REDT U ZELVEN J/| Arbeid adelt JWaatsehappelijke bandboambemeging Landbouwweekblad OE ZIEKTEN ONZER FRÜiTBOÖltJEN Het verzorgen der Hoenders. Dorschen met Motor of Locomobiel Aan onze wakkere Vrienden en Medewerkers, Voorzitters, Sctiri vers en Magazi uiers der Plaatsel. Bonden. moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. WAT 261 MEM Ai MET bOEil ZONDAG 26 NOV. 1922. Prijs lü centiemen. 5de JAARGANG Nr 204. Abonnementsprijs i 5,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. Wanneer men enkele jaren op de landbouwbeweging in België terugblikt, dan ziet men dat die beweging op verre na niet heeft gegeven, wat van haar werd verwacht. Als men daarbij grondig nagaat het doel, waarom die beweging werd ingezet en wat er van dit gestelde doel is verwezentlijkt, dan moet het ons geenszins verwonderen dat de belang stelling voor die beweging zoolang heeft gesluimerd bij de massa van het boeren volk en dat nu nog dezen uit ons volk die uit hunne onverschilligheid zijn ge wekt, nog niet geheel van wantrouwen zijn gevrijwaard. Weliswaar, hoorden wij vroeger, nu en dan eens gewagen van den sterken, goed georganiseerden boerenstand,maar hoe goed de boeren het hadden in hun georganiseerden stand, weten al dezen die in deze middens hebben geleefd, de levenswijze in een landbouwersfamilie hebben meegemaakt of van dichtbij hebben kunnen gadeslaan. De jaren zijn nog niet lang voorbij waarin men het landbouwleven, zooals het door velen onzer familiën moest ge leefd worden, terecht armtierig, om niet te zeggen ellendig, mocht noemen. Zelfs nu nog kan men dagelijks de ondervin ding opdoen dat wij onder maatschap pelijk zoowel als onder economisch op zicht ver ten achter staan tegenover an dere standen. Meermalen reeds werd er in dit blad gewezen op het groot verschil in de maatschappelijke als economische ver houdingen, welke er bestaan tusschen deze van onzen en die van andere stan den. Wil men nu daarvan een heel klaar bewijs, dan overzie men maar eens onze wetgeving en alles wat langs wettelijken weg in de jongste jaren werd tot stand gebracht. Als geen andere kan de werklieden stand wijzen op een vruchtboar sociaal streven. Maar de vruchtbaarheid van dit streven moet ons niet al te zeer ver wonderen, als we in overweging nemen wat er voor het te verwezentlijken pro gramma werd ingezet. Jarenlang werd er door de leidende personen in de arbeiderswereld aange stuurd, om het standbewustzijn bij het werkvolk zooveel mogelijk te doen op- laaiën, zijn sociale mentaliteit werd stel selmatig aangekweekt. Dagelijks werd het den werkman in pers en vergade ring, door woord en actie duidelijk ge maakt, dat, om zijne ontvoogding en vrijmaking van alle dwangbeheer te ver haasten, allen moesten in 't gelid staan. Alles wat het menschwaardig leven van dit volk in den weg staat, werd steeds opnieuw voorgelegd en op datgene wat redding geven kon, werd schier onop houdend gewezen. Al die pogingen welke jaren van toe wijding heeft gekost, zijn niet tevergeefs gebleken. van dezen die zagen en wilden dat wij zoolang werden misleid en bedrogen. Nieuwe organismen kwamen tot stand, nieuwe wegen werden gevolgden of schoon de strijd ten goede, nog niet lan ger werd aangevat kunnen wij reeds op schoone uitslagen bogen en laat de toe komst het beste vermoeden. Stilaan volgt onze beweging den weg der zegepraal, die weg zal des te spoediger afgelegd zijn, naarmate de landbouwers in getal toenemen die met woord en daad hunner voormannen ter zijde staan en willen volgen. Velen zijn er nog die onverschillig blijven en slechts wantrouwen koesteren tegenover ons. Anderen zijn er nog, die grootendeels uit onwetendheid, de schouders ophalen, als men poogt hun mee te trekken op den goeden weg. Doch geven wij geen moeite verloren. Houden wij hier voor oogen, 't geen door de werklieden organismen werd gedaan. Zooveel middelen liggen bij de hand om het goede zaad rondtestrooiën. Laat mij hier wijzen op de twee beste de vergadering en ons weekblad, die beiden kunnen er machtig veel toe bij dragen om onze beweging te doen groei en en bloeien. Regelmatige vergaderingen, nu en dan een vreemd spreker laten optreden, die op aanvraag gratis wordt gestuurd. Dan hebt ge nog ons weekblad De Koornbloem geef het na lezing voort aan gebuur, vriend of familielid, stuurt namen in naar de drukkerij om het op zenden van eenige nummers te vragen, beveelt uw blad aan. Spreek met ande ren over dit of dat hetwelk Uwe vereeni- ging gedaan heeft. Dat elke overtuigde boer met ons meeijvert, er het zijne toe bijdraagt, en de uitslag zal verrassend wezen. m De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongefeekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Wat anderen ten zege leide, moet ons tot navolging strekken. In het feit dat de vroegere zoogezegde georganiseerde boerenstand niet den gewenschten uitslag gegeven heeft, ligt wel een sprekend bewijs dat die inrich ting niet degelijk was, of dat er door de voormannen niet eerlijk werd geijverd om het doel te benaderen of te verwe zenlijken. Dit laatste was de grootste oorzaak van het zoolang miskennen van het levensrecht van het Belgische boe renvolk en van de minachting en ver achting waarmede men hetzelfde zoo lang heeft bejegend. De landbouwleiders van vroeger wa ren uitsluitend salon-boeren of groot- eigenaars die er enkel op uit waren, door het boerenvolk hunne politieke drijverijen te doen dienen en welke er bovendien meest allen belang bij had den, de ontvoogding van hetzelfde zoo veel mogelijk te vertragen en zijne so ciale ontwikkeling tegen te gaan. Hoe langer zij ons konden onwetend houden, hoe langer zij onze maatschappelijke ontwikkeling belemmerden, hoe langer zij den scepter der uitbuiting en ver drukking konden in handen houden en de leiding over ons naar willekeur aan wenden. De oorlog heeft bij velen de oogen geopend. Stilaan vermeerderde het getal Om luizen, vlooien en weegluizen te bestrijden kan men dus sulfer-bloem toepassen, zooals wij in ons voorgaand artikel reeds gezien hebben. Men zal ook het hok zoo rein mogelijk houden, kalken, wanden en rekken wasschen met créoline-water. Men raadt ook aan de hoenders in te wrijven met naphtaline- bollen (motte-bollen) enz. De bijzonderste vijand onzer hoen ders schijnt ons nog de zoogenaamde roode hoenderluis te zijn. Soms bezwij ken de jonge kiekens onder de bloed- zuchtige aanvallen van dit vreeselijk on gedierte. Dikwijls worden de hoenders op eene hevige wijze geplaagd zonder dat de hoenderkweeker zich van de oor zaak der plaag rekening geve. Soms be merkt men dat hennen die een goed, ge zond en wel verlucht hok bezitten, alle mogelijke pogingen aanwenden om toch maar buiten kunnen te slapen. Men denkthet zijn de luizen die de dieren tergen, maar men heeft schoon het ge vogelte nauwkeurig te onderzoeken, men vindt geene of schier geene hoenderlui zen. Gaat men eindelijk over tot het onderzoek van het hok, dan ondervindt men dikwijls dat de rekken er als bloed rood uitzien. Op alle houten voorwerpen, in alle spleetjes vindt men honderden, ja duizenden roode diertjes. Binst den dag blijven ze rustig zitten, maar breng een bezoek in uw hoenderhok, rond 9 of 10 ure 's avonds, dan zult gij honderden kleine schelmen zien loopen op hoenders en rekken, dikwijls hel-rood van kleur, opgepropt dat ze zijn met het levende bloed uwer hennen. Soms hebben wij de roode luis bij boe ren gevonden die er zich geenzins om bekommerden, daar ze die diertjes nooit op de hennen aantroffen, dachten zij dat die voortkwamen van het hout en op 't hout leefden. O zalige eenvoudig heid 1 Deze roode luizen zijn dus echte bloedzuigers, doch het zijn geen echte.., luizen. Ze zijn immers met acht pooten voorzien en behooren tot de familie der spinachtigen en men weet dat deze fa milie meestal ten uiterste bloeddorstig is. Waar ze woekeren verflauwen de hennen alras en schieten veel te kort aan 't leggen, 't Is soms zoo erg dat de jonge hennen en ook de oude in de Lente aan 't leggen niet geraken. Al Er wordt bij deze aan de leden her innerd dat het streng verboden is, op straf van in geval van brand alle recht op vergoeding te verliezen, den oogst met motor of locomobiel te dorschen, indien er op voorhand aan de verzeke ringsmaatschappij de verklaring niet van gedaan is. Deze heeft recht alsdan eene premieverhooging te vragen van 20 Het verbod mekanisch te dor schen staat in alle polissen- uitdrukkelijk neergeschreven. Gezien de uitbreiding dat het motordorschen in onze streek neemt, meenen wij het gepast deze op merking te maken, zij geldt voor ieder een, dus ook voor onze verzekerden. het voedsel dat de dieren opnemen, dient om nieuw bloed te kweeken en zoo kan er van eiervormen geen spraak zijn. Ten andere, de dieren worden er zoodanig door gekweld dat zij liever overal gaan slapen, tenzij in hunne slaapplaats. Dit ongedierte draagt den wetenschappelij- ken naam van "Dermanyssue Gallinae,,. Het is ten hoogste 1 mm. lang, zijn na tuurlijke kleur is wit-grijs, 't Is alleenlijk dank aan het opnemen van bloed dat het rood wordt. Om den Dermanyssus te bestrij den, raadt men aan het hok zorgvuldig te ontsmetten. Doch wij hebben meer maals ondervonden dat vele ontsmet tende stoffen maar weinig invloed op dit ongedierte bezitten. Kalk is beter en van tijd tot tijd ongebluschte kalk in het hok strooien is zeer aan te raden. Doch het beste middel om de Dermanyssus,, te bestrijden, is het gebruik van sulfer of sulferverbindingen. Het hof spruiten en wasschen met een oplossing van suiter- lever kali-sulfur zal altijd goede uitslagen opleveren. Men kan ook met veel voordeel sulfer branden. Indien men bijv. elke maand wat sulfer brandt en tevens het hok behoorlijk dicht maakt, zal men nooit veel door dit ongedierte geplaagd worden. Naar het schijnt wij hebben het nooit zelf bestatigd gaan de roode hoenderluizen, daar waar ze krioelen, soms over tot paarden en vee. Nog een woordje, om te sluiten, over het voederen der hoenders. Hennen voe den binst den zomer is doodeenvoudig. Men geeft ze wat tarwe, wat maïs en de dieren voltrekken zelf hun rantsoen met gras en met allerlei gedierte dat ze langs hagen en kanten gaan vangen. Doch binst den winter verdwijnt -Lit lekker voedsel van hunne tafel Er dient hier opgemerkt dat dit voedsïl bijzon der rijk is aan eiwit en aan wel verteer bare minerale zouten. Men weet dat an derzijds het ei aan alle twee die stoffen rijk is. Een hennenei bevat gemiddeld op lOOdeelen 72 deelen water, 0,80 assche, 14°/0 eiwitstoffen en 11,20% vet enz. Dus, indien men de droge stof alleen in aanmerking neemt, mag men zeggen dat het ei ongeveer 54 eiwit stoffen bevat. In andere woorden, een ei bevat gemiddeld 9 grammen eiwit. Men moet dus aannemen dat de leg hen hooge eischen stelt op eiwithou- dende voeders. Welnu, tarwe b.v. bevat gemiddeld 10 eiwitstoffen. Veron derstellen wij dat eene hen dagelijks 75 gr. tarwe krijgt d. 1. ongeveer 7,5 gr. eiwit en met die 7,5 gr. moet de hen haar lichaam onderhouden, haar bloed, hare spieren, hare veders vormen enz. Dergelijk rantsoen schiet dus te kort aan eiwit en 't is de kleine hoeveelheid gras niet, binst den winter door de hen opge nomen, die het op doelmatige wijze zal voltrekken, 't Is dus niet alleenlijk de koude, maar dikwijls ook het gebrek aan eiwit die binst den winter het leggen doet verminderen. Wij raden dus ten zeerste aan de leghennen in het koude jaargetijde wat eiwitachtige voeders te geven, zooals vleeschmeel, of beter nog koekenmeel. Met gruis en wat koekenmeel maakt men de hoenders een heerlijk voedsel die den kweeker alle voldoening geeft. PARDAF. MM., Wij kennen Uwen moed en Uwe werkzaamheid wij weien dat Gij steeds op de been zijt om het vereenigingsleven in al de leden wakker te houden en aan te moedigen. Een of twee mannen van goeden wil op ieder dorp, is een waar borg voor de degelijkheid van den bond aldaar. Verleden jaar, om U iets te vertellen, waren er op een onzer gemeenten zoo twee mannen van goeden wil, ze zijn er nog, hoor, en ziet hier wat ze deden Het was rond dezen tijd. Ze dachten in hun eig?n dat er op hun gemeente wel meer abonnementen op De Koorr- bloem konden zijn. En ze kregen een gedacht, een fijn gedacht. Ze maakten een lijst op van al de boeren, die De Koornbloem nog niet lazen en ze zonden ons die op. Al die menschen kregen heel de maand December de gazet voor niets. Op t einde van t jaar gingen onze twee mannen al die leden ten huize bezoeken om met hen eens over De Koornbloem te spreken. Allen waren er om 't meest over tevreden. Wie zou niet fier zijn op zijn Koornbloem. Ze waren met vijftig en zonder één enkele uitzondering namen ze allemaal een vast abonnement aan. Zoo werden op vele gemeenten tal van lezers aangewonnen bijzooverre dat ons lezerstal op een jaar met 1500 verhoog- j de. Aan zulke werkers onzen besten dank en lof die waarlijk verdiend Is. Wij hebben gehoord dat ze dit jaar weer 't zelfde gaan doen. Daarom durven wij verhopen dat al onze dappere Voorzitters, Secretarissen en Magazijniers dit jaar eens allen te ge lijk hun beste krachten zullen inspannen om een zelfde werking op touw te zetten, dat de lijsten van deze week af op het bureel zullen toestroomen en dat we met nieuwjaar weer een duizend abonnemen ten meer zullen hebben. Is omdat wij overtuigd zijn van Uwen goeden wil, dat wij ons in volle vertrouwen tot U wenden omdat we weten dat Gij allen de steunpilaren zijt waarop het heerlijk en prachtig gebouw rust, dat R. U. Z. heet. 't Is niet van armoe of uit nood dat wij dezen oproep doen t is omdat de landbouwersbewe ging met den dag grooter en sterker wordt en dat het daarom eene dringen de noodzakelijkheid wórdt, dat alle boe ren er van op de hoogte zijn of blijven en dat hen allen de gelegenheid moet gegeven worden mee te werken aan de verheffing van den boerenstand, mee te werken, niet waar aan het behalen van de victorie, de zegepraal van het I boeren recht Gij, beste vrienden, weet zoo goed als wij dat er aan onze kloeke boeren maar een verwijt te doen is dat ze niet genoeg lezen de bladen, de gazetten die voor hen werken en schrijven jaar in jaar uit, gelijk zij zelf arbeiden op het land, in stal ep in schuur van nieuwjaar tot nieuwjaar Als wij dat verwijt kunnen te niet doen den dag dat wij het zoo ver zullen gebracht hebben, dat elke boer minstens een landbouwersgazet leest, dan zal men met zekerheid mogen uitroepen Victorie, hoera 1de strijd is gewonnen Laten wij ons daarom moedig aan 't werk stellen, om te verkrijgen dat De Koornbloem, ons schoon blad, binnen dringt in alle dorpen in alle boerenhui zen. Beste vrienden, Voorzitters, Secreta rissen en Magazijniers, met uwen goe den wil moet het gaan en zal het gaan. Zend ons dus zooveel adressen moge lijk van landbouwers, van den kleinsten geitenboer tot den grootsten paarden- houder, die nog geen Koornbloem krijgen. Wij verwachten den besten uitslag van Uwe werking en drukken U van verre hartelijk en welgemeend de broe derhand. Niet gerust voor de volledige zegepraal Uw toegenegen vriend en medewerker. H. KLOPTEROP. Aalst, den 26 November 1922. DE KANKER. Vreeselijke kwaal, welke te veel slachtoffers maakt en de grootste ver woestingen aanricht onder appel- en pereboomen. Een moeilijk te bestrijden kwaal, waar weinig of geene geneesmid delen doeltreffend zijn. Den boom, welke er door aangetast is, kwijnt en gaat on vermijdelijk te loor. Menigvuldig zijn de oorzaken die tot deze ziekte aanleiding geven. Noemen we er slechts de bijzonderste van op. Sommige variëteiten zijn er meer onder hevig aan dan de andere zoo hebben we, om er slechts eenige te noemen, de Rambour Papeleu, de Rambour d'Au- tomne, de Court-pendus enz. Het spreekt van zelf dat men dergelijke va riëteiten best niet plant. Spijtig genoeg dat de vruchten er van bij de eene zoo aanlokkend schoon, groot en goed zijn, en bij de andere zoo suikerzoet van smaak en van lange bewaring. Nochtans mogen of durven we ze niet meer aanbevelen, omdat het in hun aard ligt, na eenige jaren, soms van de eerste jaren na de planting te kankeren. Om dezelfde reden late men maar ge rust de Dubbele Filip van kant, ze is afgeleefd en kankert gemakkelijk. De kanker kan ook ontstaan en ont staat meest altijd in slechten grond. Men neme dus wel zijn voorzorgen en om de uitdrukking der boeren te bezigen men maken wel zijn bed alvorens slapen te gaan. Het bed voor uwe fruitboomen en bijzonder voor de appelaars kan dus ook niet te goed gemaakt zijn. Is de grond niet te vochtig Zoo ja, zorg dan voor een goede afwatering of draainee- ring, niet met steenen buizen maar met steengruis en hout. Is de ondergrond soms niet ondoordringbaar In bevesti gend geval tracht de ondoordringbare laag op te breken en plant zoo ondiep mogelijk of beter nog op verheven bed- dens. Is hij wel genoegzaam van voe dingstoffen voorzien Zco niet, dan zal men den grond van die zoo onontbeer lijke voedingstoffen voorzien met hem te mengen met compost, stadsmest, kort geteerd stalmest of iets dergelijks. Is de grond soms bij droge Zomers niet te droog Zoo ja, doet begietingen met ale of beer, legt stalmest rond den voet van den boom. Weest toch ook voorzichtig niet te veel stikstofrijke meststoffen te gebruiken, want hierdoor groeien de boomen wel weelderig, maar hunne weefsels zijn te week en kunijen de ziekte geen genoegzamen tegenstand bieden. Bij stikstokrijke meststoffen voege men dus ook scheikundige meststoffen, welke kalk, potasch en fosfoor bevatten, om de weefsels van den boom te ver kloeken en zoo den boom meer kracht bij te zetten om de ziekte te kunnen weerstaan. De hovenier is dus soms ook oorzaak van het ontstaan der ziekte en ik vraag me af of sommige boomsnoeiers wel den naam van hovenier waardig zijn, ze stel len zich aan als echte beulen voor de boomen, kappen, zagen en houwen er maar door, zonder zich maar eenigszins om de gezondheid van den boom te bekommeren. Vergeet niet dat alle kneu zingen, alle verwondingen tot kanker kunnen overgaan. Een bekwame hovenier zal dus op tijd het vruchthout dunnen om later, wan neer licht en lucht geen genoegzamen toegang tot den boom vinden, geen te groote takken te moeten wegsnijden en alzoo te groote wonden te maken. Hij zorge ook de wonde zoo gaaf en effen mogelijk te maken, met een goed snij dend snoeimes en niet met de snoei- schaar en de wonde te bestrijken met entwas. Wanneer fruit- en veeteelt gepaard gaan, neme men wel zijn voorzorgen om de boomen, bij middel van schuts- palen te bevrijden tegen het schuren en stooten van het vee. Een bij uitstek goede zorg is het ook de stammen te bestrijken met een mengsel van kalk, klei en koedrek, om ze te bevrijden tegen vorst en zonneslagen. Er zijn ook insecten, die onze boo men steken toebrengen, welke tot kan ker ontaarden, namelijk de wollige bloedluis. Wanneer ge deze ziet ver schijnen in den boomgaard en dit zult ge gemakkelijk meteen weinig aandacht, stelt dan niet uit tot 's anderdaags om met de bestrijding aanvang te nemen. Wrijft ze dood met een ruwen borstel en doet wasschingen met zeeploog ge- meng met eenige druppels petrool, later als we over de wollige bloedluis in 't bij zonder zullen handelen, zal er nog wel eens sprake zijn van andere bestrijdings middelen. Voor 't oogenblik volstaat het te weten dat ook zij tot kanker aanlei- ding geeft en men er dus niet te dapper en te duchtig kan op losgaan. De ziekte is ook besmettend en kan zich door enting aan gezonde boomen overzetten. Het is dus plicht alleen en ten te nemen van gezonde kloeke boo men want hoedanigheden, zoowel als gebreken zetten zich door enting over. ('t Vervolgt.) L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever. fTlijn Quupgion. Ter vroege morgenduur, in stilte, Bij Zomerzoelte of Winterkilte, Bij regen die eentonig klopt En pletsend van de pannen dropt, Dwars door de ruiten van ons huiske Zie 'k dagelijks mijn buurman staan. Naar boven zie 'k zijn blikken gaan En vroom slaat hij zijn morgendkruiske. De oude pijp, wel half verdoken In grijzen baard, is hij aan 't rooken. En op 't gelaat een monkellach Zoo gul wel als de jonge dag Zie ik hem kijken naar 't geluchte En zit de zonne al ter kim Ook in :ijn oog leeft blij geghm Goed weer, vandaag, voor onze vruchten De dag is lang en 't vlijtig zwoegen Was buurman vroeger een genoegen, Nu wordt hij oud, doch met zijn jeugd Verzwond, gelukkig, niet zijn vreugd, Kijk 's middags even maar in 't straatje En wedden, duizend tegen een, Waar menschen pratend zijn bijeen Slaat buurman, leutig, ook z'n praatje. De tijd en staat niet stilde jaren En zullen buurman ook niet sparen, Doch vreemd waar'me de morgendstond, Zoo 'k buurman in zijn deur niet vond. Zijn lach, zijn leute in zijn huiske, Zijn praatje doen me immer goed. Doch wat men zelden zóó ontmoet Is wel dat vrome morgendkruiske. Van den Broeck Em. om het leven van een zieke koe te red den En wat doet men niet, wat denkt men niet uit en wat kost en moeite geeft men zich niet om een zieke, een kwij nend kind aan de klauwen van den dood te onttrekken Alles, niet waar Maar wat moeten alle boeren dan ook niet doen om zich zelf, hun vrouw en hun kinderen, ja, om geheel den boe renstand van een gewissen ondergang te bevrijden Ook alles, niet waar Maar dit kost niet veel moeite, en ook niet veel geld, als ze maar willen. Alles ea allen schijnen samen te span nen om de boeren den duivel aan te doen en om ze heelemaal ten onder te brengen, als ze kunnen. Dat mogen we nooit toelaten Daarom moeten wij ons sterker en sterker vereenigen en allen DE KOORNBLOEM lezen, DE KOORN BLOEM zal al onze vijanden ontmas keren en de boeren redden. DE KOORNBLOEM is de beste en bestkoopste gazet van gansch België. Zij kost maar 5 fr. voor geheel het jaar 1923 en alle onkosten zijn in de vijf frank inbegrepen 't is nog geen vjjf cent per Zondag. Een cigaret kost meer Voor 5 frank krijgt ge dus een abonne ment op de DE KOORNBLOEM en ge helpt den boerenstand redden. Al wie nu inschrijft, ontvangt ons blad gratis van nu tot Nieuwjaar. Talrijke nieuwe abonnementen zijn reeds op ons bureel toegekomen dat elk zgn best doe 1 'RNBLOEM A

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1922 | | pagina 1