REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
]Mct is het band gered
Teelt van de Asperge*
Jiinove en Omstreken
fllgemeene Vergadering
Landbouwweekblad
Om goed te lukken in
't kweeken van Kiekjes.
LANDEN
Redt U Zeiven
Kapitaals verhoog ing
LIEFDE - LENTELIEDJE.
LANDBOUWERSVEREENIGING
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
ZONDAG 20 MEI 1923.
Prijs 10 centiemen.
5de JAARGANG Nr 229
Abonnementsprijs t 5,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie GROOTE MARKT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Dat de beiaarden spelen, dat alle
dorpsklokken luiden, dat alle fanfaren
schetteren een lied van triomfhet land
is uit den nood gered, de boeren zijn er
boven op
Tijdens de besprekingen over de be
grooting van Landbouw wees onze acht
bare heer Minister Ruzette er op, dat de
kwestie van meerdere voortbrengst
ernstig moest ingestudeerd worden, ten
einde aan den Landbouw de gelegen
heid te geven het land uit zijn afgrond
van schulden te redden.
Eene kommissie zou ingesteld worden
om die belangrijke vraag op te lossen.
De minister hield zijn woord, maar op
zijn manier.
Die heilbrengende kommissie bestaat
reeds een maand en de boeren zijn er
goed in vertegenwoordigd, de Vlaam-
sche boeren vooral.
Men verwijt ons dat we niets doen
dan klagen en nog klagen, maar waarom
geeft men er ons steeds redenen toe? En
dezen keer hebben wij een dubbele re
den tot klagen.
Ten eersten t akkoord met de Waal-
sche boeren, omdat we meenen dat eene
Nationale Commissie van landbouw-
voortbrengst om tot haar doel te ko
men hoofdzakelijk moest samengesteld
zijn uit boeren. En als men toch aan
neemt dat er boeren mogen in zetelen,
waarom dan enkel en alleen langs hier J
en langs daar een grooten pachter ge-
nomen en geen enkel boerken. Heeft j
men er onlangs in de Kamer niet op ge
wezen dat onze Landbouw vooral be
staat uit kleine bedrijven en dat die toe
stand voordeelig is voor onzen Land
bouw waarom dan naar die opvatting
niet gehandeld.
Ten andere, gij boeren, die daar in
die edele, hooggeleerde en achtbare
commissie toegelaten zijt, houdt u koes,
want gij weet van den landbouw niets.
Men zal al uw beweringen en uw prac-
tische bevindingen op uw land en in uw
stallen opgedaan weerleggen met on
weerlegbare cijfers van statistieken ko
mende uit de Brusselsche boerderij van
het Ministerie van Landbouw.
Is het niet aardig Zijn de boeren er
nog noodig Ik durf wedden honderd
tegen één frank dat er toekomend jaar
een prachtig verslag van wege deze
nationale boerlooze commissie zal ver
schijnen en dat de opbrengst van onzen
grond en van onze stallen sterk zal toe
genomen zijn, dank aan het discuteeren
en aan het cijferrekenen van de boven
genoemde commissie. Sedert de maand
Maart werd ons dergelijke commissie
officiéél beloofd door een zekere heer
X in een hoofdartikel van het officieel
orgaan van de landbouwcomicen van
Oost-Vlaanderen. Hij bekende dat de
landbouwers er met recht naar streven
een eigen vertegenwoordiging te heb
ben. Hij schreef
De landbouw heeft, om zijn belan
gen te verdedigen, vooral een orga
nisme noodig dat in staat is zijne be
hoeften te kennen en dat voor hem
slechts die voordeelen eischt welke sa
mengaan met het algemeen belang van
gansch het land
Aldus worden de belangen van den
boer opgevat In andere woorden, een
boer is volgens hen niet in staat de be
hoeften van den landbouw te kennen,
maar de voorzitters van de bakkers en
de voorzitters van de Belgische maal-
ders, die in de Nationale Commissie van
Lundbouwvoortbrengst zetelen, zullen
er nuttig en vaderlandsch werk ver
richten.
Wat wilt ge dan, zullen deheerenons
vragen Heel eenvoudig. Wetenschap
en ondervinding te zamen kunnen het
betrachte doel bereiken, en daarom
ware de ideale commissie samengesteld
uit mannen van de landbouwweten
schap eenerzijds en uit groote en kleine
boeren anderzijds.
De heer Minister mocht dan zelf nog
voorzitter blijven. Wij schatten hoog
genoeg en naar volle waarde, mannen
als een heer Miserez, onzen stadsgenoot
en gewezen landbouwkundige voor on
ze streek maar hij zelf zal wel beken
nen, dat hij van landbouw meer geleerd
heeft bij de boeren, in de school der
ondervinding, dan aan de hoogeschool
zelf.
Naar onze opvatting en naar die van
menschen in de landbouwwereld be
roemd in Binnen- en Buitenland, zijn de
welbegrepen belangen van de boeren
niet tegenstrijdig met de belangen van
het land.
Weten ze dat in het Ministerie van
Landbouw niet Maar al te welmaar
in die hoogere kringen bestaat nog te
veel wantrouwen tegenover de boeren.
Zitten er boeren in andere commissies
Domme vraag, zal de eenvoudigste
mensch van de wereld daarop antwoor
den. In elk vak behooren menschen van
praktijk of ondervinding en menschen
van theorie of wetenschap. Dezen prin-
cipieelen grondregel heeft men uit het
oog verloren bij het samenstellen der
Nationale Commissie voor Landbouw-
voortbrengst die dan ook aan geen
boeren vertrouwen inboezemen kan.
Doch voor ons, Vlaamsche boeren, is
er een tweede reden tot klagen. Sedert
meer dan twintig jaar wordt er gestre
den voor een Vlaamsche Hoogeschool,
die kwestie wordt altijd van de eene
commissie naar de andere verzonden en
wordt niet opgelost, omdat men ze tegen
de Vlamingen wil oplossen. In de com
missie voor landbouwvoortbrengst zit
ten als vertegenwoordigers van de boe
ren voor gansch het Vlaamsche land,
De Brabandere, landbouwer te Dessel
ghem, West-Vlaanderen, en Hertogh,
landbouwer, te Neervelp (Thienen).
Is er spraak van Nijverheden dan
kennen ze in Brussel alleen maar Wal
lonië, omdat naar die fijne meneertjes
beweren het Walenland hoofdzakelijk
een nijverheidsgebied is. Nu dat het
gaat over landbouw, komen de Walen
weer eerst in aanmerking dat is een
slag van de zweep in het aangezicht van
de Vlaamsche boeren en wij klagen die
schande aan voor geheel het land, bij
zonder omdat die slag ons toegediend
wordt vanwege een zoogezegden Vlaam-
schen Minister. Moet onze Landbouw
vertegenwoordigd worden in het bui
tenland. dan benoemt men daarvoor
geen landbouwkundigen, geen boeren
veel minder, maar schriftgeleerden en
handelaars in het land zelf gaat het al
niet veel beter, voor Oost-Vlaanderen,
een hoofdzakelijk landbouwgewest, zit
in deze commissie geen enkele landbou
wer.
Wij tellen dus niet voor den minister,
of zijn wij niet nationaal genoeg voor
de nationale commissie der landbouw
voortbrengst Wij zijn maar domme
boeren, lompe Vlaamsche boeren, wij
zouden die edele, hooggeleerde en acht
bare commissie onteeren.
Wij zijn benieuwd om den worp te
zien dien deze ministerieele commissie
voor den dag brengen zal.
Vijf wakkere volksvertegenwoordi
gers zetelen in de Kamer voor ons ar
rondissement wie van hen zal zijn stem
laten hooren of een vraag richten aan
den bevoegden minister, om deze fout
of in zachtere woorden deze nalatigheic
helpen te herstellen. Oost-Vlaanderen
telt in Kamer en Senaat toch ook warme
boerenvrienden.naar we meenen; wij ho
pen dat zij ons zullen steunen en dat deze
kreet niet in de woestijn zal weerklinken.
Het is niet mogelijk het land te her
stellen met behulp van den Landbouw
zonder vertrouwen te stellen in de boe
renbevolking, die toch wel een aller
eerste factor is voor een betere en meer
dere landbouwvoortbrengst. Wij zijn
meer dan eenvoudige, gewillige lastdie
ren, onthoudt het wel. Wij willen zelf
weten wat er achter de schermen om
gaat.
De koning heeft zijn eigen vertegen
woordiger in deze nieuwe nationale
commissie, eer zij Hem is het te veel
als de boeren hun eigen vertrouwens
mannen voorstellen om in het belang
van den Landbouw en van het gansche
land mee te werken aan het heropbeu-
ren en het herstellen van het verarmde
België.
De ongunstige toestand van het land
wekt onrust, zei de heer Minister op de
eerste zitting maar de eerste belang
hebbenden worden miskend.
Vrede, Werkzaamheid en Samenwer
king alleen zullen, gepaard met weder-
zijdschen goeden wil, t Land uit dezen
toestand redden.
H. KLOPTEROP.
1
(3' en laatste Vervolg)
Deze zoo nuttige, handelbare en han-
delgangbare plant kent ook hare vijan
den en is ook onderhevig aan ziekten.
Ik heb terloops reeds een woordje ge
rept over den aspergekever. Om er de
verwoestingen van te vermijden zaait
men wel eens in Juni. Hij verschijnt ta
melijk vroeg in de Lente en legt eitjes
waaruit larven te voorschijn komen die
groote schade aanrichten aan de jonge
deelen van den stengel. Groot is de
aspergekever niet, slechts een weinig
grooter dan het O. L. Vr.beestje, wat
meer lang doch niet zoo dik, hij is ge
makkelijk te erkennen aan twee roode
vlekjes, kort achter het borststuk.
Om het insect zelf te dooden kan men
het 's morgens, wanneer het nog stijf
zit van de koude, vangen en dooden.
Om de larve te vernietigen bestrooit
men 's morgens de planten, terwijl deze
nog bedauwd zijn met schouwroet of
calk. Een oplossing bestaande uit 20 1.
water, 1 kilo zeep, 1/2 1. petrool en 1
cgr. sel de soude, kan met voordeel aan
gewend worden om de larven van den
aspergekever te vernietigen.
Een ander insect dat ook veel schade
aanricht en daarbij moeilijk te bestrijden,
is voorzeker de aspergevlieg. Zij ver
nielt het merg der stengels. In den
Terfst de aangetaste stengels afsnijden
en verbranden is er een zeer radikaal
middel tegen.
Een ziekte waaraan de asperge voor
namelijk lijdt in vochtige, ijzerinhou-
dende,gronden, is de asp^rgeroest. Om
deze ziekte te vermijden zult ge den
grond losser leggen, hem kalken en ook
Bordeleesche pap toedienen.
Alhoewel ik geen partijganger ben
van de voortteling van de asperge te
doen door zaad en ik dit liever aan de
liefhebbers overlaat om dan van hen
eenjarige klauwen te koopen, moet ik
nochtans zeggen dat de zaadteelt wel
niet zoo moeilijk is als sommigen het zich
wel inbeelden. Van die planten, welke
een groot getal schoone en dikke loten
geven, zal men niet oogsten, maar ze tot
zaaddragers laten opgaan. Bij deze uit
gekozene planten bewaart men slechts
drie tot vier stengels en al de overige
neemt men weg. Vermits ik u reeds
vroeger gezegd heb dat de asperge een
tweehuizige plant is, zult ge wel zorg
moeten dragen dat er tusschen uw be
waarde planten zich ook een mannelijke
bevindt en dat deze alleen aan de be-
vruchtiging der vrouwelijke stammen
deelneemt. Dit is een voornaam punt
wil men de asperge niet verzwakken. Al
de zaadbollekens zullen ook niet even
dik en schoon zijn, doch men bewaart
alleen de bestgevormde en de dikste, de
overige neemt men weg en dit omdat de
plant tot het vormen der minderwaar
dige bollen geen voedstoffen zou ver
spillen tot groot nadeel van de andere
tot bewaring uitgekozen. Als de bessen
rijp zijn laat men ze vijf tot zes dagen in
water gisten, dan plet men ze, giet af
en laat drogen.
Alhoewel de zaden van 4 tot 5 jaren
hun kiemkracht bewaren, is het geraad
zaam altijd jonge zaden te benuttigen.
De aspergeklauwen die reeds een
12 jaren in vollen grond een opbrengst
hebben gegeven, kan men nog benutti
gen met ze aan te jagen in serren of
broeibakken.
Het vervroegen in serren wordt min
gedaan dan het vervroegen in bakken
en om in dit laatste goed te slagen zal
men den bak nogal diep nemen, hem
met mest opvullen en flink aantrappen,
een laag aarde van 10 centimeter dikte
over den mest leggen en daarop de stoe
len dicht tegen elkander plaatsen en er
een laag lichten, zandachtigen grond
overbrengen, er wat lauw water over
gieten en dan den bak aanvullen met
zaagsel of zeer lichten grond en alles
goed dicht sluiten. Na een veertien da
gen mag men reeds loten steken.
De kweek van de asperge, alsmede
van de tomaat heeft altijd groote win
sten opgeleverd aan de kweekers enblijft
immer rijkelijk loonend. Om er veel
geld van te maken dient men altijd
prachtwaar te leveren. Hoe kloeker en
schooner de aspergeloten, hoe winstge
vender.
Om dit artikel te sluiten zal ik nog een
woordje reppen over het doel waarvoor
Redt U Zeiven is tot stand geko
men. Deze landbouwersvereeniging be-
hertigt alleen de stoffelijke belangen van
de boeren en al wat medehelpt om de
welvaart van den landbouwer te ver-
hoogen. Deze stoffelijke welvaart van
den landbouwer hangt grootendeels af
van den bloei van den landbouw zelf.
Een landbouwer moet dus wel zorg
dragen dat hij zich, evenals gelijk welk
ander ambachtsman of ambtenaar, op de
hoogte houdt van al wat leiden kan tot
betere en volmaaktere kennis van zijn
vak. In De Koornbloem staan we
kelijks artikels over een of andere ma
nier die 't hare kan bijdragen om meer
geld te winnen en niet alleen op weten
schappelijk gebied maar ook op maat
schappelijk gebied, door de sociale her
vormingen welke, in ons land, de land
bouw nog moet ondergaan, 't Is plicht
van iederen boer dit weekblad te lezen
en te verspreiden. Wie zijn steentje bij
brengt om het gebouw, waarop een de
gelijke landbouwwetgeving berust, op te
bouwen, is ook waardig een beter be
staan te genieten.
L. HAEMS
Landbouwvoordrachtgever.
De raadgevingen die hier onder vol
gen zijn gesteund op uitslagen bekomen
door jarenlange ondervinding. Zij zijn
practisch, onmisbaar voor iedereen en
moeten goed in acht genomen worden
voorwat betreft de zorgen te geven aan
de eiers, de nesten de moederhen (kloek),
zij geven de bijzonderste voorschriften
aan, die men moet volgen om wel te
lukken in het kweeken der kiekjes.
1. Eiers
1') Men moet eiers kiezen van middel
matige grootte met een gewicht van 55
tot 65 grammen met kloeke schelp, niet
te rauw, zonder blauwe of doorschijnen
de vlekken er op, voortkomende van
gezonde afstammelingen en goede leg-
sters.
2°) Men moet de eiers wasschen, on
middellijk na 't garen met lauw water.De
hoenderdrek die aan de eiers kleeft kan
aan 't gisten gaan en zoo door de poriën
der schelp binnen dringende de verrot
ting van het ei teweeg brengen. Zulk ei
gelegd onder eene hen of in eene broei
kas, kan open klakken en het broeima-
chien of de nest besmetten,
3°) Men moet de eiers bewaren in een
donkere frissche plaats (10 tot ^centi
graden) best in kartonnen doozen met
afzonderlijke kamertjes ofwel op zuiver
stroo zonder verdufte reuk ook nog
in een kasje of een mandje omlegd met
zuiver lijnwaad en gedekt met reukloos
papier dit om een al te groote uitwase
ming der eieren te beletten die voor ge
volg zou hebben het luchtkamertje van
het ei te vergrooten, de voedende dee
len van het ei geheel of gedeeltelijk te
vernietigen, en zoo de ontwikkeling der
zaadkiemen te beletten.
4°) Men moet alle dagen de eiers kee-
ren, omdraaien, om te beletten dat de
dool (geel van 't ei) zijn evenwicht zou
verliezen en op den kant zoude neerzin
ken.
5°) Men moet zich wel wachten eiers
te gebruiken die meer dan 15 dagen ge
legd zijn.
6°) Men moet de eiers die gereisd
hebben gedurende 24 uren, vooraleer
ze onder de hen te leggen, in een don
kere plaats laten rusten.
2. De Nest,
Voor wat de nest betreft, moet men
1°) De nest altijd plaatsen gelijk met
den grond, dit om de ingang der hen te
vergemakkelijken en zoo het breken der
eiers te voorkomen.
2°) De nest maken in eene plaats of
afhang, die goed verlucht en goed ver
licht is, ver van alle groot gerucht ver
wijderd, met een warmtegraad van min
stens 10 centigraden op een plaats
waar de hen gevrijwaard is tegen aan
val der hanen, de andere leghennen,
der honden, katten en van al wat haar
zou kunnen doen verschrikken.
3°) Een vasten nest maken omringd
met graszoden, dit om gedurende den
zomer bijzonder een staat van voldoen
de vochtigheid te behoudende nest
moet met een eivormig geholte gemaakt
worden (50 op 60 centimeters), niet te
diep om te beletten dat de eiers niet allen
naar het midden zouden rollen, ofwel uit
den nest geduwd worden.
4°) Gekapt hooi of gekapt stroo bezi
gen, om in den nest te leggen, opdat de
hen zich niet zou verwarren en zoo de
eiers breken. Het hooi of stroo mag niet
verduft zijn.
5°) De nest ontsmetten met insecten
doodend poeder. Deze ontsmetting moet
verscheidene malen gedaan worden en
mag vooral niet verwaarloosd worden
twee dagen voor het uitkomen der kiek
jes. Verscheidene kiekjes sterven uitge
put door ongedierte, luizen, of andere
woekerdieren die in 't algemeen op den
kop rondkruipen.
6°) De nest gedurende het broeien in
de grootste zuiverheid en reinheid hou
den.
3. De Moeder (Kloek).
1°) Onder de broeiers deze kiezen, die
gezond, zachtmoedig, gemeenzaam zijn
en die alle eigenschappen eener goede
moeder bezitten. Deze ontsmetten, de
pooten wasschen in eene oplossing van
2 p. h. creoline in waterze besproeien
met een insectendoodend poeder op den
kop, onder de vleugels, op den rug en
bijzonder rond het aarsgat om de broei-
ster zoo in volledigen toestand van rein
heid te plaatsen.
2°) De hen op proef zetten gedurende
5 dagen goed gadeslaan of ze op haar
nest blijft en zich goed overtuigen of ze
zinnens is zulks vast te doen. In geval
de broeister zou geneigd zijn naar een
ander nest te gaan, hem slechts verplaat
sen met den avond.
3°) 's Avond de kalkeiers veranderen
met goede, indien men van deze eerst
heeft moeten gebruik maken.
4°) Aan de hen een getal eiers geven
die zij gemakkelijk kan dekken. Want
iederen dag zou een verschillend ei aan
de warmte en de zorgen der hen kunnen
ontsnappen, wat een vertraging in 't uit
pikken, veelal ook doode kiekjes zou
kunnen veroorzaken.
5°) De broeister alle dagen op haar
zelfde uur laten uitloopen. Eerst zachtjes
en voorzichtig zien of er geen eiers aan
de pluimen der hen geplakt zijn. Indien
er verschiedene broeisters in dezelfde
omgeving geplaatst zijn maar op ver
schillende tijdstippen, deze afzonderlijk
verzorgen.
6°) Goed nagaan of de hen, na uitge-
loopen te hebben en haar eten (maïs -
tarwe - groensel - frisch drinkwater) ge
nomen te hebben, terug naar haar nest
gaat.
7°) Ter beschikking der hen fijne as-
sche of zand te leggen opdat zij er zich
zou kunnen in omwentelen.
8°) Bij het uitpikken voorzichtig han
delen. Zoodra de kiekjes zich laten hoo
ren, de scholpen wegnemen, daarna de
kiekjes zelf wanneer deze goed opge
droogd zijn.
9°) Die kiekjes plaatsen in de keuken
in een mandje of kasje omgeven met lijn
waad of iets dergelijks. Eens de uitpik
king volledig gedaan, al de kiekjes aan
de moeder (kloek) terug geven, na wel
verstaan, eerst de nest ontsmet te hebben
met er insectendoodend poeder in ge
strooid te hebben.
Opdat iedere uitbroeiïng tot goeden
uitslag zou kunnen gebracht worden, is
het van allergrootste belang de nesten
der legsters in volledigen toestand van
reinheid te houden. Men moet dikwijls
de eiers ophalen (garen) bijzonder in den
Zomer. Zoo zal men beletten eiers te
hebben die half of geheel bedorven zijn,
wat aanleiding kan geven aan groote
ongemakken zoowel voor het broeien
als voor den verkoop.
Belgische Landbouwer.
Het prachtige statiegebouw van Lan
den, dat gansch in steen en pannen ge
bouwd en gedekt was, is in den loop
der verledene week, tengevolge het in
slaan van den bliksem, totaal uitgebrand.
Moge deze ramp tot vingerwijzing
1 dienen aan dezen die oordeelen dat goe-
l de gebouwen niet kunnen branden, en
dat ze dan ook rekening houden van
het feit dat in een statiegebouw noch
hooi noch stroo aanwezig zijn en dus-
volgens nog minder gevaar loopen dan
de boerderijen. Verhoogt Uwe verze
kering in Redt U Zeiven.
Liefje laat ons lentevieren
Gaan door weide en land
In de goude zonnestralen
Liefje geef me uw hand
Laat ons naar het liedje luistren
Dat de merels slaan
Naar de lieve bloemen kijken
Die langs wegen staan
Laat ons bij het beekje toeven
Dat door 't boschje schiet
Laat ons al het schoon genieten
Dat de Lente biedt
Laat ons alle zorgen weren
Uit ons jong gemoed
Laat ons liefdeliedjes zingen
Klinken zij niet zoet
Laat ons gaan, en laat ons praten,
Laat ons vroolijk zijn
Aan malkander zoentjes geven
Onze liefde is rein
Liefje, laat ons lentevieren.
Na den winterrouw
Laat ons aan malkaar beloven
Eeuwge liefde en trouw
Fons Van de Maele.
De Leden van R. U. Z. die inlichtin
gen begeeren over de kapitaalsverhoo-
ging, over brand- of ongevallenverze
kering of over onze Spaar- en Leen
bank, gelieven te vergaderen bij M. V.
De Rouck, Aalstersche steenweg, te
Ninove (magazijn R. U. Z.) op Dinsdag
22 Mei, tusschen 8 1/2 u. en 11 uren
's morgens. Een afgevaardigde der
Maatschappij zal er alle inlichtingen
verschaffen.
Samenwerkende Maatschappij
van ZONDAG 6 MEI 1923.
Met algemeene stemmen is de voor
gestelde kapitaalsverhooging goedge
keurd.
Wij geven hieronder de daartoe aan
genomen schikkingen
a) de leden die een spaarboekje bezit
ten van onze Spaar- en Leenbank zullen
vooraf op de verhooging mogen in
schrijven met den helft van het bedrag
van 't boekje, voor alle meerdere som
men die zij willen inschrijven staan ze
gelijk aan de andere leden
b) de inschrijvingen mogen gedaan
worden zonder beperking van bedrag,
doch in geval er te veel zou ingeschre
ven worden zal het Bestuur gemach
tigd zijn de grootste sommen te vermin
deren
c) mogen inschrijven al de leden en
medewerkers van den bond R. U. Z.
onverschillig of ze reeds deelgenoot zijn
of niet
d) de inschrijvingen zijn open tot 6
Juni a. s.de stortingen mogen gedaan
worden naar keus ofwel het volledig
bedrag vóór 1 Juli, of zooniet, den helft
van het bedrag vóór 1 Juli en de rest
vóór 30 September. Het bestuur der
maatschappij bekomt machtiging om
desgevallend hieraan uitzonderingen toe
te laten
e) de stortingen die gedaan worden
vóór 15 Juni, zullen geschieden op onze
Spaar- en Leenbank en zullen interest
opbrengen aan 3,60 tot 1 Juli van af
16 Mei indien de storting geschiedt vóór
dien datum 1 Juni indien de storting
geschiedt tusschen 15 en 31 Mei16 Juni
indien de storting geschiedt tusschen
31 Mei en 15 Juni
f) de plaatselijke schrijvers mogen de
inschrijvingen en stortingen aanvaarden
indien de aanvraag er van gedaan
wordt
g) In Juni of Juli 1924 zal er eene alge
meene vergadering gehouden worden
om te beslissen of en wanneer de nieuwe
aandeelen zullen gelijk gesteld worden
met de stichters-aandeelen.
De Voorzitter,
B. Schockaert.
De Bestuurder,
O. Caudron.
4