REDT U ZELVEN Arbeid adelt 't ïs Zondag morgen Hoe een boomgaard aangelegd Hoe men de tuaa?de schat van een ktaeekdier. Landbouwweekblad EEN STEM UIT HET WALENLAND EEN BEZOEK Landbouw-huislioudschool van Meire moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. ZONDAG 25 JUNI 1922. Prijs 10 centiemen. Abonnementsprijs s 5,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Verantwoordelijke Opstelier ORTAïRE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Met veel belangstelling zullen onze lezers in De Koornbloem van verle den Zondag den brief gelezen hebben van een hunner medeleden, een Vla ming die thans in Wallonië woonthet teekent Rechtuit Hij was vroeger een ieverige R. U. Zei ver en hij is het ginder gebleven. Dat hij vol vuur zit, zal iedereen uit het lezen van zijn brief opgemaakt hebben. Uit zijn schrijven kunnen wij voorna melijk twee goede lessen rapenten eer ste dat wij ons in het Vlaamsche land steeds meer en meer moeten vereenigen en ten tweede dat er in de politiek geen zaligheid bestaat als het de boerenbelan- gen aangaat. Over deze twee punten wil ik even uitwijden men kan ze samenvatten in twee woordenVereeniging en Poli~ tiek. Daar zit stof in voor een paar lange artikels, doch ik zal zoo kort mo gelijk zijn. VEREENIGING. Velen hebben hierover reeds geschreven, veel zal er nog over geschreven worden en wij zul len er zoolang over schrijven tot al de landbouwers van de gedachte van ver eeniging zullen bezield en doordrongen zijn, dat ze het malkander zullen toeroe pen Wij moeten ons vereenigen. Wij hopen dat ze niet zullen wachten tot dat de tijden, de harde tijden hen zullen verplichten het tegen wil en dank te doen. Het gebeurt soms in een oorlog dat zelfs de lafste soldaat verplicht is van te vechten als een held om zijn eigen leven te verdedigen. Als hij er levend van afkomt zal hij misschien wel besef fen dat het beter ware geweest, had hij vroeger zijn plicht gedaan en den vijand op afstand gehouden. 't Is te laat den put gevuld, als 't kalf verdronken is, wat baat het nog den stal te sluiten als het paard gestolen is men moet zijn voorzorgen nemen. Het is een ongeluk voor vele menschen dat zij aan het gevaar maar gelooven, dan wanneer zij het permentelijk voor oogen zien. Als wij zeggen dat de geest van ver eeniging in het Vlaamsche land meer moet aangroeien, dan willen wij betee- kenen dat de andere Vlaamsche arron dissementen beter moeten ingericht wor den. Want wij in het arrondissement Aalst hebben er ons niet over te bekla gen. Waren in de 20 overige arrondis sementen van 't Vlaamsche gedeelte van België de boeren zoo talrijk veree- nigd, dan zouden de Walen onze macht benijden, terwijl zij ons nu mogen de les spellen, ten minste voor wat het ge tal betreft. Ik wil hier geen geheimen verklap pen, maar de jonge Redtuzelvers zullen in 't kort na machtiging van het be stuur een werking op touw zetten om dorp na dorp en arrondissement te ver overen. Wat de Walen ons mogen benijden is wel onze samenwerking. Hierin wor den wij bevoordeeligd door den toestand van den landbouw in Vlaanderen. Ter wijl men in Walonië hoofdzakelijk groote boerderijen vindt, ziet men dat bij ons de landbouw in 't groot weinig aangetroffen wordt. En wie hebben nu 't meeste voordeel bij samenwerking en vereeniging? 't Zijn wel de klein boeren. Ook niemand beter dan zij gevoelen die noodzakelijkheiddaar is geen boer meer die niet overtuigd is dat er moet een machtige vereeniging ontstaan om hen allen geheel Beigië door samen te bren gen in 't gelid. Maar de meesten berus ten in hun lot en zoo niemand tot hen komt, om hen de broederhand te reiken, zullen ze blijven droomen en zuchten over de komende tijden, die vol zwarte onweerswolken hangen. Die droomers, die naar iemand schijnen te wachten, zullen niet vruchteloos wachtenhun hun droeve droom, hun kwelling, de ondergang van den landbouw, moet worden verijdeld, vernietigd R. U. Z. zal er voor zorgen POLITIEK. De politiek scheidt veel menschen van malkaar, die beter te zamen zouden leven in vriendschap pelijke betrekkingen en die scheiding belet hen meermaals hunne gezamenlijke belangen te verdedigen. Op dit gebied verschillen wij met de waalsche boeren, die zich met lijf en ziel in de politiek ge- gesmeten hebben, wel te verstaan in eigen boerenpolitiek. Wij keuren hen noch goed, noch af. De tijd zal uitwijzen wie van ons beiden het beste vöör had. Wat niet te betwisten valt, is dat de om standigheden van nu niet voordeelig genoeg pleiten voor een zui vere politieke landbouwbeweging, ze ker niet bij het overgroot getal onzer Belgische landbouwers. Onze boer. bij zonder de Vlaamsche boer, is te een voudig en te braaf om aan echte politiek te doen, hij laat het nog aan een ander over zijn belangen te verdedigen in Kamer en Senaat. De tijd en de onder vinding, deze twee leermeesters van de meeste menschen, zullen het hem klaar moeten bewijzen dat voor de standsor- ganisties de vertegenwoordiging door eigen leden geen schipbreuk lijdt. Men verwijt het ons, Vlaamsche boe ren, dikwijls dat wij te standvastig zijn en dat die standvastigheid voortkomt uit koppigheid. Zeker als wij van eene waarheid overtuigd zijn, houden wij er aan, zooals aan onzen eigendom maar tegenover nieuwe gedachten staan wij eenigzins wantrouwig. Zoo ook staan wij wantrouwig tegenover hen die ons aan het waagstuk zouden willen bloot stellen van politieke waaghalzerijen. Wij verklaren het hier ronduit dat we op dit gebied niet volledig akkoord gaan met onze Waalsche standgenoten, op dat gebied alleen, want verders dra gen zij al onze bewondering en genegen heid mee. Toen Damokles aan 's Iro nings tafel zat, liet deze boven het hoofd van zijn dischgenoot een zwaard aan een paardshaar ophangen. Als een zwaard van Damokles (het is spreek woordelijk geworden) zal onze macht zijn een bedreiging voor hen die veel beloven en weinig doen voor de land bouwers want een blik naar omhoog zal hen overtuigen dat het geen papie ren zwaard is, maar een echt slagzwaard dat met twee sterke boerenvuisten ge zwaaid, daverende kloppen zou kunnen geven. Wij begrijpen ook maar niet hoe het komt dat menschen, nochtans ernstig en goedgezind voor de boeren, in tijd van kiezing op hun eerewoord en op hun ge weten komen verklaren dat zij alles voor ons zullen doen wat in hun macht is. Doch als dan later de gelegenheid zich voordoet om hun liefde door daden te bevestigen, komen zij dikwijls, meest al tijd aan hun beloften te kort. In de Ka mers, als er iets voor de boeren te doen is, laten ze zich bepraten door de heeren Ministers, die hen gevaren allerhande voor oogen stellen, alsof het Vaderland door de boeren ging opgeëten worden. En och Heere, wij betalen altijd de gebroken potten. Geen enkele volksver tegenwoordiger die het hard op durft roepen in de Kamers alhoewel zij an ders nogal een goede klok hebben dat het hoog tijd wordt eens ernstig over landbouwzaken te spreken en te handelen. In het nummer van 21 Mei 1.1, heeft onze Hard Labour den nagel op den kop geslagen in zijn artikel over Frigo of bevroren vleesch. Men wil dus zooveel mogelijk van re- geeringswege het inkomen van bevro ren varkenvleesch bevorderen. Of dat ja dan neen tegen de belangen van het grootste en beste gedeelte onzer bevol king is, daarom bekommeren die heeren zich weinig. Wij vragen ons dan in allen ernst af, waarom er een ministerie van landbouw moet bestaan. Wil men rechtzinnig den landbouw bevorderen, dan moet men beginnen met konkurrentie van alle of van de meeste vreemde landbouwvoortbreng- selen bij hun inkomen in het land belas- lasten zoo niet moet er niet meer ge boerd worden, want als ons werk niet opbrengt, als wij moeten voor niets ar beiden, wat baat het dan dat wij van s morgens tot 's avonds vroeten De boerenvrienden in de Kamers zijn er raar vijanden zijn er talrijk Dat mag niet blijven duren. De boeren worden het moe van als politieke slaven behan deld te worden. Wij beleven moeilijke tijden, dure tijden voor den landbouw zij hebben oogen en zien niet, zij hebben ooren en ooren niet, zij zijn als halve goden, maar boven hun hoofd nangt het zwaard van Damokles aan een dunne draadje. Zullen ze blind en doof blijven Zul len zij ons verplichten ook in de politiek Ons zeiven te redden Dat ze zich wel bedenken. In princiep zijn wij er tegen maar er zou wel een tijd kunnen komen dat de meerderheid van de landbouwers het als een eenig reddingsmiddelen zul len beschouwen en dat hun leiders niet meer zullen in staat zijn om hen er buiten te houden. H. KLOPTEROP. aan de Op 13 Juni heeft een afvaardiging van ons Bestuur de eer gehad een be zoek te brengen aan de rondreizende landbouw-huishoudschool voor jonge dochters van Meire. De heer Bricout, Staatslandbouwkundige, Bestuurder der school was zoo bereidwillig de heeren van ons Bestuur te vergezellen en hen allen uitleg te geven aangaande de les sen. De school is ingericht in een leeg staande boerderijken, waarvan de plaat sen benuttigd worden tot de verschil lende practische en theorische leergan gen die gegeven worden door twee jufvrouwen-onderwijzeressen. Op het programma vinden wij 1° Kookkunst, (bereiden van aller hande spijzen, opdienen, spijskaart, enz.) 2° Opvoedkunde,-wellevendheid, be leefdheid. 3° De zorgen aan linnen, handwerk, schikkingen van huis en kamers. 4° Gezondheid, eerste zorgen bij on gevallen en ziekten, oppassen van zie ken, kinderverzorging. 5° Natuurwetenschappen, chimie. 6° Hofwerk, verzorging van groen- sels en bloemen. 7° Melkerij, melkverzorging, boter, kaas, melkerij toestellen. 8° Landbouw algemeene princiepen. 9° Dierkunde, voeding der verschil lende huisdieren. 10° Boekhouden voor landbouw en huishouden. 11° Boerinnenkringen, boerenbonden, verzekeringen. 12° Opvoeding van kinderen. 13° Algemeene wetenschappen over het buitenleven en de rol van den land bouw in het economische leven van het land. Wij hadden de gelegenheid de schrijf boeken der leerlingen te bezichtigen, waarop we al de theorische aanwijzin gen vonden der beknopte lessen. In de plaats die voor de melkerij dient, staan een drijtal ontroomersde leerlingen hebben er grondig de kennis kunnen op doen, niet alleen van de manier van ont- roomen, bewerken van boter en melk, maar tevens van het machien zelf. Op die plaats worden ook verschei dene soorten kazen gemaakt, waarvan er eenige door ons bezichtigd werden. Ter plaatse zelf wordt het linnen van de leerlingen gewasschen en gestreken hetgeen eveneens een practische les is. In een woord men waant zich in het werkelijk leven, waar de vrouw, hetzij moeder, dochter of meid, aan den gewonen alledaagschen arbeid is. Die arbeid wordt geleerd, of verbeterd door bekwame en opofferende leeraressen. De jonge dochter die met vlijt zulk een leergang volgt, zal zich in het leven onderscheiden buiten de gewone of on wetende, en alles zal haar eens in 't leven te pas komen, om haar zaken vooruit te helpen ofwel om haar leven en dit van hare hulsgenoten aangenamer, beter en edeler te maken. Het zij ons toegelaten hier eenige be schouwingen over deze kwestie te ge ven De School te Meire is begonnen met een twintigtal leerlingen, heden bij het naderen der examens zijn er nog de helft dit overtuigt ons van de onver schilligheid en van het slecht begrip dat de bevolking heeft voor deze zaak. Nochtans hier evenals op alle plaatsen, hetzij steden of gemeenten, zijn honder den jonge vrouwen en meisjes, die nog weinig kennen van huishoudkunde, Hoevelen zijn er op honderd van onze jonge dochters die kunnen koken En als ik spreek van koken, dan versta ik het bereiden, niet alleen van pap en pa tatten, maar van tientallen van gewone en smakelijke spijzen die op onze boe ren- burgers- en werkerstafels niet mo gen ontbreken om onze maaltijden een weinig smakelijk en afwisselend te ma ken. En ik geloof toch wel dat wij niet geboren zijn alleen om te werken, maar dat wij recht hebben op zooveel moge lijk genot na onze werkuren. Dit genot moet de vrouw ons verschaffen. Komt in vele huishoudens om overtuigd te zijn dat er nog zoo weinige moeders en dochters zijn die de volle kennis hebben om hunne moegewerkte huisgenoten op een smakelijk maal te vergasten, omdat zij niet het minste begrip hebben hoe zij dezelve op eene spaarzame en doeltref fende manier moeten bereiden. Hetzelfde geldt voor veel huiswerk, voor kaas- en melkbereiding en bewer king, voor opleg van groenten en frui ten, voor opvoeding, regeling van 't huishouden, kinderverzorging, wasch en strijk enz. enz. In een woord mag men zeggen dat er negentig op honderd nog veel te lee- ren hebben en zouden moeten snakken naar de gelegenheid om in eene rond reizende huishoudschool de noodige kunde op te doen. De vrouw moet wel hare taak van huishoudster en opvoedster kennen en zóo ze nog niet de gelegenheid had zich te volmaken, dan zal eene dergelijke school haar de middelen geven. Ik mag dus gerust zeggen dat eene rondreizende huishoudschool voor vrou wen een geluk is voor de gemeente waar ze komt, wanneer de inwoners de waar de derzelve genoeg kunnen waardeeren. Ongelukkiglijk zooals te Meire, zijn er vele dorpen, waar de lieden denken dat ze al genoeg weten, ofwel dat dit maar onnoozele prullen zijn, ofwel dat het eene onnoodige tijdverspilling is. Men noemt het gewoonlijk de papschool. Wij moeten ten zeerste tegen deze vooroordeelen ingaan, en zooals we hooger zegden herhalen dat bijna al onze jonge dochters nog dienen te lee- ren op dit punt en dat de school eene ernstige en practische inrichting is waar al de nuttige en onontbeerlijke kennis sen aangeleerd worden, die niet alleen passen voor boer- of burgerkinderen maar even goed voor deze van werklie den en ambachtslieden. Wij zouden willen dat de gemeenten, waar de school nog niet kwam, onmid dellijk eene aanvraag deden aan den heer Bricout, Staatslandbouwkundige te Erembodegem, om dezelve te bekomen. En eens dat de school er is, dat al de jon ge dochters er heen gaan met het goede en vaste gedacht zich te volmaken in de kennis van de vrouwentaak het huishouden op spaarzame en zorgzame wijze te besturen en het leven der mannen en andere huisgenoten zoo schoon, zoo praktisch, zoo aangenaam mogelijk te maken. Keus der Variëteiten. TIJDSTIP. Alvorens tot de op somming der andere fruitsoorten over te gaan, wil 'k eerst en vooral een woordje reppen over het tijdstip waarop ge uw boompjes kiezen moet. Wanneer ge niet al te goed met de fruitsoorten zijt ingewijd of geen genoeg zaam vertrouwen stelt in uw eigen fruit- kennis, raadpleeg dan een bekwamen hovenier of vakman en maakt te zamen uw lijst van variëteiten op, in 't oog houdende de grond waarover ge be schikt, de fruitsoorten die 't best in uw omgeving gedijen, het doel wat ge be oogt. Onkosten gedaan om minderwaar dige variëteiten voort te kweeken, zijn nutteloos en lokken to, late jammerklach ten uit. Hoevele landbouwers vond men.niet die pas eenige jaren geleden, zich naai de markt begaven en zich daar, voor wat minder geld misschien, een fruit- boompje aanschaften, zonder, te weten wat ze kochten, lettende noch op ouder dom, vorm noch kloekte, tevreden slechts omdat ze geen perelaar voor een appelaar hadden gekocht. Gelukkiglijk die tijden behooren tot het verleden cn heden wil iedereen de fijnste en de beste variëteiten voortkweeken. Er bestaat nochtans nog een grove dwaling namelijk het tijdstip waarop men zich naar de kweekerijen moet be geven. Men gaat er gewoonlijk henen een acht of veertiee dagen voor dat men met de planting moet aanvangen, dan zijn reeds dikwijls de schoonste plant soenen er uit gekozen en hebt ge slechts nog de beste uit de slechte te nemen. Grove dwaling Gaat naar de kwee kerijen in den Zomer, wanneer de blade ren nog in vollen bloei op de boompjes staan 't is dan dat ge gemakkelijk zult kunnen vastellen of uw plantsoen niet lijdt aan blad- of bloedluis, schimmel-, roest- of geelziekte enz. 't Is juist omdat het gunstige tijdstip gaat aankomen dat 'k op een zijspoor ben geraakt, om de naaste maal met de opsomming van pe relaars te beginnen. Met uw op voorhand opgemaakte fruitlijst in uw binnenzak, begeeft ge u naar een boomkweekerij bij een booin- kvveeker die gunstig staat bekend en in wien ge vertrouwen stelt. Dergelijke boomkweekers treft ge voorzeker op uw eigen gemeente of in de onmiddel lijke nabijheid aan. Wat mij verwondert is dat er zoo weinig annoncen van boom kweekers in De Koornbloem ver schijnen. Onbekend is onbemind, 't Gun stige tijdstip om zich te laten kennen is ook daar. Van lichte gronden op zwaardere en omgekeerd is voor vele veldvruchten aan te prijzen en de ondervinding leert dat een fruitboom er ook rekening van houdt. Wanneer ge nu bij een boomkweeker zijt, vraag hem dan welke variëteiten hij in zijn planterij bezit, zonder hem te zeggen welke variëteiten ge begeert. Ze durven U wel eens een appel voor citroen verkoopen. Nog niet lang gele den hoorde 'k klagen dan een Seigneur Esperen werd vervangen door een Lectier Die klachten waaren noch tans min gegrond omdat Lectier ook een goede variëteit is en prachtige py- ramiden vormt, 't Is enkel om U te zeg gen dat boomkweekers ook zakenman nen zijn en al hun waar, goede en min goede, trachten te verkoopen. Onder de variëteiten welke hij kweekt, neemt ge die, welke U op voorhand, door een hovenier en vakman werden aangeduid, en laat u dan tot de boomen leiden. Ge kiest alleen gave en gezonde boo men op hcogstam gegriffeld bij voorkeur alhoewel op laagstam ook goed is. Tus- schengriffelingen zijn niet aan te prijzen, tenzij de variëteit zich anders moeilijk op vrucht zou zetten. De stammen van 3 jaren vorming, moeten op 1 m. van den grond 0,12 m. omtrek hebben en de kruin beginnen op eene hoogte van 2 m. tot 2,25 m. Ze zullen bovendien een gladde, effene schors hebben, zonder uitwassen of kankers. Een kleine inker ving of liever een stukje koord, ijzer- draad of iets dergelijks zal u helpen om fe ',n t naiaar spoedig te herkennen, t Tijdstip is van groot belang en 'k weet er wordt veel tegen gezondigd. L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever. II. De waarde van een goede voortbren ger ligt dus niet alleen besloten in zijn uitwendigen vorm maar ook in zijnen oorsprong. Ook is het grootendeels door 't nagaan van zijn afkomst dat de kweeker met volle kennis van zaken een dier zal kunnen uitkiezen, dat kan dienen tot het vormen van een zekere familie or ras. In eene exploitatie, waar men de melkopbrengst voor doel heeft, moet men voor r kiezen der springdieren een zeer groot belang hechten aan hunnen oorsprong. De beste bewijzen der toekomende waarde van een stierkalf wordt gegeven door de hoeveelheid melkopbrengst zij ner voorzaten. In een woord, indien de stier voortkomt van koeien bekend door hunne groote melkopbrengst, indien ook de vrouwelijke afstammelingen dier zelfde koeien goede melkdieren zijn, dan mag men overtuigd zijn dat hij goede melkeigenschappen geërfd heeft en dat hij deze zal overzetten aan zijn eigene afstammelingen. Maar er zou gevaar bestaan in het overdrijven van de be langrijkheid van den oorsprong en in het verwaarloozen der persoonlijke uit wendige eigenschappen van een kweek- dier. Hoe schoon, hoe goed de eigen schappen der voorzaten van een dier ook mochten geweest zijn, dan toch kan er zich altijd in die familie of ras een minderwaardige of vervallen afstamme ling voordoen. Het gebruik van zulk een dier voor den kweek, onder voorwend sel van zijn goeden oorsprong, zou ge vaarlijk zijn en zou tot het verval van het ras aanleiding geven. Bijvoorbeeld, men koppelt een stier en een koei wiens beide voorzaten goe de melkopbrengers Waren, maar die ook beiden een gemeenzaam gebrek hebben. In dit geval is het bijna zeker dat hunne afstammelingen hetzelfde gebrek zullen hebben, dat naarmate de geslachten zich opvolgen, altijd zal vermeerderen en eindigen met de ontwikkeling der dieren tot groote melkopbrengst te ver hinderen en te belemmeren. Het belangrijkste van al in de keuze van een kweekdier is zich te steunen op waarde zijner afstammelingen. Dit is om zoo te zeggen de eenigste manier, om de echte waarde van den voortbrenger te kennen. Om te weten of een springstier aan zijne afstammelingen goede melkei genschappen zal overzetten, kan zijn oorsprong ons voorzeker goede en kost bare inlichtingen geven maar de beste en zekerste bewijzen zullen gegeven worden door de waarde zijner vrouwe lijke afstammelingen, 't Is daarom dat het slachten van springstieren reeds op tweejarigen ouderdom zeer af te keuren is, daar het enkel dan is dat men zou gaan weten wat de waarde zijner afstam melingen is, op gebied van melkop brengst. Men moet nochtans ook reke ning houden van den invloed der koeien zelfwant de hoedanigheden der vrou~ welijke afstammelingen kunnen ook voor een groot deel voortkomen van den kant der koeien. Immer gelijk er in een stal altijd goede, middelmatige, en slech te melkkoeien zijn, zoo kan ook de kweek der slechte melkkoeien ons inlichten no pens de waarde van een stier op gebied van erfelijke melkeigenschappen. Zoo, indien de afstammelingen van een koe, slechte melkgeefster, goede melkgeefsters zijn, dan weten wij zonder twijfel dat de verbetering in zake melkopbrengst toe te wijten is aan den stier. Besluit en Samenvatting Om een voorbeeldig kweekdier te kiezen, dat moet dienen tot het vormen van een familie of ras, moet men altijd in 't oog houden le) Dat het niet voldoen de is een kweekdier te kiezen volgens zijn uiterlijken vorm 2°) dat men °n0k zijn oorsprong moet doorgronden en onderzoeken 3°) bijzonder dat men de waarde zijner afstammelingan moet na gaan. Ztet ge den boer te wachten staan Daar komt de bode zwaar gelaên. Welkom, zegt de boer, mijn lief orgaan, Gij moet voor ons den opuiarsch slaan. Zeg eens hoe de markten staan, Naar wiens beurs men eerst zal gaan. Wie voor ons in de bres durft staan, Wie voor den boer iets heeft gedaan Wie geeft den toon en slaat de maat Voor boerenrecht en boerenbaat Wie heeft in 't hart noch wrok noch haat. Daarom, mijnheeren, maakt u niet kwaad Als zij soms in uw zonne staat. Voor recht en vrijheid nooit voldaan Zij schroomt voor niets en blijft voortaan Vast aan de zij der boeren staan. Onverpoosd spelt zij haar wenschen Voor recht en voorspoed aller menschen, En zoekt voor zich noch eer noch roem Ons dierbaar blad De Koornbloem Een oude droomer, FR. VAN DE VELDE, Denderleeuw.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1922 | | pagina 1