REDT U ZELVEN Arbeid adelt Een Uandbou wrei s Het benuttigen der Afgeroomde |Vlelk Hol dei* Grondkalking Oordeelkundige Bemesting Landbouwweekblad door Denemarken BRIEFWISSELING moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. BERICHT NIEUWERKERKEIV 7de JAARGANG N\ 319 Abonnementsprijs 6,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Aan dit blad behoort een Bijvoegsel. Een landbouwreisjê door De nemarken Heerlijk idee hoor ik u reeds glimlachend fluisteren. Denemarken is immers belang wekkend voor al dezen wien de landbouwkwesties aanbelangen. Dit land mag inderdaad be schouwd worden als een der meest gevorderden in zake uitba ting der onderscheidene land bouwtakken, niet omdat op dit ge bied er alles volmaakt is, volstrekt niet, maar wel omdat alles er traps gewijze mee en vooruitgaat met de moderne wetenschappelijke en technische aanpassingsmetho den. Hoe graag we dan ook een authentiek studiereisje door Dene marken heen zouden willen mee maken, toch valt er haast niet aan te denken dit studieplan hoe nuttig en leerrijk het ook weze - in werkelijkheid uit te voeren. Een dubbel beletsel schijnt er zich in de huidige omstandigheden spij - tiglijk tegen te verzetten Eerst en vooral de landstaal alhoe wel ze met onze vlaamsche taal enkele verwijderde verwantschap heeft, is vrij moeilijk om begrijpen. De reis is daarbij tamelijk lang en bovendien zeer kostelijk immers de Deensche Kroon, moet ge we- ten, volgt getrouw en klimmen- derwijze den stijgenden gang van Mijnheer den Dollar en Mevrouw Pond Sterling. Bevredigen we ons dus enkel voor het oogenblik met eene in gebeelde reis naar Denemarken die we Ijest meemaken met enkele landbouw-ingenieurs en belgische landbouwers, welke in Juli laatst leden de gelegenheid hadden deze studie-excursie te doen en ons hunne meegebrachte indrukken erover mededeelen. Zoo dit land ons op landbouw gebied verre is vooruitgegaan, dan is zulks wel hoofdzakelijk te danken aan de gansch speciale vorming dezer leerzuchtige land bouwbevolking. Al de landbouwers, kleinen zoo wel als grooten, zijn er technisch en wetenschappelijk onderlegd. Zonder onderscheid zijn allen er op de hoogte van de handelsor ganisatie der grondstoffen hun bedrijf eigen van benuttiging der landbouwwerktuigen; van de toe passing der drijfkracht der stel selmatige verbetering en verede ling van vee, zaai- en plantgoed van den gezamenlijken aankoop en verkoop der landbouwproducten van eender welken aard. Bovendien is er de Syndikale Beroepsorganisatie naar de meest moderne methoden ingericht. 't Valt dan ook gemakkelijk om begrijpen dat de landbouw een gansch gewichtigen rol speelt in den economischen toestand van dit land. Inderdaad in 1923 waren slechts 20 °/o der ingevoerde producten tot den landbouw voorbestemd, terwijl 87 der uitvoerproducten aan den landbouw ten goede kwa men. Deze cijfers toonen ons onmid dellijk de belangrijkheid van den landbouw en, als gevolg daarvan, de waarde van den Deenschen landbouwer. Het zal dan ook niemand ver wonderen te vernemen, met welke uitstekende en nauwkeurige zor gen het Staatsbestuur dezen hoofdvoornamen tak van nationale bedrijvigheid, voortdurend om ringt en welken ruimen invloed de landbouwers er dientengevolge bezitten en uitoefenen. Denemarken bestaat uit een schiereiland Jutland en ande re eilanden, waarvan de twee voornaamste Fionie en See- land minder belangrijk zijn de eilanden: Faalster Lauland en Bornholm De totale lands- oppervlakte omslaat 4,300,000 hectaren, waarvan 83 °/0 voorbe houden aan bouwlanden en 8 aan weilanden. Gezien de oppervlakte tot wei land voorbestemd er zeer gering is in verhouding tot deze der cul turen en de veesceptel er ander zijds zeer ontwikkeld is, vindt de Deensche landbouwer zich ge noodzaakt eene gansche bijzon dere zorg te besteden aan de kui tuur der voederplanten. Op 100 hectaren bouwland zijn er 46 ingenomen door graange wassen, 17 door wortelgewassen, in eerste kuituur, en 33 door gras planten, klavers en andere groen- voeders de 4 overblijvende vor men braakvelden. Bijgevolg is de kultuurbouw er derijze ingericht dat de aanzien lijke, oppervlakte voorbehouden aan zomer- en Wintervoeders het te Kort aan natuurlijke weilanden komt aanvullen. Over 't algemeen is de grond er van geen zeer goede samenstel ling. Het ruime deel van Jutland, bijvoorbeeld, is enkel samenge steld uit magere zandachtige gron den enkel het Zuid-Ooster ge deelte van het schiereiland mag als zeer vruchtbaar beschouwd worden. Het eiland Fionie is onder dit opzicht meer bevoordeeligd.noch- tans is het echter in Seeland en de omliggende eilanden dat men de echte en puike suikerbeetvelden aantreft. Zoo de oogsten in Denemar ken zoo buitengewoon rijk zijn, dan is zulks geenszins te wijten aan de natuur van den grond, maar wel hoofdzakelijk aan de doelmatige uitbating der weten schappelijk onderlegde landbou wers. Het algeheel getal hoeven be loopt op ongeveer 250,000 boer derijen, die naar gelang de cultuur oppervlakten, welke ze beslaan, in vier categoriën kunnen ingedeeld worden Boerderijen meer dan 60 Ha 9,000 van 15 tot 60 Ha 61,000 van 5 tot 15 Ha 46,000 van min dan 5 Ha 134,000 Voor wat het getal boerderijen aangaat zijn het dus de kleine landbouwers die veruit de meer derheid uitmaken, terwijl voor wat de verbouwde uitgestrektheid be treft, komen de middelmatige land bouwers op den voorrang. Einde lijk treft men er ongeveer 400 groote hoeven aan, van meer dan 240 hectaren. In vergelijking met de belgische boerderijen staan al deze hoeven tot welke categorie ze ook thuis behooren verre boven de onze, zoowel onder oogpunt van inrichting als van uitbating. Op eene hoeve van 5 hectaren ontmoet men doorgaans een kop pel kleine IJslandsche paarden, een volledig hoevealaam, een electri- sche dorschmachine, tal van klei ne landbouwmachines (welke hier ongelukkiglijk totaal ontbreken), verder vijf tot zes flinke melk koeien, welgevulde varkensstallen en een vijftigtal hoenders. Orde en reinheid heerscht in hooge mate, zoowel binnen als buiten de hoeve. Het kleinste en eenvoudigste hoevehuis bevat er benevens een ruime keuken en kraaknette slaapkamers, tevens een salon en eene eetkamer met den fijnsten smaak versierd en met kunstzin gemeubeld.Woning-even als stallingen zijn electrisch ver licht. Het bezoek aan dergelijk welin gerichte boerderij geeft onmiddel lijk den indruk en voorsmaak van vrede, welstand en familiegeluk, die er over 't algemeen in hoogen graad heerschen. Bezoekt men er eene boerderij van middelmatigen rang, dan treft men boven dit alles in de woning nog aan een bureel met telefoon, eene boekerij en als meubleering 'n echte kunstweelde van schilde rijen, fijn porcelein- en gleiswerk, zilveren kunststukken, enz., net of men zich in het huis van een rijken burger, handelaar of nijveraar zou wanen. Even opvallend deze eigenaar digheid benevens den gewonen groenselhof bezit elke boerderij eenen lusttuin met bloemen, sierplanten, grasperken, fontein rots en alle vreemdsoortig loof- en struikgewas. Groote boerde rijen bezitten zelfs echte lustpar ken die met de meeste zorg on derhouden worden. Voor elke woning richt een hoogen witgeverfden mast zich fier in de ruimte, aan wiens uitein de schier 't gansche jaar door de nationale vlag wappert. De welstand die over 't alge meen in deze kraakreine boeren woningen heerscht, vindt wel voornamelijk zijne hoofdbron in het feit dat de landbouwers hunne voldoening zoeken in den huiselij- ken haard. Ze beminnen hun home hartstochtelijk Ze le ven er gelukkig en getroosten zich dan ook volgaarne de noodigë uitgaven tot z'n opsmuk en ver siering. Het familieleven is voor den Deen overigens z'n hoogste hart- en zielsgenot. Het zal u dan ook geenszins verwonderen dat hij zijne ontspanningen inde drank huizen niet gaat zoeken deze zijn er overigens 'n rare zeldzaamheid. Misschien is de totale afwezig heid dier doodgewone dorpsher bergen en slordige drankhuisjes ook wel een der factoren, welke den stoffelijken en zedelijken wel stand van het land in zekere mate beïnvloeden. (Wordt vervolgd). (Vervolg) Op de vraag Hoe men de afge- roomde melk het best ten nutte kan brengen kan het verbruiken van ma gere melk tot kaasmaken een prachtische oplossing geven. Tot nu toe heeft het benuttigen der afgeroomde melk in na tuur maar weinig aanklevers, derwijze dat er langs dien kant geenen afdoenden uitvlucht te vinden is. Het verwerken der magere melk in kaas heeft meer uit breiding genomen vooral in sommige anden Zwitserland, Frankrijk, Hol land. enz. Ons dunkens dient ons land van langsom meer in dezelfde richting te werken de boternijverheid heeft in deze laatste jare eene crisis ondergaan zoodat wij nog vele jaren zullen moeten wachten alvorens op den uitvoer te mogen denken. Voor boter geven de handelsstatistieken de hierna vermelde cijfers Jaar Invoer Uitvoer 1897 4.633.476 kg. 2.940 541 kg. 1900 3.632.261 kg. 2.619 563 kg. 1902 3.345.409 kg. 2.559 703 kg. 1923 9.678.212 kg. 99.426 kg. Onze invoer aan boter bedraagt een handelswaarde van 144 millioen, 536 duizend 654 fr., terwijl onze uitvoer van ditzelfde product slechts 1 millioen 324 duizend 788 fr. bedraagtDe balans dezer cijfers duidt eene overhelling aan van 9.578.786 kgr. of van een bedrag in geld van 143.211.866 fr. die we aan den vreemde hebben betaald. Betrekkelijk den kaas Jaar Invoer Uitvoer 1898 7.825.971 kg. 70.121 kg. 1900 8:382.280 kg. 62.233 kg. 1902 9.080.259 kg. 66 513 kg. 1923 17.697.747 kg. 2.347.563 kg Hier is het verschil tusschen in- en uit voer merkelijk grooter in 1923 beliep het tot 15.350 184 kg. kaas welke ge schat werden op 120 milloen 164 dui zend 924 fr. Valt er dan niets te doen op gebiec van kaasmakerij Bovengemelde cijfers zijn te welsprekend om niet bevestigenc te antwoorden. Maar toch, zelfs al kreeg onze boter een goeden aftrok, zal er geen spraak zijn van veel kaas te makenwij hoeven niettemin onze. voorzorgen te nemen en, in afwachting zou men een deel der afgeroomde melk daartoe kun nen gebruiken. Sedert de afroomers zooveel ver spreid zijn, sedert de samenwerkende melkerijen zoo talrijk toegenomen zijn, gebruikt men meer en meer afgeroomde melk om kalveren te voeden, viggens en zwijnen vet te mesten. In die richting ge bruikt, verdient de afgeroomde melk dus eene bijzondere aandacht. Men aanvaardt door den band ge noeg dat de kleine of magere melk uiterst goed geschikt is om viggens te kweeken. Zoo ziet men in sommige lan den, onder andere in Denemarken, die kweek gepaard gaan met de uitbreiding der melkerijen. Maar men is het niet meer eens wanneer er valt te weten of de afgeroomde melk voordeelig kan be nuttigd worden in de-voeding van kweek- en bijzonder van vetkalvers. Men hoort dienaangaande de meest uitgebreidste gedachten uiten. Wij heb ben dan ook willen onderzoeken wat er van de kwestie is. Daartoe hebben we eene proefneming gedaan, waarvan wij in een volgende bijdrage den uitslag wil len doen kennen. F. S. Wij ontvangen volgende schrijven Beste Redactie, Menigmaal reeds zagen we in de Koornbloem optreden om de belangen der boeren door woord en schrift voor te staan. Deze vroegere blijken van durf in het verdedigen der belangen der boeren, zetten me aan U een uit de honderde gevallen van kwade wil en vooroordeel aan te halen die in zake oorlogsschade vergoeding tegenover de boeren in het werk gesteld worden. Verleden week werd ik naar Gent gevraagd bij den heer Staatscommissa- ris Wolters, Coupure, nr 18, Gent. Deze is onlangs benoemd in vervanging van een heer die zijne hooge bediening beter naar ieders voldoening wist uit te oefe nen. Tijdens de eerste paardenmonstering gehouden den 13 Januari 1915 werden enkelijk de twee schoonste paarden (waaronder het mijne) opgeëischt, waar voor de Burgemeester een bon ontving. Voor het opmaken der oorlogsschade wendde ik mij tot het gemeentebestuur die mij een verklaring ter hand stelde, dat de Duitsche overheid mij een ruin- paard ontnomen had en het geschat op 1800 fr. De nieuwe Heer Commissaris had die verklaring in mijn dossier gevonden en was ontsteld en verontwaardigd omdat ik die 1800 fr. dierf terugeischen. Hij wist dat zulke schattingen overdreven waren en ten slotte van rekening dierf hij mij, onder bedreiging van mijn zaak naar de rechtbank voor schadevergoe ding te zenden, 1300 fr. bieden. Zijn aanbod waarlijk belachelijk vindende, wacht ik gerust de uitspraak af Ik wil den Heer Commissaris niet van kwaadwilligheid verdenken, want hij zag er een flink stadsheerken uit, pas de schoolbanken ontgroeid, waar hij mis schien een diploma wist te bekomen die zijne benoeming mogelijk maakte. Het is best mogelijk dat deze heer een goede geleerdheid heeft, zelfs veel boekenver- stand, maar dat hij bevoegd is om te oordeelen over de waarde van paarden, hij die misschien nooit een paardenmarkt of -monstering bijgewoond heeft, neen dat is niet mogelijk, anders zou hij de goede paarden zien betalen hebben van 1600 tot 2200 frsofvan 1600 mark tot 2000 mark en dan zou hij zulke schattin gen niet meer overdreven vinden. Ik eindig, Beste Redactie, den wensch uitdrukkende dat dit enkel feit de ande re boeren ook moge aanzetten hunne grieven kenbaar te maken, om dan ge zamenlijk onze rechten te doen gelden. Nota van de Redactie Het is onge lukkiglijk maar al te waar dat in vele ge vallen de belangen der boeren over het hoofd gezien worden. Zoowel betrek kelijk d<> oorlogsschade als in vele ande re gevallen worden er benoemingen ge daan van menschen die met de boeren moeten in aanraking komen en die geen het minste practisch gedacht hebben van wat het boerenbedrijf is. Hoe wil men dan dat die menschen kennis hebben van paarden, koeien, vruchten inboedel of prijzij, zij die in de meeste gevallen nog geen beziestruik van een kriekelaar onderscheiden kunnen, noch een note laar van een wilgentronk. Er wonen nochtans vele deftige en goedbefaamde heeren, ja wijze en beredeneerde boe ren die den oorlog op den buiten door gebracht hebben de rooverijen der Duitschers gezien hebbendie de smok kelaars kennen en die heel bevoegd zouden kunnen optreden, zooniet om zulke plaatsen te bekleeden, dan toch als raadgevers. b) De kalk vermeerdert de werkda- digheid der fosfaten. De oplosbare su perfosfaat wordt in den grond door koolzure, door kalk, ijzeroxyde en alu- miniumoxyde onoplosbaar gemaakt. De superfosfaat welke zich met kalk of met koolzure kalk heeft verbonden, blijft echter oplosbaar in koolzuurhoudende waters terwijl de superfosfaat met ijzer of met aluminium verbonden, enkel in verdunde organische zuren oplosbaar blijft. Nu hoe rijker de grond aan kalk is. hoe meer kans dat de superfosfaat zich met kalk verbinde en dus oplosbaar blijve, 't Is daarom dat superfosfaat bij na altijd betere uitslagen levert op kalk achtige gronden. Daarentegen de moei lijk op te lossen fosfaten, zooals been- derfosfaten en natuurlijke fosfaten, heb ben een merkelijk beteren invloed op gronden welke arm aan kalk en rijk aan humus zijn, daar zulke gronden een vol doende hoeveelheid zure stoffen bevat ten om het tricalciumfosfaat in oplosbaar monocalciumfosfaat te veranderen. Kellner heeft getoond dat het toevoe gen van een groote hoeveelheid mergel ds werkdadigheid der beenderfosfaten benadeeligde, wijl het geen invloed had op superfosfaat en Thomasslakken. Dit is gemakkelijk te begrijpen: om beender fosfaten op te lossen zijn zuren noodig de kalk echter (en ook de mergel) neu traliseert deze zuren met vorming van calciumzouten welke tegenover de been derfosfaten onverschillig staan en ze dus niet kunnen oplosbaar maken. c) De ondervinding leert dat er kalk noodig is tot de ontbinding der orga nische stoffen (stalmest, beer, guano, bloedmest, enz.) Op gronden welke ge brek lijden aan kalk kan men na een ta melijk langen tijd een groot deel van stalmest en groenmest onaangetast te rugvinden de landbouwer zegt in dit geval dat zijn grond traag is. Op kalkhoudende gronden wordt dit feit bemerkt. Bacteriologische toestand. 5) Kalk versnelt deammoniakvorming en is onmisbaar voor de nitriflkatie (ni- trifikatie vorming van salpeterzure stikstof en nitraten). Nitriflkatie immers kan niet plaats grijpen op zure gronden Muntz en Girard hebben op zure gron den verschillende stikstofhoudende mest stoffen aangebracht en ze hebben be merkt dat geen nitraten werdea gevormd vooraleer mergel werd toegevoegd. Wohltmann heeft bevonden dat na 50 dagen 14 ammoniakale zuurstof in salpeterzure stikstof overging op een grond zonder kalk, wijl men 84,7 °/0 be kwam na aanwending van kalk op den zelfden grond. Calcium moet gebruikt worden onder vorm van kalk of van mergel, daar enkel deze twee calciumverbindingen de zuur heid van den grond kunnen vernietigen. De zoogezegde mindere waarde van zwavelzure ammoniak in vergelijking met nitraten is enkel toe te schrijven aan het feit dat de voorwaarden tot de nitri flkatie niet verwezenlijkt zijn, nl. omdat de grond gebrek lijdt aan alkalische kalk en hij aldus zuur is, hetzij dat die grond van zelfs natuurlijk zuur weze, hetzij dat die zuurheid voortvloeie uit de verande ring van zwavelzure ammoniak in zwa velzuur en salpeterzuur (zie ons vorig artikel). Bij afwezigheid van kalk kan de vorming van salpeterzuur in geringe hoeveelheid plaats grijpen, maar het gevormde salpeterzuur, wanneer het een zeer beperkt gehalte heeft bereikt, belet alle verdere vorming van salpeterzuur immers het afgescheiden produkt is een vergift voor de bacteriën en het belem mert hunne werking wanneer het niet onder vorm van een of andere verbin ding wordt onschadelijk gemaaktzoo bemerken we dat alle bacteriën welke zuren afscheiden (boterzuurbacterie, melkzuurbacterie) een alkalisch (tegen overgestelde van zuur) midden noodig hebben om hunne werking ten volle uit te voeren die bestatiging is de grond regel der scheikundige mikrobenleer Uit al die gegevens besluiten we dat zwavelzure ammoniak dubbel kalkrant- soen noodig heeft 1" om het salpeter zuur 2° om het vrijgekomen zwavel zuur te neutraliseeren. Salpeterzuur ver bindt zich met kalk tot salpeterzure kalk (calciumnitraat) welke geen invloed heeft op de bacterie en door de plant tot hare voeding wordt benuttigd. Proeven te Posen en te Koenigsberg hebben bewezen dat natriumnitraat jsodanitraat) betere uitslagen leverde dan zwavelzure ammoniak op gronden arm aan kalk, maar dat het uitwerksel van zwavelzure ammoniak merkelijk verbeterd werd door kalking of merge ling. De invloed van kalk op de nitrifi- ceeringsbacteriën is, volgens Tacke ea Immendorf, veel grooter dan deze van mergel. Deze opmerking is van groot belang in de praktijk': op zandige gron den, arm aan humus, zal men kalking vermijden, of slechts in kleine hoeveel heid gebruiken, en liefst zal men daar mergel aanwenden wijl men op zware, humusrijke gronden door en door zal kalken, daar hier geen vrees moet be staan niet zuinig genoeg om te gaan met de stikstofverbindingen die de grond als voorraad heeft. Men ziet hoe groot de invloed der kalking is op de nitriflkatie door het feit dat zij een beter verluchten van den grond mogelijk maakt (en de zuurstof uit de lucht is onmisbaar voor de nitrifl katie) en door het feit dat zij de zuren neutraliseert, laat de kalk haren invloed gelden. Dit is voor den landbouwer van het grootste belang, daar de waarde van een grond met rede geschat wordt vol gens zijn nitrifikatievermogen. Welk besluit gaan we nu trekken uit alles wat we geschreven hebben In eenen zin kunnen we dat besluit uiten. Kalk en meststoffen hebben op elkander een wederzijdschen invloed Kalk versnelt de werking der meststoffen, en niet alleen versnelt ze die werking maar in sommige gevallen is die werking zon der kalk onmogelijk, en daarom moet men kalken maar als kalken de werking versnelt, dan versnelt het natuurlijk ook de uitputting der meststoffen, en daar om is het bij kalking noodig in groote hoeveelheid scheikundige en organische meststoffen aan te wenden. Om dit nog anders uit te drukken er bestaat een evenwicht tusschen kalk en meststoffen, want kalk kan haar invloed niet uitoefe nen zonder meststoffen, en meststoffen kunnen hun invloed niet laten gelden zonder kalk. Vele landbouwers die geen uitslag bekwamen bij 't aanwenden van scheikundige meststoffen, zullen nu mis schien begrijpen dat zulks hoogst waar schijnlijk voortvloeide uit het onvol doende kalkgehalte van den grond. Het helpt immers niet scheikundige meststof fen aan te wenden zoo maar "op 't goed valle het uit zooals men in onze streek hier zegt alle bemesting moet een oor deelkundige bemesting zijn voorafgegaan van de ontleding van den grond door eenen deskundige (en als ik me niet ver gis mogen de landbouwers zich daar voor kosteloos tot de staatsagronomen wenden). Landbouw is immers een nij verheid en hij kan, zooals alle nijverheid, niet voortbestaan tenzij hij wetenschap pelijk wordt uitgebaat. P. J. CLAUS, Scheikundige. De winst verwezenlijkt door den land bouwer hangt tegenwoordig in de eerste plaats af van de bekomen opbrengsten en dus van de toegepaste bemestin gen. Deze blijven immers de grootste regelaars der opbrengsten. Om de maxima-opbrengsten te beko men is het dus noodig dat de gronden oordeelkundig bemest worden. En hierdoor moet men verstaan niet alleen het toepassen der voedende stoffen in voldoende hoeveelheid en gewenschte verhouding, maar ook het aanwenden van deze meststoffen die best aan de gestelde vereischten beantwoorden. Onder de stikstokmeststoffen is de ideale meststof het Sodanitraat van Chili dat de stikstof onder opneembaren en benuttigbaren vorm oplevert en ver der aan alle hoogervermelde vereisch ten voldoet. Daarenboven biedt het het groot voordeel de gronden niet te verzuren. Landbouwers leest en verspreidt uw blad. Landbouwers, in alle gemeenten moet gij vergaderingen inrichten. De dagen der bijeenkomsten voor de bestellingen zijn goede gelegenheden. Gij moet trach ten die vergaderingen zooveel mogelijk belangrijk te maken door de inschrijving van eene voordracht op het programma. Redt U Zeiven zal U helpen. Voor alle inlichtingen, zich wenden tot onzen agronoom, Mr Querton, Bureelen van Redt U Zeiven, Brabantstraat 53. Gelief niet te lang te wachten want de sprekers zouden kunnen belet zijn voor den dag die gij gekozen hebt. Op Zondag 8 Februari, na de Hoogmis, algemeene vergadering in 't gewoon lokaal. 1. VOORDRACHT. Sprekers M. O. Caudron, be stuurder van R. U. Z„ over Ver- eeniging en M. P. Querton, agro noom, over Bemestingsleer. 2. Inschrijving voor ka^, kolen, plantgoed en lentezaden. Alle landbouwers uitgenoodigd. RNBLOEM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1925 | | pagina 1