REDT U
ZELVEN
J/|
Arbeid adelt
JWaatsehappelijke
bandboambemeging
Landbouwweekblad
OE ZIEKTEN ONZER
FRÜiTBOÖltJEN
Het verzorgen
der Hoenders.
Dorschen met Motor of Locomobiel
Aan onze wakkere Vrienden en
Medewerkers, Voorzitters, Sctiri vers
en Magazi uiers der Plaatsel. Bonden.
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
WAT 261
MEM Ai
MET bOEil
ZONDAG 26 NOV. 1922.
Prijs lü centiemen.
5de JAARGANG Nr 204.
Abonnementsprijs i 5,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Wanneer men enkele jaren op de
landbouwbeweging in België terugblikt,
dan ziet men dat die beweging op verre
na niet heeft gegeven, wat van haar
werd verwacht. Als men daarbij grondig
nagaat het doel, waarom die beweging
werd ingezet en wat er van dit gestelde
doel is verwezentlijkt, dan moet het ons
geenszins verwonderen dat de belang
stelling voor die beweging zoolang heeft
gesluimerd bij de massa van het boeren
volk en dat nu nog dezen uit ons volk
die uit hunne onverschilligheid zijn ge
wekt, nog niet geheel van wantrouwen
zijn gevrijwaard.
Weliswaar, hoorden wij vroeger, nu
en dan eens gewagen van den sterken,
goed georganiseerden boerenstand,maar
hoe goed de boeren het hadden in hun
georganiseerden stand, weten al dezen
die in deze middens hebben geleefd, de
levenswijze in een landbouwersfamilie
hebben meegemaakt of van dichtbij
hebben kunnen gadeslaan.
De jaren zijn nog niet lang voorbij
waarin men het landbouwleven, zooals
het door velen onzer familiën moest ge
leefd worden, terecht armtierig, om niet
te zeggen ellendig, mocht noemen. Zelfs
nu nog kan men dagelijks de ondervin
ding opdoen dat wij onder maatschap
pelijk zoowel als onder economisch op
zicht ver ten achter staan tegenover an
dere standen.
Meermalen reeds werd er in dit blad
gewezen op het groot verschil in de
maatschappelijke als economische ver
houdingen, welke er bestaan tusschen
deze van onzen en die van andere stan
den. Wil men nu daarvan een heel klaar
bewijs, dan overzie men maar eens onze
wetgeving en alles wat langs wettelijken
weg in de jongste jaren werd tot stand
gebracht.
Als geen andere kan de werklieden
stand wijzen op een vruchtboar sociaal
streven. Maar de vruchtbaarheid van
dit streven moet ons niet al te zeer ver
wonderen, als we in overweging nemen
wat er voor het te verwezentlijken pro
gramma werd ingezet.
Jarenlang werd er door de leidende
personen in de arbeiderswereld aange
stuurd, om het standbewustzijn bij het
werkvolk zooveel mogelijk te doen op-
laaiën, zijn sociale mentaliteit werd stel
selmatig aangekweekt. Dagelijks werd
het den werkman in pers en vergade
ring, door woord en actie duidelijk ge
maakt, dat, om zijne ontvoogding en
vrijmaking van alle dwangbeheer te ver
haasten, allen moesten in 't gelid staan.
Alles wat het menschwaardig leven van
dit volk in den weg staat, werd steeds
opnieuw voorgelegd en op datgene wat
redding geven kon, werd schier onop
houdend gewezen.
Al die pogingen welke jaren van toe
wijding heeft gekost, zijn niet tevergeefs
gebleken.
van dezen die zagen en wilden dat wij
zoolang werden misleid en bedrogen.
Nieuwe organismen kwamen tot stand,
nieuwe wegen werden gevolgden of
schoon de strijd ten goede, nog niet lan
ger werd aangevat kunnen wij reeds op
schoone uitslagen bogen en laat de toe
komst het beste vermoeden. Stilaan volgt
onze beweging den weg der zegepraal,
die weg zal des te spoediger afgelegd
zijn, naarmate de landbouwers in getal
toenemen die met woord en daad hunner
voormannen ter zijde staan en willen
volgen.
Velen zijn er nog die onverschillig
blijven en slechts wantrouwen koesteren
tegenover ons. Anderen zijn er nog, die
grootendeels uit onwetendheid, de
schouders ophalen, als men poogt hun
mee te trekken op den goeden weg.
Doch geven wij geen moeite verloren.
Houden wij hier voor oogen, 't geen
door de werklieden organismen werd
gedaan. Zooveel middelen liggen bij de
hand om het goede zaad rondtestrooiën.
Laat mij hier wijzen op de twee beste
de vergadering en ons weekblad, die
beiden kunnen er machtig veel toe bij
dragen om onze beweging te doen groei
en en bloeien.
Regelmatige vergaderingen, nu en dan
een vreemd spreker laten optreden,
die op aanvraag gratis wordt gestuurd.
Dan hebt ge nog ons weekblad De
Koornbloem geef het na lezing voort
aan gebuur, vriend of familielid, stuurt
namen in naar de drukkerij om het op
zenden van eenige nummers te vragen,
beveelt uw blad aan. Spreek met ande
ren over dit of dat hetwelk Uwe vereeni-
ging gedaan heeft. Dat elke overtuigde
boer met ons meeijvert, er het zijne toe
bijdraagt, en de uitslag zal verrassend
wezen. m
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongefeekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Wat anderen ten zege leide, moet
ons tot navolging strekken.
In het feit dat de vroegere zoogezegde
georganiseerde boerenstand niet den
gewenschten uitslag gegeven heeft, ligt
wel een sprekend bewijs dat die inrich
ting niet degelijk was, of dat er door de
voormannen niet eerlijk werd geijverd
om het doel te benaderen of te verwe
zenlijken. Dit laatste was de grootste
oorzaak van het zoolang miskennen van
het levensrecht van het Belgische boe
renvolk en van de minachting en ver
achting waarmede men hetzelfde zoo
lang heeft bejegend.
De landbouwleiders van vroeger wa
ren uitsluitend salon-boeren of groot-
eigenaars die er enkel op uit waren,
door het boerenvolk hunne politieke
drijverijen te doen dienen en welke er
bovendien meest allen belang bij had
den, de ontvoogding van hetzelfde zoo
veel mogelijk te vertragen en zijne so
ciale ontwikkeling tegen te gaan. Hoe
langer zij ons konden onwetend houden,
hoe langer zij onze maatschappelijke
ontwikkeling belemmerden, hoe langer
zij den scepter der uitbuiting en ver
drukking konden in handen houden en
de leiding over ons naar willekeur aan
wenden.
De oorlog heeft bij velen de oogen
geopend. Stilaan vermeerderde het getal
Om luizen, vlooien en weegluizen te
bestrijden kan men dus sulfer-bloem
toepassen, zooals wij in ons voorgaand
artikel reeds gezien hebben. Men zal
ook het hok zoo rein mogelijk houden,
kalken, wanden en rekken wasschen met
créoline-water. Men raadt ook aan de
hoenders in te wrijven met naphtaline-
bollen (motte-bollen) enz.
De bijzonderste vijand onzer hoen
ders schijnt ons nog de zoogenaamde
roode hoenderluis te zijn. Soms bezwij
ken de jonge kiekens onder de bloed-
zuchtige aanvallen van dit vreeselijk on
gedierte. Dikwijls worden de hoenders
op eene hevige wijze geplaagd zonder
dat de hoenderkweeker zich van de oor
zaak der plaag rekening geve. Soms be
merkt men dat hennen die een goed, ge
zond en wel verlucht hok bezitten, alle
mogelijke pogingen aanwenden om toch
maar buiten kunnen te slapen. Men
denkthet zijn de luizen die de dieren
tergen, maar men heeft schoon het ge
vogelte nauwkeurig te onderzoeken, men
vindt geene of schier geene hoenderlui
zen. Gaat men eindelijk over tot het
onderzoek van het hok, dan ondervindt
men dikwijls dat de rekken er als bloed
rood uitzien. Op alle houten voorwerpen,
in alle spleetjes vindt men honderden,
ja duizenden roode diertjes. Binst den
dag blijven ze rustig zitten, maar breng
een bezoek in uw hoenderhok, rond 9 of
10 ure 's avonds, dan zult gij honderden
kleine schelmen zien loopen op hoenders
en rekken, dikwijls hel-rood van kleur,
opgepropt dat ze zijn met het levende
bloed uwer hennen.
Soms hebben wij de roode luis bij boe
ren gevonden die er zich geenzins om
bekommerden, daar ze die diertjes nooit
op de hennen aantroffen, dachten
zij dat die voortkwamen van het hout en
op 't hout leefden. O zalige eenvoudig
heid 1
Deze roode luizen zijn dus echte
bloedzuigers, doch het zijn geen echte..,
luizen. Ze zijn immers met acht pooten
voorzien en behooren tot de familie der
spinachtigen en men weet dat deze fa
milie meestal ten uiterste bloeddorstig
is. Waar ze woekeren verflauwen de
hennen alras en schieten veel te kort
aan 't leggen, 't Is soms zoo erg dat de
jonge hennen en ook de oude in de
Lente aan 't leggen niet geraken. Al
Er wordt bij deze aan de leden her
innerd dat het streng verboden is, op
straf van in geval van brand alle recht
op vergoeding te verliezen, den oogst
met motor of locomobiel te dorschen,
indien er op voorhand aan de verzeke
ringsmaatschappij de verklaring niet
van gedaan is. Deze heeft recht alsdan
eene premieverhooging te vragen van
20 Het verbod mekanisch te dor
schen staat in alle polissen- uitdrukkelijk
neergeschreven. Gezien de uitbreiding
dat het motordorschen in onze streek
neemt, meenen wij het gepast deze op
merking te maken, zij geldt voor ieder
een, dus ook voor onze verzekerden.
het voedsel dat de dieren opnemen, dient
om nieuw bloed te kweeken en zoo kan
er van eiervormen geen spraak zijn. Ten
andere, de dieren worden er zoodanig
door gekweld dat zij liever overal gaan
slapen, tenzij in hunne slaapplaats. Dit
ongedierte draagt den wetenschappelij-
ken naam van "Dermanyssue Gallinae,,.
Het is ten hoogste 1 mm. lang, zijn na
tuurlijke kleur is wit-grijs, 't Is alleenlijk
dank aan het opnemen van bloed dat
het rood wordt.
Om den Dermanyssus te bestrij
den, raadt men aan het hok zorgvuldig
te ontsmetten. Doch wij hebben meer
maals ondervonden dat vele ontsmet
tende stoffen maar weinig invloed op
dit ongedierte bezitten. Kalk is beter en
van tijd tot tijd ongebluschte kalk in het
hok strooien is zeer aan te raden. Doch
het beste middel om de Dermanyssus,,
te bestrijden, is het gebruik van sulfer of
sulferverbindingen. Het hof spruiten en
wasschen met een oplossing van suiter-
lever kali-sulfur zal altijd goede
uitslagen opleveren. Men kan ook met
veel voordeel sulfer branden. Indien
men bijv. elke maand wat sulfer brandt
en tevens het hok behoorlijk dicht maakt,
zal men nooit veel door dit ongedierte
geplaagd worden.
Naar het schijnt wij hebben het
nooit zelf bestatigd gaan de roode
hoenderluizen, daar waar ze krioelen,
soms over tot paarden en vee.
Nog een woordje, om te sluiten, over
het voederen der hoenders. Hennen voe
den binst den zomer is doodeenvoudig.
Men geeft ze wat tarwe, wat maïs en de
dieren voltrekken zelf hun rantsoen met
gras en met allerlei gedierte dat ze langs
hagen en kanten gaan vangen.
Doch binst den winter verdwijnt -Lit
lekker voedsel van hunne tafel Er dient
hier opgemerkt dat dit voedsïl bijzon
der rijk is aan eiwit en aan wel verteer
bare minerale zouten. Men weet dat an
derzijds het ei aan alle twee die stoffen
rijk is. Een hennenei bevat gemiddeld
op lOOdeelen 72 deelen water, 0,80
assche, 14°/0 eiwitstoffen en 11,20%
vet enz. Dus, indien men de droge stof
alleen in aanmerking neemt, mag men
zeggen dat het ei ongeveer 54 eiwit
stoffen bevat. In andere woorden, een ei
bevat gemiddeld 9 grammen eiwit.
Men moet dus aannemen dat de leg
hen hooge eischen stelt op eiwithou-
dende voeders. Welnu, tarwe b.v. bevat
gemiddeld 10 eiwitstoffen. Veron
derstellen wij dat eene hen dagelijks
75 gr. tarwe krijgt d. 1. ongeveer 7,5 gr.
eiwit en met die 7,5 gr. moet de hen
haar lichaam onderhouden, haar bloed,
hare spieren, hare veders vormen enz.
Dergelijk rantsoen schiet dus te kort aan
eiwit en 't is de kleine hoeveelheid gras
niet, binst den winter door de hen opge
nomen, die het op doelmatige wijze zal
voltrekken, 't Is dus niet alleenlijk de
koude, maar dikwijls ook het gebrek aan
eiwit die binst den winter het leggen
doet verminderen.
Wij raden dus ten zeerste aan de
leghennen in het koude jaargetijde wat
eiwitachtige voeders te geven, zooals
vleeschmeel, of beter nog koekenmeel.
Met gruis en wat koekenmeel maakt
men de hoenders een heerlijk voedsel die
den kweeker alle voldoening geeft.
PARDAF.
MM.,
Wij kennen Uwen moed en Uwe
werkzaamheid wij weien dat Gij steeds
op de been zijt om het vereenigingsleven
in al de leden wakker te houden en aan
te moedigen. Een of twee mannen van
goeden wil op ieder dorp, is een waar
borg voor de degelijkheid van den bond
aldaar.
Verleden jaar, om U iets te vertellen,
waren er op een onzer gemeenten zoo
twee mannen van goeden wil, ze zijn er
nog, hoor, en ziet hier wat ze deden
Het was rond dezen tijd. Ze dachten
in hun eig?n dat er op hun gemeente
wel meer abonnementen op De Koorr-
bloem konden zijn. En ze kregen een
gedacht, een fijn gedacht. Ze maakten
een lijst op van al de boeren, die De
Koornbloem nog niet lazen en ze zonden
ons die op. Al die menschen kregen heel
de maand December de gazet voor niets.
Op t einde van t jaar gingen onze twee
mannen al die leden ten huize bezoeken
om met hen eens over De Koornbloem
te spreken. Allen waren er om 't meest
over tevreden.
Wie zou niet fier zijn op zijn
Koornbloem. Ze waren met vijftig en
zonder één enkele uitzondering namen
ze allemaal een vast abonnement aan.
Zoo werden op vele gemeenten tal van
lezers aangewonnen bijzooverre dat ons
lezerstal op een jaar met 1500 verhoog- j
de. Aan zulke werkers onzen besten
dank en lof die waarlijk verdiend Is.
Wij hebben gehoord dat ze dit jaar
weer 't zelfde gaan doen.
Daarom durven wij verhopen dat al
onze dappere Voorzitters, Secretarissen
en Magazijniers dit jaar eens allen te ge
lijk hun beste krachten zullen inspannen
om een zelfde werking op touw te zetten,
dat de lijsten van deze week af op het
bureel zullen toestroomen en dat we met
nieuwjaar weer een duizend abonnemen
ten meer zullen hebben.
Is omdat wij overtuigd zijn van
Uwen goeden wil, dat wij ons in volle
vertrouwen tot U wenden omdat we
weten dat Gij allen de steunpilaren zijt
waarop het heerlijk en prachtig gebouw
rust, dat R. U. Z. heet. 't Is niet van
armoe of uit nood dat wij dezen oproep
doen t is omdat de landbouwersbewe
ging met den dag grooter en sterker
wordt en dat het daarom eene dringen
de noodzakelijkheid wórdt, dat alle boe
ren er van op de hoogte zijn of blijven
en dat hen allen de gelegenheid moet
gegeven worden mee te werken aan de
verheffing van den boerenstand, mee te
werken, niet waar aan het behalen van
de victorie, de zegepraal van het I
boeren recht
Gij, beste vrienden, weet zoo goed
als wij dat er aan onze kloeke boeren
maar een verwijt te doen is dat ze niet
genoeg lezen de bladen, de gazetten die
voor hen werken en schrijven jaar in jaar
uit, gelijk zij zelf arbeiden op het land,
in stal ep in schuur van nieuwjaar tot
nieuwjaar Als wij dat verwijt kunnen
te niet doen den dag dat wij het zoo
ver zullen gebracht hebben, dat elke
boer minstens een landbouwersgazet
leest, dan zal men met zekerheid mogen
uitroepen Victorie, hoera 1de strijd
is gewonnen
Laten wij ons daarom moedig aan
't werk stellen, om te verkrijgen dat De
Koornbloem, ons schoon blad, binnen
dringt in alle dorpen in alle boerenhui
zen.
Beste vrienden, Voorzitters, Secreta
rissen en Magazijniers, met uwen goe
den wil moet het gaan en zal het gaan.
Zend ons dus zooveel adressen moge
lijk van landbouwers, van den kleinsten
geitenboer tot den grootsten paarden-
houder, die nog geen Koornbloem
krijgen.
Wij verwachten den besten uitslag
van Uwe werking en drukken U van
verre hartelijk en welgemeend de broe
derhand. Niet gerust voor de volledige
zegepraal
Uw toegenegen vriend en
medewerker.
H. KLOPTEROP.
Aalst, den 26 November 1922.
DE KANKER.
Vreeselijke kwaal, welke te veel
slachtoffers maakt en de grootste ver
woestingen aanricht onder appel- en
pereboomen. Een moeilijk te bestrijden
kwaal, waar weinig of geene geneesmid
delen doeltreffend zijn. Den boom, welke
er door aangetast is, kwijnt en gaat on
vermijdelijk te loor.
Menigvuldig zijn de oorzaken die tot
deze ziekte aanleiding geven. Noemen
we er slechts de bijzonderste van op.
Sommige variëteiten zijn er meer onder
hevig aan dan de andere zoo hebben
we, om er slechts eenige te noemen, de
Rambour Papeleu, de Rambour d'Au-
tomne, de Court-pendus enz. Het
spreekt van zelf dat men dergelijke va
riëteiten best niet plant. Spijtig genoeg
dat de vruchten er van bij de eene zoo
aanlokkend schoon, groot en goed zijn,
en bij de andere zoo suikerzoet van
smaak en van lange bewaring.
Nochtans mogen of durven we ze
niet meer aanbevelen, omdat het in hun
aard ligt, na eenige jaren, soms van de
eerste jaren na de planting te kankeren.
Om dezelfde reden late men maar ge
rust de Dubbele Filip van kant, ze is
afgeleefd en kankert gemakkelijk.
De kanker kan ook ontstaan en ont
staat meest altijd in slechten grond. Men
neme dus wel zijn voorzorgen en om de
uitdrukking der boeren te bezigen men
maken wel zijn bed alvorens slapen te
gaan.
Het bed voor uwe fruitboomen en
bijzonder voor de appelaars kan dus
ook niet te goed gemaakt zijn. Is de
grond niet te vochtig Zoo ja, zorg dan
voor een goede afwatering of draainee-
ring, niet met steenen buizen maar met
steengruis en hout. Is de ondergrond
soms niet ondoordringbaar In bevesti
gend geval tracht de ondoordringbare
laag op te breken en plant zoo ondiep
mogelijk of beter nog op verheven bed-
dens. Is hij wel genoegzaam van voe
dingstoffen voorzien Zco niet, dan zal
men den grond van die zoo onontbeer
lijke voedingstoffen voorzien met hem
te mengen met compost, stadsmest, kort
geteerd stalmest of iets dergelijks. Is de
grond soms bij droge Zomers niet te
droog Zoo ja, doet begietingen met ale
of beer, legt stalmest rond den voet van
den boom. Weest toch ook voorzichtig
niet te veel stikstofrijke meststoffen te
gebruiken, want hierdoor groeien de
boomen wel weelderig, maar hunne
weefsels zijn te week en kunijen de
ziekte geen genoegzamen tegenstand
bieden.
Bij stikstokrijke meststoffen voege
men dus ook scheikundige meststoffen,
welke kalk, potasch en fosfoor bevatten,
om de weefsels van den boom te ver
kloeken en zoo den boom meer kracht
bij te zetten om de ziekte te kunnen
weerstaan.
De hovenier is dus soms ook oorzaak
van het ontstaan der ziekte en ik vraag
me af of sommige boomsnoeiers wel den
naam van hovenier waardig zijn, ze stel
len zich aan als echte beulen voor de
boomen, kappen, zagen en houwen er
maar door, zonder zich maar eenigszins
om de gezondheid van den boom te
bekommeren. Vergeet niet dat alle kneu
zingen, alle verwondingen tot kanker
kunnen overgaan.
Een bekwame hovenier zal dus op tijd
het vruchthout dunnen om later, wan
neer licht en lucht geen genoegzamen
toegang tot den boom vinden, geen te
groote takken te moeten wegsnijden en
alzoo te groote wonden te maken. Hij
zorge ook de wonde zoo gaaf en effen
mogelijk te maken, met een goed snij
dend snoeimes en niet met de snoei-
schaar en de wonde te bestrijken met
entwas.
Wanneer fruit- en veeteelt gepaard
gaan, neme men wel zijn voorzorgen
om de boomen, bij middel van schuts-
palen te bevrijden tegen het schuren en
stooten van het vee. Een bij uitstek
goede zorg is het ook de stammen te
bestrijken met een mengsel van kalk,
klei en koedrek, om ze te bevrijden
tegen vorst en zonneslagen.
Er zijn ook insecten, die onze boo
men steken toebrengen, welke tot kan
ker ontaarden, namelijk de wollige
bloedluis. Wanneer ge deze ziet ver
schijnen in den boomgaard en dit zult
ge gemakkelijk meteen weinig aandacht,
stelt dan niet uit tot 's anderdaags om
met de bestrijding aanvang te nemen.
Wrijft ze dood met een ruwen borstel
en doet wasschingen met zeeploog ge-
meng met eenige druppels petrool, later
als we over de wollige bloedluis in 't bij
zonder zullen handelen, zal er nog wel
eens sprake zijn van andere bestrijdings
middelen. Voor 't oogenblik volstaat het
te weten dat ook zij tot kanker aanlei-
ding geeft en men er dus niet te dapper
en te duchtig kan op losgaan.
De ziekte is ook besmettend en kan
zich door enting aan gezonde boomen
overzetten. Het is dus plicht alleen en
ten te nemen van gezonde kloeke boo
men want hoedanigheden, zoowel als
gebreken zetten zich door enting over.
('t Vervolgt.)
L. HAEMS,
Landbouwvoordrachtgever.
fTlijn Quupgion.
Ter vroege morgenduur, in stilte,
Bij Zomerzoelte of Winterkilte,
Bij regen die eentonig klopt
En pletsend van de pannen dropt,
Dwars door de ruiten van ons huiske
Zie 'k dagelijks mijn buurman staan.
Naar boven zie 'k zijn blikken gaan
En vroom slaat hij zijn morgendkruiske.
De oude pijp, wel half verdoken
In grijzen baard, is hij aan 't rooken.
En op 't gelaat een monkellach
Zoo gul wel als de jonge dag
Zie ik hem kijken naar 't geluchte
En zit de zonne al ter kim
Ook in :ijn oog leeft blij geghm
Goed weer, vandaag, voor onze
vruchten
De dag is lang en 't vlijtig zwoegen
Was buurman vroeger een genoegen,
Nu wordt hij oud, doch met zijn jeugd
Verzwond, gelukkig, niet zijn vreugd,
Kijk 's middags even maar in 't straatje
En wedden, duizend tegen een,
Waar menschen pratend zijn bijeen
Slaat buurman, leutig, ook z'n praatje.
De tijd en staat niet stilde jaren
En zullen buurman ook niet sparen,
Doch vreemd waar'me de morgendstond,
Zoo 'k buurman in zijn deur niet vond.
Zijn lach, zijn leute in zijn huiske,
Zijn praatje doen me immer goed.
Doch wat men zelden zóó ontmoet
Is wel dat vrome morgendkruiske.
Van den Broeck Em.
om het leven van een zieke koe te red
den En wat doet men niet, wat denkt
men niet uit en wat kost en moeite geeft
men zich niet om een zieke, een kwij
nend kind aan de klauwen van den dood
te onttrekken Alles, niet waar
Maar wat moeten alle boeren dan
ook niet doen om zich zelf, hun vrouw
en hun kinderen, ja, om geheel den boe
renstand van een gewissen ondergang
te bevrijden Ook alles, niet waar
Maar dit kost niet veel moeite, en ook
niet veel geld, als ze maar willen.
Alles ea allen schijnen samen te span
nen om de boeren den duivel aan te
doen en om ze heelemaal ten onder te
brengen, als ze kunnen.
Dat mogen we nooit toelaten
Daarom moeten wij ons sterker en
sterker vereenigen en allen DE
KOORNBLOEM lezen, DE KOORN
BLOEM zal al onze vijanden ontmas
keren en de boeren redden.
DE KOORNBLOEM is de beste en
bestkoopste gazet van gansch België.
Zij kost maar 5 fr. voor geheel het jaar
1923 en alle onkosten zijn in de vijf
frank inbegrepen 't is nog geen vjjf
cent per Zondag.
Een cigaret kost meer
Voor 5 frank krijgt ge dus een abonne
ment op de DE KOORNBLOEM
en ge helpt den boerenstand redden.
Al wie nu inschrijft, ontvangt ons
blad gratis van nu tot Nieuwjaar.
Talrijke nieuwe abonnementen zijn
reeds op ons bureel toegekomen dat
elk zgn best doe 1
'RNBLOEM
A