REDT U ZELVEN Arbeid adelt jVIoeten wij kreveeren OPGEPAST! Boeren, waakt op uwe Belangen Landbouwweekblad DE EIGEN HAARD. HET ONDOELMATIG BEMESTEN V. O. s. DE ZIEKTEN ONZER FRUITBOOMEN moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. Hst CDeep is z\e\{. ZONDAG 10 DEC. 1922. Prijs 10 centiemen. 5de JAARGANG Nr 20ö Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen'handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Er hangt poer in de luchtwij bele ven angstige tijden de ministers sche ren raad en metschoone woorden trach ten de grooten het volk te paaien en te bedaren. Doch wat ze ook doen of zeg gen, de onrust blijft bestaan. Het is misschien maar een gevoel, doch dit algemeen gevoel bij het volk over den buitenlandschen, zoowel als over den binnenlandschen politieken toestand, geeft gewoonlijk de juiste span ning weer der ons onbekende groote dingen, zoowel als de polsslag een tee- ken is van goede gezondheid of van ziekte. Bij geen mensch is dit onduidelijk, om zoo te zeggen onuitsprekelijk gevoel, zoo sterk als bij den boer. En omdat hij steeds zoo kalm bleef en altijd maar be rust in zijn lot, 't zij droef of 't zij blij, daarom spot de wereld er nog al licht mee tot het te laat is. Wie zou zich om den boer bekom meren wie zal hem gelooven als hij zegt De tijden zijn slecht, 't kan zoo niet blijven duren De boeren nochtans hebben eenen klaren kijk op de dingen en hun gezond oordeel, dat zij aan hun vrij leven in de vrije natuur te danken hebben, maakt van hun wóórden de volle waarheid. In het maatschappelijk leven zijn onze buitenmenschen steeds de onderdanigste en de getrouwste burgers van het Va derland, zij doen altijd gewetensvol hun plicht voor zich zelf en voor allen. Doch men kan van iemands goedheid, deugd of braafheid zooveel misbruik maken, dat men van een trouwen vriend een hardnekkigen tegenstander maakt. Toen de oorlog nog aan den gang was, beloofde men aan het werkvolk het algemeen stemrecht, ze kregen het. Ze kregen nog veel meer de achturen arbeid, hooge loonen enz. Wij benijden het hun niet want deze maatschappe lijke vooruitgang is ook aan vele buiten lieden ten goede gekomen. Maar wij vragen ons afHebben de boeren ook niet, en niet in de grootste maat, hun aandeel gegeven in de bloedige offers voor het Vaderland? Het is niet noodig hier het percent op te geven van de ge sneuvelde boerenjongens in den wereld oorlog. Wij zouden deze pijnlijke wonde niet weer willen openrukken, ware 't niet dat men tegenwoordig langs alle kanten wil schermen met Vaderlandsliefde. Zooveel wetten werden in Kamer en Senaat na den oorlog gestemd, met hon dertallen. Onder al die wetten zoeke men tevergeefs naar één wetje maar, dat op de minste manier den boer bevoordeeli- gen mag. Soldaat worden, jawel, belas tingen te betalen, heel zeker, huishuur wetten en wat al meer Voor ons niets, niets voor de boeren blijft het bij voor stellen en wenschen. Hoe lang wachten wij nu al op het wetsvoorstel Van Die voet en konsoorten over de landpachten. Wat er zal uit de bespreking van de allernieuwste huishuurwet in het Senaat voor ons overblijven Daar strijden tegenwoordig mannen van de drie par tijen tegen elkaar, om te weten wie het meest liefde gevoelt voor den boer. Maar met al die liefde uit holklinkende redevoeringen krijgen wij niets in onzen zak dat ze hun brandende liefde om zetten in goede werken En toch naar het schijnt is er eeii land- bouwgroep ontstaan van Kamerleden en Senatoren. Over een goei maand kwa men die heeren bijeen en ze namen deze drie besluiten 1. Dat goedkoo^er vervoer zou moe ten toegestaan worden voor landbouw- meststoffen 2. Dat geen aardappelen uit Duitsch- land mochten ingevoerd worden en 3. Dat indien de aardappelen te duur zijn voor de bevolking het de schuld is van de tusschen handelaars. Wat blijft er daarvan over. Goedkooper vervoer de boeren heb ben genoeg gewonnen, ze kunnen beta len, denkt de regeering. Geen aardappelen uit Duitschland maar zou de edelachtbare heer voorzit ter van de herstellingskommissie ons willen zeggen hoeveel duizenden kilos aardappelen er voor 't oogenblik uit Duitschland reeds in België aangekomen zijn De tusschenhandelaars hoe dikwijls hebben wij het niet geschreven en ge zegd, dat deze de woekeraars zijn en dat de nietboeren onze eigen rekening ma ken voortgaande op de prijzen van den tusschen handel, en zoo gaan ze voort met op den rug van de boeren de schuld ven het duur leven te schuiven. Wij moeten maar altijd afdokken, al wat wij moeten koopen is aan den duren dans en onze inkomsten verminderen met den dag. Degene onder ons die een potje gespaard hebben, zien hun spaar penningen inkrimpen en verdwijnen... Moeten wij dan waarlijk kreveeren Heeren van den Landbouwgroep, hoe uw naam ook klinke en hoe groot of klein uw getal ook zij, bedenkt dat de toestand van onzen landbouw op gelde lijk gebied erbarmelijk wordt en dat het beste middel, om waarlijk den algemee- nen toestand van België te verbeteren, is den landbouw op den rang te stellen die hem toekomt. Want ge weet toch wel zoo goed als wij, die toch maar een voudige boerkens zijn, dat onze land bouw was en nog is de eerste en voor naamste nijverheid in België. En een regeering, die deze bijzonder ste nijverheid verwaarloost en minacht helpt haar eigen vaderland achteruit boeren in plaats van het land naar zijn grootst mogelijken bloei op te voeren. Gaat de boerenstiel te niet, dan zullen aan het Vaderland geen rampen worden gespaard. De tijden zijn al angstvol ge noeg de stem verheven, want Het gevaar is groot En dringend de nood Kreveert de boer, dan vangt ook de doodstrijd aan van geheel het land en dit moet ten allen prijze vermeden wor den. H. KLOPTEROP. De postbode is óp vele gemeenten al op zijn ronde om de kwitancie aan te bieden voor het abonnement op De Koornbloem 1923. Vergeet niet dat we aan al onze lezers met Nieuwjaar of ten laatste den tweeden Zondag van Januari een prachtigen plakalmanak ten geschenke geven. Degene die nog proefummers ontvangen, kunnen ons ook intijds verwitti gen dat zij zich vast laten inschrijven op De Koornbloem dan zullen' zij ook denzelfden almanak krijgen, waarover zij ten zeerste zullen voldaan zijn. Degenen die na 31 Januari inschrijven, kunnen wij niet verzekeren dat zij nog dat Nieuwjaarsgeschenk zullen krijgen onze almanakken zullen rap uitge put zijn. Van toekomende Zondag af begint ook ons nieuw en zeer boeiend mengelwerk Dit zal de moeilijksten bevredigen. Wijsparen geene moeite om DE KOORNBLOEM, het blad van alle Vlaamsche boeren, zoo nuttig en zoo aangenaam mogelijk te maken. DE OPSTELRAAD. Rusticus heeft in de twee voorgaande nummers van De Koornbloem eene zeer doeltreffende studie bekend gemaakt be trekkelijk Het verstandig gebruik der scheikundige meststoffen. Wij wen schen dat onze boeren aan die studie al het belang zullen echten dat ze verdient. Men zal het ons niet euvel nemen nog maals e herhalen dat er voor de boeren toch maar twee echt doeltreffende middels bestaan hunne opbrengsten te vermeer deren d.i. het gebruik van veredeld zaai en plantgoed en eene doelmatige bemes ting. Wij laten natuurlijk hier terzijde de toepassing eener intensiever kuituur zooals de hovenierderij die, in den om trek onzer steden, veel meer uitbreiding zou kunnen nemen is het niet jammer dat Aalst die een zoo gunstig verkeer bezit met de hoofdstad en aldaar gansche wagens groensels zou moeten uitvoeren, integendeel de 3/4 zijner hofprodukten in Brussel moet gaan koopen. In het leven is alles aaneen geschakelt. Onze boeren die doorgaans moedige, verstan dige, werkzame lieden zijn stellen te wei nig belang in onderwijs en in geestes ontwikkeling en daardoor lijdt den vooruitgang van onzen landbouw. Vele loochenen feitelijk allen invloed van de wetenschap op den vooruitgang. Ze spreken van wetenschap en boerderij twee zaken die met elkander niets ge meens kunnen hebben. Wij misprijzen geenszins de waarde en zelfs niet de waardigheid der praktijk, doch om den j vooruitgang te bewerken moeten prak- tijk en wetenschap gepaard gaan. Met praktijk alleen is de vooruitgang altijd j maar langzaam en onzeker. Hoe kan men toch den invloed van wetenschap dus ook van onderwijs - misprijzen toen men denkt dat zonder de wetenschap de prakticus voorzeker nooit tot het gebruik der kunstmes':en zoo gekomen zijn en nochtans aan schouwt eiken boer, nu die mesten als onontbeerlijk. Vele boeren prijzen ook niet hoog genoeg de waardigheid van hun vak. Velen denken dat men altijd kennissen genoeg bezit om te boeren. Bestemmen zich de zonen van een boerenhof tot verschillige vakken, dan is 't, voor 't algemeen, de verstandigste niet, verre van daar, die voor het boe ren behouden wordt. Men weet niet genoeg wat al kennissen en vernuft het vooruitstrevend en verstandig boeren eischt. Waren onze brave buitenlieden wat meer bekommerd met hunne gees tesontwikkeling dan waren ze ook beter op de hoogte geweest om zelf en op doelmatige wijze hunnen vooruitgang te bewerken en om zelf met verstandigheid en volharding hunne rechten te verde digen. De leuze onzer boeren zou moeten zijn Praktijk met wetenschap, vooruitgang met voorzichtigheid Dat de ouders die zich te ver in ouderdom gevorderd achten om nog te studeeren dan toch het onderwijs hunner kinderen ter harte nemen ze zullen er in hunne oude dagen meer genoegen van genieten dan met ze links en rechts, laten te loo- pen naar danszalen, duivenspelén, velo- koersen of nog erger. Dat ze overtuigd wezen dat, in het onderwijs, die ze in staat moet stellen, met nut en voldoening, schoone boeken en goede vakbladen te lezen, den vooruitgang en de ontvoog ding van den landbouwer ligt. Keeren wij tot onze bemesting terug. Hier nogmaals zit alles aaneen gescha kelt. Dient ge eene onvolledige bemes ting toe, en uwen bouwgrond wordt armer en armer aan kalk, aan phos- phoorzuur, aan potasch. Is er veel stik stof aanwezig, maar is er tevens gebrek aan de andere voedende bestandeden, dan wordt vroeg of laat de ontwikkeling der gewassen, door dit gebrek belem merd. Het voeder dat ge van uwe lan derijen haalt zal talrijk zijn aan groene deelen, doch ook rijk aan waterachtige bestanddeelen, ze zullen ook arm zijn aan kalk en phosphoorzuur, beiden zoo onontbeerlijk voor het vormen van kloeke en vroegtijdige dierenrassen. In geval van gebrek aan kali, zal de vorming der koolhydraten moeilijker en langzaam geschieden, ze zullen dus ook armer zijn aan suiker. Kortom, om den zelfden uitslag te bekomen zal de hoe veelheid toegediend voedsel merkelijk grooter moeten zijn. Hier dient ook nog bijgevoegd dat de ontwikkeling der vlinderbloemige in weiden enz. zal te wenschen laten, en dat er, bijgevolg, des te meer stikstof zal moeten aangekocht worden. Men komt dus tot dezen aardi- gen uitslag dat het eenzijdig gebruik van stikstofmesten, de boer verplicht steeds meer en meer stikstof houdende vetten aan te wenden. Het is, ongetwijfeld, het verkeerd toepassen die soms de landbouwer voor het aan koopen van phosphoorzuur of kali bang gemaakt heeft. Men verleene ons de gunst daar toekomende week eens op terug te komen. D. Bricout. Het weer is ziek, en 't zou wel schijnen Dat het niet meer genezen zal Vandaag, op gistten, heel de weke Plaagt ons én mist én regenval. De boomen langs de stille wegen, Zij zitten vol van treurigheid, De huisjes ook, de hagen, struiken 't Is of de heele wereld schreit De menschen gaan met haaste schreden En zeggen nauw maar goeden dag De jongen fluit zoo blij geen deuntje Maar half zoo zoet is 's meisjes lach. Ook 't vogelken kan 't niet verhelpen, Dat alles schreit, dat alles rouwt En rept het soms al eens zijn vlerken, 't Gaat vlug weer schuilen onder 't hout. En gaat de grijze morgen open, Men wenscht dat 't avond worden mag Om rond het lampken te vergeten De triestigheden van den dag. Het weer is ziek Alleen de zonne Heeft tot genezing medecijn Zoo zij maar mist en wolken scheurde 't Zou al weer frisch en vroolijk zijn Fons Van de Maele. AFDEELING AALST. BESTE MAKKERS, Op Zondag 10 December, om 3 uren namiddag, belangrijke algemeene verga dering van V. O. S., in 't lokaal van den Boerenbond "Redt U Zeiven,, Groote Markt. Gezien den toeloop van V. O. S.sen om zich bij ons aan te sluiten, deze laat ste tijden zoo groot is, heeft ons hoofd bestuur uitzonderlijke maatregelen moe ten nemen, 't Is om u op de hoogte er van te brengen dat we de vergadering van Zondag beleggen. DAGORDE 1. Verslag over de vergadering te Gent met het hoofdbestuur. 2. Bespreking der standregelen van inwendige orde. 3. Inning der bijdragen voor 1923. 4. Onderlinge bespreking om een betooging op touw te zetten. 5. Aanvaarding van nieuwe leden. Deze dagorde is de belangrijkste wel ke we reeds gehad hebben. We ver wachten dus veel volk. Voor lokaal en verwarming is gezorgd. Tot Zondag. Namens het Bestuur s De Voorzitter, L. Haems. De Secretaris, De Ondervoorzitter, C. Liebaut. G. Meert. WICHELEN. Eene belangrijke vergadering zal in 't kort te Wichelen plaats hebben. Dagorde 1De Heer Cl. Saeys, bestuurder on zer Onderl. Brandverzekering, spreekt over de belangrijkheid en het nut dezer instelling voor al de boeren. 2. H. Klopterop zal behandelen Het recht van de boeren en de macht der vereeniging De plaats, dag en uur van deze dub bele voordracht zal later bepaald worden. Gelijk een vader, om voor zijn huis houden te kunnen zorgen, geld van noode heeft, zoo heeft de Staat, die voor het staatshuishouden moet zorgen, geld noodig een zeer groot deel van wat hij (de Staat) daartoe behoeft, vindt hij in de belastingen. De oorlog heeft de lasten van ons staatshuishouden zeer verzwaardde ontzaggelijke schulden welke het Bel gisch goevernement binst en na den oor log gemaakt heeft, moeten ofwel terug gekeerd, ofwel moet er intrest voor be taald worden. Bedenk daarbij dat onze schatkist, zonder met schuld-afkorting rekening te houden, dagelijks nog hon derden duizenden te kort schiet om hare balansrekening van eiken dag te doen kloppen, dan moet het ons geenszins verwonderen, dat er voor ons Ministe rie van Finantiën vele en groote som men moeten worden opgebracht. Om de openbare aandacht van die onaangename vooruitzichten af te lei den, werden verschillige nieuwe belas- tings-ontwerpen aangenomen. Het ging nu eens voor goed uit zijn met de groote onrechtvaardigheden van ons vroeger belastingsysteem, hetwelk 8/10 der te betalen sommen door de kleine burgerij en werklieden deed beta len. De belastingslasten zouden ver deeld worden in evenredigheid met elks vermogen, volgens winst en fortuin. Dergelijke theoriën werden gedurig aan, steeds onder een nieuwe vorm, ons menschen voorgehouden, en 't is daarom te danken aan die zoogezegde propa ganda welk er voor die nieuwe wetten gemaakt werd, dat er op die hooge be lastingen niet meer werd gemord en elk tot hiertoe zoo bereidwillig scheen, om de staatskas te helpen onderhouden. Maar theorie en werkelijkheid zijn soms zoo zeer verschillend, vooral in zake belastingen is dit verschil enorm groot. In de groote lijnen van ons belasting systeem is er weliswaar rekening gehou den van het princiep i ieder moet beta len volgens zijn vermogen, doch lijk het zoo dikwijls gebeurt in de Belgische wetgeving, werden door besluitwetten, omzendbrieven en bepalingen allerhande achterpoortjes aangebracht, die moesten dienen om cbzen te bevoordeeligen in 't nadeel van anderen alleen het tra- ditioneele de boer zal 't al betalen werd goed in 't oog gehouden en van hoogerhand zorgde men er voor, daar aan niets te veranderen. Wij, boeren, betalen aan den Staat dezelfde belasting als elke andere bur ger. Voor geen enkele wet worden wij uitgezonderd, maar daarenboven laat de Staat ons nog eens zwaar treffen door gemeente-taksen. Die gemeente-taksen zijn dan nog van zoo'n aard dat zij op de buitengemeenten uitsluitend de land bouwers treffen. Weliswaar is de finantieele toestand van vele gemeenten oprecht hachelijk, en aangezien de Staat weinig of niet bijspringt, om de lasten der gemeenten te helpen dragen, moeten deze laatste wel de middelen te baat nemen die hun door den Staat werden aan de hand gedaan. Maar omdat de Staat en de gemeen ten in groote schulden steken die moe ten vereffend worden, zijn wij boeren toch niet alleen aansprakelijk voor die vereffening. Nochtans schijnt men het in hoogere kringen daarop aan te leggen. Om de gemeenten toe te laten de hun noodige uitgaven te kunnen doen, wer den ze door den Staat gemachtigd, tak sen te heffen op paarden, koeiën, zwij nen, honden, kiekens, rollend materiaal, boomen en eigendommen langs open bare wegen enz. Die taksen zijn. zeer hoog. Zoo wer den op vele gemeenten reeds taksen ge legd ten bedrage van 20 fr. per rund- dier boven de 2 jaar, 10 fr. per runddier van 3 maand tot 2 jaar, 20 tot 60 fr. per paard, 20 fr. per drijwielkar, 5 fr. voor een gewone hond, 2 fr. per boom langs den openbaren weg, 80, 60, 40 en 20 centiemen per loopende meter onbe bouwde eigendommen liggende langs den openbare weg en naar gelang die wegen van le 2' 3e of 4e kategorie zijn, 50 centiemen op de kiekens. Laat ons nu eens uitcijferen, hoeveel een gewoon boer betaald op eene ge meente, waar de zooeven genoemde taksen moeten worden opgebracht. Als voorbeeld nemen wij een boer met 3 koeien, al de gewone belastingen als deze op roerende en onroerende goede ren, bedrijfsbelasting en supertaks, laten wij nog buiten rekening. Voor eene boerderij van 3 koeien be taalt men 3 koeien is 60 fr., 2 runders is 20 fr., 30 kiekens is 15 fr., 1 hond is 5 fr., 1 drijwielkar is 20 fr., 5 boomen langs den openbare weg is 10 fr„ 20 meter eigendom langs een weg van 3e katego rie is 8 fr. wat te zamen maakt 138 fr„ zijnde ruim 2/3 meer dan al de andere belastingen samen. Nevens den landbouwer die we daar als voorbeeld aangaven, woont een rentenier, die leeft en teert op zijne in komsten en die betaalt niet de helft van wat die boer betaald, op de andere zijde woont een handelaar, die rijk wordt op een anders zweet, qjaar die toch wordt gespaard door de belastings-taktiek on zer regeering. Maar hier dok weet men het zoo aan te leggen dat de boer niet al te veel voelt'hoezeer men hem uitbaat; men zorgt er voor, dat die schreeuwende on rechtvaardigheden hem niet duidelijk voor oogen komen. Deze maand laat men hem dit betalen, eene volgende maal dat, en zóó, met in schijn kleine som metjes, doet men onze landbouwers de zwaarste lasten dragen. Nogmaals toch, moeten wij toegeven dat de toestand in vele landelijke ge meenten moeilijk is, en dat vroeger, niet altijd de mogelijkheid bestond, de finan tieele ontreddering tegen te gaan met zoo'n middelen, waardoor niemand be- voordeeligd of benadeeligd werd. De groote schuld van dat alles is aan onze groote bazen toe te schrijven. On ze regeering hield weinig of geen reke ning met de finantieele nood onzer ge meenten. Binst en zelfs nog na den oor log liet men de gemeente-beheeren meer maals verstaan, dat door de staatskas de lasten der gemeente grootendeels zouden worden gedragen, terwijl men nochtans korts daarop, de hulp aan de gemeenten van staatwege, veel verminderde. Als vergelding daarvoor, gaf men aan de gemeenten het recht, hooger aangehaal de taksen te heffen. Dergelijke politiek van onze regeering toont ons eens te meer hoe willekeurig men tegenover ons nog durft optreden. Gelukkig dat vele gemeentebesturen, het hun door den Staat toegekende mid del weinig of niet hebben aan gewend en daardoor die onrechtvaardige toestan- ded door onze regeering geschapen, heb ben tegengewerkt. Op die gemeenten waar er van die taksen worden gestemd, moeten de landbouwers gezamentlijk weten op te treden om ze te doen schor sen kunnen ze zulks niet bekomen dat het hen dan toch minstens tot les diene. Wij allen hebben er voor te zorgen dat de anti-boerenpolitiek tot hiertoe door de opvolgende Belgische regeering gevolgd van geen eeuwigen duur weze en zulks zal niet, als we allen ééns, eens- gezind voor onze belangen en ons recht zullen weten op te treden. HARD-LABOUR. DE GEELZIEKTE. Deze ziekte is eigen aan alle fruitboo- men, doch we zien perzik- en pereboom er het meest door aangetast. Hare ver woestingen in de boomgaarden is noch tans gering men ziet ze meer verschij nen op boompjes gekweekt in leivormen aan muren, latwerk of ijzerdraad en deze gekweekt in kleine vormen als pyramide struik, snoer of vaasvorm. Deze ziekte is ook gemakkelijk te herkennen de bla deren der boomen worden eerst bleek groen, worden later in den Zomer MBL

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1922 | | pagina 1