REDT U
ZELVEN
r
Arbeid adelt
Maatschappelijke Verhoudingen
Hei verbeteren
van den Veestapel.
Beschouwingen.
Hoe een boomgaard
aangelegd
Landbouwweekblad
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
Bond der
Ta 1 rij ke Huisgezi 11 nen
Leest en verspreidt
ons Blad.
ZONDAG 27 OOGST 1922.
Prijs 10 centiemen.
4de JAARGANG Nr 191.
Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Tijdens den wereldoorlog, toen de
arbeiders van alle landen, zonder ach
terdenken, hun eigen bloed of dat hun
ner kinderen veil hadden voor de verde- j
diging van hunnen vadergrond, toen
heeft men herhaaldelijk gemeend hun j
eene toekomst te moeten voorspiegelen
die veel schooner zou zijn dan het ver
leden, dat den oorlog vooraf ging. Het
groote woord, dat de werkelijke over
winnaar in dezen wereldstrijd de demo
cratie zou zijn, en dat, eens de storm
voorbij, rechtvaardiger verhoudingen
zouden heerschen in de samenleving,
maakte indruk bij de massa.
Na den oorlog werden deze beloften
in verschillige Vredesverdragen plech
tig vastgelegd. Eene reeks algemeene
beginselingen werden verkondigd en
eene internationale organisatie werd tot
stand gebracht, om het beginsel, dat ar
beid geen koopwaar is, te doen in prak
tijk stellen door internationale overeen
komsten.
Als gevolg van deze in- en na den
oorlog ontstane streving, die zeer werd
beïnvloed door krachtige organisatie der
voortbrengers uit alle landen, werden de
verhoudingen in de samenleving dan
ook zeer gewijzigd. De opperheerschap
pij van den werkgever werd gebroken
en aan de arbeiders werd een loon toe
gekend in verhouding van den door hun
gedane arbeid, en in voldoende mate om
in hun onderhoud behoorlijk te kunnen
voorzien.
Om rechtvaardige toestanden te
scheppen, moet het loon van den arbeid
toelaten zich zeiven en de zijnen vol
doende te voeden, te kleeden en eene
goede huisvesting te kunnen veroorlo
ven. Het loon moet ook nog ruim ge
noeg zijn, om toe te laten te genieten
van de rustdagen en het hebben eener
zekere ontspanning opvoeding der
kinderen, dekken van de risico's van
ziekten, onbekwaamheid en ouden dag.
De democratische streving die in en
na den oorlog zoo zeer insloeg bij de
massa en de sterke werklieden-syndica
ten, hebben dan ook de toestanden voor
de werkende klassen zeer verbeterd,
zoodat dezen een veel menschwaardiger
leven dan vroeger leiden.
Voorgaande heeft betrek op verhou
ding leven en loon tusschen arbeiders en
patroons. Voor ons, landbouwers, is het
zeker niet van belang ontbloot eens na
te gaan, hoe hoog ons loon wel reikt en
welk leven het ons toelaat.
Wij zullen niet beweren dat het loon
hetwelk aan de arbeiders wordt uitbe
taald dezen toelaat alles te doen wat we
hooger van het loon vereischten. Ook
weten wij dat de arbeiders nog niet alles
hebben bekomen wat het maatschappe
lijk solidarisme hen toekent. Doch gaan
we maar eens de verhoudingen na
Nemen wij eerst de huishuurwet en
de wet op de landpachten. Hier kan mij
wel opgeworpen worden dat de huis
huurwet ook de landbouwers-huurders
ten goede komt en voor het werkvolk
niet alleen gemaakt is. Zeker maar zijn
land en huis voor den landbouwer niet
een onafscheidelijk geheelIn stad of
buiten kan niemand worden buitengezet
zonder zeer gewichtige redens en die
redens zijn bijna nooit gewichtig genoeg
om de uitzetting te doen uitvoeren
maar zonder de minste reden komt uwe
grondeigenaar u daags voor Kerstdag
zeggen, dat ge op zijn land geen voet
meer hebt te zetten, en daar hebt ge niet
alleen uw broodwinning verloren, maar
ge ondergaat soms een verlies hetwelk
u jarenlange inspanning gekost heeft. En
wat hebt ge dan aan uwe hofstede als
ge uw land kwijt zijt
Huishuur mag maar verhoogd worden
volgens wetsbepaling vraagt de huis
meester te veel, door de vrederechter
laat de huurder hem zeggen waarop hij
recht heeft. Eigenaars van gronden ver-
hoogen hun huurprijs naar believen
100, 200, 300 per honderd durven ze
opslaan, alle lasten leggen ze op den
huurder en deze heeft aan te nemen of
er af te blijven, Dit laatste is hem meest
altijd om vele redenen onmogelijk.
Thuis wacht een geheel gezin op onder
houd en de boer werkt harder door.
Komt er in de eene of andere nijver
heid een tijd van overvloed, 't zij door te
veel voortbrengst of door concurrentie
uit vreemde landen, dan springt het
Staatsbestuur bij. In het eerste geval
wordt er omgezien naar vreemde afzet
markten en gaat de crisis spoedig over.
In het tweede geval worden de grenzen
voor vreemden invoer gesloten en mag
de productie gewoon doorgaan, zonder
dat er zich groote schommelingen in de
prijzen voordoen. Is er aan de crisis niets
te doen, dan springt het Staatsbestuur
weer bij, toelagen worden aan de kwij
nende nijverheid toegekend om de
voortbrengst te kunnen laten voortdu
ren, ofwel worden werkliedenkassen
(crisisfonds) aangesproken. De regeering
gaat zelf na hoeveel geld men behoeft
in de verschillende centers om in het
onderhoud te voorzien en naar die ge
gevens moet het loon der arbeiders wor
den geregeld.
Komt er een tijd van crisis in den
landbouw dan bekommert men zich daar
niet mee in Brussel. Van uit het Minis
terie van Landbouw zal men ons wel
eens meer zeggen, hoe wij dit of dat
moeten doen, doch daarbij blijft het.
Is er aan 't een of ander Iandbouw-
voortbrengsel overvloed in 't land en
worden de prijzen er door omlaag ge
drukt, dan is men er zeer blij om, naar
vreemde afzetgebieden wordt niet om
gezien, veeleer zal men trachten door
den invoer uit den vreemde toe te laten
of zelf te bevorderen, de prijzen onzer
voortbrengselen nog meer naar omlaag
te drukken. Maar dat door dergelijke
doenwijze eene groote massa Belgische
landbouwers in de onmogelijkheid ge
steld worden behoorlijk te leven dat be
seft men niet. Dat er daardoor op den
buiten veel ontbering wordt geleden en
de ontwikkeling van ons Belgisch boe
renvolk wordt belemmerd en verstompt,
dat schijnen vele sociologen niet te we
ten.
Na den oorlog is de acht-uren-arbeid
tot stand gekomen. De groote arbeids-
conferentie van Washington schoof de
bespreking van den invoer van den
acht-uren-dag in den landbouw naar i
eene volgende conferentie. Later is men
er op teruggekomen, doch men dierf zich
niet officieel uitspreken voor de invoe
ring van het acht-uren-werk in den
landbouw en niet zonder reden. De on
mogelijke regeling van het boerenwerk
door de wisselvalligheid van het weder,
laat die invoering niet toe, zegt men,
maar er zijn nog wel andere reden die
het niet toelaten.
Hoe het in Amerika met de boeren
gesteld is dat weten we zoo nauw niet,
doch houden we ons in België bezig.
Van welke onzer boeren, hoe groot zijn
bedrijf ook zij, kan worden bewezen,
dat na het betalen van een behoorlijk
loon aan zijn werkvolk en met acht uren
werk zoo voor hem als voor zijn volk,
zijne landbouwuitbating maar een grein
tje winst zou afwerpen.
Welke overtuiging, nopens het geld
winnen der boeren welke men er in
sommige middens ook op nahoudt, kan
zulks toch niets aan de nuchtere werke
lijkheid veranderen en die werkelijkheid
toont genoeg dat het invoeren van den
acht-uren-dag in het landbouwbedrijf
tot nog toe eene volstrekte onmogelijk
heid daarstelt.
Overigens, met geheel den dag van
's morgens vroeg tot 's avonds laat, jaar
in jaar uit te werken en te zwoegen,
kunnen onze boeren zich nog maar nau
welijks het hoogst noodige veroorloven.
Cinema's, theaters, speelhuizen, thee
avondjes mogen ze nog van hun pro
gramma schrabben.
Moest men nu langs wettelijken weg
de boeren verplichten maar acht uren
daags te werken, met die vereischte er
bij dat ze op die acht uren evenveel moe
ten verdienen dan nu op 12 of 14 uren,
wie zou dergelijke regeling ten schade
komen De landbouwvoortbrengselen
zouden er door in prijs moeten stijgen.
Die prijsstijging zou zich heelemaal voor
doen ten nadeele van den verbruiker,
doch de maatschappelijke verhoudingen
zouden veel verrechtvaardigen.
Nu werkt en zwoegt de boer niet 8
maar 12 a 14 uren per dag, en op die
lange werktijd wint hij maar nauwelijks
genoeg, om bekrompen door de wereld
te komen.
De sociale strijd hier in België ging
steeds tusschen patroon en arbeider,
werkgever en werknemer, gevolg aan
dien strijd werden vele sociale wetten
gemaakt die beider rechten en plichten
langs wettelijken weg regelen.
Omdat onze belangen strijdig zijn
met de belangen van allen die geen boer
zijn, moeten wij steeds nog op het eerste
greintje tegemoetkoming wachten om
dat ons recht hun schadig is of liever
hun voordeel zou verminderen en omdat
wij tot nog toe de middelen niet wisten
te gebruiken, die er hun kunnen toe
dwingen, kunnen die wanverhoudingen
zoo lang voortduren.
HARD LABOUR.
De Franschen hebben zich sedert
eenige jaren met bijzonderen iever op
het verbeteren der melkkoeien toege
legd, voornamelijk met het oog op de
boterproduktie. Ook denken wij dat het
in Frankrijk is dat men de beste melk
koeien en tevens de beste vetbeesten
bezit. Daar vindt men de prachtige ras
sen van Nevers, van de Chalosse, het
ras van Parthenay wiens melk tot 60, ja
zelfs tot 70 graad vetgehalte bezithet
Normandische ras enz. Men vindt er
ook het oude Vlaamsche ras of ras van
Cassel, zuiverder dan in België. Niet
lang geleden hebben wij van den uit
voer naar Argentina gelezen van een
vijftiental Normandische koeien aan den
middenprijs van 15,500 fr.
In onze streken is het vee misschien
wel wat verwaarloosd geweest ten voor
deel van het paard de groote paarden-
prijskampen van Brussel geleken sedert
eenige jaren op echte gala-vertoonin
gen. Nu dat de paardenkweek wat sla
bakt, ware het oogenblik misschien
gunstig om ernstige en doeltreffende
middelen toe te passen voor het verede
len van onzen veestapel. Wij zijn vast
overtuigd dat men met ons schoon Den-
derras prachtige uitslagen zou bekomen,
zoowel onder oogpunt van melkgeving
als onder oogpunt van vleeschop-
brengst.
Een der bijzonderste middelen die in
Normandië aangewend werden om den
veestapel te verbeteren, was het inrich
ten van zoogenaamde boterprijskam-
pen namelijk te Yvetot. De prijskam
pen van Yvetot vingen aan in 1906 en
gaven zeer nuttige wenken. Dit jaar
namen 54 koeien aan den prijskamp
deel, waarvan 21 jonge en 33 volwasse
nen. De middelbare opbrengst was voor
al de koeien van 830 gram. 70 boter
daags. Van de 33 volwassen werden er
25 geprimeerd. Deze gaven gemiddeld
1021 gr. 16 boter per dag. Ziehier nog
eenige bijzondere uitslagen De eerste
prijs werd toegekend aan de koe ge
naamd Sauterelle Deze gaf dage
lijks 1 kgr. 428 gr. boter. De tweede
Belle Normande gaf 1 kg. 346 gr. en
de derde 1 kg. 343 gr. De meeste melk
werd gegeven door Mascotte 60 1.
op twee dagen. Koe nr 50 gaf 51 gr. 8
of een kilo boter voor 17 1.600 melk.
men heeft eens te meer besiatigd dat er
een buitengewoon verschil bestaat on
der oogpunt vetgehalte, tusschen de
morgen-, middag- en avondmelk. Er
waren 9 melksoorten die min dan 20
graad gerber leverden. Het waren allen
morgenmelken. 9 melken gaven boven
de 60 graad en allen waren middag-
melken.
Sauterelle, de eerste der volwassenen,
gaf in 1921, 4794 liters melk en 236 kg.
boter.
De prijskamp heeft ook aangeduid dat
een goede lichaamsbouw meestal ge
paard gaat met de goede hoedanigheid.
Inlichtingen sedert lang verzameld, be
wezen ook den grooten invloed van den
stier. Zoo waren de 4 eerste prijzen af
stammelingen van denzelfden spring-
stier. Zulks is ook in België reeds lang
geweten, doch niet genoeg in aanmer
king genomen. Ten eerste, er worden
nog te veel ongekeurde stieren gebruikt;
ten tweede men heeft zich nooit genoeg
om de afstammelingen der gebruikte
stieren bekommerd.
Zoo werden soms jaren lang gekeurde
stieren gebruikt, waarvan den invloed
op den veestapel geenszins voordeelig
was. Men heeft bewaringspremies toe
gepast, zonder te weten of de produk-
ten van den geprimeerden stier goed of
slecht waren. Men zou dus moeten meer
vooruitgaan in het afzonderen van
beste families 1.1. z. eerst goede stie
ren aanduiden. Wij meenen stieren die
uitmuntende produkten geven, het be
houden der jonge stieren die van deze
voortkomen bijzonder bevoordeeligen
en de afstammelingen dezer stieren zoo
veel mogelijk vermenigvuldigen en ver
spreiden. Zoo zouden in elke streek
eenige bijzondere families door het toe
kennen van redelijke aanmoedigingen,
altijd meer en meer verspreid moeten
worden.
D. BRICOUT.
De landman is volop aan 't werk. Er
wordt gemaaid, geoogst. In 'c algemeen
mag gezegd worden dat de oogst rede
lijk gelukt is en de landman is tevreden
en met rechtmatige vreugde en fierheid
bergt hij zijn graan in schuur en tas zijn
zware arbeid is rijkelijk beloond. Doch
zijn vreugde is niet vrij van kommer en
vrees. De lasten wegen zwaar op zijn
schouders, zwaarder op hem dan op wie
ook. Tot staving hiervan, zie maar deze
vergelijkingen. Een boer verkoopt een
zak tarwe aan 60 fr., daarvoor moet de
schatkist 0,60 fr. hebben. Een bankier
verkoopteen aktie van 105 fr., hij be
taalt slechts 0,05 fr. Een pachter ver
koopt een paard voor 2500 fr., de Staat
slorpt 25,00 fr. op. Een wisselagent ver
koopt een actie van 2500 fr. en moet
slechts 1,25 fr. in de schatkist storten.
Zoo houdt men de prijzen onzer produk
ten zoo laag mogelijk. Men kan deze
litanie van ongelijke, onrechtvaardige
behandelingen om zoo te zeggen zonder
einde voortzetten, doch deze twee voor
beelden zullen volstaan om iedereen aan
het verstand te brengen dat dus voor ge
lijke sommen, de hoogen taks wordt
betaald door degenen die het meest wer
ken, bijgevolg dat dus de arbeid wordt
belast. Én dan schreeuwen de grooten
luidkeels dat er meer en meer moet ge
werkt worden. De landbouwer werkt
het meest en in evenredigheid betaalt hij
't meest lasten in België, hij klaagt, maar
betaalt ze toch. En 't schijnt dat het nog
niet genoeg is voor onzen minister van
geldwezen, want onlangs heeft hij op de
konferentie te Londen beloofd dat
nieuwe belastingen zullen moeten ge
stemd worden. Mocht hij dat, bij het op
sporen van nieuwe middeltjes om zijn
kas te vullen, de boeren eens van kant te
laten zij worden anders als het er om
gaat iets goeds voor hen te doen, zoo
dikwijls vergeten. Wij moeten er echter
niet veel op rekenen, want in België
geldt nog altijd de spreuk De boer
zal 't al betalen.
En zeggen dat er dan nog menschen
zijn die niet kunnen begrijpen dat de
landbouwersbeweging, de strijd dien we
voeren, eerst en vooral een strijd voor
het bestaan een broodkwestie is. Zij
hebben ooren en hooren niet, zij hebben
oogen en zien niet.
Drie onzer bestuurleden zijn verleden
week naar Holland gegaan, om plantsoen
te koopen voor den bond. Telkens er
iemand van ginder weerkeert, hooren wij
met den meesten lof spreken van dit land,
over zijn landbouw en over zijn land'
bouwers. Dit enkele wil ik aanhalen.
Vele boeren worden ginder aangetroffen,
die na een arbeidzaam leven, hun oude
dagen in kalme rust mogen overbrengen,
zonder kommer, zonder vrees voor ar
moede, als boerenrenteniers.
En wat zien wij ten onzent. Thans
zitten de oude- mannen- en vrouwen
huizen vol menschen uit den werklieden
stand. Doch indien niet bij onze boeren
die vrome eerbied bestond voor den
ouderdom, dan zaten die huizen vol
boerenoudjes. En nu werken deze mee
op de boerderij zoolang zij kunnen gaan
of zitten, zoolang ze leven, zonder eens
te mogen rusten met 't genot van iemand
die zijn langen arbeid voltrokken heeft.
Wie zal het ons dan ten kwade dui
den als wij uit al onze krachten werken
voor den stoffelijken welstand van ons
boerenvolk. Of moet, omdat zijn belan-
gdn vroeger en nu nog met den voet
worden betreden, die ongelukkige toe
stand immer blijven voortduren. Neen,
voor de eer der boeren en voor de eer
van ons land moet dat veranderen, onze
landbouwers moeten zijn wat de land
bouwers in den vreemde zijn vrije bur
gers met naam en daad, zelfstandige
burgers met een deftig bestaan.
Eens dat we zoover zullen gekomen
zijn, dan zullen wij meer nog als heden,
en met verdubbelde kracht werken voor
de geestelijke welvaart van de boeren
want zij weten zoo wel als gelijk wie dat
de verstandelijke ontwikkeling, een ze
kere geleerdheid, noodig is om een be
reikten welstand te doen voortduren en
hem zelfs nog te verbeteren.
Er zijn door de eeuwen heen volkeren
geweest die, om zoo te zeggen, tot het
hoogste punt van welstand en rijkdom
gekomen waren en dan plotseling soms
weer in armoede en ellende vervielen bij
gebrek aan geestelijke en zedelijke
kracht.
Omdat we nu de stoffelijke belangen
onzer boerenbevolking vooraan op ons
programma zetten, wil dit niet betee-
kenen dat we niet begrijpen hoe noodza
kelijk het is den geestelijken kant niet te
verwaarloozen.
Verre van daar, onze sprekers zijn er
om overal de menschen op de hoogte te
zetten over alles wat hen kan aanbelan
gen en De Koornbloem komt alle
weken om ze te onderwijzen 't is te
zeggen, om hen de kracht en de macht
van de veceeniging in te boezemen en
hun allerhande wijze en nuttige lessen te
geven. En het is onbetwistbaar het
wordt ons van alle zijden betuigd dat
ons blad veruit een der beste landbouw
weekbladen van België is, die op alle
manieren de verdediging der landbou
wers opneemt. We strijden voor de
stoffelijke en geestelijke belangen onzer
boeren, door alle middelen, die goed,
rechtvaardig en eerlijk zijn.
Verdediging tegen onrechtvaardige
en overdreven belasting op onze stam
broeders strijd om brood, door het be
komen van redelijke prijzen voor ons
voortbrengselen ons recht als Belg. als
burger en ook als Vlaming Ja. de
Vlaamsche zaak strijden we met hart en
ziel mee. omdat we door het verkrijgen
onzer Vlaamsche rechten, in groote mate
meehelpen tot het verwezenlijken van
ons hoogergenoemd Ideaalde zedelijke
en stoffelijke verbetering van onzen
stand. H. KLOPTEROP.
Het bewaren van het fruit.
In De Koornbloem van verleden
Zondag werd de prijslijst afgekondigd
der fruiten op de markt van Hull in En
geland en we bemerken aanstonds het
groot verschil dat er bestaat tusschen de
prijzen ons door de fruithandelaars aan
geboden en die welke er in Engeland
worden aan besteed. Konden we dus in
groote hoeveelheden, door samenver-
koop, het fruit naar de markt van Enge
land zenden, wat al geld zou er niet in
den zak der boeren te rechte komen, dat
nu verhuist naar dien der tusschenhan-
delaars. 't Is te hopen, dat eens de dag
zal aanbreken, waarop Redt U Zei-
ven deze verzending zal doen, zoowel
als hij nu reeds inlichtingen verschaft
aan dezen die rechtstreeksch hun fruit
naar Engeland zouden willen zenden.
Langzaam maar zeker gaat Redt U
Zeiven vooruit en eens dat gij, land
bouwers, er al het nut zult van beseffen
en ten volle uw vertrouwen er zult in
stellen, dan zal voor u ook een tijdperk
van bloei en vooruitgang aanbreken.
Het artikel van verledenZondag sloot
met de volgende woorden Bewaart
alleen zulke vruchten, die 't verdragen
kunnen en er waardig van zijn
Appelen en peren die wormstekig zijn,
geblutst, gespot of in eeniger mate be
schadigd, mogen niet bewaard worden,
maar seffens tot het verbruik benuttigd.
De verneutelde of misvormde worden er
ook best uit verwijderd, 't Is daarom dat
men bij t plukken heel voorzichtig de
vruchten moet in de mand leggen en
geen enkele er mag bijgeraapt worden
die op den grond gevallen is. Het uit
gieten der manden moet ook al voor
zichtig gebeuren en beter is het ze er uit
te nemen, want herkent men bij den eer
sten oogslag wormstekige of bescha
digde vruchten, de geblutste integendeel
ontsnappen gemakkelijk en gaan ook
spoedig tot verrotting over.
Sommige landbouwers hechten ook
veel geloof aan de maan en zouden geen
fruit durven plukken dan met de oude
maan. De ondervinding is de beste
school en zoo ze daar op steunen, dan
kan ik ze geen ongelijk geven, 'k Heb
er nochtans al vele geleerde menschen
den spot hooren mede drijven. Ik moet
bekennen dat ik er ook nog nooit heb
naar gezien of ik met een oude of nieuwe
maan te doen had bij 't plukken van
mijn fruit.
Men mag het geplukte fruit niet
oogenblikkelijk aan de fruitkamer toe
vertrouwen, maar het eerst een tijdlang
in een luchtige plaats leggen om het daar
te laten uitzweeten. 't Is slechts wan
neer het fruit uitgezweet is dat men het
naar de fruitkamer doet.
Wat verstaat men nu eigenlijk door
fruitkamer Niets bijzonders. Een droge
kelder of een kamer aan de noordzijde
van het huis gelegen kan er zeer goed
voor dienen. Nu, die moeten er toe in
gericht worden en ziehier wat men hoeft
te doen.
Langs de muren plaatst men schab
ben van 0,50 m. breed, samengesteld uit
plankjes met afgeronde kanten, waar-
tusschen kleine openingen, of beter uit
een vol plankje wat belet dat de vruch
ten zich aan de kanten kneuzen en ook
dat de vochten die uit de vruchten ont
snappen op de onderste schabben drup
pen. Wanneer ge ze maakt met openin
gen tusschen de latjes, dan is het noodig
kladpapier onder de vruchten te leggen
om dit vocht op te slorpen. De rand der
schabben is een 0,02 m. verheven om
't afrollen te beletten. Men plaatst die
schabben de eene boven de andere op
een 0.40 m. afstand van elkander en men
legt er de vruchten op, derwijze dat ze
elkander niet aanraken.
Uw fruitkamer is klaar en uw fruit er
ingebracht, doch nu is alle werk nog
niet gedaan. Die fruitkamer houdt men
donker, men trachte er, voor zooveel
het mogelijk is, nagenoeg denzelfden
warmtegraad in te bewaren van 4 tot
6 graden is voldoende, men moet ze ins
gelijks droog houden, men brenge
chloorkalk of kalksteenen in de kamer
als we overtollige vochtigheid zouden
vreezen. Verluchten doet men slechts
dan als de warmte 6 graden zou te bo
ven gaan en op zoo'n wijze dat men
geene luchttochten verwekt. Wekelijks
ziet men de vruchten na, die welke aan
getast zijn verwijdere men en die welke
rijp genoeg zijn, verkoopt of verbruikt
men.
L. HAEMS,
Landbouwvoordrachtgever.
ZONDAG 27 OOGST 1922.
HERZELE om 10,30 uren in de
herberg Den Engel Plaats, Voor
dracht door Volksvertegenwoordiger
Van Schuylenbergh over de belangen
en eischen van den Bond. Stichting van
een Kantonalen Bond.
SOTTEGEM om 16 uren op het
stadhuis, voordracht door Volksverte
genwoordiger Van Schuylenbergh. Aan
vaarding van nieuwe leden.
DENDERITAUTEM om 10,30 u.
in de Gemeenteschool, voordracht door
den Heer Paelsterman. Stichting van een
Plaatselijken Bond.
De ouders der talrijke gezinnen wor
den dringend tot deze vergaderingen
uitgenoodigd. Wij doen een oproep tot
al de hoofden van groote gezinnen van
al de gemeenten van bovengemelde
kantons, deze vergadering bij te wonen.
Er mag niet langer geaarzeld worden
om op iedere gemeente een Bond te
stichten. De belangen der groote huis
gezinnen staan op 't spel. Wij willen
onze rechten doen gelden. Wij vragen
naar geen beloften. Wij willen daden,
Het Gewestelijk Komiteit van Aalst.
Geef uw blad na lezing voort.
'RNBL