REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
't ïs Zondag morgen
Hoe een boomgaard
aangelegd
Hoe men de tuaa?de schat
van een ktaeekdier.
Landbouwweekblad
EEN STEM UIT
HET WALENLAND
EEN BEZOEK
Landbouw-huislioudschool van Meire
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
ZONDAG 25 JUNI 1922.
Prijs 10 centiemen.
Abonnementsprijs s 5,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST
Verantwoordelijke Opstelier ORTAïRE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Met veel belangstelling zullen onze
lezers in De Koornbloem van verle
den Zondag den brief gelezen hebben
van een hunner medeleden, een Vla
ming die thans in Wallonië woonthet
teekent Rechtuit Hij was vroeger
een ieverige R. U. Zei ver en hij is het
ginder gebleven. Dat hij vol vuur zit,
zal iedereen uit het lezen van zijn brief
opgemaakt hebben.
Uit zijn schrijven kunnen wij voorna
melijk twee goede lessen rapenten eer
ste dat wij ons in het Vlaamsche land
steeds meer en meer moeten vereenigen
en ten tweede dat er in de politiek geen
zaligheid bestaat als het de boerenbelan-
gen aangaat.
Over deze twee punten wil ik even
uitwijden men kan ze samenvatten in
twee woordenVereeniging en Poli~
tiek. Daar zit stof in voor een paar
lange artikels, doch ik zal zoo kort mo
gelijk zijn.
VEREENIGING. Velen hebben
hierover reeds geschreven, veel zal er
nog over geschreven worden en wij zul
len er zoolang over schrijven tot al de
landbouwers van de gedachte van ver
eeniging zullen bezield en doordrongen
zijn, dat ze het malkander zullen toeroe
pen Wij moeten ons vereenigen.
Wij hopen dat ze niet zullen wachten
tot dat de tijden, de harde tijden hen
zullen verplichten het tegen wil en dank
te doen. Het gebeurt soms in een oorlog
dat zelfs de lafste soldaat verplicht is
van te vechten als een held om zijn eigen
leven te verdedigen. Als hij er levend
van afkomt zal hij misschien wel besef
fen dat het beter ware geweest, had hij
vroeger zijn plicht gedaan en den vijand
op afstand gehouden.
't Is te laat den put gevuld, als 't kalf
verdronken is, wat baat het nog den stal
te sluiten als het paard gestolen is men
moet zijn voorzorgen nemen. Het is een
ongeluk voor vele menschen dat zij aan
het gevaar maar gelooven, dan wanneer
zij het permentelijk voor oogen zien.
Als wij zeggen dat de geest van ver
eeniging in het Vlaamsche land meer
moet aangroeien, dan willen wij betee-
kenen dat de andere Vlaamsche arron
dissementen beter moeten ingericht wor
den. Want wij in het arrondissement
Aalst hebben er ons niet over te bekla
gen. Waren in de 20 overige arrondis
sementen van 't Vlaamsche gedeelte
van België de boeren zoo talrijk veree-
nigd, dan zouden de Walen onze macht
benijden, terwijl zij ons nu mogen de
les spellen, ten minste voor wat het ge
tal betreft.
Ik wil hier geen geheimen verklap
pen, maar de jonge Redtuzelvers zullen
in 't kort na machtiging van het be
stuur een werking op touw zetten om
dorp na dorp en arrondissement te ver
overen.
Wat de Walen ons mogen benijden
is wel onze samenwerking. Hierin wor
den wij bevoordeeligd door den toestand
van den landbouw in Vlaanderen. Ter
wijl men in Walonië hoofdzakelijk
groote boerderijen vindt, ziet men dat
bij ons de landbouw in 't groot weinig
aangetroffen wordt. En wie hebben nu
't meeste voordeel bij samenwerking en
vereeniging? 't Zijn wel de klein boeren.
Ook niemand beter dan zij gevoelen die
noodzakelijkheiddaar is geen boer meer
die niet overtuigd is dat er moet een
machtige vereeniging ontstaan om hen
allen geheel Beigië door samen te bren
gen in 't gelid. Maar de meesten berus
ten in hun lot en zoo niemand tot hen
komt, om hen de broederhand te reiken,
zullen ze blijven droomen en zuchten
over de komende tijden, die vol zwarte
onweerswolken hangen. Die droomers,
die naar iemand schijnen te wachten,
zullen niet vruchteloos wachtenhun
hun droeve droom, hun kwelling, de
ondergang van den landbouw, moet
worden verijdeld, vernietigd R. U. Z.
zal er voor zorgen
POLITIEK. De politiek scheidt
veel menschen van malkaar, die beter
te zamen zouden leven in vriendschap
pelijke betrekkingen en die scheiding
belet hen meermaals hunne gezamenlijke
belangen te verdedigen. Op dit gebied
verschillen wij met de waalsche boeren,
die zich met lijf en ziel in de politiek ge-
gesmeten hebben, wel te verstaan in
eigen boerenpolitiek. Wij keuren hen
noch goed, noch af. De tijd zal uitwijzen
wie van ons beiden het beste vöör had.
Wat niet te betwisten valt, is dat de om
standigheden van nu niet voordeelig
genoeg pleiten voor een zui
vere politieke landbouwbeweging, ze
ker niet bij het overgroot getal onzer
Belgische landbouwers. Onze boer. bij
zonder de Vlaamsche boer, is te een
voudig en te braaf om aan echte politiek
te doen, hij laat het nog aan een ander
over zijn belangen te verdedigen in
Kamer en Senaat. De tijd en de onder
vinding, deze twee leermeesters van de
meeste menschen, zullen het hem klaar
moeten bewijzen dat voor de standsor-
ganisties de vertegenwoordiging door
eigen leden geen schipbreuk lijdt.
Men verwijt het ons, Vlaamsche boe
ren, dikwijls dat wij te standvastig zijn
en dat die standvastigheid voortkomt
uit koppigheid. Zeker als wij van eene
waarheid overtuigd zijn, houden wij er
aan, zooals aan onzen eigendom maar
tegenover nieuwe gedachten staan wij
eenigzins wantrouwig. Zoo ook staan
wij wantrouwig tegenover hen die ons
aan het waagstuk zouden willen bloot
stellen van politieke waaghalzerijen.
Wij verklaren het hier ronduit dat we
op dit gebied niet volledig akkoord
gaan met onze Waalsche standgenoten,
op dat gebied alleen, want verders dra
gen zij al onze bewondering en genegen
heid mee. Toen Damokles aan 's Iro
nings tafel zat, liet deze boven het hoofd
van zijn dischgenoot een zwaard aan
een paardshaar ophangen. Als een
zwaard van Damokles (het is spreek
woordelijk geworden) zal onze macht
zijn een bedreiging voor hen die veel
beloven en weinig doen voor de land
bouwers want een blik naar omhoog
zal hen overtuigen dat het geen papie
ren zwaard is, maar een echt slagzwaard
dat met twee sterke boerenvuisten ge
zwaaid, daverende kloppen zou kunnen
geven.
Wij begrijpen ook maar niet hoe het
komt dat menschen, nochtans ernstig en
goedgezind voor de boeren, in tijd van
kiezing op hun eerewoord en op hun ge
weten komen verklaren dat zij alles voor
ons zullen doen wat in hun macht is.
Doch als dan later de gelegenheid zich
voordoet om hun liefde door daden te
bevestigen, komen zij dikwijls, meest al
tijd aan hun beloften te kort. In de Ka
mers, als er iets voor de boeren te doen
is, laten ze zich bepraten door de heeren
Ministers, die hen gevaren allerhande
voor oogen stellen, alsof het Vaderland
door de boeren ging opgeëten worden.
En och Heere, wij betalen altijd de
gebroken potten. Geen enkele volksver
tegenwoordiger die het hard op durft
roepen in de Kamers alhoewel zij an
ders nogal een goede klok hebben
dat het hoog tijd wordt eens ernstig
over landbouwzaken te spreken en te
handelen.
In het nummer van 21 Mei 1.1, heeft
onze Hard Labour den nagel op den
kop geslagen in zijn artikel over Frigo
of bevroren vleesch.
Men wil dus zooveel mogelijk van re-
geeringswege het inkomen van bevro
ren varkenvleesch bevorderen. Of dat
ja dan neen tegen de belangen van het
grootste en beste gedeelte onzer bevol
king is, daarom bekommeren die heeren
zich weinig.
Wij vragen ons dan in allen ernst af,
waarom er een ministerie van landbouw
moet bestaan.
Wil men rechtzinnig den landbouw
bevorderen, dan moet men beginnen met
konkurrentie van alle of van de
meeste vreemde landbouwvoortbreng-
selen bij hun inkomen in het land belas-
lasten zoo niet moet er niet meer ge
boerd worden, want als ons werk niet
opbrengt, als wij moeten voor niets ar
beiden, wat baat het dan dat wij van
s morgens tot 's avonds vroeten
De boerenvrienden in de Kamers zijn
er raar vijanden zijn er talrijk Dat mag
niet blijven duren. De boeren worden
het moe van als politieke slaven behan
deld te worden. Wij beleven moeilijke
tijden, dure tijden voor den landbouw
zij hebben oogen en zien niet, zij hebben
ooren en ooren niet, zij zijn als halve
goden, maar boven hun hoofd nangt
het zwaard van Damokles aan een dunne
draadje.
Zullen ze blind en doof blijven Zul
len zij ons verplichten ook in de politiek
Ons zeiven te redden Dat ze zich wel
bedenken. In princiep zijn wij er tegen
maar er zou wel een tijd kunnen komen
dat de meerderheid van de landbouwers
het als een eenig reddingsmiddelen zul
len beschouwen en dat hun leiders niet
meer zullen in staat zijn om hen er buiten
te houden. H. KLOPTEROP.
aan de
Op 13 Juni heeft een afvaardiging
van ons Bestuur de eer gehad een be
zoek te brengen aan de rondreizende
landbouw-huishoudschool voor jonge
dochters van Meire. De heer Bricout,
Staatslandbouwkundige, Bestuurder der
school was zoo bereidwillig de heeren
van ons Bestuur te vergezellen en hen
allen uitleg te geven aangaande de les
sen.
De school is ingericht in een leeg
staande boerderijken, waarvan de plaat
sen benuttigd worden tot de verschil
lende practische en theorische leergan
gen die gegeven worden door twee
jufvrouwen-onderwijzeressen.
Op het programma vinden wij
1° Kookkunst, (bereiden van aller
hande spijzen, opdienen, spijskaart, enz.)
2° Opvoedkunde,-wellevendheid, be
leefdheid.
3° De zorgen aan linnen, handwerk,
schikkingen van huis en kamers.
4° Gezondheid, eerste zorgen bij on
gevallen en ziekten, oppassen van zie
ken, kinderverzorging.
5° Natuurwetenschappen, chimie.
6° Hofwerk, verzorging van groen-
sels en bloemen.
7° Melkerij, melkverzorging, boter,
kaas, melkerij toestellen.
8° Landbouw algemeene princiepen.
9° Dierkunde, voeding der verschil
lende huisdieren.
10° Boekhouden voor landbouw en
huishouden.
11° Boerinnenkringen, boerenbonden,
verzekeringen.
12° Opvoeding van kinderen.
13° Algemeene wetenschappen over
het buitenleven en de rol van den land
bouw in het economische leven van het
land.
Wij hadden de gelegenheid de schrijf
boeken der leerlingen te bezichtigen,
waarop we al de theorische aanwijzin
gen vonden der beknopte lessen. In de
plaats die voor de melkerij dient, staan
een drijtal ontroomersde leerlingen
hebben er grondig de kennis kunnen op
doen, niet alleen van de manier van ont-
roomen, bewerken van boter en melk,
maar tevens van het machien zelf.
Op die plaats worden ook verschei
dene soorten kazen gemaakt, waarvan
er eenige door ons bezichtigd werden.
Ter plaatse zelf wordt het linnen van
de leerlingen gewasschen en gestreken
hetgeen eveneens een practische les is.
In een woord men waant zich in
het werkelijk leven, waar de vrouw,
hetzij moeder, dochter of meid, aan den
gewonen alledaagschen arbeid is. Die
arbeid wordt geleerd, of verbeterd door
bekwame en opofferende leeraressen.
De jonge dochter die met vlijt zulk een
leergang volgt, zal zich in het leven
onderscheiden buiten de gewone of on
wetende, en alles zal haar eens in 't leven
te pas komen, om haar zaken vooruit te
helpen ofwel om haar leven en dit van
hare hulsgenoten aangenamer, beter en
edeler te maken.
Het zij ons toegelaten hier eenige be
schouwingen over deze kwestie te ge
ven
De School te Meire is begonnen met
een twintigtal leerlingen, heden bij het
naderen der examens zijn er nog de
helft dit overtuigt ons van de onver
schilligheid en van het slecht begrip dat
de bevolking heeft voor deze zaak.
Nochtans hier evenals op alle plaatsen,
hetzij steden of gemeenten, zijn honder
den jonge vrouwen en meisjes, die nog
weinig kennen van huishoudkunde,
Hoevelen zijn er op honderd van onze
jonge dochters die kunnen koken En
als ik spreek van koken, dan versta ik
het bereiden, niet alleen van pap en pa
tatten, maar van tientallen van gewone
en smakelijke spijzen die op onze boe
ren- burgers- en werkerstafels niet mo
gen ontbreken om onze maaltijden een
weinig smakelijk en afwisselend te ma
ken. En ik geloof toch wel dat wij niet
geboren zijn alleen om te werken, maar
dat wij recht hebben op zooveel moge
lijk genot na onze werkuren. Dit genot
moet de vrouw ons verschaffen. Komt
in vele huishoudens om overtuigd te
zijn dat er nog zoo weinige moeders en
dochters zijn die de volle kennis hebben
om hunne moegewerkte huisgenoten op
een smakelijk maal te vergasten, omdat
zij niet het minste begrip hebben hoe zij
dezelve op eene spaarzame en doeltref
fende manier moeten bereiden.
Hetzelfde geldt voor veel huiswerk,
voor kaas- en melkbereiding en bewer
king, voor opleg van groenten en frui
ten, voor opvoeding, regeling van 't
huishouden, kinderverzorging, wasch en
strijk enz. enz.
In een woord mag men zeggen dat
er negentig op honderd nog veel te lee-
ren hebben en zouden moeten snakken
naar de gelegenheid om in eene rond
reizende huishoudschool de noodige
kunde op te doen.
De vrouw moet wel hare taak van
huishoudster en opvoedster kennen en
zóo ze nog niet de gelegenheid had zich
te volmaken, dan zal eene dergelijke
school haar de middelen geven.
Ik mag dus gerust zeggen dat eene
rondreizende huishoudschool voor vrou
wen een geluk is voor de gemeente waar
ze komt, wanneer de inwoners de waar
de derzelve genoeg kunnen waardeeren.
Ongelukkiglijk zooals te Meire, zijn er
vele dorpen, waar de lieden denken dat
ze al genoeg weten, ofwel dat dit maar
onnoozele prullen zijn, ofwel dat het
eene onnoodige tijdverspilling is. Men
noemt het gewoonlijk de papschool.
Wij moeten ten zeerste tegen deze
vooroordeelen ingaan, en zooals we
hooger zegden herhalen dat bijna al
onze jonge dochters nog dienen te lee-
ren op dit punt en dat de school eene
ernstige en practische inrichting is waar
al de nuttige en onontbeerlijke kennis
sen aangeleerd worden, die niet alleen
passen voor boer- of burgerkinderen
maar even goed voor deze van werklie
den en ambachtslieden.
Wij zouden willen dat de gemeenten,
waar de school nog niet kwam, onmid
dellijk eene aanvraag deden aan den
heer Bricout, Staatslandbouwkundige te
Erembodegem, om dezelve te bekomen.
En eens dat de school er is, dat al de jon
ge dochters er heen gaan met het
goede en vaste gedacht zich te volmaken
in de kennis van de vrouwentaak het
huishouden op spaarzame en zorgzame
wijze te besturen en het leven der
mannen en andere huisgenoten zoo
schoon, zoo praktisch, zoo aangenaam
mogelijk te maken.
Keus der Variëteiten.
TIJDSTIP. Alvorens tot de op
somming der andere fruitsoorten over
te gaan, wil 'k eerst en vooral een
woordje reppen over het tijdstip waarop
ge uw boompjes kiezen moet.
Wanneer ge niet al te goed met de
fruitsoorten zijt ingewijd of geen genoeg
zaam vertrouwen stelt in uw eigen fruit-
kennis, raadpleeg dan een bekwamen
hovenier of vakman en maakt te zamen
uw lijst van variëteiten op, in 't oog
houdende de grond waarover ge be
schikt, de fruitsoorten die 't best in uw
omgeving gedijen, het doel wat ge be
oogt. Onkosten gedaan om minderwaar
dige variëteiten voort te kweeken, zijn
nutteloos en lokken to, late jammerklach
ten uit.
Hoevele landbouwers vond men.niet
die pas eenige jaren geleden, zich naai
de markt begaven en zich daar, voor
wat minder geld misschien, een fruit-
boompje aanschaften, zonder, te weten
wat ze kochten, lettende noch op ouder
dom, vorm noch kloekte, tevreden
slechts omdat ze geen perelaar voor een
appelaar hadden gekocht. Gelukkiglijk
die tijden behooren tot het verleden cn
heden wil iedereen de fijnste en de beste
variëteiten voortkweeken.
Er bestaat nochtans nog een grove
dwaling namelijk het tijdstip waarop
men zich naar de kweekerijen moet be
geven. Men gaat er gewoonlijk henen
een acht of veertiee dagen voor dat men
met de planting moet aanvangen, dan
zijn reeds dikwijls de schoonste plant
soenen er uit gekozen en hebt ge slechts
nog de beste uit de slechte te nemen.
Grove dwaling Gaat naar de kwee
kerijen in den Zomer, wanneer de blade
ren nog in vollen bloei op de boompjes
staan 't is dan dat ge gemakkelijk zult
kunnen vastellen of uw plantsoen niet
lijdt aan blad- of bloedluis, schimmel-,
roest- of geelziekte enz. 't Is juist omdat
het gunstige tijdstip gaat aankomen dat
'k op een zijspoor ben geraakt, om de
naaste maal met de opsomming van pe
relaars te beginnen.
Met uw op voorhand opgemaakte
fruitlijst in uw binnenzak, begeeft ge u
naar een boomkweekerij bij een booin-
kvveeker die gunstig staat bekend en in
wien ge vertrouwen stelt. Dergelijke
boomkweekers treft ge voorzeker op
uw eigen gemeente of in de onmiddel
lijke nabijheid aan. Wat mij verwondert
is dat er zoo weinig annoncen van boom
kweekers in De Koornbloem ver
schijnen. Onbekend is onbemind, 't Gun
stige tijdstip om zich te laten kennen is
ook daar.
Van lichte gronden op zwaardere en
omgekeerd is voor vele veldvruchten
aan te prijzen en de ondervinding leert
dat een fruitboom er ook rekening van
houdt.
Wanneer ge nu bij een boomkweeker
zijt, vraag hem dan welke variëteiten hij
in zijn planterij bezit, zonder hem te
zeggen welke variëteiten ge begeert. Ze
durven U wel eens een appel voor
citroen verkoopen. Nog niet lang gele
den hoorde 'k klagen dan een Seigneur
Esperen werd vervangen door een
Lectier Die klachten waaren noch
tans min gegrond omdat Lectier ook
een goede variëteit is en prachtige py-
ramiden vormt, 't Is enkel om U te zeg
gen dat boomkweekers ook zakenman
nen zijn en al hun waar, goede en min
goede, trachten te verkoopen.
Onder de variëteiten welke hij kweekt,
neemt ge die, welke U op voorhand,
door een hovenier en vakman werden
aangeduid, en laat u dan tot de boomen
leiden.
Ge kiest alleen gave en gezonde boo
men op hcogstam gegriffeld bij voorkeur
alhoewel op laagstam ook goed is. Tus-
schengriffelingen zijn niet aan te prijzen,
tenzij de variëteit zich anders moeilijk
op vrucht zou zetten. De stammen van
3 jaren vorming, moeten op 1 m. van
den grond 0,12 m. omtrek hebben en de
kruin beginnen op eene hoogte van 2 m.
tot 2,25 m. Ze zullen bovendien een
gladde, effene schors hebben, zonder
uitwassen of kankers. Een kleine inker
ving of liever een stukje koord, ijzer-
draad of iets dergelijks zal u helpen om
fe ',n t naiaar spoedig te herkennen,
t Tijdstip is van groot belang en 'k weet
er wordt veel tegen gezondigd.
L. HAEMS,
Landbouwvoordrachtgever.
II.
De waarde van een goede voortbren
ger ligt dus niet alleen besloten in zijn
uitwendigen vorm maar ook in zijnen
oorsprong. Ook is het grootendeels
door 't nagaan van zijn afkomst dat de
kweeker met volle kennis van zaken een
dier zal kunnen uitkiezen, dat kan dienen
tot het vormen van een zekere familie
or ras. In eene exploitatie, waar men de
melkopbrengst voor doel heeft, moet
men voor r kiezen der springdieren een
zeer groot belang hechten aan hunnen
oorsprong.
De beste bewijzen der toekomende
waarde van een stierkalf wordt gegeven
door de hoeveelheid melkopbrengst zij
ner voorzaten. In een woord, indien de
stier voortkomt van koeien bekend door
hunne groote melkopbrengst, indien ook
de vrouwelijke afstammelingen dier
zelfde koeien goede melkdieren zijn, dan
mag men overtuigd zijn dat hij goede
melkeigenschappen geërfd heeft en dat
hij deze zal overzetten aan zijn eigene
afstammelingen. Maar er zou gevaar
bestaan in het overdrijven van de be
langrijkheid van den oorsprong en in
het verwaarloozen der persoonlijke uit
wendige eigenschappen van een kweek-
dier. Hoe schoon, hoe goed de eigen
schappen der voorzaten van een dier
ook mochten geweest zijn, dan toch kan
er zich altijd in die familie of ras een
minderwaardige of vervallen afstamme
ling voordoen. Het gebruik van zulk een
dier voor den kweek, onder voorwend
sel van zijn goeden oorsprong, zou ge
vaarlijk zijn en zou tot het verval van
het ras aanleiding geven.
Bijvoorbeeld, men koppelt een stier
en een koei wiens beide voorzaten goe
de melkopbrengers Waren, maar die ook
beiden een gemeenzaam gebrek hebben.
In dit geval is het bijna zeker dat hunne
afstammelingen hetzelfde gebrek zullen
hebben, dat naarmate de geslachten
zich opvolgen, altijd zal vermeerderen
en eindigen met de ontwikkeling der
dieren tot groote melkopbrengst te ver
hinderen en te belemmeren.
Het belangrijkste van al in de keuze
van een kweekdier is zich te steunen op
waarde zijner afstammelingen. Dit is om
zoo te zeggen de eenigste manier, om de
echte waarde van den voortbrenger te
kennen. Om te weten of een springstier
aan zijne afstammelingen goede melkei
genschappen zal overzetten, kan zijn
oorsprong ons voorzeker goede en kost
bare inlichtingen geven maar de beste
en zekerste bewijzen zullen gegeven
worden door de waarde zijner vrouwe
lijke afstammelingen, 't Is daarom dat
het slachten van springstieren reeds op
tweejarigen ouderdom zeer af te keuren
is, daar het enkel dan is dat men zou
gaan weten wat de waarde zijner afstam
melingen is, op gebied van melkop
brengst. Men moet nochtans ook reke
ning houden van den invloed der koeien
zelfwant de hoedanigheden der vrou~
welijke afstammelingen kunnen ook voor
een groot deel voortkomen van den
kant der koeien. Immer gelijk er in een
stal altijd goede, middelmatige, en slech
te melkkoeien zijn, zoo kan ook de kweek
der slechte melkkoeien ons inlichten no
pens de waarde van een stier op gebied
van erfelijke melkeigenschappen. Zoo,
indien de afstammelingen van een koe,
slechte melkgeefster, goede melkgeefsters
zijn, dan weten wij zonder twijfel dat de
verbetering in zake melkopbrengst toe
te wijten is aan den stier.
Besluit en Samenvatting
Om een voorbeeldig kweekdier te
kiezen, dat moet dienen tot het vormen
van een familie of ras, moet men altijd in
't oog houden le) Dat het niet voldoen
de is een kweekdier te kiezen volgens
zijn uiterlijken vorm 2°) dat men °n0k
zijn oorsprong moet doorgronden en
onderzoeken 3°) bijzonder dat men de
waarde zijner afstammelingan moet na
gaan.
Ztet ge den boer te wachten staan
Daar komt de bode zwaar gelaên.
Welkom, zegt de boer, mijn lief orgaan,
Gij moet voor ons den opuiarsch slaan.
Zeg eens hoe de markten staan,
Naar wiens beurs men eerst zal gaan.
Wie voor ons in de bres durft staan,
Wie voor den boer iets heeft gedaan
Wie geeft den toon en slaat de maat
Voor boerenrecht en boerenbaat
Wie heeft in 't hart noch wrok noch haat.
Daarom, mijnheeren, maakt u niet kwaad
Als zij soms in uw zonne staat.
Voor recht en vrijheid nooit voldaan
Zij schroomt voor niets en blijft voortaan
Vast aan de zij der boeren staan.
Onverpoosd spelt zij haar wenschen
Voor recht en voorspoed aller menschen,
En zoekt voor zich noch eer noch roem
Ons dierbaar blad De Koornbloem
Een oude droomer,
FR. VAN DE VELDE, Denderleeuw.