REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
BEWUSTOIORDING
ixenTeGeuüK
Verkoop van (flijnen.
Wenken over Hoenderteelt
Tegen de Ovecprodaetie.
Verordening betreffende
het fllond- en Klanoizeer.
Landbouwweekblad
De Meikever
INDEXCIJFER OP 15 MEI 1924
moei sleeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
ZONDAG 1 JUNI 1924
Prija i2 centiemen.
6de JAARGANG Nï 283
Abonnementsprijs 6 00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller OR I AIRE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven,
Voor en door de
Landbouwers
Evenals er in de laatste dagen
nieuw leven kwam in de natuur,
leven tintelend van zonnelicht en
levensweelde doch soms ook
eens afgewisseld door koude vla
gen en spattende regenwolken, zoo
ook ging er de laatste maanden en
jaren een zindering door al de la
gen en standen van de maat
schappij.
Als geen tijdperk ooit te voren,
waren de jongste jaren vruchtbaar
aan conferenties, congressen,
volksbewegingen en sociale stroo
mingen allerhande. Overal werden
nieuwe grenzen afgebakend, vol
keren en stammen kregen hunne
lang beroofde vrijheid terug.
Schier alle standen der maatschap
pij voelden zich met nieuwen le
vensgeest bezield, om op te komen
voor vrijheid of grootere voor
rechten. Nu, de huidige verhou
dingen in de wereld hebben het
gekende spreekwoord niet in t on
gelijk gesteld en meer dan ooit is
het bewaarheid de wereld is aan
de durvers.
Of ons boerenvolk die spreuk
wel verstaat, mogen we sterk be
twijfelen
Op weinige uitzonderingen na
heeft het boerenvolk zich de ge
schiktheid van het oogenblik niet
weten ten nutte te maken. Wijl
andere standen zich duurzame ver
beteringen wisten te veroveren,
mogen wij slechts wijzen op een
handvol stoffelijke verbetering, die
toch van zoo luttel waarde is. Op
sociaal - maatschappelijk gebied
staan we nu nog even ver, nog
even onbeholpen als in en voor
den oorlog.
Wijl anderen de hand aan het
werk sloegen en zich door wet en
wetgeving, blijvende panden za
gen toegeëigend, hebben wij
slechts de vage herinnering aan
gegeven beloften tot waarheid ge
brachte droombeelden
En toch ligt er in boerenstand
en boerenvolk, een zoo groote
kracht besloten dat er van recht-
verkrachting geen spraak zou zijn,
zoo wij die krachten maar wisten
te ontvouwen, en tot een geheel
zich zelf ten dienste staande macht
wisten te ontplooien.
We willen hier niet herhalen en
opsommen al hetgene ons werd
beloofd en niet werd gegeven, al
wat ons van rechtswege toekomt
en tot nog toe, tot het onbereik
bare schijnt te behooren, alles wat
nog diende verwijzenlijkt. Alle be
wuste landbouwers, en vooral alle
lezers van De Koornbloem, weten
dit voldoende.
Dank aan de onverschilligheid
waarmede wij van wege de Bel
gische wetgeving worden beje
gend, dank aan de opene en be
dekte maatregelen, waarmede de
Belgische landbouw wordt ge
kortwiekt en benadeeligd, wijken
duizenden onzer menschen uit naar
vreemde landen en nijverheids
streken dank daaraan gaan de
besten uit ons volk over naar an
dere beroepen, waar het levensbe-
staan gemakkelijker wordt gewon
nen en meer vrijheid en maat
schappelijke rechtvaardigheid be
staat.
En toch Zoo wij het anders
willen, zoo wij voor onzen han
del, onze fondsen, onze arbeids
kracht en productie een mensch-
waardig bestaan in ruil vragen en
willen verkrijgen zoo wij zeker
heid willen in de toekomst voor
ons en onze kroost, dan hebben
we maar bewust te worden van
al de krachten die in even opge
noemde factoren besloten liggen
en ons die macht ten nutte te
maken.
Tot die kracht-ontplooiïng kun
nen wij het brengen door meer
ontwikkeling, waaruit dan van lie
verlede de noodige bewustwor
ding zal ontstaan. \A/aar officieele
tegemoetkoming te kort schiet,
zullen wij alles best dienen, door
het ontwikkelen eener goede
machtsorganisatie zooveel moge
lijk te bevorderen.
Een goede machtsorganisatie,
uitgaande van het boerenvolk,
waaruit alle onzuivere elementen
zooveel mogelijk moeten geweerd
worden, zal onzen stand opvoeren
naar meer zedelijke en stoffelijke
opwerking, gesteund op eene eco
nomische kracht waar de landbou
wer niet alteen zal dienen maar
ook leiden.
Daarom heeft ons volk niet ge
noeg aan politieke en sociale lei
ders, het heeft ook behoefte, en
dringend behoefte, aan economi
sche leiders. En zulks vooral opdat
het niet dat vruchtbaar terrein,
hetwelk zoo omvangrijk is, langer
late uitbuiten door de ontelbare
parasieten, die dan nog met de
vruchten dier uitbuiting de boeren
bekampen en hunne langere slaafs
heid trachten door te drijven en
gestand te houden.
Wie het onlangs verschenen
overzicht over den handel in den
landbouw (zie De Koornbloem
van 10 November 1923) aandach
tig heeft gelezen zal genoeg heb
ben kunnen opmaken dat in het
meer uitbaten van eigen handel
voor het boerenvolk genoeg
kracht en macht ligt besloten om
recht te verkrijgen, ook zonder
groote hulp van buiten af te dwin
gen
En juist omdat we weten dat in
de uitbatimg onzer economische
middelen, de zekerste macht ligt
besloten, zijn wij tevreden omdat
ook in de Kempen de actie op dat
terrein wordt ingezet. Voor hen
ook even als voor ons Redt U
Zeivers, zal de leus bewaarheid
worden
De wereld is aan de durvers
H. L.
Nu al de Lentebloemen bloeien
In heerlijk zon-döórlichte kleur,
En ver uit alle tuinen vloeien
Aromen van hun zoeten geur
Nu groeit er diep ook in m n ziele
Des levenswonnig Lentelied,
En, jublend, wijl ik bloemen biedt.
Wou 'k voor de Schepping nederknielen.
Het trachten naar de mooie dagen
En 't hunk'rend heimwee naar wat zon
Deed vaak m'n lippen smeekend vragen
Wanneer toch eens de Lent' begon
De Lente in volheid van haar geven,
Die tooit in feestdos de Natuur...
O regendagen zijn zoo guur
Wanneer men snakt naar nieuwer leven.
En thans m'n God, is ze geboren
De jonge Lente in het land,
En d'hooge zonne hangt te gloren
Gloed-nieuw, als zuivren diamant.
O Lente alom stroome U thans tegen
Den welkomsgroet van al wat leeft
Want wat, door God, g ons geeft
Wordt voor ons al een milden zegen.
Em. Van den Broeck.
Op Maandag 2 en Dinsdag 3 Juni,
telkens van 2 tot 5 uren, zullen er in ons
lokaal De Koornbloem Groote
Markt, verkoopingen van wijnen plaats
hebben, onder regiem der Douanen.
Men koopt er op staal en de levering
geschiedt ten huize. Voor nadere inlich
tingen raadplege men den plakbrief ten
Lokale.
Naar het onderzoek van het Ministe
rie van Nijverheid en Arbeid wordt het
eenvoudig index-cijfer van de verhoo
ging der kleinhandelsprijzen in België
op den 15 Mei 1924 bepaald op 485
tegen 498 op 19 April 1924.
Voor de vier groote steden met hun
agglomeraat bereikt het 496 te Ant
werpen, 512 te Brussel, 482 te Gent en
487 te Luik.
Op de basis der prijzen in 1921 zou
het eenvoudig index-cijfer, voor dezelfde
maand in plaats van de maand April
1914 met 21,25 t. h. verhoogd zijn.
In zake hoenderteelt zooals in andere,
mag men noch dwaas, noch onbezonnen
te werk gaan, doch men moet modern
zijn, d. i. met zijnen tijd meegaan, zijne
oogen niet vrijwillig sluiten voor den
vooruitgang. Die gedachten komen ons
dagelijks te binnen, o. m. toen we door
de meerschen van 't omliggende gaan.
Prachtig uitzicht veel te veel gele bloem
pjes—ranunculus repens die getuigen
van vochtigheid maar ook van gebrek,
gebrek aan kalk, gebrek aan phosphoor-
zuur. gebrek aan potasch en zelf gebrek
aan stikstof. Er zijn nochtans reeds hier
en daar schoone voorbeelden van boe
ren die overvloedig en met verstand be
mesten en die allerbeste uitslagen beko
men, maar velen willen het niet zien of
vinden daaraan allerlei uitleg uitgeno
men de echte. Wat we zegden voor de
meerschen is nog meer waar voor de
klavers Hoeveel plekken vol schapen-
surkel die men daar niet zou moeten
vinden.
Doch dit brengt ons te ver. Komen
wij tot onzen hoenderteelt terug.
Het is dus hoogst noodzakelijk onze
hoenders te verbeteren, 'tis te zeggen,
het gemiddeld getal eiers, per hen ge
legd, te vermeerderen, Daartoe bestaan
hoofdzakelijk twee middels1°) De beste
legsters alléén vermenigvuldigen door
't gebruiken van valnesten 2°) Die dit
middel niet kan gebruiken meet zijn ras
verbeteren door zich reeds veredelde
producten aan te schaffen.
Veronderstellen wij dat we door een
dezer twee doenwijzen een puik neerhof
gevormd hebben. Wij moeten nu de die-
rerf derwijze behandelen dat ze in staat
wezen ons op den koristen tijd mogelijk
een maximum eiers te geven.
Ten eerste. Men zal de dieren eene
goede huisvesting verschaffen en de
voorschriften van den gezondheidsleer
nauwkeurig toepassen. Wat het hok
aangaat hierover hebben wij reeds eeni-
ge aanduidingen gegeven. Verders zal
men zorgen voor de reinheid, de vuile,
rottende waters trachten te vermijden,
de zieke dieren verwijderen, het hok
kuischen en ontsmetten en dit zelfs toe
passen op het beloop, rondom het hok.
Men weet dat de hoenders, zooals
meestal het gevogelte, onderworpen zijn
aan allerlei ziekten en plagen en dat een
zieke hen dikwijls een verloren hen is.
Bijgevolg mag men niets verwaarloozen
om het gevaar te vermijden. Ziehier hoe
we gewoonlijk te werk gaan en onze
doenwijze gaf ons, tot hiertoe, de beste
uitslagen. Alle maanden of alle zes we
ken het hok kuischen. Na het kuischen
fijne, ongebluschte kalk strooien, daarna
wat besproeien met créoline water.
Eindelijk vijf of zes maal 's jaars, bijzon
der binst den zomer, eens duchtig solfer
branden in het hok.
Over de ziekten en plagen waaraan
de hoenders onderhevig zijn komen we
verder terug.
Ten tweeden. Men zal de hennen niet
te oud laten worden. Veredelde legras
sen, zooals de Leghorn en de Wyan
dotte, houde men liefst maar twee jaar.
Anderen rassen, zooals de minorcas,
mag men drie jaar houden, doch meer
niet. Men weet dat t gebruik van rin
gen een eenvoudig en gemakkelijk mid
del is, om den ouderdom der hennen te
kennen.
Ten derde. De voeding. Een doelma
tige voeding toedienen is natuurlijk eene
zaak van groot belang, bijzonder daar
waar men vele hennen bezit of maar over
weinig beloop beschikt. De voedings
wijze laat dikwijls veel te wenschen,
voornamelijk bij wintertijd. De leggen
de hen eischt natuurlijk een voeding,
rijk aan eiwitstoffen die haar zullen toe
laten hare eiers te vormen. Binst den
zomer en op den buiten, kan de hen
veelal haar rantsoen volledigen, derwijze
dat ze de noodige bestanddeelen heeft
voor het vormen der eiers. Het jeugdige
gras, allerlei kevers, pieren (hier teerlin
gen genaamd) zullen haar dit toelaten.
Doch binst den winter, is het heel wat
anders. Granen, maïs of tarwe, zullen
dan toereikend zijn om de hen de noo
dige eiwitstoffen te bezorgen en haar
toe te laten het leggen voort te zetten.
Haar rantsoen moet dus, onder dit oog
punt volledigd worden. Vele lieden
denken dit doel te bereiken, door het
toedienen van gekookte aardappels en
van gruis. Dit is gansch verkeerd. Aard
appels zijn doodarm aan eiwit en kun
nen bijgevolg het leggen niet bevoor-
deeligen. Ze zullen alleenlijk veel bij
brengen om de hen te vetten en alzoo
het leggen veeleer belemmeren.
D. BRICOUT.
gisting in gang te zetten voegt men per
liter vocht 1 gram witten alcoholgist in
koud water gebroken er bij en men roert
hem met een stok eens rond. Voor toe
komende week het vervolg en slot.
L. HAEMS.
Landbouwvoordrachtgever.
Over eenige dagen, toen we in ons
lokaal aan tafel, een praatje sloegen,
over het lukken van 't fruit, deed een
mijner vrienden, me opmerken dat de
stekelbeziën, tros- en aalbeziën niet zoo
gelukt waren dan verleden jaar. 'k
Dronk een slokje en antwoorddeIk
ïeb dat ook in mijn tuin meenen te be
merken. Later bevestigden me nog an
dere landbouwers hetzelfde slechte
nieuws en 't moet dan toch wel waar zijn,
alhoewel niemand mag overdrijven.
Zijn ze niet zoo goed gelukt als verleden
jaar, ze zijn toch ook ver van slecht ge-
ukt en we verhopen dat menige land-
souwster dit jaar ook wel confituur zal
cunnen maken van tros- stekel- en aal-
jeziën.
't Is in 't jaar 1922, wanneer het fruit
zoo overvloedig was dat het gebruik
van confituur in menige huisgezinnen is
in voege gekomen, t Was wel een wei
nig noodgedwongen om niet te veel be
ziën te moeten zien verloren gaan. dat
er naar de bereiding er van werd ge
grepen. Die bereiding van confiituur
werd over 't algemeen nogal gebrekkig
gedaan en berustte ook op weinig we
tenschappelijke aanduidingen.
Daar ook geloof ik moest men de oor
zaak gaan vinden van de gebrekkige uit
slagen welke men bekwam. Voor het
onmiddellijk gebruik nochtans waren de
aanduidingen in een of ander almanak
of kookboek geput over t algemeen
voldoende, doch voor lange bewaring
zag men soms een dikke laag schimmel
op de bovenlaag en was den inhoud
van den pot gansch verrot, 'k Weet niet
of ge 't ook al ondervonden hebt maar
de confituren van perziken zijn
moeilijker te bewaren dan andere
of liever waren door 't slecht systeem
toegepast eer verrot dan de andere con
fituren.'t Is gewoonlijk de fHiting van
den pot, die voor 't algemeen te wen
schen overlaat.
Voor vandaag zou 'k hier eenige aan
duidingen willen geven tot het bereiden
van een zeer aangenaam en frisch drank
je dat men van stekelbessen maken kan
en dat men dan ook betitelt met den
naam van stekelbessenwijn. Die beziën
moeten eerst geplukt en gereinigd, daar
na geperst worden en eindelijk het sap
er van dient tot de bereiding van wijn.
k Heb er verleden jaar, meen ik, te
Herzele, bij een mijner collega's een
glaasje van gedronken en 'k mag U
ronduit bekennen, dat ik bij dergelijke
gelegenheden liever niet in de matig-
heidsbond ben ingeschreven, 'k moet tot
mijn groot spijt, hier mijn eigen zwak
heid aan 't licht brengen.
't Was iets fijn, iets lekker. De bessen
worden best geplukt eenige dagen voor
dat ze volkomen rijp zijn, anders zijn ze
een weinig te siroopachtig. Men reinigt
ze van kroontjes en staartjes en men
brengt ze in de pers. Een gewoon zeef
met een patattenstamper kan daarvoor
dienst doen, op voorwaarde nochtans
dat het niet te veel kerntjes en velletjes
doorlaat Er bestaan ook bijzondere toe
stellen om uit te persen met spiraalvor
mige as, waarin het sap door de zeef
druppelt en de kernen en vellen droog
aan de eindpunt worden uitgeduwd. In
een dergelijk toestel kan men van 100
kgr. bessen wel 70 kgr. sap bekomen,
met de hand uitgeperst, zal men zich
nochtans met een weinig minder moeten
vergenoegen. We mogen zeggen dat met
de bijvoeging van suiker en water men
nagenoeg van 10 kgr. bessen een 20 li
ter wijn kan bekomen.
Ziehier waarop deze berekening is
gesteund. Van 10 kgr. bessen heeft men
nagenoeg 6 liter sap, hier voegt men per
liter een kilo kristaalsuiker en 2 liter wa
ter bij, dit maakt dat men dus van 1 liter
zuiver sap nagenoeg 3,6 liter mengsel
bekomt, want I kilo kristaalsuiker neemt
in water gesmolen slechts de plaats in
van 0,6 liter. Ge hebt bijvoorbeeld een
vat dat 50 liter kan inhouden, dan moet
ge zoo dikwijls 1 liter zuiver sap heb
ben als 3,6 in 50 liter gaat of nagenoeg
14 liter of een 25 kgr. bessen. Het water
wordt gekookt en de suiker er in gesmol
ten. Dit suikerwater wordt eerst op 't
vat gedaan en daarna het bessensap er
bijgevoegd.
Het water liefst een dag te voren om
het goed te laten afkoelen en ook eenige
liter minder dan de vereischte hoeveel
heid om zeker geen bessensap te moe
ten overhouden. Het vat wordt tot bo
ven toe volgedaan. 't Voornaamste is
de gisting op den vereischten warmte
graad. We mogen niet uit 't oog ver
liezen dat we ons hier in de maanden
Juli, begin Augustus bevinden, wanneer
deze gisting moet plaats hebben en op
dit tijdstip is niet zelden den warmte
graad te hoog.
Natte doeken op 't vat, 't besproeien
van den vloer met koud water, lucht-
tochten enz. zijn zoovele middeltjes om
de temperatuur laag te houden. Bij te
hooge warmte loopt men gevaar azijn
in plaats van wijn te bekomen. Om de
(Zie vervolg 3' kolom.)
Reeds enkele val-avonden waren on
ze 8 a 12jarige jongens bedrijvig doende
op zoek naar mulders of ronkers. Om in
hunne jacht goed te lukken, hebben die
jonge kwasten eene standplaats geko
zen. waar volgens hun zeggen er op 'n
goede vangst mag worden gerekend. En
inderdaad, niettegenstaande hun jonge
jeugd, hebben ze gewoonlijk een goed
vangterrein ze plaatsen zich 't liefst
achter eene haag van boomgaard, weide
of hof, die naast een veld is gelegen.
Gaan we eens even na. waar de echte
meikever vandaan komt, dan zullen we
spoedig inzien dat die plaats niet zoo
slecht is gekozen.
De vrouwelijke kevers leggen hun
eitjes (omtrent 70) einde Mei begin Juni
in den grond op eene diepte van 15 cm
Weinige dagen nadien sterven de vrou
welijke en mannelijke kevers. Op 5 we
ken komen uit die eitjes de larven te
voorschijn, 't Zijn diertjes met een groo-
ten bruinen kop en gebogen lijfin
sommige streken spekmade genoemd.
Den eersten Zomer blijven die schep
seltjes dicht bijeen en verrichten dit jaar
zeer weinig schade. Zoodra de Winter
nadert kruipen ze dieper den grond in
om zich tegen de koude te beschutten.
In het voorjaar begeven ze zich naar
de bovenste bouwlaag van den grond
en vreten met onbegrensden vraatzucht
de schors van de wortels der planten.
Het jaar daarop is de vraatzucht nog
veel grooter, dan vernielen zij ontelbare
planten door het vreten der wortelen.
Op het veld hebben graan, klaver, kool
zaad, aardappelen en rapen, in den hof
salaad en aardbeziën er heel veel van te
lijden. In fruitboom-kweekerijen ook
schijnen zij zich graag op te houden,
waar de wortelen van de zaailingen hun
zeer smaken.
In Juli-Augustus van het derde jaar
kruipen de maden weer dieper den
grond in, om zich te verpoppen. Die
poptoestand duurt slechts 6 weken,
waarna de echte meikever te voorschijn
komt. Deze ovetwintert in den grond en
begin of half Mei, naar gelang de «'eer
toestand, komen ze uit den grond gekro
pen en vliegen in den val-avond rond,
overdag verschuilen ze zich in de blade
ren van haag of boom.
Nu we weten dat de meikevers uit
den grond komen, moeten we wel be
kennen dat het jachtterrein der vangers,
waarvan we hooger spraken, zoo slecht
niet gekozen is. De kevers komen zeker
in overwegend getal uit den grond van
onze velden en vermits ze zich gaan
schuilen in de bladeren van haag of
boom, komen ze zeker in groot getal
naar de plaats waar de jongens hebben
post gevat.
Gelukkig is het aantal meikevers de
laatste jaren zeer verminderd zoodat ze
nu zooveel schade niet meer berokke
nen, dan 20 jaar geleden. Toen konden
wij jaarlijks honderden, zelfs duizenden
ronkers vangen, wijl er nu slechts nog
enkele in d'handen komen.
Het vernietigen der meikevers werken
we vooral in d'hand door zooveel moge
lijk hunne natuurlijke vijanden te sparen
zooals mollen, vledermuizen en andere.
Gedurende het seizoen zullen we ook
onze jongens aanmoedigen in het van
gen der kevers. Tijdens de grondom-
werking zullen wij de larven dooden die
in ons bereik komen.
Zoo ge in den hof nog last hebt van
de larven, plant hier en daar enkele sa-
laadplantjes, daar komen de larven naar
toe. Zoohaast ge de plantjes ziet kwij
nen, steekt ge den grond ter plaatse op,
daar zult ge een of meer larven aantref
fen die dan ter plaatse gedood worden.
mits zulks door het Ministerie van Nij
verheid en Arbeid wordt bekrachtigd.
Art. 21De premie wordt ineens be
taald.
Ze wordt slechts betaalbaar gesteld
op vertoon van een getuigschrift, waar
uit blijkt dat de eigenaar van de opge
bouwde woning aan al zijn verplichtin
gen heeft voldaan.
In geval al van artikel 20 dient dat
getuigschrift door de aangenomen maat
schappij voorgelegd;
In geval b) dient het door den alge-
meenen aannemer voorgelegd
In geval c) dient de eigenaar zelf der
wonig het bewijs te verschaffen dat bij al
de betalingen, waartoe hij zich heelt
verbonden om zijn woning te bouwen,
na er de waarde der premie te hebben
afgerekend, heeft gedaan.
Anderzijds dienen de volkswoning-en
voorzorgscomité's of de kredietmaat
schappijen te verzekeren dat het ge
bouw aan de vereischten beantwoordt.
Zij dienen, daarenboven, de waarde
van het gebouw te ramen en na te zien
of de woningen voor hun volle bouw-
waarde door een Belgische verzekerings
maatschappij tegen brandrisico zijn ver
zekerd. De premiën dienen geregeld be
taald.
Wijzigingen toegebracht in het ko
ninklijk besluit dd. 14 Augustus 1922.
aangevuld bij dat van 30 Juli 1923,
waarbij een Rijkspremie wordt inge
steld, ter bevordering van het bou
wen van goedkoope woningen door
bijzondere personen.
(Slot)
5° Alle andere documenten noodig ge
acht om te oordeelen of de belangheb
bende aan de vereischten voldoet om
met de premie te worden begunstigd.
De bij 3° en 4° voorziene getuigschrif
ten dienen op met het officieel model ge
lijkvormige formulieren opgemaakt.
Art. 20. De premie wordt betaalbaar
gesteld door den Minister vanFinancen
op de voordracht van den Minister van
Nijverheid en Arbeid
a) Ten behoeve van de door de Al-
gemeene Spaar- en Lijfrentekas aange-
nomene maatschappij, waartoe de be
langhebbende zjjn toevlucht mocht heb
ben genomen
b) Ten behoeve van den aannemer,
waaraan de bijzoodere persoon het op
bouwen zijner woning, bij contract van
algemeene aanneming mocht hebben
toevertrouwd.In dit geval dient de eige
naar vooraf machtiging te verleenen
c) In alle andere gevallen ten behoe
ve van den premiegerechtigde, of van
den persoon, die deze heeft aangesteld.
Verklaring.
Artikel 1. Ieder eigenaar of houder
van runderen, schapen, geiten of var
kens, aangetast van mond- en klauw
zeer, verdacht ervan aangetast te zijn
of verdacht er mede besmet te zijn, moet
onmiddelijk den burgemeester verwitti
gen van de gemeente waar zij zich be
vinden.
Indien de behandelende veearts de
dieren, aangetast of verdacht aangetast
te zijn van die ziekte, niet heeft onder
zocht, vordert de burgemeester bij hoog
dringendheid den aangenomen veearts
op die gewoonlijk door den eigenaar
wordt ontboden, of, bij ontsteltenis van
dezen veearts, bij den dichtst bijzijnden
aangenomen veearts.
De verplichting tot deze verklaring
geldt eveneens voor de behandelende
veeartsen, de vleeschkeurders en de bij
gevoegde keurders.
Dieren verdacht besmet te zijn.
Art. 2. Wordt beschouwt als ver-
verdacht te zyn door mond- en klauw
zeer. alle herkauwend dier of varken
a) Dat verbleven heeft op een plaats
die besmet kan zijn of dat behoord heeft
tot een kudde waarvan dieren door die
ziekte zijn aangetast of verdacht worden
er door aangetast te zijn
b) Dat verbleven heeft op eene weide
die van een besmette weide slechts ge
scheiden is door eene haag of door ijzer
draadafsluitingen zoodat de dieren der
aanpalende plaatsen elkander kunnen
aanraken, of door een water of water
loop dienende tot gemeene drinkplaats
c) Dat verbleven heeft in de eerste
stroomafwaarts gelegen weide, indien
deze het water van de besmette weide
ontvangt
d) Dat een weg gevolgd heeft die kan
besmet zij door den doorgang, sedert
minder dan vier dagen, van een aange
tast dier
e) Dat kan besmet geworden zijn door
een persoon, die onlangs met een aange
tast dier in aanraking is geweest
f) Dat zich bevindt of bevonden heeft
in eenige andere mogelijkheid van be
smetting, door den veeartsenijdienst vast
gesteld.
Art. 3 Een dier, verdacht door
mond- en klauwzeer besmet te zijn, houdt
op verdacht te zijn, wanneer er, sedert
het oogenblik waarop het laatstelijk aan
eene oorzaak van besmetting onderwor
pen was een termijn verloopen is.
van vijftien dagen, zonder dat het dier
teekenen of verschijnselen der ziekte ver
toont.
Art. 4. Voor de toepassing van dit
besluit onderscheidt men den haard der
ziekte, een besmette streek en eene be
schermende streek.
De haard bestaat uit de boerderij, de
weide of de plaats waar de aangetaste
of verdachte dieren zijn afgezonderd of
vastgebonden.
De besmette streek bevat, buiten den
haard der ziekte, de ruimte der omge
ving in een straal van driehonderd me
ter.
Zij kan, op voorstel van den opziener-
veeart, door den burgemeester worden
uitgebreid.
De straal van driehonderd meter wor
den berekend in vogelvlucht.
De beschermende streek bevat het
overige der besmette gemeente, alsook
de aanpalende gemeenten of gedeelten
dezer gemeenten, aangeduid door den
opziener-veearts
De burgemeester moet onmidddellijk
gevolg geven aan ieder verzoek van den
veeartsenijdienst, dat ten doel heeft de
toepassing van een gezondheidsmaatre
gel dien deze nuttig oordeelt.
RNBL