s
Landbouwweekblad
REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
DE KONING SPREEKT
IndastrialiseePing
van den handboom.
Hel hoekje dep Boerin.
1
i
Leening der Verwoeste Gewesten,
Moedervreugde en Moederwee.
snoei steeds <1 e
leus zijn van
alle landbouwers.
ZONDAG IS NOV. 1923.
Prijs ID centiemen
6de JAARGANG Nr 255
p 'mezma
Abonnementsprijs 5,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
In den loop van verleden week,
zoo melden ons de dagbladen, be
zocht de koning in gezelschap van
den heer Minister van Landbouw
verschillige boerderijen en pacht
hoeven in de provincie Brabant.
Hij de hoogstgeplaatste in den
Staat, Hij het oppergezag, bewijst
door deze daad dat de Landbouw
hem belang inboezemt als zijnde
een van onze nationale nijverhe
den en Hij beseft dat de tijden
aangebroken zijn, om hier ook, in
het belang van het land, meer aan
dacht te wijden en gerechtigheid
te doen heerschen.
Alhoewel dit feitje op zich zelf
heel nietig schijnt, hechten wij er
nochtans groot belang aan en wij
durven verhopen dat wij er eer
lang de gevolgen zullen van zien.
Het zal naar onze meening veler
oogen doen opengaan. De konink
lijke belangstelling in den land
bouw zal gewis veel navolgers
krijgen. Wij durven daarom zeg
gen dat de Belgische landbouw
een nieuw tijdperk van bloei is in
getreden.
Doch het zal niet volstaan te
herkennen dat de landbouw de
eerste bron is van den bloei des
Lands, die belangstelling eischt
van de gekozenen des Volks dat
ze aan den Landbouw de midde
len verschaffen en de wetten, die
volgens de moderne noodwendig
heden en omstandigheden vol
strekt noodzakelijk, ja zelfs onmis
baar geworden zijn.
Een van de princiepen die in
ons Burgerlijk Wetboek zoo dik
wijls op den voorrang treedt is
dat het persoonlijk belang moet
onderdoen voor het algemeen be
lang of dat niets mag geschie
den in strijd met het algemeen be
lang Maar dan behelst dat prin
ciep toch ook noodzakelijkerwijze,
dat de wetgevers, in de eerste
plaats, alles in 't werk zullen stel
len, om het algemeen belang te
bevorderen door een degelijke
wetgeving, waar de goeie wil niet
volstaat of te kort schiet.
De financieele moeilijkheden,
die ons land sedert den oorlog te
doorworstelen heeft, hebben de
oogen geopend, men is gaan inzien
dat geen middelen mochten ver
waarloosd worden om die moei
lijkheden op te lossen en dat de
landbouw grootendeels tot die
oplossing kon bijdragen. Als het
in vele gevallen waar is, zooals
men zegt, dat men in België slechts
zijn toevlucht neemt op wetge
vend gebied gesproken tot lap
middeltjes en halfslachtige wetten,
dan is dit nog meer waar voor
wat den landbouw aangaat. Wil
men dat onze gronden hun maxi
mum opbrengst geven en dit zoo
gauw mogelijk, want het Land
moet zoo haast mogelijk gered
worden, dan is het niet voldoende
aan de boeren te komen zeggen
Geeft voor die vrucht zulke en
zooveel vetten, houdt uw lande
rijen van onkruid vrij, spit en
ploegt op die wijze, zaait of plant
die soort zoo dik of zoo dun
Dat zijn, we bekennen het vol
gaarne, wijze en onmisbare lessen
en ze zouden voldoende zijn indien
al het bewerkte land eigendom
was van degene die het bewerken.
Maar hoeveel verhuurde hoeveel
verhuurde hoeven zijn er niet in
ons Land en hoeveel meer huur
land is er nog niet
Iedereen neemt aan als een on
omstootbare waarheid dat eigen
dom meer opbrengt dan huurland
en niemand zal naar het waarom
vragen wat aan een Fransch
landbouwafgevaardigde deed zeg
gen Een klein landbouwbedrijf
voorzien van het nieuwste land
bouwgereedschap, maar werkend
met eigen volk is beter dan een
groote onderneming beschikkend
over hetzelfde wetenschappelijk
gereedschap, maar werkend met
betaald volk
Het eerste zal in evenredigheid
meer opbrengen en beterkoop. Wij
moeten in alle geval rekening hou
den met dezen toestand en het
huurland, dat nog aanzienlijk is,
moet ook zoowel als de eigendom
zijn maximum opbrengst kunnen
geven, dat is een algemeen be
lang, een nationaal belang, als ge
wilt. Hoe kunnen wij dit doel be
reiken
Laat ons eerst onderzoeken hoe
het komt dat huurland in algemee-
nen regel minder opbrengt dan
eigendom
Een eigenaar die zijne zaken ter
harte neemt, weet dat hij er alle
belang bij heeft, zijn grond te ver
beteren met volledige bemestin
gen, met bevloeiïngen, draineeren
enz. Daardoor vermeerdert even
eens de opbrengst van zijn kapi
taal.
Voor huurgronden gebeurt meest
al het tegenovergestelde, dat is
wenschelijk. De eigenaar tracht
den huurder uit te baten zooveel
mogelijk en de huurder van zijn
kant, tracht het grootst mogelijk
profijt uit dien grond te halen met
zoo weinig mogelijk onkosten.
Gevolg Min of meer langzame
uitputting van den grond, te kleine
opbrengsten ten nadeele van den
huurder, ten nadeele van den
eigenaar en ook ten nadeele van
't algemeen en dat moet vermeden
worden.
Een goede pachtwet alleen zal
dien staat van zaken veranderen.
De eigenaars verbeteren zelden
of nooit hun verhuurde gronden,
de huurders doen het meestal ook
niet, omdat zij er nooit, noch door
minnelijke schikking, noch gebrui
ken of wetten, genoegzaam voor
vergoed worden.
Hoeveel zou er aldus jaarlijks
voor het Land niet verloren gaan?
Een goede pachtwet alleen zal
dat verlies, zoo niet heelemaal del
gen, dan toch wel grootelijks ver
minderen.
Er zijn huurders die hun huur
land zoowel verzorgen als hun
eigendom en het evengoed be
mesten, maar hoeveel treft men er
aan van hun soort.
Er moet dus een oplossing ge
vonden worden en dat is niet zoo
moeilijk, een oplossing, die noch
den eigenaar, noch den huurder
zal benadeelen, maar ze bevoor-
deelen zal en aldus de verbetering
der gronden en de meerdere op
brengsten zal voor gevolg hebben.
Hoe wij dit opvatten, zullen we
een volgenden keer uiteenzetten.
Die wil, die kan, zegt het
spreekwoord als de kamerheeren
nu maar eens wilden Zij hebben
een koninklijk voorbeeld voor
oogen de Koning spreekt, dat zij
nu handelen.
Woorden wekken,
Voorbeelden trekken.
H. KLOPTEROP.
ÜEK FIA1KSKE MA&E,,
De onkosten van de post zijn verdubbeld, de tarieven van den ijzerenweg,
zijn vermeerderd, alles slaat op.
Het papier kost ons 100 meer dan verleden jaar. Met spijt zien we er
ons toe verplicht de abonnementprijs van De Koornbloem op te slaan, o niet
veel, een franske maar.
Dat kon er nog al door. Daarbij de prijzen die elke lezer winnen kan,
vergoedt reeds minschoots dezen kleinen opslag.
Daar zijn nog veel uitgevers van gazetten, die kwaad op ons zijn, omdat
wij onzen prijs met geen 4 of 5 fr. verhoogen, maar dat niet.
Laat ze maar tieren. Hoeveel kost ons blad dan
Een half frankske per maand en daar zijn alle onkosten inbegrepen en
daarbij een schoonen almanak als Nieuwjaarsgeschenk. Opgepast dus
Is de Landbouw een nijverheid Een
eenvoudige vergelijking ervan ten over
staan dezer laatste geeft er ons het klaarst
en onweerlegbaar bewijs van. Immers
het bouwland dient haar tot werkplaats
of fabriek stalmest met al de bijkomen
de groepen der scheikundige meststoffen
zijn hare grondstoffen de verbouwde
planten zijn hare machienen de zon le-
vert de noodige energie of drijfkracht j
en de opgeleverde oogsten vertegen- j
woordigen het fabrikaat of de productie, j
De bestuurder dezer nijverheid zijt gij,
landbouwer, zelf. Doch evenals het wel-
slagen eener industrieele onderneming
afhangt van de degelijkheid der vakken
nissen en de zedelijke waarde van den
leider, zoo ook heeft de landbouwer het
welgelukken ijner winning in handen.
De industrialiseering van den land-
bouw bestaat enkel in het aanpassen op
den landbouw in zooverre zulks mo
gelijk is der methoden bij de nijver
heid in voege, ten einde meer en goed-
kooper voort te brengen.
Doch, vergeten wij niet, om daartoe
te geraken zijn er vanwege den landbou
wer,als hoofd en leiddraad, zekere stel
lige en onontbeerlijke hoofdhoedanig-
heden vereischt.
Het hoofd der uitbating, net als de be
stuurder van eender welke nijverheid,
moet bekwaam, ontwikkeld en vooral
ondernemend zijn. Hij moet zich gesta
dig op de hoogte houden van allen,
vooruitgang en moderne werkwijzen.
Dan alleen zal hij zijn werk naar behoo-
ren kunnen regelen en bevelen. Overal
waar het mogelijk is zal hij er zich op
toeleggen handarbeid door machienwerk
te vervangen.
Hij zal er niet op aarzelen eenen goe
den werkman of een beter machien meer
te betalen, noch een nieuwere werkwijze
aan te wenden, indien ze beter en meer'
winstgevend bevonden wordt. Kortom,
overal en in alles weze hij hoofdzakelijk
bekommerd om den kostprijs in de meest
mogelijke mate te verminderen. Verder
zal hij zooals men in pas verschenen
artikels daarover schreef een nauw
gezette boekhouding er op na houden,
met afzonderlijke rekeningen voor af
zonderlijke speculatie s of handelsver
richtingen.
Het is voor hem tevens van over
groot belang den gedurigen gang der
markten aanhoudend na te gaan, ten
einde zich steeds op de hoogte te hou
den der soms zoo wisselvallige schom
melingen der marktprijzen en zich niet
bloot te stellen, bij aankoop net als bij
verkoop zijner waren te goeder trouw
bedrogen te worden.
Ten slotte zal hij zoo de noodwen
digheid ervan zich opdringt bij eigen
iniatief te rade gaan. om in zake afzet
gebieden dikwijls betere en meer
winstgevende uitwegen te zoeken. Bo
vendien moet hij de meeste nauwgezet
heid aan den dag leggen niet alleen
voor wat aangaat de selectie van plant
en zaaigoed en dierenrassen maar tevens
bijzondere zorg besteden aan het sortee-
ren der producten welke in 't algemeen
tot den verkoop zijn bestemd.
Hier nogmaals zal hij desgevallend
tot de vereeniging zijn toevlucht nemen,
om gemeenschappelijk te koopen te ver
werken of te verkoopen.
Welnu willen van onze aankomende
jeugdige landbouwers vergen dat hunne
Landbouwnijverheid in dien zin wordt
uitgebaat en opgedreven, dan zult ge
met mij ook onmiddellijk 't akkoord
staan om te begrijpen dat er van eiken
verstandigen boerenzoon mag en moet
geêischt worden
1° Dat hij een genoegzaam algemeen
onderwijs moet genoten hebben. Hier
door verstaan we de volledige lagere
studiën en desnoods de school voor vol
wassenen.
2° Dat hij grondig met de landbouw-
praktijk en al hare moderne strekkingen
behoeft ingewijd. Deze doet hij op, 't zij
op de vaderlijke hoeve, 't zij op een
modelhoeve.
3° Dat hij in staat weze alle hoevebe
werkingen te beredeneeren door 'n ste
vig en degelijk vakonderwijs, 't welk hij
geroodzaakt is zich aan te schaffen in
een plaatselijke landbouwberoepsafdee-
ling.
4° Dat hij werkzaam weze, 't is te
zeggen, dat hij het werk beminne het
oude spreek woord Woorden wekken,
voorbeelden trekken vindt hier zijn
toepassing bij uitstek.
5° Dat hij methodisch te werk ga
Orde overal en in alles zoowel bij
werkzaamheden als werkverdeeling,
weze zijn voorname kenspreuk. Zooniet
loopt hij groot gevaar tijd, kracht en
werk in ruime mate te verspillen.
6° Dat hij vooruitstrevend en onder
nemend weze en zich daarom aanschou-
dere bij een gewestelijke beroepsver-
eeniging, overtuigd of hij moet wezen
dat in vereeniging de groote toekomst
licht opgesloten onzer Landbouwnijver
heid.
Dit alles aandachtig in oogenschouw
genomen, stel ik U deze enkele doch
gewichtige vraag ter overweging
Landbouwers van heden en mor
gen, zijt gij in staat de directie van
uwe zoo belangrijke nijverheid in
handen te nemen 1
R. AKKERMANS.
doe üoopt met
öepdübbelden Ieöep.
Menigeen onder onze landbouwers
zal voorzeker den titel van dit artikel
aardig vinden, t Is daarom ook dat hij
eenige opheldering vereischt. Ge moet
weten. Beste Legers en Lezeressen van
De Koornbloem k ontving deze
week een naamloos schrijven, 'k Liet
dat briefken lezen aan mijn vrouw en
deze haalde er nog een ander te voor
schijn nog veel aanmoedigender dan
't eerste 't Werd waarlijk belangrijk
we koppelden de twee brieven en von
den dat, alhoewel de eene te Aalst en de
andere te Lede in de post gestoken, ze
toch van denzeffden opsteller waren.
Zijn doel is me te doen ophouden van
schrijven in ons geliefd landbouwblad.
Hij is ook wat geleerd, hij kent Latijn
en Grieksch en laat te Wieze zijn proza
opstellen. Zoo hij meent mij daarmeê te
doen ophouden dan is hij deerlijk mis,
waot k heb altijd naamlooze brieven te
kort om er mede naar 't gemak te gaan.
Nu, k zwijg, want straks gaat hij me
nog een naamloozen brief sturen om te
zeggen dat ik een halve kolom gebruik
om te bewijzen dat hij een grooten
lafaard is.
k Ga dan oo'' dadelijk voort met
over de Chrysanthemen te schrijven,
waarmede ik in een vorig artikel begon
nen was.
De moederplanten in kleinere potten
zetten dan die waarin ze stonden, was
het laatste werk dat ik aanbevool, toen
we over veërfien da"gert elkander verlie
ten. Ons doel moet zijn de worstels met j
verschen grond in aanraking te brengen,
ten einde alzoo een vernieuwing van
den groei uit te lokken en daarom kan
men ook met goed gevolg de moeder
planten in teilen of bakken plaatsen die
toch, op zijn minst genomen, een twaalf
centimeter diep moeten zijn. Men plaatst j
de moederplanten zco dicht mogelijk bij j
't glas om kortere en stevigere stekken
te bekomen. Het spreekt van zelfs dat
de tablet eener kas als ze maar dicht bij
't glas gelegen is en uit dezelfde menge
ling van grond is samengesteld ('t is te
zeggen 1/2 tuingrond, 1/4 compost en
1/4 graszodecaarde) ook dienstig kan
zijn. Potten, bakken of teilen nochtans
kan m<»n verplaa'sen zonder te veel aan
de moederplanten t» schaden ze zijn
dus boven tabl- tten te verkiezen.
Vergeet ze ook niet re begieten, doch
onrichtig. niet te dikwijls maar eens ter
dege als 't nood doet B gieten is't werk
niet van den eersten den besten en er
veiLopt heel wat tijd, en er is heel wat
ondi rvicding r.oodig alvorens men
waarlijk goed. verstandig en welberede
neerd gieten kan. De wortelscheuten
welke een lengte bereiken van meer dan
15 cm worden op een 8 cm. ingenepen,
alsook deze die een bloemknop zouden
vertoonen. Bij warm weder zal men eens
goed verluchten en verders v.el zorgen
dat de temperatuur nooit onder 0 daalt.
Het bestrijden der bladluizen is soms
ook noodzakelijk. Men bezigt daarvoor
met goed gevolg tabaksap of beter nog
zeeploog op een dosis van 25 gr. groene
zeep per liter water.
Een tweede bewerking uit te voeren
is het stekken. Als deze bewerking goed
gedaan is en als de stekken aan de ver-
eischte voorwaarden beantwoorden, zal
men met den teelt der Chrysanthemen
ook goed lukken. Goede stekken, goede
planten slechte stekken, slechte planten.
Het tijdstip van stekken hangt veel
af van het doel dat men beoogt en de
variëteit waarmede men te doen heeft
doch het tijdstip waarop de laatste innij-
ping wordt gedaan zal ook het tijdstip
van bloeien en de grootte der bloemen
beïnvloeden. Zoo stekt men den 15 De
cember tot in April.
Men maakt stekken van jonge scheu
ten die men op een lengte van 5 tot 8
cm. onder een knoop afsnijdt. Om de
overtollige verdamping te beletten, wel
ke gewoonlijk den dood voor gevolg
heeft, neemt men de 3 of 4 onderste bla
deren weg, de overige worden daarbij
nog op den helft der bladschijf weggeno
men.
De stekken gemaakt zijnde begint
het planten in planten in potten. Deze
hebben een doormeter van 6 tot 7 cm.
Men vult ze op met fijn korrelig rijnzand
van dit zand dat gebezigd wordt om er
betonwerk mede uit te voeren. Dat zand
is goed. dat sluit bij de eerste begieting
vast aan en doet een spoedige ont-
wikkeling der wortels ontstaan. Men
plaatst er in ieder potje 5 oi 6 op
kleinen, doch verdeelden afstand. Waar
om die potten niet grooter. In die kleine
Lcening met loten van 1 milliard fr,
5 t. h van 1922.
Voorloopige titels af te lossen
3 reeksen, 't zij 60 titels, uit te betalen
van 1 Juni 1924 af.
Nummers der uitgekomen reeksen
Behalve de per lot uitgekomen num
mers en hieronder aangeduid, zullen al
de obligatiën toehoorende aan de drie
volgende reeksen uitbetaalbaar zijn te
gen 300 fr., in al de agentschappen der
Nationale Bank van België.
reeksen: 37949, 86815, 114674.
Nummers per lot uitgekomen
reeks 114674 nr18 uitbetaaIbaar te9en
reeks li-io/t n 15 250,000 fr.
reeks 37949 nr 6 uitbetaalbaar elk
reeks 37949 nr 12 tegen 100,000 fr.
De voorloopige titels per lot uit
gekomen en hierboven aangeduid zullen
uitbetaalbaar zijn bij de Staatskas (Na
tionale Bank van België), te Brussel.
Voor de terugbetaling zullen zij moeten
vertoond worden aan het Ministerie
van Financiën, 18, Wetstraat, te Brus
sel, m er met eene bijzondere toelating
tot b. taling te worden bekleed.
potjes kan er slechts een geringe hoe
veelheid water bijgehouden worden dat,
onder den invloed van de lucht en de
poreusheid der potten, spoedig zal ver- j
dampen. De potjes worden dicht bij el-
kander geschikt op latwerk tegen het
glas. De temperatuur van de serre moet
van 8 tot 12° bedragen en behouden.
Men moet ook regelmatig de stekken j
besproeien en dit van zoodra de boven
laag van het rijnzand opgedroogd is wat
bij gewoon of overtrekken weder een- i
maal daags zal geschieden, bij warm en
zonnig weder ook al eens een tweede
maal. Het rijnzand immers vormt een
echten filter, waardoor het water ge
makkelijk heen zijgt.
Bij voortdurende zonneschijn zal men
de stekken beschtten met er dagbladen
over te leggen. Moest de warmte
graad in de serren te hoog komen te
staan, dan zal men verluchten, zonder
daarom nochtans tochten te doen ont
staan, welke laatste de nog niet inge
wortelde stekken, zouden doen verwel
ken. Het rijazand biedt bovendien neg
een ander groot voordeel aan 't is dat
het de talrijke ontwikkeling der wortels
in de hand werkt. Alle planten hebben
zucht naar voedsel en vermits het rijn
zand er geen bevat zal de plant snel vele
worteltjes laten ontwikkelen, welke later
bij het verpotten zoo goed zullen te pas
komen.
Op deze manier bestaat er middel om
om na drie weken goede verzorging,
kloeke flink ingewortelde planten te be
komen. Doe zoo en gij zult u over uw
handelwijze niet te beklagen hebben.
L. HAEMS
Landbouwvoordrachtgever.
Maria, de moeder van God, is ook het
toonbeeld en de koningin der moeders.
Haar moederschap is de oorzaak onzer
blijdschap. Haar moederschap is er een
van d - moeder der smarten. De zeven
weedommer volgen, in haar leven, op
de zeven blijdschappen. Zij is het beeld
van Moedervreugde en Moederwee.
Vreugde en wee doorweven haar leven,
loopen door elkander. Uit haar wee
bloeit hare vreugde op. Uit hare vreug-
d vloeit haar wee.
Maria s ziel verwelkomde de bood
schap des Engels zij zong triljubelend
haar magnificatzij luisterde verrukt
naar den vredezang der Engelen, over
de krib van t geboren Kind zij vond
haar Kind leerarend in den tempel zij
at en dronk, met innig zielgenoegen, van
de woorden en daden van haar Kind, in
de eenzaamheid van Nazareth haar
moederhart jubelde om t eerste mirakel
te Cana en ze volgde haren Zoon, in
zijn triomfantelijke predikingstochten in
Palestina. Maar, zij droeg ook in haar
hart, het vlijmend zwaard van Simeon,
zij vluchtte met haar wee, naar 't land
der Ballingschapzij zocht vol angst
naar haar verloren kind zij viel in be
zwijming bij 't zicht van 't Lam op dei
kruisweg naar Calvarië zij stond de
mater dolorosa om haar kind te zien
sterven den schandelijken dood, verla
ten en uitgejouwd. Zij plukte o zoo
teêrvingerig de nagels uit hand en
voet, bij de afdoening des Kruises en
ook haar harte brak als zij haren schat
ten grave legde. Terecht zegde de pro
feet van haarnoem haar niet de schoone,
maar dc bittere, want groot gelijk de zee
is haar wee. Zij was moeder en moeder
zijn is lijden, 't Is waar, omdat zij uitver
koren was om de moeder te zijn van
God, daardoor werd zij bevoorrecht met
de Onbevlekt Ontvangenis. Geen vlek
der erfzonde bekladde ooit haar ziel en
de straf der erfzonde had ooit geen greep
op haar moederschap. In maagdelijkheid
heeft zij ontvangen de vrucht van den
H. Geest In maagdelijkheid en op een
wonderbare wijze, heeft zij haren eerst
en eeniggeborene gebaard, zonder pijn,
maar geen enkel ander moederlijden is
haar gespaard gebleven. Ofschoon schul
deloos, heeft zij al haar lijden aanvaard,
samen met haar Zoon als medeverlos-
seres van het menschelijk geslacht. Och
wat een moeder lijden kan, een ideale
moeder, des te meer, naarmate haar we
zen idealer is en haar ideaal hooger en
heiliger Maar was het niet Gods wil
en Gods bestek om Maria als toon- en
voorbeeld voor te stellen aan alle vrou
wen gezegend met het moederschap
Heilig is het moederschap De moe
der wei kt mede aan Gods scheppings
werk en Gods vereerlijking door de be
volking der hemelen, na eerst de burger
lijke maatschappij en de H. Kerk te heb
ben bevolkt. De moeder schept het le
ven, door de liefde en vereeuwigd hare
liefde op eene tastbare wijze, want het
kind is niet alleen het vleesch van haar
vleesch, het kind is haar vleesch zelf en
zij blijft leven in haar kind. Wat haar
kind lijdt, lijdt zij ook wat het kind ver
blijdt, verblijdt ook haar. Met haar zelf.
en van haar zelf, met haar eigen wezen
en leven voedt de moeder haar kind
lichamelijk, verstandelijk, zedelijk, chris
telijk.
De echte moeder doet dit niet voor
haar zelf, niet voor haar eigen heil, maar
voor het heil van het kind en daarom is
haar moederschap even vol en even
teeder, voor vele kinderen als voor een
of twee. De echte moeder doet het voor
Gods glorie en daarom blijft de moeder
als een engelbewaarder waken over hare
volgroeide en zichzelfbesturende kinde
ren. De moeder dus schept uit liefde en
schept voortdurend door de instandhou
ding en de ontwikkeling van het kind en
zij redt en handhaaft, ontwikkelt en ver
volmaakt hare eigene persoonlijkheid,
juist door de overgave van heel haar
wezen, aan het heil van het kind. De
verhevenste geestelijke oefening der
christelijke moeder is geene andere dan
de volmaakte beoefening van het moe
derschap. Dit is het beste Lvensgebed
en het beste sacrificie.
Het leven van de vrouw, die moeder
werd. wordt gestuurd in één richting,
namelijk in de richting van het sacrificie
dat de zelfzucht uitsluit en de wereldsche
verlokking afwendt. De plicht van het
moederschap wordt een natuurgevoel
bij de vrouw. Het moederschap wordt
lijk een godsdienstige opwelling. Is er
wel eene moeder, die in haar diepste
moederstonden, niet christelijk gevoelt
en denkt Binst den angstvollen tijd der
verwachting, verwijlt ook de moeder in
gebed. En wanneer het kind geboren is,
is ook de moeder herboren en vindt zij
woorden van geloof en christelijkheid
om er mede haar kind op te voeden.
Zelfs de onverschillige de onchristelijke
moeder zal christelijk doen uit eerbied
voor haar kind, om haar kind geen er
gernis te geven. Men zegt soms, dat de
christelijke opvoeding der vrouw, in het
openbaar leven, niet genoeg uitwerkt,
en men is geneigd al die christelijkheid
der eerste opvoediagsjaren als nutteloos
te beschouwen Dit is verkeerd. De
godsdienstigheid in de prilste jeugd, in
het zieleleven gezaaid, kan soms tijdelijk
versteenen of verwateren, maar zij gaat
nooit geheel dood. Zij ontwaakt telkens
de diepten des levens worden geschokt
en in het vrouwenleven worden die
diepten geschokt, door het moederschap
en het zaad der godsdienstigheid drijft
maar boven en kiemt.
Helaas, het veegste verschijnsel van
de ontchristelijkheid, die ook inzet onder
ons bloedeigen Vlaamsche volk is de
natuurlijke onzedelijkheid van die vrou
wen die zich niet meer verheugen bitte
ren barensnood te lijden opdat een
mensch, vooi;Gods glorie, zou het licht
en het leven zien. Het getal vermeerderd
van hen die wel de vreugden der liefde
en des huwelijks verwelkomen, maar
weigeren de lasten er van te dragen.
Goddank Dit is nog geen gemeen goed
in Vlaanderen geworden. Velen echter,
weten de erge zondigheid niet van hun
ne daad anderen weten het wel, belo
ven verbetering, maar vallen weldra
terug in hunne oude gebruiken.
Doorgaans wordt het kind gevreesd
omwille der zoogezegde armoede. Onze
ouders echter hebben het leven niet be
perkt. Zij hebben schoone en groote
familiën gesticht. Zal iemand durven be
weren dat de stoffelijke, sociale en
economische toestanden dan beter waren
dan nu Hebben zij armoede geleden,
hebben zij zich dood gewroet? Toch niet.
Men heeft zelden gehoord dat de arbeid,
dat de spaarzaamheid en de eenvoud-'g-
heid der levenswijze iemands leven ver
korten. Er zijn nu betere dagloonen, er
is meer weelde en welvaart in vele huis
gezinnen, en zijn het juist niet deze huis
gezinnen die toch het kind vreezen en
het vreezen, zoo zeggen zij, uit vrees
voor armoede Waar ligt de schuld
Waar anders tenzij in den aangroei van
de begeerlijkheid den hoogmoed en ijdel-
heid, op de puinen van de eenvoudig-
I
MBL