingericht door de Koninklijke
Nationale vereeniging van het Belgisch
Trekpaard heeft dit jaar wederom een
buitengewoon succes gehad. Tw^ê
honderd twee en vijftig Belgische kwee
kers hebben dit jaar 670 paarden bijeen
gebracht hetzij 36 meer dan verleden
jaar.
Elke reeks bevatte prachtige en waar
devolle dieren. Tusschen de tentoonge
stelde paarden heerschte eene wonder
bare gelijkvormigheid in elk dier zag
de gewone toeschouwer de kampioen,
alle vreemdelingen roemden de zuiver
heid van ons paardenras, van daar ook
dat onze Belgische paarden in alle lan
den liefhebbers vinden.
Die jaarlijksche groote prijskamp, de
prijzen en premiën die er worden gege
ven door de zorgen der Koninklijke
Vereeniging van het Belgisch Trekpaard
dragen oneindig veel bij om het prestige
van ons paardenras te bewaren en te
verbeteren.
De jury samengesteld uit 28 leden
had als voorzitter den heer Camille
Hubert en als secretaris Graaf Gaston
de Ribaucourt.
Onder de vele vreemdelingen die de
prijskamp bezocht hebben, werd vooral
opgemerkt een afvaardiging van Itali-
aansche landbouwers uit de streek van
Cremona, naar de tentoonstelling geko
men met het doel fokpaarden te koopen.
Vrijdag werden vele koopen afgesloten.
Een landbouwer die in zijn reeks één
eerste prijs behaalde verkocht aan een
liefhebber drie jonge paarden van 2 tot
3 maanden oud, tegen 25.ooo fr. 't stuk.
Het prijsminnend paard zelf tegen
5o.ooo fr. verkocht, had aan den eige
naar van af nieuwjaar tot nu 15o.ooo fr.
opgebracht voor het dekken van mer-
riën.
Hier geven wij enkele uitslagen. Ze
geven van al de reeksen is ons totaal
onmogelijk, heel ons blad zouden wij er
moeten aanbesteden.
'RXBLOEM