REDT ul ZELVEN Arbeid adelt Losse Beschouwingen. Hoe een boomgaard aangelegd Kostelijke Lessen Landbouwweekblad Belangrijke Berichten EEN PRAATJE moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. Plantgoed öan Bepstelingen. ZONDAG 2 JULI 1922. Prijs 10 centiemen. 4de JAARGANG Nr 183. Abonnementsprijs t 5,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Met de Kermisdagen zal het ma gazijn Aalst gesloten zijn 1° De Maandag 3 Juli heel den dag. 2° Dinsdag 4 Juli gesloten om 11 uur. 3° Woensdag 5 Juli gesloten om 3 uur. In ons nieuw Lokaai zal met de Kermisdagen plaats en drank zijn voor alle leden met hunne huisge noten en kennissen. Extra goede bieren Bock aan 0,50 fr. en 0,30 fr., Pilsen aan 0,30 fr. de groote pot, Oud bier, Geuze Iam bic, Limonade, Wijn en Likeuren. Alleman opgepast. In De Koornbloem van Zondag 18 Juni komen 3 artikelen voor op dewel ke ik meen te moeten terugkomen, om te te wijzen op de lessen die er voor de landbouwers in 't algemeen in besloten liggen. Laat ons maar onmiddelijk beginnen Ze staan juist in gepaste volgorde. Het eerste der drie, is het hoofdartikel van onzen vriend Klopterop. In gepaste be- woordiging schetst hij ons den toe stand af van den landbouw van het hui dige oogenblik, en zooals de naaste toe komst hem laat voorzien. Die schets, welke ons den toestand afschildert zooals hij zich werkelijk voor doet, is voor ons landbouwers niet al te zeer aanlokkend. De maatschappelijke verhoudingen in ons land, tusschen de verschillende standen staan niet in even wicht, en niets laat vermoeden, dat die zoo zeer verschillende verhoudingen, eer lang zullen in evenwicht komen te staan. Destrijd om het bestaan, die niettegen staande alle geschreven programma's of sociale formules, nog steeds blijft voort woeden en bij alle sociale actie nog steeds den hoogsten toon aangeeft, zal de be handeling van de landbouwers in gelijke mate, als elke andere stand der samen leving, zooniet voor altijd onmogelijk maken, dan toch nog lange jaren op het achterplan duwen. Als bij geen enkelen anderen stand, ligt het lot van den landbouwer in han den van het staatsbestuur. Het voor of tegenwerken van den landbouw door de regeering, brengt met zich den voor spoed of den ondergang, de welvaart of de miserie, de vrijheid of de verdrukking van ons buitenvolk. In hoeverre het Belgisch goeverne- ment en de openbare opinie, het met onze belangen voorhebben, werd reeds genoeg in De Koornbloem aangetoond, dat wij er hier verder zouden over uit wijden. Als tweede artikel, waaruit er voor ons veel te leeren is, hebben wij Landbou wers en Syndikalisme. In twee opeen volgende artikelen, toont ons de schrij ver, dat alleen in de vereeniging voor ons redding besloten ligt door het weergeven van verschillende bestaande toestanden, toonde hij klaar de onmis baarheid en het doelmatige van de ver eeniging voor ons landbouwershet eenige strijdwapen dat in ons bereik ligt. En als derde hebben wij, den brief van Rechtuit onzen Vlaamschen vriend uit het Walenland. Onmiddellijk trekt onze aandacht op de werking der U. P. A. (Beroepsvereenigingen van Landbouw en hun orgaan La Défense Agricole Beige welke zoo krachtda dig optreedt voor de verdediging der belangen van de Belgische landbouwers. Daarna wijst hij ons op de noodzake lijkheid der vereenigingen van landbou wers, deze in te richten en te houden buiten en boven alle politiek. Zoovele malen reeds konden wij bestatigen, hoe onze belangen door de politiekers van eender welke kleur worden verdedigd en voorgestaan. Volksvertegenwoordigers uit onze onmiddellijke omgeving gaven onlangs daarvan nog een doorslaand bewijs. Wat leeren ons nu die drie artikelen Nummer een geeft ons het besef van onzen toestand. Wij staan in een scher pen Landbouw-crisis, die nog scherper dreigt te worden en voor ons op een nakende ramp aanstuurt. In die krisis, hoe scherp hij ook is staat niets of nie mand ons terzijde. Onze regeering, de leidende standen, al wat niet boer is, staat zoo niet vijandig dan toch onver schillig tegenover ons. Nummer twee toont ons den weg naar de redding. In de vereeniging al leen, in de moreele en economische kracht die van haar kan uitgaan, ligt het middel om de krisis te verzachten, ont voogding voor de landbouwers te ver haasten, betere broodwinnig te verze keren en van daaruit de stoffelijke welvaart en zedelijke vervolmaking voor ons boerenvolk in de hand te werken. Nummer drie wijst ons op de werking der Landbouw-beweging in het Walen land, de vrijheid dier beweging tegen over politiek en politiekers, zoo nood zakelijk voor den goeden uitslag van den landbouwstrijd. Voor de leiders, voormannen en voor staanders der landbouwersvereeniging R. U. Z. ligt er een aanstoot in om steeds verder en verder op den ingeslagen weg voort te gaan. Het bestuur onzer ver eeniging, hetwelk op drie jaar tijds zoo schoone resultaten wist te bekomen, en, zooveel malen reeds blijk gaf van sterke durfkracht en gecond initiatief, zal niet moeten worden aangespoord om de macht van onze vereeniging te doen groeien, en voor de verdediging onzer belangen steeds in de bres te staan. Al de instellingen ontstaan uit het programma en in den schoot der Land- bouwersvereening Redt U Zeiven, en de groote uitbreiding waarin zij zich moch ten verheugen, leveren wel het klaarste bewijs dat onze boerenvereeniging op gezonde grondvesten is opgebouwd en dat de landbouwers die haar kennen haar hun vertrouwen hebben geschon ken. Met het oog op de landbouw-crisis van tegenwoordig, de middelen om die crisis te verzachten of af te weren, en de uitslagen in Wallonië bekomen, zal de Boerenbond van Aalst meer dan ooit zijn best doen om de zedelijke als stoffe lijke welvaart van ons volk te verzekeren en te verhoogen. HARD-LABOUR Keus der Variëteiten. PELELAARS. I. Beurré Hardy. Deze variëteit maakt groote, opgeschoten, hooge hoo rnen, doch weinig prachtige kruinen van uitzicht, takken soms wel neerhangend. De peer is dik, smakelijk en van eerste hoedanigheid. Ze is sprokkig en sappig. Verleden jaar zagen we er groote ver woestingen in gebeuren door den wind, de peren vallen gemakkelijk aan stuk ken. En geen wonder De boomen be reiken soms een hoogte van 10 meter en meer en wanneer ze daarbij gemakkelijk klieft is 't allicht te raden in welken er- barmelijken toestand ze worden opge raapt. Ze rijpt in September-October, bewaart niet lang. Ze wordt veel ge vraagd als tafelpeer en alhoewel haar uiterlijk niets bekoorlijk aanbiedt, wordt ze toch gretig geëten. In Aalst en om liggende gedijt ze goed, ge moogt ze dan ook gerust een plaats in den boom gaard gunnen. II. Dubbele Pilip. De handelspeer bij uitmuntendheid. Vroeger algemeen gekend en gewaardeerd wordt thans, misschien wel niet gansch ten onrechte, als afgeleefd beschouwd. Ze werd me reeds van voor den oorlog om dit gebrek door een boomkweeker van Cherscamp afgeraden. Ze maakt nochtans nog ta melijk groote boomen en is zeer vrucht baar. De peer is te goed gekend, om ze hier omstandig te beschrijven. Ze is dik, malsch als boter, fijn en aangenaam van smaak. Wie zou ze niet begeeren Ze rijpt in September en de vrucht, alhoe wel dik, houdt tamelijk vast aan den boom. Vroeger werd ze op groote schaal gekweekt in onze boomgaarden voor den handel, 't Is misschien wel daarom dat velen ze versleten achten. Ik wil nochtans niet te haastig mijn vonnis er over uitspreken. III. De callebasse a la reine, beter ge kend onder den naam van wijnpeer, wordt fel gezocht in Henegouwen en gedijt ook goed in onze streken waar ze ook niet zelden aangetroffen wordt. Ze maakt boomen van middelmatige groei kracht en grootte en tamelijk schoone kruinen. De peer is dik, niet fraai van uitzicht, doch smakelijk en van eerste hoedanigheid. Ze wordt veel gekocht als tafelpeer en ze is er ook niet om te versmadenSappig, suikerzoet van smaak, smeltend en geurig, De vorm er van is ook maar al te wel bekend, ik ga er dan over heenstappen. Ze rijpt in September. IV. De Beurré Chaboceau of Jefkens- peer wordt veel gekweekt in de omstre ken van Aalst en gedijt er goed. Ze maakt prachtige boomen met bolvor mige kruinen. Ze bezit een sterke groei kracht. De peer is bolvormig niet te groot, alhoewel in voordeelige voor waarden geteeld ze soms een tamelijke grootte bereiken die ze eerder Jeffen als Jefkens zou doen heeten. Van smaak is ze uitmuntend. Wanneer men daarin bijt dan hoort men soms wel dat zoo ken schetsend gerucht der lippen dat de be- geerige toeschouwer wel een watertan den doet. Ze is bovendien zeer vrucht baar en in alle fruitwinkels sterk gezocht en overvloedig gevraagd. Ze is vroeg rijp, doch bewaart niet lang. Wie gaat er naar de kweekerij zonder de Jefkens op zijn lijst Ze verdient het, ook. V. De Durondeau ook wel poire de Tongres geheeten maakt nog boomen van middelmatige grootte en groeikracht, zonder fraai uitzicht nochtans. De peer is prachtig, een weinig gebobbeld, bruinrood gekleurd langs de zonzijde, groot, Van smaak st3at ze als een der vijf fijnste bekend, malsch, honigzoet, zoo sappig dat 't sap langs vingers en kin wegloopt. Als tafelpeer wordt ze zeer gezocht. Ze bezit een groote han delswaarde voornamelijk op onzeinland- sche markten. Blutsen en steken verrot ten. Ze bewaart niet lang. Ze is meer aan te bevelen voor muur en struik dan wel voor boomgaard, waar ze toch als tusschenplanting goede diensten bewijst. Ik zag wel eens bloemen en vruchten te gelijkertijd. Sommigen zien hierin een teeken van afgeleefdheid. Voor mij is 't een te groote vruchtbaarheid omdat ze er om gekend is. Ze rijpt in October- November en bewaart ook niet zeer lang. Men treft ze overal aan, doch doet sedert eenigen tijd met minder lof van haar spreken. VI. De grauwe van Aalst een lokaal- variëteit staat gunstig bekend in 't land van Aalst onder de naam soms van Stuiverspeer, Grosse Marie en Grand Capucin. Ze verdient het. Ze maakt prachtige boomen, hoog en schoon pyramidaal. Het uiterlijke van de peer heeft niets dat aanlokt maar onder die ruwe schors zijn fijne hoedanigheden verborgen. Sappig, sprokkig, zoet, geu rig, aangenaam van smaak. Ze wordt veel gezocht op de markt en is uiterst geschikt voor den uitvoer. In 't Land van Aalst, haar moedergrond, gedijt ze goed. 't Is een van die lokaalvariëten die veel andere in de schaduw zet al worden ze soms nog fel geprezen. Kweekt ze maar gerust in den boomgaard, ge zult 't u voorzeker niet beklagen. VII. De Clapp's favorite maakt boo men van middelmatige kloekte en groei kracht. De neerhangende takken geven aan de kruin een onregelmatigen en niet al te sierlijken vorm. De peer heeft inte gendeel een fraaien vorm met mooi uit zicht, groot en dik, gansch geel met een blozende kant naar 't zonnelicht. Ze is van allereerste hoedanigheid, malsch en fijn, sprokkig en geurig. Ze rijpt in Augustus-September. Er is veel vraag naar en gezien haar goede hoedanighe den mag ze, en bijzonderlijk in onze streek, warm worden aanbevolen. Neemt het me niet kwalijk moest ik een volgende maal weer op een zijspoor geraken. De rupsen hebben daar, in de onmiddellijke nabijheid van mijn huis, zulke verwoestingen aangericht dat 'k er zeker de aandacht van de lezers en leze ressen van De Koornbloem zal moe ten op vestigen. L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever. Voor de Heeren van onzen Raad en voor onzen Bestuurder bestaat er na tuurlijk eene groote verantwoordelijk heid om sommige waren voor de leden aan te koopen. Zij staan dikwijls voor de mogelijk heid dat de leden niet wel of niet tevre den zouden zijn van hetgeen voor hen werd aangekocht, want niet alle waren zijn door ontleding en onderzoek totaal te onderscheiden. Zoo hebben we de za den, de plantaardappelen. Wanneer dan onze hoofdmans met alle zorg, de volgens hun dunkens beste zaden of planters gekozen hebben, zijn zij oprecht benieuwd, en soms wel met een weinig angst, of dat zaad of plant goed wel beantwoorden zal aan de ver wachtingen, en of de leden er zullen goede vruchten van oogsten. Is de oogst goed, dan is het maar zooals het zijn moet is de oogst minder goed of slecht, dan valt er eene verantwoorde lijkheid op hun hoofd, niettegenstaande zij met alle zorg en volgens geweten zul len gehandeld hebben. Die taak is dus tamelijk ondankbaar en gevaarlijk, te meer daar de groote massa der leden niet begrijpt hoe moei lijk soms de zaak is. Eene zaadkwestie is altijd eene kwes tie van vertrouwen. De raad moet ver trouwen kunnen hebben in de huizen die het leveren en de leden in de hoofd mans die het voor hun koopen. Ongelukkiglijk bestaat dit vertrou wen niet voor vele leden van onzen bond die menschen denken nog altijd dat zij af te rekenen hebben met de vooroorlogsche bende van bedriegelijke gasten, die niets anders deden dan aan de boeren appelen voor citroenen ver- koopen. Zij hebben nog geen volledig en zelfs nog geen beginsel van geloof in de juist heid der handelingen van onze leiders en sommigen hebben zelfs den mond vol van allerlei verdenkingen en achterdoch- tigen zeever, alhoewel de tijd en het verleden hen moet overtuigd hebben van het tegenovergestelde en van de onbaat zuchtige en eerlijke kamp die onze hoof den hebben gevoerd voor hun stoffelijk en geestelijk welzijn. Vele verstandige en eerlijke landbou wers zijn van andere gevoelens en zijn doordrongen van de beste gedachten tegenover het bestuur. Dit jaar wederom zullen er tal van kostelijke lessen waar te nemen zijn voor die soort wantrouwige en onverstandige boeren. Ik wil hier eenige gevallen aan halen. In den Herfst zijn de Kruger-planters toegekomen die de verleden Zomer op het veld gekocht werden door het Be stuur en die onder hun toezicht gerooid verladen werden. Wanneer deze en planters toekwamen waren vele lieden er niet tevreden over omdat ze volgens hun dunkens te groot waren. In De Koornbloem werd er meermaals op gewezen dat deze velden in Friesland zóódanig gelukt waren en dat alleen in minder goede partijen klein goed voor handen was. Dit alles hielp er weinig aan de wantrouwige en best-wetende liet het plantgoed heel den Winter in ons magazijn liggen en wachtte totdat er kleine planters kwamen. We waren dus zedelijk verplicht klei ne planters te koopen en deden een schipken komen met zulk goed, en van ongekeurde en bijgevolg ongekende velden. Dit plantgoed kost min en plantte meer uit en dat was hun droom. Vraagt nu eens aan de lieden hoe de verschillende soorten er voorkomen en ge zult eenparig vernemen dat de dikke planters van in den Herfst veruit de beste staan, als bewijs dat ons bestuur wel wist wat het deed met dezelve te koopen. En vraag dan eens hoe de velden staan van eigen plantgoed of door an dere personen geleverd. Dit alles zal U doordringen van de gedachte dat ieder lid volle vertrouwen mag hebben in de handelingen der hoofdmans. Eene kostelijke les gaf ons de Industrie. Gaat de velden af en vraagt aan de boeren hoe de Industrie staat die wij uit Polen invoerden. Zij zullen u verwij zen naar de prachtigste partijen, waarte gen deze van eigen goed of van andere koopmans of leveraars onbeduidende en uitstervende velden zijn. Wat hebben we niet voor dezen In dustrie gedaan om dezelve hier binnen te krijgen en om hem te bekomen van de goede streek en goede soort. En toch hij kwam er door Maar hoe werd hij onthaald door de meeste leden Die aardappelen, niette genstaande men uitdrukkelijk moest overtuigd zijn van de soort en herkomst derzelve, werden op geknor en wel eens op vloeken onthaald, omdat zij niet ver zorgd waren, omdat er stukken, kleine, een gerapte tusschen lagen En wat heeft de massa der leden ge daan, niettegenstaande de woorden van ons Bestuur en de vermaningen in De Koornbloem Zij hebben daar simpel hun broek aan gevaagd en hebben zich bij Pier of Pauwel schoon uitgeraapt plantgoed gaan koopen, waarvan zij noch de herkomst, noch de soort ken den. Anderen plantten van hun eigen, versleten goed en ten slotte bleven er een viertal wagons in ons magazijn lig gen. Gebrek aan vertrouwen en aan goede rede 1 Deze die toch dit Poolsch goed heb ben gekocht en geplant, hebben heden prachtige aardappelvelden staan, waar de slimmerikken, die hun plantgoed voor ieders rekening lieten in magazijn lig gen en aan de verkens vervoederen, met spijt hunne slechte velden moeten be houden Dit is toch wel een duurbetaalde les Gaat de velden en de dorpen af en vraagt aan de boeren hoe het plant goed staat door onzen bond geleverd en men zal u antwoorden Ge moet het niet vragen al de goede partijen die in den kouter staan zijn met dit goed bezet. Zoo was het toch ook verleden jaar en over twee jaar. En niettegenstaande dat alles heerscht er nog steeds wantrou wen en zijn deze lessen nog niet sterk genoeg om sommige menschen te over tuigen. Dit is somtijds droef voor de leiders, die alle opofferingen getroosten, om op alle manieren hunne leden te helpen. Wat er troostend is voor hen dat zijn de bewijzen die welsprekend genoeg zijn ter hunner eere en misschien zullen krachtig genoeg zijn om den moeielijk- sten en wantrouwigsten landbouwer de oogen te openen. De les zal kostelijk zijn voor deze die geen geloof heeft gehecht aan de woorden hunner hoofdmans mochte in de toekomst iedereen overtuigd zijn en zich niet laten meeslepen door den zang van valsche profeten of door eigen mis trouwen. Voor het Bestuur zal het ook eene goede les zijn in 't vervolg geen pogin gen te doen dan voor die leden die met hen willen samengaan en die vertrouwen hebben in hun streven. En mocht ik aan onze Heeren eenen raad geven, dan zou ik hen vragen enkel met inschrijvingen te werken, die niet op voorhand zijn goed vraagt die kan maar zijn plan trekken deze zijn ge woonlijk toch maar goed om den bond eenige duizende franks schade te doen door hunne domme en laffe handelwijze. Gaat vooruit met de menschen die wil len en laat de anderen aan hun lot over, dan zullen ze toch wel eens hun verstand krijgen om samen met hunne hoofdmans hand in hand te gaan tot de verbetering van ons stoffelijk en geestelijk goed. O. CAUDRON. Daar de inoogsting van Eerstelingen in Holland eerstdaags gaat beginnen, zouden we aan al onze leden vragen die van dit plantgoed begeeren, zonder wachten te laten weten hoeveel zij schikken noodig te hebben. De prijzen zijn nog niet gekend, doch alles doet voorzien dat zij niet al te hoog zullen zijn. De planters zullen aan de beste prijzen van den dag, op tijd en stond geleverd worden en aan de beste condities voor de ingeschreven leden. Niet ingeschrevenen bekomen niets. tu%scla©ffi Pier ©a Pol. Pier en Pol, oude kennissen van vroe ger zitten weer toevallig eens bijeen, na langen tijd Uit nieuwsgierigheid zijn ze, uit hun dorpke dat w<4~2 - 3 uur 't een van 't ander ligt, naar Aalst gekomen om het nieuw lokaal van den Bond te bewonderen. Terwijl zij hunne oogen uitkijken beginnen ze met ware voldoe ning een praatje te doen. Pier. Ewel, Pol jongen, me dunkt dat gij er goed uitziet, maar hoe is t'huis Pol. Ba, nogal wel, maar er zijn toch geen redens om te stoefen. De win ter, die nu voorbij is zullen wij mijn vrouw en ik niet dapper vergeten. Wij hebben in ons twee koeikes veel inge stoken. (En een diepe zucht onderlijnt zijn gezegde). Pier. Wij hebben er allemaal aan toegelegd. Kon het anders Maar 't zal toch wel eenen keer beteren Pol. Ja, dat z'allemaal van ons ge dacht waren om eens door te werken, het zou wrel beteren. Zoudt ge willen gelooven dat 'k van zin was van naar Frankrijk te trekken. Maar van de zes kinderen is er nog geen een om mee te werken. Als 't zoo nog een jaar of twee voortgaat, zegt de vrouw, weet ik niet van wat hout pijlen te maken. En de vrouw weet het, zij houdt de kas. Ik voor mijn paart vraag niet beter te wer ken en te boeren, maar als moeder de vrouw zegt dat er niets van in de kas en komt,dat de spaarpot eerder leeg geboerd wordt, zie dan zou 'k ook de pijp aan Maarten geven. Pier. ja, man, zoude ge denken dat het bij een ander beter gaat? Pol. Dit is in alle geval ne magere troost. Pier. Maar wat zouder van voort komen als we nu allemaal den stiel lieten staan Pol. Dan zoudt misschien beteren maar wat we zouden moeten doen, dat is dat wij, alle boeren gelijk, de koppen eens omhoog zouden steken gelijk als 't werkvolk gedaan heeft en de groote mannen eens 't mes op de keel zetten wij moeten meer lawijt maken, wij moe ten ons laten hooren, want 't zou schij nen dat ze niet weten dat er nog boeren bestaan. Pier. Ze wetend 't maar al te wel, als 't is om ons doen af te doppen. Pol. Ha, ja En dat wij, stomme rikken dat we zijn, dat zoo maar als zoe te lammekes verdragen, zie dat kan ik moeilijk verkroppen. Pier. Pol, ge zoudt gij nog ne goei- en zijn om op propaganda uit te gaan. Pol. Ja 'k drommels, en ik zou der opkloppen gelijk als Klopterop in De Koornbloem, Pier. Ja, dat zou 't moeten zijn, om het boeren-evangelie te spreken van dorp tot dorp en spreken en werken dat er de stukken afvliegen. Pol. 't Zou dan wel beteren. Want kermen en klagen helpt niet, der moet gewerkt worden. Anders, als 't zoo blijft duren laat ik de boerderij staan en ga 'k liever mijn brood verdienen als werk man, zoo waar als ik hier zit. Pier. Maar gij ziet er toch nogal zwart in ze zullen in 't kort op ons ook wel ne keer peinzen. Pol. Daarvoor hebben z'al okkasie en tijd genoeg gehad z'en hebben voor ons niets over man. Pier. Redt U Zclven mag toch een pluimken op zijn hoed steken omdat het zoo wel voor de boeren zorgt. Alhoe wel dat er nijdige menschen rondloopen en ons zoo slecht willen maken als rot ten visch. Zoo heb ik over tijd hooren zeggen dat er over tijd een van die slim merikken op ons gemeente in een her berg op den'bond begon met alle soorten leugens, maar ze hebben hem eens goed gekamd en met papieren in de hand be wezen dat hij ne groote leugeneer en ne laffaard was en mijnheer trok al stinkend op. Had ik daar geweest, ik had hem zijn woorden doen intrekken of hij zou een proces aan zijn been gekregen heb ben. Pol. Wel alzoo zouden we met zulke mannen moeten te werk gaan, kort en goed. Pier. Ja, en dat er nog boeren zijn die zich van handelaars en konsoorten laten beklappen. ^RNBLOEM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1922 | | pagina 1