REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
OPEN BRIEF
De Papziekte of zoiafte
sehöfft dep aardappels
MELDERT
Hoe een boomgaard
aangelegd
Vragen en Antuioorden
Landbouwweekblad
Aardappeiprijskamp.
De Pri zen der Fruiten in Engeland.
Brand der
Graangewassen
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
J-feep fïïinistep Ocm bcmdboutu, Qqpod l^uzette
DENDENHAUTEM
ZONDAG 15 OCT. 1922.
Prijs 10 centiemen.
4de JAARGANG Nr 198.
Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
AAN DEN
Er gaan geruchten door het land, er
wordt verteld en geschreven dat het
werk in Uw Ministerie van Landbouw
Uw zenuwen heeft overspannen, zoodat
Gij rust en ontspanning moest gaan zoe
ken in de Zuidelijke warme landen. En
al die geruchten die de ronde onzer pro
vinciën doen en al wat over U geschre
ven wordt, schijnt de volle waarheid te
zijn, want reeds wordt Uw achtbare op
volger met naam en faam genoemd.
Het moet er dan lastig zijn in het mi'
nisterie van LandbouwEn zeggen
nochtans dat er weinige Belgische boe
ren zijn die zich inbeelden kunnen, wat
er in Uwe ministerieele gebouwen ver
richt wordt
Toch zullen wij er geenszins aan twij
felen dat Gij veel werk hadt en veel
hebt gewerkt. Evenwel vragen al de
boeren en ze zijn over 't half millioen
zich te vergeefs af welke de uitslag is
geweest van al dat werk. Is het de her
stelling van de verwoeste Yzerstreek
Maar onze werklieden en klein-boeren
hebben zooveel opgebouwd en hersteld,
misschien meer in Frankrijk dan in ons
eigen gezegend landeke. Is het de aan
vulling van onzen veestapel en van ons
paardenras en al den kommer en al de
miserie U aangedaan door deze noot»
lottige aanvulling, eenerzijds door met
pest besmette hoornvee en anderzijds
met muilezels en met paarden die in zich
de kiemen van de dourine droegen, zoo
dat de paardenkweek, het eenige wat in
den landbouw nog wat winst opleverde
in onze faam in den vreemde hoog hield,
ook een bron is geworden van werk
zonder loon
Zijn het de overtollige lasten die door
onze boerenschouders moeten gedra
gen worden, die U hebben ontzenuwd
en vermoeid of is het in een woord de
ellendige toestand van onzen landbouw
in 't algemeen, die U, Minister van
Landbouw, te zeer in hart en ziel doen
lijden
Al deze vragen rijzen in onzen boe-
rengeest op, want wij houden ook van
onzen Minister van Landbouw. Wij stel
len al die vragen en vinden maar het
antwoord niet.
Als een minister den last van een mi
nisterie aanvaardt, dan is het wel een
bewijs dat hij iets voelt voor zijne toe
komstige onderdanen en hunne belan
gen ter harte wil nemen, van ieder in het
bijzonder en van allen in 't algemeen en
dan is dat ook zoo met een Minister van
Landbouwtenzij het Ministerie van
Landbouw enkel en alleen een eere-
post ware
Maar op een eerepost kunt Gij U niet
overwerken, Uw zenuwen niet over
spannen zoodanig dat Gij, Mijnheer de
Minister, er ziek van geworden zijt.
Neen, dat kan het ook niet zijn en zoo
geraken wij er maar niet wijs uit.
De groote, rijke pachters hebben mis
schien middelen genoeg om zich van
plan te trekken en hun bedrijf winstge
vend te maken, maar het overgroot ge
tal van Uwe onderdanen hadden ge
hoopt dat er na den oorlog ook voor
hen iets zou gedaan worden. En zie al
die hoop is weer eens ijdel geweest 1 Er
moest zooveel hersteld worden in ons
land, zooveel goed gemaakt worden ook
op landbouwgebied.
Allen trachten naar een goedkooper
leven, en is de bloei van den landbouw
in een land niet de bijzonderste waar
borg voor een goedkooper leven 1
Waarom dan... Maar genoeg vragen
gesteld.
Elk ministerie heeft z(jn budget, de
som waarover het te beschikken heeft.
Van het budget van Landbouw zijn er
vele duizenden afgegaan voor het stich
ten en het onderhouden van landbouw
scholen allerhande en al deze duizenden
en nog duizenden frankskes zijn groo-
tendeels verloren gesmeten. Wat baat
het inderdaad, Mijnheer de Minister,
scholen op te richten om er een vak aan
te leeren dat niet winstgevend is. Op
den korten tijd van Uw ministerschap
hebt gij de ondervinding opgedaan dat
het landbouwonderwijs niet bloeit bjj
gebrek aan leerlingen, bij gebrek aan
liefhebbers, niettegenstaande al Uwen
goeden wil.
Gij zult misschien gedacht hebben
Wat helpen kaars en bril
Als de uil niet zien en wil.
Doch het is niet de liefde voor ons
vak dat ons te kort schiet, ook niet de
verkleefdheid aan den grond het ligt
alleen in het feit dat de landbouw bij
gebrek aan hulp en steun en door de te
groote vreemde konkurrentie op dees
oogenblik een arme stiel is geworden
tegenover alle andere vakken. Zoo die
toestand blijft voortduren, zullen velen
onzer kleine boeren liever gaan arbei
den aan openbare werken en in allerlei
nijverheden, dan een armtierig bestaan
te lijden op hun dorp, hoe lief én duur
baar de geboortegrond ook zij. En onze
kinderen laten we dan ook veel liever
gelijk welk ander vak aanleeren e» voor
gelijk welke bediening studeeren, dan
hen denzelfden miserievollen weg op te
jagen, leide die weg dan ook nog langs
eene hoogere landbouwschool.
Begint met onzen landbouw winstge
vend te maken, Mijnheer de Minister,
en dan zal het landbouwonderwijs van
zelfs groeien en bloeien, zooals het 't
geval is met al ander vakonderwijs. Is
een eenvoudig werkman, die zeggen
mag dat hij zijn vak grondig kent, niet
beter dan de beste bediende, leeft hij
niet als een heer in vergelijking met den
diksten boer Daaruit volgt dan ook
natuurlijk dat het vakonderwijs.de land
bouw uitgezonderd, meer en meer leer
lingen aantrekt.
Die trek naar beter onderwijs vloeit
voort of uit een zekeren dwang of uit
een reeds tamelijk voorspoedigen stoffe-
lijken toestand. Nu, van dwang kan er
hier geen spraak zijn en de vereischte
welstand, die een mensch aanzet naar
beter en beter te streven, zal weldra
gaan ontbreken, zoodat al Uw pogen
tot het in 't leven brengen van land
bouwonderwijs, als boter aan de galg is.
Het geldt hier geen holle spotternij,
het gaat er integendeel om een zeer
ernstige zaak en wel om het bestaan van
meer dan een half millioen menschen,
het is in een woord een kwestie van
leven of dood voor den al te zeer be
proefden Belgischen landbouw.
Waarom kan België evenals Frank
rijk, bijvoorbeeld, geen doorslaande
middelen gebruiken om de al te groote
vreemde konkurrentie in te toornen
waarom krijgen wij geen pachtwetje, er
is wel een huishuurwet Er moest ge
werkt worden na den oorlog hebben
de boeren zich onder alle andere niet
onderscheiden door hun goeien wil en
hunne werkzaamheid, zoodat zij onzen
naam van arbeidzaam volk alom in den
vreemde hoog hebben gehouden en hoo-
ger hebben verheven
Zij hebben U geen gebalde vuisten
getoond, zij hebben geen stakingen op
touw gezet noch doorgedreven en zij
hebben ook met geen omwenteling ge
dreigd. En uit dankbaarheid laat men
ze met rust, als kinderen die braaf zijn
en niet gepaaid moeten worden, terwijl
de huilers, de schreeuwers, de jankende
bengels gekoesterd, gevleid en voldaan
worden.
Mijnheer de Minister, ik heb nu in
naam van alle Vlaamsche boeren mijn
hart rechtuit laten spreken en durf U ten
slotte zeer beleefd vragen waarom onze
regeering waarvan Gij ook deel uitmaakt
of hebt uitgemaakt, toch maar niets doet
voor ons, brave boerkens. Met hierop te
willen antwoorden, zult Gij ons een be
wijs geven van toegenegenheid, deze zal
dan het begin zijn van goeien wil en
betere werking.
Inmiddels bied ik U, Mijnheer de
Minister, mijne gevoelens van hoogach
ting aan, en ik teeken voor alle boeren,
Uw onderdanige,
H. KLOPTEROP.
Aalst, den 7 Oktober 1922,
Alhoewel men deze ziekte veelal den
naam van zwarte schurft geeft, heeft ze
niets gemeen met de eigenlijke schurften.
Deze krankheid wordt gekenmerkt door
de wratten die op de onderaardsche
deelen der aardappels knollen en twij
gen (stolons) en zelfs op de pijlen te
voorschijn komen.
De Engelschman Cotton heeft deze
ziekte met veel nauwkeurigheid nage
gaan en 't is zijne beschrijving die wij
bier overschrijven.
De eerste wratten ontwaardt men ge
woonlijk aan de oogen der knollen. Het
tijdstip hunner verschijning verschilt
met de aardappelsoort. Ze groeien en
vormen weldra aanwassen die meestal
ineenloopen. Soms heeft de knol geens
zins het voorkomen meer van een aard
appel. Hij krijgt wat men een koraal-
vorm noemt. Eerst zijn de rappen wit,
maar ze worden langzameraan zwart en
eindelijk vormen ze eene rottende massa
die een donker-bruin vocht laat ont
snappen. Deze aanwassen ontwaardt
men niet alleenlijk op de knollen, maar
op zeer besmette gronden vindt men ze
op alle onderaardsche twijgen en zelfs
zooals wij het reeds zegden op zekere
deelen der stammen. De aangetaste bla
deren verliezen hunnen vorm en wor
den vleezig. Boven den grond worden
de aanwassen groen. Zelfs van de plant
gescheiden, blijven ze soms maanden
lang voortleven.
De ziekte wordt veroorzaakt door
eene zwam genaamd de Synchritrium
endobioticum De woekerplant leeft
onder de schors. De zaden door de
zwam voortgebracht kiemen soms on
middellijk, soms na den winter en soms
maar na verschillige jaren. Zekere zijn
voorzien van een soort staartje, dat hun
toelaat te zwemmen (zoosporen). Deze
zoosporen dringen in de plant langs
de kiemen en botten van knol en sten
gels. 't Is dank aan die sporen dat de
ziekte soms 7 en zelfs tot 10 jaar in den
bodem vertoeft. De sporen kunnen ook
ongedeerd de verteringsorganen der die
ren doorloopen.
Omstandigheden die de ontwikkeling
der ziekte bevoordeelen 1° De vochtig
heid. Bij zeer droge jaren hoort men
maar weinig omtrent het zwarte schurft.
Men ontwaardde de ziekte in 1896 in
Hongarië en in 1900 in Engeland. Ze
bestaat nog al veel in Schotland en se
dert 1908 in Ierland, 't Is ook in 1908
dat men ze in Duitschland vindt en in
Noorwegen in 1914. De ziekte bestaat
ook in 't Noord-Oosten van Holland,
verders nog in de Vereenigde Staten
van Amerika.
Men ziet dat de kring harer verwoes
tingen zich langzamerhand uitbreidt.
Meestal hebben de aangetaste landen
strenge maatregels genomen om die uit
breiding te keer te gaan.
Hoe kan men het zwarte schurft be
strijden
Daar de ziekte 8 a 10 jaar in den bo
dem blijft zou men 11 en 12 jaar moe
ten wachten alvorens opnieuw aardap
pels te planten, waar men de ziekte be
speurd heeft. Zoo iets is in vele streken
onmogelijk. Men heeft dus andere mid
delen ten proeve gesteld. Men heeft ten
eerste getracht om de bouwlaag te ont
smetten met waterdamp. Deze doenwijze
bedraagt veel moeilijkheden, ook schij
nen de uitslagen niet gunstig te zijn
geweest.
't Vervolgt. D. BRICOUT.
Op Zondag 15 October buitenge
wone algemeene vergadering bij Louis
Philips, dorp, Meldert, om 4 uur, voor
alle landbouwers.
Voordracht door een spreker uit
Aalst.
Op Zondag 15 October, om 10 uren
voormiddag, algemeene vergadering b(j
Remi Matthys, Dorp.
DagordeVeredelen van zaai- en
plantgoed. Inschrijving plantgoed.
Fruit- en Gioentenkweek gepaard.
Het slechtste rad van den wagen
maakt het meest geraas. Zoo zijn er on
gelukkiglijk ook nog landbouwers die
denken, dat de vereeniging van alle
boeren, groot en klein, een onmogelijk
iets is en daarom ook blijven ze buiten
de bonden ea maken veel getier en ge
raas om anderen hun gedachten te doen
deelen.
Dit zijn de slechte raderen van den
wagen die dan ook 't meest geraas ma
ken en toch niet beletten kunnen dat de
wagen voortrolt. We gaan recht op ons
doel af en bekommeren ons niet om 't
geschreeuw dergenen die nog verre van
ons staan en toch tot ons komen moe
ten, omdat we op den goeden weg zijn
en niets er ons van afleiden kan.
Zoo ook als ge pyramiden aanlegt,
moet ge recht op uw doel afgaan en u
richten naar den levensleer der boomen
om zoo op den goeden weg te blijven.
Dit heet men oordeelkundig snoeien.
Bovendien moet men snoeien met de
grootste zorg, 't is te zeggen met een
goed snijdend snoeimes en met geen
snoeischaar. Immers met een snoeimes
maakt men een gave en effen wonde,
die gemakkelijker zal te heelen zijn dan
de pletwonde gemaakt door de snoei
schaar. Wanneer men den duim der lin
kerhand onderaan het te besnoeien oog
houdt en met de andere vingers den tak j
omknelt om dan met 't snoeimes een
schuine wonde te maken van achter
naar voren oiu juist boven het oog uit
te komen, dan snoeit men goed, wel te
verstaan als men het oog niet te veel
heeft ondersnoeit.
Dit is de eenigste goede wijze van
snoeien, al de andere snoeiwijzen missen
hun doel. Laat ons nu eens nagaan hoe
men snoeien moet om prachtige pyrami
den te vormen. Op een hoogte van
0,60 m. begint ge op den stam v(jf of zes
goede oogen te tellen waaruit een ver-
lengenis moet komen en vijf gesteltak-
ken. Dikwijls gebeurt het dat het le oog
onder het oog der verlengenis zich te
zeer zal ontwikkelen tegenover de an
dere daarom is het geraadzaam een
oog hooger te snoeien, dus op zeven, en
het le oog onder de verlengenis uit te
doen, zoodoende zal men des te gemak
kelijker het evenwicht in de verschil
lende gesteltakken bewaren. Voor de
verlengenis snoeit men op een oog in
tegenovergestelde richting van het oog
der afenting om de stam in loodrechte
richting te houden. Men tracht alsdan
door alle middelen, zoo natuurlijke als
kunstmatige, het evenwicht tusschen de
verschillende gesteltakken te houden
zoo zal men een te kloek groeiende kor
ter snoeien dan een flauwere, ofwel hem
buigen onder de horizontale en de an
dere recht opbinden of ook nog bij den
jen een inkerving maken onder den tak
en bij den anderen er boven, ten ware
ge de inkerving bij dezen laatste zoudt
vervangen door langwerpige insneden
aan dea voet en op gansch zijn lengte
om er zoo veel sap naar toe te trekken.
Een 2' gestel legt men aan op een
0,50 m. boven het 1', doch slechts dan
als dit laatste goed is gegroeid en wel is
gevormd. Geen tweede gestel beginnen
als het 1* niet krachtig genoeg is ont
wikkeld, want dit ware al zoo slecht als
een huis bouwen zonder goede grond
vesting. Voor de verlengenis van het
2' gestel snoeien op een oog in tegen
overgestelde richting van het le gestel,
altijd om rechte stammen te bekomen.
De 3e en volgende gestellen legt men
aan op dezelfde manier, goed in 't ge
dacht houdende dat men met geen nieuw
gestel mag aanvang nemen als de voor
gaande niet genoegzaam ontwikkeld
zijn.
Om goed te slagen en om pyramiden
te bekomen die onder alle opzichten
voldoen, neme men slechts peersoorten
die aan de volgende vereischten vol
doen ten eerste, men kieze vruchtbare
soorten, die in volle wind rijp worden,
dus rijp zijn voor Januari vervolgens
soorten die weelderig groeien, kloeke,
schuingerichte en geen afhangende tak
ken vormen ook soorten waarvan de
vruchten stevig aan den boom vaststaan
vooral wanneer het laatrijpende varië
teiten geldt.
In een vorig artikel heb ik u reeds
eenige variëteiten opgesomd die, op
kwee gegriffeld en in pyramide ge
vormd, goede uitslagen opleveren; daar
bij noem ik nog Emila d'Heyst, Me
daille d'été, Fondante de Charneu, Con-
seiller a la cour, Alexandrine Douillard,
Nee plus meuris, Beurré Sterckmans.
Laat u nochtans niet beïnvloeden door
vele soorten, kies er liever 3 of 4 beste
uit en stelt u daarmede tevreden.
Zoo ge dit alles wel in acht neemt,
dan moogt ge verzekerd zijn van goede
uitslagen te bekomen. De verlengenis-
sen der gesteltakken snoeie men, nu eens
op een oog naar onder en dit in de
meeste gevallen, dan eens op een oog
naar boven, wanneer ge oordeelt dat
uw gestel zich te verre van den stam
verwijdert en ge het er terug wilt naar
toe brengen. Het vruchthout der gestel
takken behandelt ge evenals het gewoon
vruchthout uwer leiboomen dat 'k u
wel eens, in een of ander praatje over
boomteelt zal mededeelen.
Ziedaar nu den rechten weg om niet
alleen pyramiden te vormen die onder
opzicht van uiterlijk het oog voldoen,
maar die terzelvertijd ook loonend zul
len wezen.
L. HAEMS,
Landbouwvoordrachtgever.
M. N., Erondegem. Het beste
middel om de biezen uit uwen meersch
te drijven ware heel waarschijnlijk hem
te draaineeren. Men kan eene tijdelijke
verbetering bekomen door het gebruik
van kalk ofwel van ijzerslakken, 500 kg.
per dagwand, b.v. en ook van ka'ïniet.
J. P., Oultre. De kleine diertjes
waarvan ge spreekt zijn geene eigenlijke
hoenderluizen. Ze behooren tot de fa
milie der spinachtigen. Deze diertjes, een
speldekop dik, zijn met acht pooten
voorzien. Ze zijn bleek grijs, ofwel roos
ofwel bloedrood, volgens ze min of meer
bloed opgenomen hebben.
Binst den dag vindt men ze op de
hoenders niet. Ze blijven dan verborgen
in de spleten van het hok. Ze kunnen
zich met eene verbazende snelheid ver
menigvuldigen en putten soms de hen
nen uit tot het uiterste. De kuikens bren
gen ze soms te niet.
Om ze te bestrijden
1° Het hok witten met creoline en
kalk.
2° Het hok dicht maken en sulfer
branden.
3° Stekken, hok enz. wasschen met
oplossing van sulfer lever (kali
eene
sulfur).
D. Bricout.
Er zijn eenige missingen geweest in
de opgave der prijzen. Volgende perso
nen werden vergeten en bekwamen de
volgende punten
M. Coppens Gustaaf, Haeltert,
voor Kruger 55 punten.
Industrie 78 (een eerste prijs).
R. Star 62 (eervolle melding).
M. De Petter P., Aalst-Mijlbeek,
voor Kruger 62 punten (eerv. melding).
M. Jan Schockaert, Aalst-Mijlbeek,
voor RoodeStar78 punten (eerste prijs)
M. De Clippel Victor, Woubrech-
tegem,
voor Industrie 85 punten (eereprijs).
Markt van 10 October.
Per 100 kilos.
Gewone peren 55,65 tot 69,65 fr.
Winter Philippen 103,65 115,80 fr.
Grauwvellen 55,65 59,50 fr.
Appels le klas 37,60 48,42 fr.
De fruitmarkt in Engeland is een wei
nig verbeterd, alhoewel de prijzen nog
verre zijn van schitterend. De wissel
koers speelt hierin een groote rol, daar
het pond sterling deze week weerom
- 2 fr. omhoog gegaan is, zoodat een pond
welk voor den oorlog voor ons een
waarde had van 25 fr., nu gestegen is
tot 64 fr. De appels (vroege) worden
hier in 't binnenland gewoon weg ver
kocht van 20 tot 25 fr. per 100 kgr. ge
reed getrokken. De late appels zijn veel
duurder.
De Brand der Graangewassen
De ziekte veroorzaakt in sommige
jaren groote schade. De aren, welke
door den brand aangetast zijn, vertoo-
nen in de plaats van zaadkorrels een
poedervormige zwarte massa.
In sommige gevallen blijft het poeder
opgesloten binnen een dun vliesje, het
welk er uitziet alsof het de wand van
een graankorrel ware waarvan de in
houd door poeder vervangen is. In an
dere gevallen ligt de poedervormige
massa bloot en stuift zij langzamerhand
weg, tot er eindelijk niets anders dan de
aarspil overblijft.
De oorzaak van den brand der graan
gewassen is langen tijd onbekend ge-
blijven. In de oudheid meende men de
genoemde ziekte te moeten toeschrijven
aan de werking der brandende zonne
stralen, welke, na overvloedigen regen,
in de aren drongen. Later werd de brand
als een montstruositeit beschouwd.
Aan 't einde der voorgaande eeuw
kwamen de geleerden tot de meening,
dat hier een zwam in het spel is, doch
het was eerst door de onderzoekingen
van de gebroeders Tulasne dat hare
ware natuur bekend werd.
Het zwarte poeder, waarvan hooger
sprake was, bestaat uit sporen van
zwammen, die men Brandzwammen ge
noemd heeft.
De brand wordt niet bij alle graange
wassen door dezelfde brandzwam ver
oorzaakt en behalve de graangewassen
worden een aantal andere plantensoor
ten door brandzwammen aangetast. De
ontwikkeling is echter in hoofdzaak de
zelfde voor de verschillende soorten uit
de groep der brandzwammen derhalve
kunnen wij ons beperken bij de beschrij
ving van een enkele soort, die wij tot
grondvorm kiezen voor de overige
soorten zullen wij alleen de voornaam
ste afwijkingen van den grondvorm
aangeven.
De Steenbrand of Stinkbrand
der Tarwe
Reeds tamelijk vroeg kunnen de eer
ste verschijnselen dezer ziekte bij de
tarwe waargenomen worden wanneer
de gezonde halmen onder het gewicht
der gevulde aren beginnen te buigen,
blijven de halmen welke door den brand
aangetast zijn, daarentegen rechtop
staan. Daarenboven zijn de graankor
rels der aangetaste aren iets korter en
dikker dan de gezonde dientengevolge
wijken de kafjes, waartusschen de kor
rels verborgen zitten, wijder uiteen, en
de aangetaste aren verkrijgen daardoor
een eigenaardig, kenschetsend uitzicht.
Later worden de korrels niet geelachtig-
groen, maar blauwachtig-groen, en
daarna nog donkerder. Weldra blijft
van den zieken korrel niets anders over
dan het omhulsel (vruchtwand), terwijl
de inhoud door zwartachtig poeder ge
vormd wordt. Dit poeder verspreidt
een onaangename lucht, die aan haring-
pekel doet denken.
De steen- of stinkbrand kan door
twee verschillende brandzwammen ver
oorzaakt worden, nl. door Tilletia Tri-
tici Winter en door Tilletia laevisKühn.
Deze beide soorten verschillen weinig
van elkander door den vorm der spo
ren kan men ze echter (met behulp van
het microscoop) duideljjk onderscheiden:
de sporen van Tilletia laevis hebben een
gladden sporewand die van Tilletia
Tritici zjjn daarentegen wratachtig, met
verheven lijsten bezet. Uit een practisch
oogpunt levert dit verschil echter wei
nig belang op, daar de beide soorten
zich op dezelfde wijze gedragen.
Wij willen thans onderzoeken wat er
van de brandsporen gewordt.Bij het in-
oogsten worden gezonde en aangetaste
aren samen naar de schuur gebracht.
Bij het dorschen worden de vliesjes, die
de bruine sporen inhouden, gescheurd
en de sporen worden in vrijheid gesteld.
Hier dient opgemerkt te worden, dat
het sporenpoeder, hetwelk daarbij op
stuift, de oogen en de longen der dor-
schers zeer onaangenaam kan aandoen.
Meel en brood, die te veel brandsporen
bevatten, kunnen voor den mensch en
voor de dieren een zeer schadelijk en
zelfs doodelijk gift worden. Gelukkig
wordt het grootste gedeelte der sporen
11