REDT U ZELVEN r Arbeid adelt Maatschappelijke Verhoudingen Hei verbeteren van den Veestapel. Beschouwingen. Hoe een boomgaard aangelegd Landbouwweekblad moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. Bond der Ta 1 rij ke Huisgezi 11 nen Leest en verspreidt ons Blad. ZONDAG 27 OOGST 1922. Prijs 10 centiemen. 4de JAARGANG Nr 191. Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars. Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, 8, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Tijdens den wereldoorlog, toen de arbeiders van alle landen, zonder ach terdenken, hun eigen bloed of dat hun ner kinderen veil hadden voor de verde- j diging van hunnen vadergrond, toen heeft men herhaaldelijk gemeend hun j eene toekomst te moeten voorspiegelen die veel schooner zou zijn dan het ver leden, dat den oorlog vooraf ging. Het groote woord, dat de werkelijke over winnaar in dezen wereldstrijd de demo cratie zou zijn, en dat, eens de storm voorbij, rechtvaardiger verhoudingen zouden heerschen in de samenleving, maakte indruk bij de massa. Na den oorlog werden deze beloften in verschillige Vredesverdragen plech tig vastgelegd. Eene reeks algemeene beginselingen werden verkondigd en eene internationale organisatie werd tot stand gebracht, om het beginsel, dat ar beid geen koopwaar is, te doen in prak tijk stellen door internationale overeen komsten. Als gevolg van deze in- en na den oorlog ontstane streving, die zeer werd beïnvloed door krachtige organisatie der voortbrengers uit alle landen, werden de verhoudingen in de samenleving dan ook zeer gewijzigd. De opperheerschap pij van den werkgever werd gebroken en aan de arbeiders werd een loon toe gekend in verhouding van den door hun gedane arbeid, en in voldoende mate om in hun onderhoud behoorlijk te kunnen voorzien. Om rechtvaardige toestanden te scheppen, moet het loon van den arbeid toelaten zich zeiven en de zijnen vol doende te voeden, te kleeden en eene goede huisvesting te kunnen veroorlo ven. Het loon moet ook nog ruim ge noeg zijn, om toe te laten te genieten van de rustdagen en het hebben eener zekere ontspanning opvoeding der kinderen, dekken van de risico's van ziekten, onbekwaamheid en ouden dag. De democratische streving die in en na den oorlog zoo zeer insloeg bij de massa en de sterke werklieden-syndica ten, hebben dan ook de toestanden voor de werkende klassen zeer verbeterd, zoodat dezen een veel menschwaardiger leven dan vroeger leiden. Voorgaande heeft betrek op verhou ding leven en loon tusschen arbeiders en patroons. Voor ons, landbouwers, is het zeker niet van belang ontbloot eens na te gaan, hoe hoog ons loon wel reikt en welk leven het ons toelaat. Wij zullen niet beweren dat het loon hetwelk aan de arbeiders wordt uitbe taald dezen toelaat alles te doen wat we hooger van het loon vereischten. Ook weten wij dat de arbeiders nog niet alles hebben bekomen wat het maatschappe lijk solidarisme hen toekent. Doch gaan we maar eens de verhoudingen na Nemen wij eerst de huishuurwet en de wet op de landpachten. Hier kan mij wel opgeworpen worden dat de huis huurwet ook de landbouwers-huurders ten goede komt en voor het werkvolk niet alleen gemaakt is. Zeker maar zijn land en huis voor den landbouwer niet een onafscheidelijk geheelIn stad of buiten kan niemand worden buitengezet zonder zeer gewichtige redens en die redens zijn bijna nooit gewichtig genoeg om de uitzetting te doen uitvoeren maar zonder de minste reden komt uwe grondeigenaar u daags voor Kerstdag zeggen, dat ge op zijn land geen voet meer hebt te zetten, en daar hebt ge niet alleen uw broodwinning verloren, maar ge ondergaat soms een verlies hetwelk u jarenlange inspanning gekost heeft. En wat hebt ge dan aan uwe hofstede als ge uw land kwijt zijt Huishuur mag maar verhoogd worden volgens wetsbepaling vraagt de huis meester te veel, door de vrederechter laat de huurder hem zeggen waarop hij recht heeft. Eigenaars van gronden ver- hoogen hun huurprijs naar believen 100, 200, 300 per honderd durven ze opslaan, alle lasten leggen ze op den huurder en deze heeft aan te nemen of er af te blijven, Dit laatste is hem meest altijd om vele redenen onmogelijk. Thuis wacht een geheel gezin op onder houd en de boer werkt harder door. Komt er in de eene of andere nijver heid een tijd van overvloed, 't zij door te veel voortbrengst of door concurrentie uit vreemde landen, dan springt het Staatsbestuur bij. In het eerste geval wordt er omgezien naar vreemde afzet markten en gaat de crisis spoedig over. In het tweede geval worden de grenzen voor vreemden invoer gesloten en mag de productie gewoon doorgaan, zonder dat er zich groote schommelingen in de prijzen voordoen. Is er aan de crisis niets te doen, dan springt het Staatsbestuur weer bij, toelagen worden aan de kwij nende nijverheid toegekend om de voortbrengst te kunnen laten voortdu ren, ofwel worden werkliedenkassen (crisisfonds) aangesproken. De regeering gaat zelf na hoeveel geld men behoeft in de verschillende centers om in het onderhoud te voorzien en naar die ge gevens moet het loon der arbeiders wor den geregeld. Komt er een tijd van crisis in den landbouw dan bekommert men zich daar niet mee in Brussel. Van uit het Minis terie van Landbouw zal men ons wel eens meer zeggen, hoe wij dit of dat moeten doen, doch daarbij blijft het. Is er aan 't een of ander Iandbouw- voortbrengsel overvloed in 't land en worden de prijzen er door omlaag ge drukt, dan is men er zeer blij om, naar vreemde afzetgebieden wordt niet om gezien, veeleer zal men trachten door den invoer uit den vreemde toe te laten of zelf te bevorderen, de prijzen onzer voortbrengselen nog meer naar omlaag te drukken. Maar dat door dergelijke doenwijze eene groote massa Belgische landbouwers in de onmogelijkheid ge steld worden behoorlijk te leven dat be seft men niet. Dat er daardoor op den buiten veel ontbering wordt geleden en de ontwikkeling van ons Belgisch boe renvolk wordt belemmerd en verstompt, dat schijnen vele sociologen niet te we ten. Na den oorlog is de acht-uren-arbeid tot stand gekomen. De groote arbeids- conferentie van Washington schoof de bespreking van den invoer van den acht-uren-dag in den landbouw naar i eene volgende conferentie. Later is men er op teruggekomen, doch men dierf zich niet officieel uitspreken voor de invoe ring van het acht-uren-werk in den landbouw en niet zonder reden. De on mogelijke regeling van het boerenwerk door de wisselvalligheid van het weder, laat die invoering niet toe, zegt men, maar er zijn nog wel andere reden die het niet toelaten. Hoe het in Amerika met de boeren gesteld is dat weten we zoo nauw niet, doch houden we ons in België bezig. Van welke onzer boeren, hoe groot zijn bedrijf ook zij, kan worden bewezen, dat na het betalen van een behoorlijk loon aan zijn werkvolk en met acht uren werk zoo voor hem als voor zijn volk, zijne landbouwuitbating maar een grein tje winst zou afwerpen. Welke overtuiging, nopens het geld winnen der boeren welke men er in sommige middens ook op nahoudt, kan zulks toch niets aan de nuchtere werke lijkheid veranderen en die werkelijkheid toont genoeg dat het invoeren van den acht-uren-dag in het landbouwbedrijf tot nog toe eene volstrekte onmogelijk heid daarstelt. Overigens, met geheel den dag van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, jaar in jaar uit te werken en te zwoegen, kunnen onze boeren zich nog maar nau welijks het hoogst noodige veroorloven. Cinema's, theaters, speelhuizen, thee avondjes mogen ze nog van hun pro gramma schrabben. Moest men nu langs wettelijken weg de boeren verplichten maar acht uren daags te werken, met die vereischte er bij dat ze op die acht uren evenveel moe ten verdienen dan nu op 12 of 14 uren, wie zou dergelijke regeling ten schade komen De landbouwvoortbrengselen zouden er door in prijs moeten stijgen. Die prijsstijging zou zich heelemaal voor doen ten nadeele van den verbruiker, doch de maatschappelijke verhoudingen zouden veel verrechtvaardigen. Nu werkt en zwoegt de boer niet 8 maar 12 a 14 uren per dag, en op die lange werktijd wint hij maar nauwelijks genoeg, om bekrompen door de wereld te komen. De sociale strijd hier in België ging steeds tusschen patroon en arbeider, werkgever en werknemer, gevolg aan dien strijd werden vele sociale wetten gemaakt die beider rechten en plichten langs wettelijken weg regelen. Omdat onze belangen strijdig zijn met de belangen van allen die geen boer zijn, moeten wij steeds nog op het eerste greintje tegemoetkoming wachten om dat ons recht hun schadig is of liever hun voordeel zou verminderen en omdat wij tot nog toe de middelen niet wisten te gebruiken, die er hun kunnen toe dwingen, kunnen die wanverhoudingen zoo lang voortduren. HARD LABOUR. De Franschen hebben zich sedert eenige jaren met bijzonderen iever op het verbeteren der melkkoeien toege legd, voornamelijk met het oog op de boterproduktie. Ook denken wij dat het in Frankrijk is dat men de beste melk koeien en tevens de beste vetbeesten bezit. Daar vindt men de prachtige ras sen van Nevers, van de Chalosse, het ras van Parthenay wiens melk tot 60, ja zelfs tot 70 graad vetgehalte bezithet Normandische ras enz. Men vindt er ook het oude Vlaamsche ras of ras van Cassel, zuiverder dan in België. Niet lang geleden hebben wij van den uit voer naar Argentina gelezen van een vijftiental Normandische koeien aan den middenprijs van 15,500 fr. In onze streken is het vee misschien wel wat verwaarloosd geweest ten voor deel van het paard de groote paarden- prijskampen van Brussel geleken sedert eenige jaren op echte gala-vertoonin gen. Nu dat de paardenkweek wat sla bakt, ware het oogenblik misschien gunstig om ernstige en doeltreffende middelen toe te passen voor het verede len van onzen veestapel. Wij zijn vast overtuigd dat men met ons schoon Den- derras prachtige uitslagen zou bekomen, zoowel onder oogpunt van melkgeving als onder oogpunt van vleeschop- brengst. Een der bijzonderste middelen die in Normandië aangewend werden om den veestapel te verbeteren, was het inrich ten van zoogenaamde boterprijskam- pen namelijk te Yvetot. De prijskam pen van Yvetot vingen aan in 1906 en gaven zeer nuttige wenken. Dit jaar namen 54 koeien aan den prijskamp deel, waarvan 21 jonge en 33 volwasse nen. De middelbare opbrengst was voor al de koeien van 830 gram. 70 boter daags. Van de 33 volwassen werden er 25 geprimeerd. Deze gaven gemiddeld 1021 gr. 16 boter per dag. Ziehier nog eenige bijzondere uitslagen De eerste prijs werd toegekend aan de koe ge naamd Sauterelle Deze gaf dage lijks 1 kgr. 428 gr. boter. De tweede Belle Normande gaf 1 kg. 346 gr. en de derde 1 kg. 343 gr. De meeste melk werd gegeven door Mascotte 60 1. op twee dagen. Koe nr 50 gaf 51 gr. 8 of een kilo boter voor 17 1.600 melk. men heeft eens te meer besiatigd dat er een buitengewoon verschil bestaat on der oogpunt vetgehalte, tusschen de morgen-, middag- en avondmelk. Er waren 9 melksoorten die min dan 20 graad gerber leverden. Het waren allen morgenmelken. 9 melken gaven boven de 60 graad en allen waren middag- melken. Sauterelle, de eerste der volwassenen, gaf in 1921, 4794 liters melk en 236 kg. boter. De prijskamp heeft ook aangeduid dat een goede lichaamsbouw meestal ge paard gaat met de goede hoedanigheid. Inlichtingen sedert lang verzameld, be wezen ook den grooten invloed van den stier. Zoo waren de 4 eerste prijzen af stammelingen van denzelfden spring- stier. Zulks is ook in België reeds lang geweten, doch niet genoeg in aanmer king genomen. Ten eerste, er worden nog te veel ongekeurde stieren gebruikt; ten tweede men heeft zich nooit genoeg om de afstammelingen der gebruikte stieren bekommerd. Zoo werden soms jaren lang gekeurde stieren gebruikt, waarvan den invloed op den veestapel geenszins voordeelig was. Men heeft bewaringspremies toe gepast, zonder te weten of de produk- ten van den geprimeerden stier goed of slecht waren. Men zou dus moeten meer vooruitgaan in het afzonderen van beste families 1.1. z. eerst goede stie ren aanduiden. Wij meenen stieren die uitmuntende produkten geven, het be houden der jonge stieren die van deze voortkomen bijzonder bevoordeeligen en de afstammelingen dezer stieren zoo veel mogelijk vermenigvuldigen en ver spreiden. Zoo zouden in elke streek eenige bijzondere families door het toe kennen van redelijke aanmoedigingen, altijd meer en meer verspreid moeten worden. D. BRICOUT. De landman is volop aan 't werk. Er wordt gemaaid, geoogst. In 'c algemeen mag gezegd worden dat de oogst rede lijk gelukt is en de landman is tevreden en met rechtmatige vreugde en fierheid bergt hij zijn graan in schuur en tas zijn zware arbeid is rijkelijk beloond. Doch zijn vreugde is niet vrij van kommer en vrees. De lasten wegen zwaar op zijn schouders, zwaarder op hem dan op wie ook. Tot staving hiervan, zie maar deze vergelijkingen. Een boer verkoopt een zak tarwe aan 60 fr., daarvoor moet de schatkist 0,60 fr. hebben. Een bankier verkoopteen aktie van 105 fr., hij be taalt slechts 0,05 fr. Een pachter ver koopt een paard voor 2500 fr., de Staat slorpt 25,00 fr. op. Een wisselagent ver koopt een actie van 2500 fr. en moet slechts 1,25 fr. in de schatkist storten. Zoo houdt men de prijzen onzer produk ten zoo laag mogelijk. Men kan deze litanie van ongelijke, onrechtvaardige behandelingen om zoo te zeggen zonder einde voortzetten, doch deze twee voor beelden zullen volstaan om iedereen aan het verstand te brengen dat dus voor ge lijke sommen, de hoogen taks wordt betaald door degenen die het meest wer ken, bijgevolg dat dus de arbeid wordt belast. Én dan schreeuwen de grooten luidkeels dat er meer en meer moet ge werkt worden. De landbouwer werkt het meest en in evenredigheid betaalt hij 't meest lasten in België, hij klaagt, maar betaalt ze toch. En 't schijnt dat het nog niet genoeg is voor onzen minister van geldwezen, want onlangs heeft hij op de konferentie te Londen beloofd dat nieuwe belastingen zullen moeten ge stemd worden. Mocht hij dat, bij het op sporen van nieuwe middeltjes om zijn kas te vullen, de boeren eens van kant te laten zij worden anders als het er om gaat iets goeds voor hen te doen, zoo dikwijls vergeten. Wij moeten er echter niet veel op rekenen, want in België geldt nog altijd de spreuk De boer zal 't al betalen. En zeggen dat er dan nog menschen zijn die niet kunnen begrijpen dat de landbouwersbeweging, de strijd dien we voeren, eerst en vooral een strijd voor het bestaan een broodkwestie is. Zij hebben ooren en hooren niet, zij hebben oogen en zien niet. Drie onzer bestuurleden zijn verleden week naar Holland gegaan, om plantsoen te koopen voor den bond. Telkens er iemand van ginder weerkeert, hooren wij met den meesten lof spreken van dit land, over zijn landbouw en over zijn land' bouwers. Dit enkele wil ik aanhalen. Vele boeren worden ginder aangetroffen, die na een arbeidzaam leven, hun oude dagen in kalme rust mogen overbrengen, zonder kommer, zonder vrees voor ar moede, als boerenrenteniers. En wat zien wij ten onzent. Thans zitten de oude- mannen- en vrouwen huizen vol menschen uit den werklieden stand. Doch indien niet bij onze boeren die vrome eerbied bestond voor den ouderdom, dan zaten die huizen vol boerenoudjes. En nu werken deze mee op de boerderij zoolang zij kunnen gaan of zitten, zoolang ze leven, zonder eens te mogen rusten met 't genot van iemand die zijn langen arbeid voltrokken heeft. Wie zal het ons dan ten kwade dui den als wij uit al onze krachten werken voor den stoffelijken welstand van ons boerenvolk. Of moet, omdat zijn belan- gdn vroeger en nu nog met den voet worden betreden, die ongelukkige toe stand immer blijven voortduren. Neen, voor de eer der boeren en voor de eer van ons land moet dat veranderen, onze landbouwers moeten zijn wat de land bouwers in den vreemde zijn vrije bur gers met naam en daad, zelfstandige burgers met een deftig bestaan. Eens dat we zoover zullen gekomen zijn, dan zullen wij meer nog als heden, en met verdubbelde kracht werken voor de geestelijke welvaart van de boeren want zij weten zoo wel als gelijk wie dat de verstandelijke ontwikkeling, een ze kere geleerdheid, noodig is om een be reikten welstand te doen voortduren en hem zelfs nog te verbeteren. Er zijn door de eeuwen heen volkeren geweest die, om zoo te zeggen, tot het hoogste punt van welstand en rijkdom gekomen waren en dan plotseling soms weer in armoede en ellende vervielen bij gebrek aan geestelijke en zedelijke kracht. Omdat we nu de stoffelijke belangen onzer boerenbevolking vooraan op ons programma zetten, wil dit niet betee- kenen dat we niet begrijpen hoe noodza kelijk het is den geestelijken kant niet te verwaarloozen. Verre van daar, onze sprekers zijn er om overal de menschen op de hoogte te zetten over alles wat hen kan aanbelan gen en De Koornbloem komt alle weken om ze te onderwijzen 't is te zeggen, om hen de kracht en de macht van de veceeniging in te boezemen en hun allerhande wijze en nuttige lessen te geven. En het is onbetwistbaar het wordt ons van alle zijden betuigd dat ons blad veruit een der beste landbouw weekbladen van België is, die op alle manieren de verdediging der landbou wers opneemt. We strijden voor de stoffelijke en geestelijke belangen onzer boeren, door alle middelen, die goed, rechtvaardig en eerlijk zijn. Verdediging tegen onrechtvaardige en overdreven belasting op onze stam broeders strijd om brood, door het be komen van redelijke prijzen voor ons voortbrengselen ons recht als Belg. als burger en ook als Vlaming Ja. de Vlaamsche zaak strijden we met hart en ziel mee. omdat we door het verkrijgen onzer Vlaamsche rechten, in groote mate meehelpen tot het verwezenlijken van ons hoogergenoemd Ideaalde zedelijke en stoffelijke verbetering van onzen stand. H. KLOPTEROP. Het bewaren van het fruit. In De Koornbloem van verleden Zondag werd de prijslijst afgekondigd der fruiten op de markt van Hull in En geland en we bemerken aanstonds het groot verschil dat er bestaat tusschen de prijzen ons door de fruithandelaars aan geboden en die welke er in Engeland worden aan besteed. Konden we dus in groote hoeveelheden, door samenver- koop, het fruit naar de markt van Enge land zenden, wat al geld zou er niet in den zak der boeren te rechte komen, dat nu verhuist naar dien der tusschenhan- delaars. 't Is te hopen, dat eens de dag zal aanbreken, waarop Redt U Zei- ven deze verzending zal doen, zoowel als hij nu reeds inlichtingen verschaft aan dezen die rechtstreeksch hun fruit naar Engeland zouden willen zenden. Langzaam maar zeker gaat Redt U Zeiven vooruit en eens dat gij, land bouwers, er al het nut zult van beseffen en ten volle uw vertrouwen er zult in stellen, dan zal voor u ook een tijdperk van bloei en vooruitgang aanbreken. Het artikel van verledenZondag sloot met de volgende woorden Bewaart alleen zulke vruchten, die 't verdragen kunnen en er waardig van zijn Appelen en peren die wormstekig zijn, geblutst, gespot of in eeniger mate be schadigd, mogen niet bewaard worden, maar seffens tot het verbruik benuttigd. De verneutelde of misvormde worden er ook best uit verwijderd, 't Is daarom dat men bij t plukken heel voorzichtig de vruchten moet in de mand leggen en geen enkele er mag bijgeraapt worden die op den grond gevallen is. Het uit gieten der manden moet ook al voor zichtig gebeuren en beter is het ze er uit te nemen, want herkent men bij den eer sten oogslag wormstekige of bescha digde vruchten, de geblutste integendeel ontsnappen gemakkelijk en gaan ook spoedig tot verrotting over. Sommige landbouwers hechten ook veel geloof aan de maan en zouden geen fruit durven plukken dan met de oude maan. De ondervinding is de beste school en zoo ze daar op steunen, dan kan ik ze geen ongelijk geven, 'k Heb er nochtans al vele geleerde menschen den spot hooren mede drijven. Ik moet bekennen dat ik er ook nog nooit heb naar gezien of ik met een oude of nieuwe maan te doen had bij 't plukken van mijn fruit. Men mag het geplukte fruit niet oogenblikkelijk aan de fruitkamer toe vertrouwen, maar het eerst een tijdlang in een luchtige plaats leggen om het daar te laten uitzweeten. 't Is slechts wan neer het fruit uitgezweet is dat men het naar de fruitkamer doet. Wat verstaat men nu eigenlijk door fruitkamer Niets bijzonders. Een droge kelder of een kamer aan de noordzijde van het huis gelegen kan er zeer goed voor dienen. Nu, die moeten er toe in gericht worden en ziehier wat men hoeft te doen. Langs de muren plaatst men schab ben van 0,50 m. breed, samengesteld uit plankjes met afgeronde kanten, waar- tusschen kleine openingen, of beter uit een vol plankje wat belet dat de vruch ten zich aan de kanten kneuzen en ook dat de vochten die uit de vruchten ont snappen op de onderste schabben drup pen. Wanneer ge ze maakt met openin gen tusschen de latjes, dan is het noodig kladpapier onder de vruchten te leggen om dit vocht op te slorpen. De rand der schabben is een 0,02 m. verheven om 't afrollen te beletten. Men plaatst die schabben de eene boven de andere op een 0.40 m. afstand van elkander en men legt er de vruchten op, derwijze dat ze elkander niet aanraken. Uw fruitkamer is klaar en uw fruit er ingebracht, doch nu is alle werk nog niet gedaan. Die fruitkamer houdt men donker, men trachte er, voor zooveel het mogelijk is, nagenoeg denzelfden warmtegraad in te bewaren van 4 tot 6 graden is voldoende, men moet ze ins gelijks droog houden, men brenge chloorkalk of kalksteenen in de kamer als we overtollige vochtigheid zouden vreezen. Verluchten doet men slechts dan als de warmte 6 graden zou te bo ven gaan en op zoo'n wijze dat men geene luchttochten verwekt. Wekelijks ziet men de vruchten na, die welke aan getast zijn verwijdere men en die welke rijp genoeg zijn, verkoopt of verbruikt men. L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever. ZONDAG 27 OOGST 1922. HERZELE om 10,30 uren in de herberg Den Engel Plaats, Voor dracht door Volksvertegenwoordiger Van Schuylenbergh over de belangen en eischen van den Bond. Stichting van een Kantonalen Bond. SOTTEGEM om 16 uren op het stadhuis, voordracht door Volksverte genwoordiger Van Schuylenbergh. Aan vaarding van nieuwe leden. DENDERITAUTEM om 10,30 u. in de Gemeenteschool, voordracht door den Heer Paelsterman. Stichting van een Plaatselijken Bond. De ouders der talrijke gezinnen wor den dringend tot deze vergaderingen uitgenoodigd. Wij doen een oproep tot al de hoofden van groote gezinnen van al de gemeenten van bovengemelde kantons, deze vergadering bij te wonen. Er mag niet langer geaarzeld worden om op iedere gemeente een Bond te stichten. De belangen der groote huis gezinnen staan op 't spel. Wij willen onze rechten doen gelden. Wij vragen naar geen beloften. Wij willen daden, Het Gewestelijk Komiteit van Aalst. Geef uw blad na lezing voort. 'RNBL

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1922 | | pagina 1