REDT U ZELVEN Arbeid adelt OPEN BRIEF De Papziekte of zoiafte sehöfft dep aardappels MELDERT Hoe een boomgaard aangelegd Vragen en Antuioorden Landbouwweekblad Aardappeiprijskamp. De Pri zen der Fruiten in Engeland. Brand der Graangewassen moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. J-feep fïïinistep Ocm bcmdboutu, Qqpod l^uzette DENDENHAUTEM ZONDAG 15 OCT. 1922. Prijs 10 centiemen. 4de JAARGANG Nr 198. Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars. Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers AAN DEN Er gaan geruchten door het land, er wordt verteld en geschreven dat het werk in Uw Ministerie van Landbouw Uw zenuwen heeft overspannen, zoodat Gij rust en ontspanning moest gaan zoe ken in de Zuidelijke warme landen. En al die geruchten die de ronde onzer pro vinciën doen en al wat over U geschre ven wordt, schijnt de volle waarheid te zijn, want reeds wordt Uw achtbare op volger met naam en faam genoemd. Het moet er dan lastig zijn in het mi' nisterie van LandbouwEn zeggen nochtans dat er weinige Belgische boe ren zijn die zich inbeelden kunnen, wat er in Uwe ministerieele gebouwen ver richt wordt Toch zullen wij er geenszins aan twij felen dat Gij veel werk hadt en veel hebt gewerkt. Evenwel vragen al de boeren en ze zijn over 't half millioen zich te vergeefs af welke de uitslag is geweest van al dat werk. Is het de her stelling van de verwoeste Yzerstreek Maar onze werklieden en klein-boeren hebben zooveel opgebouwd en hersteld, misschien meer in Frankrijk dan in ons eigen gezegend landeke. Is het de aan vulling van onzen veestapel en van ons paardenras en al den kommer en al de miserie U aangedaan door deze noot» lottige aanvulling, eenerzijds door met pest besmette hoornvee en anderzijds met muilezels en met paarden die in zich de kiemen van de dourine droegen, zoo dat de paardenkweek, het eenige wat in den landbouw nog wat winst opleverde in onze faam in den vreemde hoog hield, ook een bron is geworden van werk zonder loon Zijn het de overtollige lasten die door onze boerenschouders moeten gedra gen worden, die U hebben ontzenuwd en vermoeid of is het in een woord de ellendige toestand van onzen landbouw in 't algemeen, die U, Minister van Landbouw, te zeer in hart en ziel doen lijden Al deze vragen rijzen in onzen boe- rengeest op, want wij houden ook van onzen Minister van Landbouw. Wij stel len al die vragen en vinden maar het antwoord niet. Als een minister den last van een mi nisterie aanvaardt, dan is het wel een bewijs dat hij iets voelt voor zijne toe komstige onderdanen en hunne belan gen ter harte wil nemen, van ieder in het bijzonder en van allen in 't algemeen en dan is dat ook zoo met een Minister van Landbouwtenzij het Ministerie van Landbouw enkel en alleen een eere- post ware Maar op een eerepost kunt Gij U niet overwerken, Uw zenuwen niet over spannen zoodanig dat Gij, Mijnheer de Minister, er ziek van geworden zijt. Neen, dat kan het ook niet zijn en zoo geraken wij er maar niet wijs uit. De groote, rijke pachters hebben mis schien middelen genoeg om zich van plan te trekken en hun bedrijf winstge vend te maken, maar het overgroot ge tal van Uwe onderdanen hadden ge hoopt dat er na den oorlog ook voor hen iets zou gedaan worden. En zie al die hoop is weer eens ijdel geweest 1 Er moest zooveel hersteld worden in ons land, zooveel goed gemaakt worden ook op landbouwgebied. Allen trachten naar een goedkooper leven, en is de bloei van den landbouw in een land niet de bijzonderste waar borg voor een goedkooper leven 1 Waarom dan... Maar genoeg vragen gesteld. Elk ministerie heeft z(jn budget, de som waarover het te beschikken heeft. Van het budget van Landbouw zijn er vele duizenden afgegaan voor het stich ten en het onderhouden van landbouw scholen allerhande en al deze duizenden en nog duizenden frankskes zijn groo- tendeels verloren gesmeten. Wat baat het inderdaad, Mijnheer de Minister, scholen op te richten om er een vak aan te leeren dat niet winstgevend is. Op den korten tijd van Uw ministerschap hebt gij de ondervinding opgedaan dat het landbouwonderwijs niet bloeit bjj gebrek aan leerlingen, bij gebrek aan liefhebbers, niettegenstaande al Uwen goeden wil. Gij zult misschien gedacht hebben Wat helpen kaars en bril Als de uil niet zien en wil. Doch het is niet de liefde voor ons vak dat ons te kort schiet, ook niet de verkleefdheid aan den grond het ligt alleen in het feit dat de landbouw bij gebrek aan hulp en steun en door de te groote vreemde konkurrentie op dees oogenblik een arme stiel is geworden tegenover alle andere vakken. Zoo die toestand blijft voortduren, zullen velen onzer kleine boeren liever gaan arbei den aan openbare werken en in allerlei nijverheden, dan een armtierig bestaan te lijden op hun dorp, hoe lief én duur baar de geboortegrond ook zij. En onze kinderen laten we dan ook veel liever gelijk welk ander vak aanleeren e» voor gelijk welke bediening studeeren, dan hen denzelfden miserievollen weg op te jagen, leide die weg dan ook nog langs eene hoogere landbouwschool. Begint met onzen landbouw winstge vend te maken, Mijnheer de Minister, en dan zal het landbouwonderwijs van zelfs groeien en bloeien, zooals het 't geval is met al ander vakonderwijs. Is een eenvoudig werkman, die zeggen mag dat hij zijn vak grondig kent, niet beter dan de beste bediende, leeft hij niet als een heer in vergelijking met den diksten boer Daaruit volgt dan ook natuurlijk dat het vakonderwijs.de land bouw uitgezonderd, meer en meer leer lingen aantrekt. Die trek naar beter onderwijs vloeit voort of uit een zekeren dwang of uit een reeds tamelijk voorspoedigen stoffe- lijken toestand. Nu, van dwang kan er hier geen spraak zijn en de vereischte welstand, die een mensch aanzet naar beter en beter te streven, zal weldra gaan ontbreken, zoodat al Uw pogen tot het in 't leven brengen van land bouwonderwijs, als boter aan de galg is. Het geldt hier geen holle spotternij, het gaat er integendeel om een zeer ernstige zaak en wel om het bestaan van meer dan een half millioen menschen, het is in een woord een kwestie van leven of dood voor den al te zeer be proefden Belgischen landbouw. Waarom kan België evenals Frank rijk, bijvoorbeeld, geen doorslaande middelen gebruiken om de al te groote vreemde konkurrentie in te toornen waarom krijgen wij geen pachtwetje, er is wel een huishuurwet Er moest ge werkt worden na den oorlog hebben de boeren zich onder alle andere niet onderscheiden door hun goeien wil en hunne werkzaamheid, zoodat zij onzen naam van arbeidzaam volk alom in den vreemde hoog hebben gehouden en hoo- ger hebben verheven Zij hebben U geen gebalde vuisten getoond, zij hebben geen stakingen op touw gezet noch doorgedreven en zij hebben ook met geen omwenteling ge dreigd. En uit dankbaarheid laat men ze met rust, als kinderen die braaf zijn en niet gepaaid moeten worden, terwijl de huilers, de schreeuwers, de jankende bengels gekoesterd, gevleid en voldaan worden. Mijnheer de Minister, ik heb nu in naam van alle Vlaamsche boeren mijn hart rechtuit laten spreken en durf U ten slotte zeer beleefd vragen waarom onze regeering waarvan Gij ook deel uitmaakt of hebt uitgemaakt, toch maar niets doet voor ons, brave boerkens. Met hierop te willen antwoorden, zult Gij ons een be wijs geven van toegenegenheid, deze zal dan het begin zijn van goeien wil en betere werking. Inmiddels bied ik U, Mijnheer de Minister, mijne gevoelens van hoogach ting aan, en ik teeken voor alle boeren, Uw onderdanige, H. KLOPTEROP. Aalst, den 7 Oktober 1922, Alhoewel men deze ziekte veelal den naam van zwarte schurft geeft, heeft ze niets gemeen met de eigenlijke schurften. Deze krankheid wordt gekenmerkt door de wratten die op de onderaardsche deelen der aardappels knollen en twij gen (stolons) en zelfs op de pijlen te voorschijn komen. De Engelschman Cotton heeft deze ziekte met veel nauwkeurigheid nage gaan en 't is zijne beschrijving die wij bier overschrijven. De eerste wratten ontwaardt men ge woonlijk aan de oogen der knollen. Het tijdstip hunner verschijning verschilt met de aardappelsoort. Ze groeien en vormen weldra aanwassen die meestal ineenloopen. Soms heeft de knol geens zins het voorkomen meer van een aard appel. Hij krijgt wat men een koraal- vorm noemt. Eerst zijn de rappen wit, maar ze worden langzameraan zwart en eindelijk vormen ze eene rottende massa die een donker-bruin vocht laat ont snappen. Deze aanwassen ontwaardt men niet alleenlijk op de knollen, maar op zeer besmette gronden vindt men ze op alle onderaardsche twijgen en zelfs zooals wij het reeds zegden op zekere deelen der stammen. De aangetaste bla deren verliezen hunnen vorm en wor den vleezig. Boven den grond worden de aanwassen groen. Zelfs van de plant gescheiden, blijven ze soms maanden lang voortleven. De ziekte wordt veroorzaakt door eene zwam genaamd de Synchritrium endobioticum De woekerplant leeft onder de schors. De zaden door de zwam voortgebracht kiemen soms on middellijk, soms na den winter en soms maar na verschillige jaren. Zekere zijn voorzien van een soort staartje, dat hun toelaat te zwemmen (zoosporen). Deze zoosporen dringen in de plant langs de kiemen en botten van knol en sten gels. 't Is dank aan die sporen dat de ziekte soms 7 en zelfs tot 10 jaar in den bodem vertoeft. De sporen kunnen ook ongedeerd de verteringsorganen der die ren doorloopen. Omstandigheden die de ontwikkeling der ziekte bevoordeelen 1° De vochtig heid. Bij zeer droge jaren hoort men maar weinig omtrent het zwarte schurft. Men ontwaardde de ziekte in 1896 in Hongarië en in 1900 in Engeland. Ze bestaat nog al veel in Schotland en se dert 1908 in Ierland, 't Is ook in 1908 dat men ze in Duitschland vindt en in Noorwegen in 1914. De ziekte bestaat ook in 't Noord-Oosten van Holland, verders nog in de Vereenigde Staten van Amerika. Men ziet dat de kring harer verwoes tingen zich langzamerhand uitbreidt. Meestal hebben de aangetaste landen strenge maatregels genomen om die uit breiding te keer te gaan. Hoe kan men het zwarte schurft be strijden Daar de ziekte 8 a 10 jaar in den bo dem blijft zou men 11 en 12 jaar moe ten wachten alvorens opnieuw aardap pels te planten, waar men de ziekte be speurd heeft. Zoo iets is in vele streken onmogelijk. Men heeft dus andere mid delen ten proeve gesteld. Men heeft ten eerste getracht om de bouwlaag te ont smetten met waterdamp. Deze doenwijze bedraagt veel moeilijkheden, ook schij nen de uitslagen niet gunstig te zijn geweest. 't Vervolgt. D. BRICOUT. Op Zondag 15 October buitenge wone algemeene vergadering bij Louis Philips, dorp, Meldert, om 4 uur, voor alle landbouwers. Voordracht door een spreker uit Aalst. Op Zondag 15 October, om 10 uren voormiddag, algemeene vergadering b(j Remi Matthys, Dorp. DagordeVeredelen van zaai- en plantgoed. Inschrijving plantgoed. Fruit- en Gioentenkweek gepaard. Het slechtste rad van den wagen maakt het meest geraas. Zoo zijn er on gelukkiglijk ook nog landbouwers die denken, dat de vereeniging van alle boeren, groot en klein, een onmogelijk iets is en daarom ook blijven ze buiten de bonden ea maken veel getier en ge raas om anderen hun gedachten te doen deelen. Dit zijn de slechte raderen van den wagen die dan ook 't meest geraas ma ken en toch niet beletten kunnen dat de wagen voortrolt. We gaan recht op ons doel af en bekommeren ons niet om 't geschreeuw dergenen die nog verre van ons staan en toch tot ons komen moe ten, omdat we op den goeden weg zijn en niets er ons van afleiden kan. Zoo ook als ge pyramiden aanlegt, moet ge recht op uw doel afgaan en u richten naar den levensleer der boomen om zoo op den goeden weg te blijven. Dit heet men oordeelkundig snoeien. Bovendien moet men snoeien met de grootste zorg, 't is te zeggen met een goed snijdend snoeimes en met geen snoeischaar. Immers met een snoeimes maakt men een gave en effen wonde, die gemakkelijker zal te heelen zijn dan de pletwonde gemaakt door de snoei schaar. Wanneer men den duim der lin kerhand onderaan het te besnoeien oog houdt en met de andere vingers den tak j omknelt om dan met 't snoeimes een schuine wonde te maken van achter naar voren oiu juist boven het oog uit te komen, dan snoeit men goed, wel te verstaan als men het oog niet te veel heeft ondersnoeit. Dit is de eenigste goede wijze van snoeien, al de andere snoeiwijzen missen hun doel. Laat ons nu eens nagaan hoe men snoeien moet om prachtige pyrami den te vormen. Op een hoogte van 0,60 m. begint ge op den stam v(jf of zes goede oogen te tellen waaruit een ver- lengenis moet komen en vijf gesteltak- ken. Dikwijls gebeurt het dat het le oog onder het oog der verlengenis zich te zeer zal ontwikkelen tegenover de an dere daarom is het geraadzaam een oog hooger te snoeien, dus op zeven, en het le oog onder de verlengenis uit te doen, zoodoende zal men des te gemak kelijker het evenwicht in de verschil lende gesteltakken bewaren. Voor de verlengenis snoeit men op een oog in tegenovergestelde richting van het oog der afenting om de stam in loodrechte richting te houden. Men tracht alsdan door alle middelen, zoo natuurlijke als kunstmatige, het evenwicht tusschen de verschillende gesteltakken te houden zoo zal men een te kloek groeiende kor ter snoeien dan een flauwere, ofwel hem buigen onder de horizontale en de an dere recht opbinden of ook nog bij den jen een inkerving maken onder den tak en bij den anderen er boven, ten ware ge de inkerving bij dezen laatste zoudt vervangen door langwerpige insneden aan dea voet en op gansch zijn lengte om er zoo veel sap naar toe te trekken. Een 2' gestel legt men aan op een 0,50 m. boven het 1', doch slechts dan als dit laatste goed is gegroeid en wel is gevormd. Geen tweede gestel beginnen als het 1* niet krachtig genoeg is ont wikkeld, want dit ware al zoo slecht als een huis bouwen zonder goede grond vesting. Voor de verlengenis van het 2' gestel snoeien op een oog in tegen overgestelde richting van het le gestel, altijd om rechte stammen te bekomen. De 3e en volgende gestellen legt men aan op dezelfde manier, goed in 't ge dacht houdende dat men met geen nieuw gestel mag aanvang nemen als de voor gaande niet genoegzaam ontwikkeld zijn. Om goed te slagen en om pyramiden te bekomen die onder alle opzichten voldoen, neme men slechts peersoorten die aan de volgende vereischten vol doen ten eerste, men kieze vruchtbare soorten, die in volle wind rijp worden, dus rijp zijn voor Januari vervolgens soorten die weelderig groeien, kloeke, schuingerichte en geen afhangende tak ken vormen ook soorten waarvan de vruchten stevig aan den boom vaststaan vooral wanneer het laatrijpende varië teiten geldt. In een vorig artikel heb ik u reeds eenige variëteiten opgesomd die, op kwee gegriffeld en in pyramide ge vormd, goede uitslagen opleveren; daar bij noem ik nog Emila d'Heyst, Me daille d'été, Fondante de Charneu, Con- seiller a la cour, Alexandrine Douillard, Nee plus meuris, Beurré Sterckmans. Laat u nochtans niet beïnvloeden door vele soorten, kies er liever 3 of 4 beste uit en stelt u daarmede tevreden. Zoo ge dit alles wel in acht neemt, dan moogt ge verzekerd zijn van goede uitslagen te bekomen. De verlengenis- sen der gesteltakken snoeie men, nu eens op een oog naar onder en dit in de meeste gevallen, dan eens op een oog naar boven, wanneer ge oordeelt dat uw gestel zich te verre van den stam verwijdert en ge het er terug wilt naar toe brengen. Het vruchthout der gestel takken behandelt ge evenals het gewoon vruchthout uwer leiboomen dat 'k u wel eens, in een of ander praatje over boomteelt zal mededeelen. Ziedaar nu den rechten weg om niet alleen pyramiden te vormen die onder opzicht van uiterlijk het oog voldoen, maar die terzelvertijd ook loonend zul len wezen. L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever. M. N., Erondegem. Het beste middel om de biezen uit uwen meersch te drijven ware heel waarschijnlijk hem te draaineeren. Men kan eene tijdelijke verbetering bekomen door het gebruik van kalk ofwel van ijzerslakken, 500 kg. per dagwand, b.v. en ook van ka'ïniet. J. P., Oultre. De kleine diertjes waarvan ge spreekt zijn geene eigenlijke hoenderluizen. Ze behooren tot de fa milie der spinachtigen. Deze diertjes, een speldekop dik, zijn met acht pooten voorzien. Ze zijn bleek grijs, ofwel roos ofwel bloedrood, volgens ze min of meer bloed opgenomen hebben. Binst den dag vindt men ze op de hoenders niet. Ze blijven dan verborgen in de spleten van het hok. Ze kunnen zich met eene verbazende snelheid ver menigvuldigen en putten soms de hen nen uit tot het uiterste. De kuikens bren gen ze soms te niet. Om ze te bestrijden 1° Het hok witten met creoline en kalk. 2° Het hok dicht maken en sulfer branden. 3° Stekken, hok enz. wasschen met oplossing van sulfer lever (kali eene sulfur). D. Bricout. Er zijn eenige missingen geweest in de opgave der prijzen. Volgende perso nen werden vergeten en bekwamen de volgende punten M. Coppens Gustaaf, Haeltert, voor Kruger 55 punten. Industrie 78 (een eerste prijs). R. Star 62 (eervolle melding). M. De Petter P., Aalst-Mijlbeek, voor Kruger 62 punten (eerv. melding). M. Jan Schockaert, Aalst-Mijlbeek, voor RoodeStar78 punten (eerste prijs) M. De Clippel Victor, Woubrech- tegem, voor Industrie 85 punten (eereprijs). Markt van 10 October. Per 100 kilos. Gewone peren 55,65 tot 69,65 fr. Winter Philippen 103,65 115,80 fr. Grauwvellen 55,65 59,50 fr. Appels le klas 37,60 48,42 fr. De fruitmarkt in Engeland is een wei nig verbeterd, alhoewel de prijzen nog verre zijn van schitterend. De wissel koers speelt hierin een groote rol, daar het pond sterling deze week weerom - 2 fr. omhoog gegaan is, zoodat een pond welk voor den oorlog voor ons een waarde had van 25 fr., nu gestegen is tot 64 fr. De appels (vroege) worden hier in 't binnenland gewoon weg ver kocht van 20 tot 25 fr. per 100 kgr. ge reed getrokken. De late appels zijn veel duurder. De Brand der Graangewassen De ziekte veroorzaakt in sommige jaren groote schade. De aren, welke door den brand aangetast zijn, vertoo- nen in de plaats van zaadkorrels een poedervormige zwarte massa. In sommige gevallen blijft het poeder opgesloten binnen een dun vliesje, het welk er uitziet alsof het de wand van een graankorrel ware waarvan de in houd door poeder vervangen is. In an dere gevallen ligt de poedervormige massa bloot en stuift zij langzamerhand weg, tot er eindelijk niets anders dan de aarspil overblijft. De oorzaak van den brand der graan gewassen is langen tijd onbekend ge- blijven. In de oudheid meende men de genoemde ziekte te moeten toeschrijven aan de werking der brandende zonne stralen, welke, na overvloedigen regen, in de aren drongen. Later werd de brand als een montstruositeit beschouwd. Aan 't einde der voorgaande eeuw kwamen de geleerden tot de meening, dat hier een zwam in het spel is, doch het was eerst door de onderzoekingen van de gebroeders Tulasne dat hare ware natuur bekend werd. Het zwarte poeder, waarvan hooger sprake was, bestaat uit sporen van zwammen, die men Brandzwammen ge noemd heeft. De brand wordt niet bij alle graange wassen door dezelfde brandzwam ver oorzaakt en behalve de graangewassen worden een aantal andere plantensoor ten door brandzwammen aangetast. De ontwikkeling is echter in hoofdzaak de zelfde voor de verschillende soorten uit de groep der brandzwammen derhalve kunnen wij ons beperken bij de beschrij ving van een enkele soort, die wij tot grondvorm kiezen voor de overige soorten zullen wij alleen de voornaam ste afwijkingen van den grondvorm aangeven. De Steenbrand of Stinkbrand der Tarwe Reeds tamelijk vroeg kunnen de eer ste verschijnselen dezer ziekte bij de tarwe waargenomen worden wanneer de gezonde halmen onder het gewicht der gevulde aren beginnen te buigen, blijven de halmen welke door den brand aangetast zijn, daarentegen rechtop staan. Daarenboven zijn de graankor rels der aangetaste aren iets korter en dikker dan de gezonde dientengevolge wijken de kafjes, waartusschen de kor rels verborgen zitten, wijder uiteen, en de aangetaste aren verkrijgen daardoor een eigenaardig, kenschetsend uitzicht. Later worden de korrels niet geelachtig- groen, maar blauwachtig-groen, en daarna nog donkerder. Weldra blijft van den zieken korrel niets anders over dan het omhulsel (vruchtwand), terwijl de inhoud door zwartachtig poeder ge vormd wordt. Dit poeder verspreidt een onaangename lucht, die aan haring- pekel doet denken. De steen- of stinkbrand kan door twee verschillende brandzwammen ver oorzaakt worden, nl. door Tilletia Tri- tici Winter en door Tilletia laevisKühn. Deze beide soorten verschillen weinig van elkander door den vorm der spo ren kan men ze echter (met behulp van het microscoop) duideljjk onderscheiden: de sporen van Tilletia laevis hebben een gladden sporewand die van Tilletia Tritici zjjn daarentegen wratachtig, met verheven lijsten bezet. Uit een practisch oogpunt levert dit verschil echter wei nig belang op, daar de beide soorten zich op dezelfde wijze gedragen. Wij willen thans onderzoeken wat er van de brandsporen gewordt.Bij het in- oogsten worden gezonde en aangetaste aren samen naar de schuur gebracht. Bij het dorschen worden de vliesjes, die de bruine sporen inhouden, gescheurd en de sporen worden in vrijheid gesteld. Hier dient opgemerkt te worden, dat het sporenpoeder, hetwelk daarbij op stuift, de oogen en de longen der dor- schers zeer onaangenaam kan aandoen. Meel en brood, die te veel brandsporen bevatten, kunnen voor den mensch en voor de dieren een zeer schadelijk en zelfs doodelijk gift worden. Gelukkig wordt het grootste gedeelte der sporen 11

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1922 | | pagina 1