REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
Een Uandbou wrei s
Het benuttigen der
Afgeroomde |Vlelk
Hol dei* Grondkalking
Oordeelkundige Bemesting
Landbouwweekblad
door Denemarken
BRIEFWISSELING
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
BERICHT
NIEUWERKERKEIV
7de JAARGANG N\ 319
Abonnementsprijs 6,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Aan dit blad behoort een Bijvoegsel.
Een landbouwreisjê door De
nemarken Heerlijk idee hoor
ik u reeds glimlachend fluisteren.
Denemarken is immers belang
wekkend voor al dezen wien de
landbouwkwesties aanbelangen.
Dit land mag inderdaad be
schouwd worden als een der
meest gevorderden in zake uitba
ting der onderscheidene land
bouwtakken, niet omdat op dit ge
bied er alles volmaakt is, volstrekt
niet, maar wel omdat alles er traps
gewijze mee en vooruitgaat met
de moderne wetenschappelijke
en technische aanpassingsmetho
den.
Hoe graag we dan ook een
authentiek studiereisje door Dene
marken heen zouden willen mee
maken, toch valt er haast niet aan
te denken dit studieplan hoe
nuttig en leerrijk het ook weze -
in werkelijkheid uit te voeren. Een
dubbel beletsel schijnt er zich in
de huidige omstandigheden spij -
tiglijk tegen te verzetten Eerst
en vooral de landstaal alhoe
wel ze met onze vlaamsche taal
enkele verwijderde verwantschap
heeft, is vrij moeilijk om begrijpen.
De reis is daarbij tamelijk lang en
bovendien zeer kostelijk immers
de Deensche Kroon, moet ge we-
ten, volgt getrouw en klimmen-
derwijze den stijgenden gang van
Mijnheer den Dollar en Mevrouw
Pond Sterling.
Bevredigen we ons dus enkel
voor het oogenblik met eene in
gebeelde reis naar Denemarken
die we Ijest meemaken met enkele
landbouw-ingenieurs en belgische
landbouwers, welke in Juli laatst
leden de gelegenheid hadden deze
studie-excursie te doen en ons
hunne meegebrachte indrukken
erover mededeelen.
Zoo dit land ons op landbouw
gebied verre is vooruitgegaan,
dan is zulks wel hoofdzakelijk te
danken aan de gansch speciale
vorming dezer leerzuchtige land
bouwbevolking.
Al de landbouwers, kleinen zoo
wel als grooten, zijn er technisch
en wetenschappelijk onderlegd.
Zonder onderscheid zijn allen er
op de hoogte van de handelsor
ganisatie der grondstoffen hun
bedrijf eigen van benuttiging der
landbouwwerktuigen; van de toe
passing der drijfkracht der stel
selmatige verbetering en verede
ling van vee, zaai- en plantgoed
van den gezamenlijken aankoop en
verkoop der landbouwproducten
van eender welken aard.
Bovendien is er de Syndikale
Beroepsorganisatie naar de meest
moderne methoden ingericht.
't Valt dan ook gemakkelijk om
begrijpen dat de landbouw een
gansch gewichtigen rol speelt in
den economischen toestand van
dit land.
Inderdaad in 1923 waren slechts
20 °/o der ingevoerde producten
tot den landbouw voorbestemd,
terwijl 87 der uitvoerproducten
aan den landbouw ten goede kwa
men.
Deze cijfers toonen ons onmid
dellijk de belangrijkheid van den
landbouw en, als gevolg daarvan,
de waarde van den Deenschen
landbouwer.
Het zal dan ook niemand ver
wonderen te vernemen, met welke
uitstekende en nauwkeurige zor
gen het Staatsbestuur dezen
hoofdvoornamen tak van nationale
bedrijvigheid, voortdurend om
ringt en welken ruimen invloed de
landbouwers er dientengevolge
bezitten en uitoefenen.
Denemarken bestaat uit een
schiereiland Jutland en ande
re eilanden, waarvan de twee
voornaamste Fionie en See-
land minder belangrijk zijn de
eilanden: Faalster Lauland
en Bornholm De totale lands-
oppervlakte omslaat 4,300,000
hectaren, waarvan 83 °/0 voorbe
houden aan bouwlanden en 8
aan weilanden.
Gezien de oppervlakte tot wei
land voorbestemd er zeer gering
is in verhouding tot deze der cul
turen en de veesceptel er ander
zijds zeer ontwikkeld is, vindt de
Deensche landbouwer zich ge
noodzaakt eene gansche bijzon
dere zorg te besteden aan de kui
tuur der voederplanten.
Op 100 hectaren bouwland zijn
er 46 ingenomen door graange
wassen, 17 door wortelgewassen,
in eerste kuituur, en 33 door gras
planten, klavers en andere groen-
voeders de 4 overblijvende vor
men braakvelden.
Bijgevolg is de kultuurbouw er
derijze ingericht dat de aanzien
lijke, oppervlakte voorbehouden
aan zomer- en Wintervoeders het
te Kort aan natuurlijke weilanden
komt aanvullen.
Over 't algemeen is de grond
er van geen zeer goede samenstel
ling. Het ruime deel van Jutland,
bijvoorbeeld, is enkel samenge
steld uit magere zandachtige gron
den enkel het Zuid-Ooster ge
deelte van het schiereiland mag
als zeer vruchtbaar beschouwd
worden.
Het eiland Fionie is onder dit
opzicht meer bevoordeeligd.noch-
tans is het echter in Seeland en de
omliggende eilanden dat men de
echte en puike suikerbeetvelden
aantreft.
Zoo de oogsten in Denemar
ken zoo buitengewoon rijk zijn,
dan is zulks geenszins te wijten
aan de natuur van den grond,
maar wel hoofdzakelijk aan de
doelmatige uitbating der weten
schappelijk onderlegde landbou
wers.
Het algeheel getal hoeven be
loopt op ongeveer 250,000 boer
derijen, die naar gelang de cultuur
oppervlakten, welke ze beslaan, in
vier categoriën kunnen ingedeeld
worden
Boerderijen meer dan 60 Ha 9,000
van 15 tot 60 Ha 61,000
van 5 tot 15 Ha 46,000
van min dan 5 Ha 134,000
Voor wat het getal boerderijen
aangaat zijn het dus de kleine
landbouwers die veruit de meer
derheid uitmaken, terwijl voor wat
de verbouwde uitgestrektheid be
treft, komen de middelmatige land
bouwers op den voorrang. Einde
lijk treft men er ongeveer 400
groote hoeven aan, van meer dan
240 hectaren.
In vergelijking met de belgische
boerderijen staan al deze hoeven
tot welke categorie ze ook
thuis behooren verre boven de
onze, zoowel onder oogpunt van
inrichting als van uitbating.
Op eene hoeve van 5 hectaren
ontmoet men doorgaans een kop
pel kleine IJslandsche paarden, een
volledig hoevealaam, een electri-
sche dorschmachine, tal van klei
ne landbouwmachines (welke hier
ongelukkiglijk totaal ontbreken),
verder vijf tot zes flinke melk
koeien, welgevulde varkensstallen
en een vijftigtal hoenders.
Orde en reinheid heerscht in
hooge mate, zoowel binnen als
buiten de hoeve. Het kleinste en
eenvoudigste hoevehuis bevat er
benevens een ruime keuken en
kraaknette slaapkamers, tevens
een salon en eene eetkamer met
den fijnsten smaak versierd en met
kunstzin gemeubeld.Woning-even
als stallingen zijn electrisch ver
licht.
Het bezoek aan dergelijk welin
gerichte boerderij geeft onmiddel
lijk den indruk en voorsmaak van
vrede, welstand en familiegeluk,
die er over 't algemeen in hoogen
graad heerschen.
Bezoekt men er eene boerderij
van middelmatigen rang, dan treft
men boven dit alles in de woning
nog aan een bureel met telefoon,
eene boekerij en als meubleering
'n echte kunstweelde van schilde
rijen, fijn porcelein- en gleiswerk,
zilveren kunststukken, enz., net of
men zich in het huis van een rijken
burger, handelaar of nijveraar zou
wanen.
Even opvallend deze eigenaar
digheid benevens den gewonen
groenselhof bezit elke boerderij
eenen lusttuin met bloemen,
sierplanten, grasperken, fontein
rots en alle vreemdsoortig loof-
en struikgewas. Groote boerde
rijen bezitten zelfs echte lustpar
ken die met de meeste zorg on
derhouden worden.
Voor elke woning richt een
hoogen witgeverfden mast zich
fier in de ruimte, aan wiens uitein
de schier 't gansche jaar door de
nationale vlag wappert.
De welstand die over 't alge
meen in deze kraakreine boeren
woningen heerscht, vindt wel
voornamelijk zijne hoofdbron in
het feit dat de landbouwers hunne
voldoening zoeken in den huiselij-
ken haard. Ze beminnen hun
home hartstochtelijk Ze le
ven er gelukkig en getroosten zich
dan ook volgaarne de noodigë
uitgaven tot z'n opsmuk en ver
siering. Het familieleven is voor
den Deen overigens z'n hoogste
hart- en zielsgenot. Het zal u dan
ook geenszins verwonderen dat
hij zijne ontspanningen inde drank
huizen niet gaat zoeken deze zijn
er overigens 'n rare zeldzaamheid.
Misschien is de totale afwezig
heid dier doodgewone dorpsher
bergen en slordige drankhuisjes
ook wel een der factoren, welke
den stoffelijken en zedelijken wel
stand van het land in zekere mate
beïnvloeden.
(Wordt vervolgd).
(Vervolg)
Op de vraag Hoe men de afge-
roomde melk het best ten nutte kan
brengen kan het verbruiken van ma
gere melk tot kaasmaken een prachtische
oplossing geven. Tot nu toe heeft het
benuttigen der afgeroomde melk in na
tuur maar weinig aanklevers, derwijze
dat er langs dien kant geenen afdoenden
uitvlucht te vinden is. Het verwerken
der magere melk in kaas heeft meer uit
breiding genomen vooral in sommige
anden Zwitserland, Frankrijk, Hol
land. enz. Ons dunkens dient ons land
van langsom meer in dezelfde richting te
werken de boternijverheid heeft in
deze laatste jare eene crisis ondergaan
zoodat wij nog vele jaren zullen moeten
wachten alvorens op den uitvoer te
mogen denken. Voor boter geven de
handelsstatistieken de hierna vermelde
cijfers
Jaar Invoer Uitvoer
1897 4.633.476 kg. 2.940 541 kg.
1900 3.632.261 kg. 2.619 563 kg.
1902 3.345.409 kg. 2.559 703 kg.
1923 9.678.212 kg. 99.426 kg.
Onze invoer aan boter bedraagt
een handelswaarde van 144 millioen,
536 duizend 654 fr., terwijl onze uitvoer
van ditzelfde product slechts 1 millioen
324 duizend 788 fr. bedraagtDe balans
dezer cijfers duidt eene overhelling aan
van 9.578.786 kgr. of van een bedrag in
geld van 143.211.866 fr. die we aan den
vreemde hebben betaald.
Betrekkelijk den kaas
Jaar Invoer Uitvoer
1898 7.825.971 kg. 70.121 kg.
1900 8:382.280 kg. 62.233 kg.
1902 9.080.259 kg. 66 513 kg.
1923 17.697.747 kg. 2.347.563 kg
Hier is het verschil tusschen in- en uit
voer merkelijk grooter in 1923 beliep
het tot 15.350 184 kg. kaas welke ge
schat werden op 120 milloen 164 dui
zend 924 fr.
Valt er dan niets te doen op gebiec
van kaasmakerij Bovengemelde cijfers
zijn te welsprekend om niet bevestigenc
te antwoorden.
Maar toch, zelfs al kreeg onze boter
een goeden aftrok, zal er geen spraak
zijn van veel kaas te makenwij
hoeven niettemin onze. voorzorgen te
nemen en, in afwachting zou men een
deel der afgeroomde melk daartoe kun
nen gebruiken.
Sedert de afroomers zooveel ver
spreid zijn, sedert de samenwerkende
melkerijen zoo talrijk toegenomen zijn,
gebruikt men meer en meer afgeroomde
melk om kalveren te voeden, viggens en
zwijnen vet te mesten. In die richting ge
bruikt, verdient de afgeroomde melk
dus eene bijzondere aandacht.
Men aanvaardt door den band ge
noeg dat de kleine of magere melk
uiterst goed geschikt is om viggens te
kweeken. Zoo ziet men in sommige lan
den, onder andere in Denemarken, die
kweek gepaard gaan met de uitbreiding
der melkerijen. Maar men is het niet
meer eens wanneer er valt te weten of
de afgeroomde melk voordeelig kan be
nuttigd worden in de-voeding van
kweek- en bijzonder van vetkalvers.
Men hoort dienaangaande de meest
uitgebreidste gedachten uiten. Wij heb
ben dan ook willen onderzoeken wat er
van de kwestie is. Daartoe hebben we
eene proefneming gedaan, waarvan wij
in een volgende bijdrage den uitslag wil
len doen kennen. F. S.
Wij ontvangen volgende schrijven
Beste Redactie,
Menigmaal reeds zagen we in de
Koornbloem optreden om de belangen
der boeren door woord en schrift voor
te staan.
Deze vroegere blijken van durf in het
verdedigen der belangen der boeren,
zetten me aan U een uit de honderde
gevallen van kwade wil en vooroordeel
aan te halen die in zake oorlogsschade
vergoeding tegenover de boeren in het
werk gesteld worden.
Verleden week werd ik naar Gent
gevraagd bij den heer Staatscommissa-
ris Wolters, Coupure, nr 18, Gent. Deze
is onlangs benoemd in vervanging van
een heer die zijne hooge bediening beter
naar ieders voldoening wist uit te oefe
nen.
Tijdens de eerste paardenmonstering
gehouden den 13 Januari 1915 werden
enkelijk de twee schoonste paarden
(waaronder het mijne) opgeëischt, waar
voor de Burgemeester een bon ontving.
Voor het opmaken der oorlogsschade
wendde ik mij tot het gemeentebestuur
die mij een verklaring ter hand stelde,
dat de Duitsche overheid mij een ruin-
paard ontnomen had en het geschat op
1800 fr.
De nieuwe Heer Commissaris had die
verklaring in mijn dossier gevonden en
was ontsteld en verontwaardigd omdat
ik die 1800 fr. dierf terugeischen. Hij
wist dat zulke schattingen overdreven
waren en ten slotte van rekening dierf
hij mij, onder bedreiging van mijn zaak
naar de rechtbank voor schadevergoe
ding te zenden, 1300 fr. bieden. Zijn
aanbod waarlijk belachelijk vindende,
wacht ik gerust de uitspraak af
Ik wil den Heer Commissaris niet van
kwaadwilligheid verdenken, want hij zag
er een flink stadsheerken uit, pas de
schoolbanken ontgroeid, waar hij mis
schien een diploma wist te bekomen die
zijne benoeming mogelijk maakte. Het
is best mogelijk dat deze heer een goede
geleerdheid heeft, zelfs veel boekenver-
stand, maar dat hij bevoegd is om te
oordeelen over de waarde van paarden,
hij die misschien nooit een paardenmarkt
of -monstering bijgewoond heeft, neen
dat is niet mogelijk, anders zou hij de
goede paarden zien betalen hebben van
1600 tot 2200 frsofvan 1600 mark tot
2000 mark en dan zou hij zulke schattin
gen niet meer overdreven vinden.
Ik eindig, Beste Redactie, den wensch
uitdrukkende dat dit enkel feit de ande
re boeren ook moge aanzetten hunne
grieven kenbaar te maken, om dan ge
zamenlijk onze rechten te doen gelden.
Nota van de Redactie Het is onge
lukkiglijk maar al te waar dat in vele ge
vallen de belangen der boeren over het
hoofd gezien worden. Zoowel betrek
kelijk d<> oorlogsschade als in vele ande
re gevallen worden er benoemingen ge
daan van menschen die met de boeren
moeten in aanraking komen en die geen
het minste practisch gedacht hebben van
wat het boerenbedrijf is. Hoe wil men
dan dat die menschen kennis hebben
van paarden, koeien, vruchten inboedel
of prijzij, zij die in de meeste gevallen
nog geen beziestruik van een kriekelaar
onderscheiden kunnen, noch een note
laar van een wilgentronk. Er wonen
nochtans vele deftige en goedbefaamde
heeren, ja wijze en beredeneerde boe
ren die den oorlog op den buiten door
gebracht hebben de rooverijen der
Duitschers gezien hebbendie de smok
kelaars kennen en die heel bevoegd
zouden kunnen optreden, zooniet om
zulke plaatsen te bekleeden, dan toch als
raadgevers.
b) De kalk vermeerdert de werkda-
digheid der fosfaten. De oplosbare su
perfosfaat wordt in den grond door
koolzure, door kalk, ijzeroxyde en alu-
miniumoxyde onoplosbaar gemaakt. De
superfosfaat welke zich met kalk of met
koolzure kalk heeft verbonden, blijft
echter oplosbaar in koolzuurhoudende
waters terwijl de superfosfaat met ijzer
of met aluminium verbonden, enkel in
verdunde organische zuren oplosbaar
blijft. Nu hoe rijker de grond aan kalk
is. hoe meer kans dat de superfosfaat
zich met kalk verbinde en dus oplosbaar
blijve, 't Is daarom dat superfosfaat bij
na altijd betere uitslagen levert op kalk
achtige gronden. Daarentegen de moei
lijk op te lossen fosfaten, zooals been-
derfosfaten en natuurlijke fosfaten, heb
ben een merkelijk beteren invloed op
gronden welke arm aan kalk en rijk aan
humus zijn, daar zulke gronden een vol
doende hoeveelheid zure stoffen bevat
ten om het tricalciumfosfaat in oplosbaar
monocalciumfosfaat te veranderen.
Kellner heeft getoond dat het toevoe
gen van een groote hoeveelheid mergel
ds werkdadigheid der beenderfosfaten
benadeeligde, wijl het geen invloed had
op superfosfaat en Thomasslakken. Dit
is gemakkelijk te begrijpen: om beender
fosfaten op te lossen zijn zuren noodig
de kalk echter (en ook de mergel) neu
traliseert deze zuren met vorming van
calciumzouten welke tegenover de been
derfosfaten onverschillig staan en ze dus
niet kunnen oplosbaar maken.
c) De ondervinding leert dat er kalk
noodig is tot de ontbinding der orga
nische stoffen (stalmest, beer, guano,
bloedmest, enz.) Op gronden welke ge
brek lijden aan kalk kan men na een ta
melijk langen tijd een groot deel van
stalmest en groenmest onaangetast te
rugvinden de landbouwer zegt in dit
geval dat zijn grond traag is. Op
kalkhoudende gronden wordt dit feit
bemerkt.
Bacteriologische toestand.
5) Kalk versnelt deammoniakvorming
en is onmisbaar voor de nitriflkatie (ni-
trifikatie vorming van salpeterzure
stikstof en nitraten). Nitriflkatie immers
kan niet plaats grijpen op zure gronden
Muntz en Girard hebben op zure gron
den verschillende stikstofhoudende mest
stoffen aangebracht en ze hebben be
merkt dat geen nitraten werdea gevormd
vooraleer mergel werd toegevoegd.
Wohltmann heeft bevonden dat na 50
dagen 14 ammoniakale zuurstof in
salpeterzure stikstof overging op een
grond zonder kalk, wijl men 84,7 °/0 be
kwam na aanwending van kalk op den
zelfden grond.
Calcium moet gebruikt worden onder
vorm van kalk of van mergel, daar enkel
deze twee calciumverbindingen de zuur
heid van den grond kunnen vernietigen.
De zoogezegde mindere waarde van
zwavelzure ammoniak in vergelijking
met nitraten is enkel toe te schrijven aan
het feit dat de voorwaarden tot de nitri
flkatie niet verwezenlijkt zijn, nl. omdat
de grond gebrek lijdt aan alkalische kalk
en hij aldus zuur is, hetzij dat die grond
van zelfs natuurlijk zuur weze, hetzij dat
die zuurheid voortvloeie uit de verande
ring van zwavelzure ammoniak in zwa
velzuur en salpeterzuur (zie ons vorig
artikel). Bij afwezigheid van kalk kan de
vorming van salpeterzuur in geringe
hoeveelheid plaats grijpen, maar het
gevormde salpeterzuur, wanneer het een
zeer beperkt gehalte heeft bereikt, belet
alle verdere vorming van salpeterzuur
immers het afgescheiden produkt is een
vergift voor de bacteriën en het belem
mert hunne werking wanneer het niet
onder vorm van een of andere verbin
ding wordt onschadelijk gemaaktzoo
bemerken we dat alle bacteriën welke
zuren afscheiden (boterzuurbacterie,
melkzuurbacterie) een alkalisch (tegen
overgestelde van zuur) midden noodig
hebben om hunne werking ten volle uit
te voeren die bestatiging is de grond
regel der scheikundige mikrobenleer
Uit al die gegevens besluiten we dat
zwavelzure ammoniak dubbel kalkrant-
soen noodig heeft 1" om het salpeter
zuur 2° om het vrijgekomen zwavel
zuur te neutraliseeren. Salpeterzuur ver
bindt zich met kalk tot salpeterzure kalk
(calciumnitraat) welke geen invloed heeft
op de bacterie en door de plant tot hare
voeding wordt benuttigd.
Proeven te Posen en te Koenigsberg
hebben bewezen dat natriumnitraat
jsodanitraat) betere uitslagen leverde
dan zwavelzure ammoniak op gronden
arm aan kalk, maar dat het uitwerksel
van zwavelzure ammoniak merkelijk
verbeterd werd door kalking of merge
ling. De invloed van kalk op de nitrifi-
ceeringsbacteriën is, volgens Tacke ea
Immendorf, veel grooter dan deze van
mergel. Deze opmerking is van groot
belang in de praktijk': op zandige gron
den, arm aan humus, zal men kalking
vermijden, of slechts in kleine hoeveel
heid gebruiken, en liefst zal men daar
mergel aanwenden wijl men op zware,
humusrijke gronden door en door zal
kalken, daar hier geen vrees moet be
staan niet zuinig genoeg om te gaan met
de stikstofverbindingen die de grond als
voorraad heeft.
Men ziet hoe groot de invloed der
kalking is op de nitriflkatie door het
feit dat zij een beter verluchten van den
grond mogelijk maakt (en de zuurstof
uit de lucht is onmisbaar voor de nitrifl
katie) en door het feit dat zij de zuren
neutraliseert, laat de kalk haren invloed
gelden. Dit is voor den landbouwer van
het grootste belang, daar de waarde van
een grond met rede geschat wordt vol
gens zijn nitrifikatievermogen.
Welk besluit gaan we nu trekken uit
alles wat we geschreven hebben In
eenen zin kunnen we dat besluit uiten.
Kalk en meststoffen hebben op elkander
een wederzijdschen invloed Kalk
versnelt de werking der meststoffen, en
niet alleen versnelt ze die werking maar
in sommige gevallen is die werking zon
der kalk onmogelijk, en daarom moet
men kalken maar als kalken de werking
versnelt, dan versnelt het natuurlijk ook
de uitputting der meststoffen, en daar
om is het bij kalking noodig in groote
hoeveelheid scheikundige en organische
meststoffen aan te wenden. Om dit nog
anders uit te drukken er bestaat een
evenwicht tusschen kalk en meststoffen,
want kalk kan haar invloed niet uitoefe
nen zonder meststoffen, en meststoffen
kunnen hun invloed niet laten gelden
zonder kalk. Vele landbouwers die geen
uitslag bekwamen bij 't aanwenden van
scheikundige meststoffen, zullen nu mis
schien begrijpen dat zulks hoogst waar
schijnlijk voortvloeide uit het onvol
doende kalkgehalte van den grond. Het
helpt immers niet scheikundige meststof
fen aan te wenden zoo maar "op 't goed
valle het uit zooals men in onze streek
hier zegt alle bemesting moet een oor
deelkundige bemesting zijn voorafgegaan
van de ontleding van den grond door
eenen deskundige (en als ik me niet ver
gis mogen de landbouwers zich daar
voor kosteloos tot de staatsagronomen
wenden). Landbouw is immers een nij
verheid en hij kan, zooals alle nijverheid,
niet voortbestaan tenzij hij wetenschap
pelijk wordt uitgebaat.
P. J. CLAUS,
Scheikundige.
De winst verwezenlijkt door den land
bouwer hangt tegenwoordig in de eerste
plaats af van de bekomen opbrengsten
en dus van de toegepaste bemestin
gen. Deze blijven immers de grootste
regelaars der opbrengsten.
Om de maxima-opbrengsten te beko
men is het dus noodig dat de gronden
oordeelkundig bemest worden. En
hierdoor moet men verstaan niet alleen
het toepassen der voedende stoffen in
voldoende hoeveelheid en gewenschte
verhouding, maar ook het aanwenden
van deze meststoffen die best aan de
gestelde vereischten beantwoorden.
Onder de stikstokmeststoffen is de
ideale meststof het Sodanitraat van
Chili dat de stikstof onder opneembaren
en benuttigbaren vorm oplevert en ver
der aan alle hoogervermelde vereisch
ten voldoet. Daarenboven biedt het
het groot voordeel de gronden niet te
verzuren.
Landbouwers leest en
verspreidt uw blad.
Landbouwers, in alle gemeenten moet
gij vergaderingen inrichten. De dagen
der bijeenkomsten voor de bestellingen
zijn goede gelegenheden. Gij moet trach
ten die vergaderingen zooveel mogelijk
belangrijk te maken door de inschrijving
van eene voordracht op het programma.
Redt U Zeiven zal U helpen.
Voor alle inlichtingen, zich wenden tot
onzen agronoom, Mr Querton, Bureelen
van Redt U Zeiven, Brabantstraat 53.
Gelief niet te lang te wachten want de
sprekers zouden kunnen belet zijn voor
den dag die gij gekozen hebt.
Op Zondag 8 Februari, na de
Hoogmis, algemeene vergadering
in 't gewoon lokaal.
1. VOORDRACHT.
Sprekers M. O. Caudron, be
stuurder van R. U. Z„ over Ver-
eeniging en M. P. Querton, agro
noom, over Bemestingsleer.
2. Inschrijving voor ka^, kolen,
plantgoed en lentezaden.
Alle landbouwers uitgenoodigd.
RNBLOEM