REDT U
ZELVEN
i
Onze Landboamktiodige
Stikstofvoeding der Plant
Oproep aan de
der streek
Hoppeboeren
De Spinazie.
Oordeelkundige Bemesting
Oyer Gemeenschap
Landbouwweekblad
flfbeid adelt
e
HET LANDBOUWONDERWIJS EN DE
LANDBOUW-BEROEPSSCHOLEN
Errata
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
x
ZONDAG 1 MAART. 1925.
Prij& 12 centiemen.
7de JAARGANG N\ 322
Abonnementsprijs s 6,00 frank 's jaars.
Men schrjjft In op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON, Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
('er X
:t
ïr-
Maar al te vaak beschuldigt men de
lagere school de leerlingen voor te be
reiden tot allerhande beroepen en be
drijven, behalve tot dit van landbouwer.
Wie zulks zegt of beweert, vertelt
louter onzin er. begaat een stellige
dwaasheid.
Immers op de lagere school vormt
men noch leeraars, noch advokaten,
noch ingenieurs, noch dokters, noch
landbouwers, noch eender wat ook
De eenige en uitsluitende rol der la
gere school bestaat enkel in het opvoe
den der kinderen en hun de begrippen te
verschaffen van een behoorlijk algemeen
onderwijs.
Meer kan of mag er van de lagere
school niet geêischt worden overigens
haar huidig programma is met deze be
grippen van algemeen onderwijs reeds
zwaar genoeg overlast, zonder dat z er
eenigszins aan denken mag, aan n be
paalde latere beroepsstudie van welken
aard ook, nutteloos den reeds zóó kost
baren tijd te besteden of juister gezegd
te verspillen.
Eens de lagere school doorgemaakt,
zullen andere meer bepaalde studiën,
de leerlingen trapsgewijze voorbereiden
tot dees of geen bedrijf, tot dees of gene
latere loopbaan, waartoe ze zich voor
bestemd gevoelen.
Ten vollen rechte getuigen wij dat de
kinderen welke zich tot Je landbouw- j
cultuur voorbestemmen even groote be-
hoefte hebben aan de opvoeding en al-
gemeene ontwikkeling der lagere schoolj
even stellig is ook de waarheid, dat het
slechts door andere, bepaalde, latere be
roepskennissen is, dat men ze zal kun
nen vormen tot degelijke landbouwers
met de onmisbare beroepsverdiensten
begaafd, en dit door een degelijk vak
onderwijs, gelijk aan dit waardoor ge-
neesijeeren, advokaten, ingenieurs, enz...
worden gevormddus een zuiver en
volledig landbouwonderwijs met recht-
streeksche beroepsoriënteering.
Immers men schijnt ongelukkiglijk
nog maar al te dikwijls uit het oog te
verliezen, dat de landbouw eene nijver
heid is geworden, waarbij soms meer in
gewikkelde technische kennissen van
noode zijn, dan deze welke sommige in
genieurs als bestuurders van andere nij
verheidstakken hoeven te bezitten.
Uit wat voorafgaat kunnen we dan
ook onmiddellijk afleiden, dat_ er hoege
naamd geen spraak kan zijn op de lagere
school landbouwers te willen vormen,
of zelfs deze taak op den rug te leggen
der brave onderwijzers, door naschool-
sche lessen, door avond-, zondag- of
winterleergangen.
Niet dat we zulks afkeuren integen
deel de liefde, de toewijding en de opof
fering dier doorieverige jeugdopvoeders
verdient zelfs den grootsten lof en we
achten het ons bovendien als een groo-
ten plicht hunne loffelijke pogingen ten
beste te steunen en aan te moedigen.
Doch wat haalt dit alles ten slotte uit?
Het bitter klein getal dergenen, welke
zich de moeite getroosten deze nochtans
zóó nuttige lessen en tijdelijke land-
bouwleergangen te volgen en het onre
gelmatig bijwonen dier cursussen zijn
voor den braven en werkzamen onder
wijzer doorgaans eene bittere ontgoo
cheling
Zeker, de onderwijzer zal steeds zijne
beste krachten wijden, om bij het kind
de liefde en den lust tot het veldleven
te ontwikkelen hij zal hunne belang
stelling weten te winnen door hun waar
nemingsgeest te scherpen bij de kennis
van planten en dieren, bij de verschijn
selen hunner ontwikkeling, bij de doen
wijzen in zake kuituur, kweek en voe
ding. Hij zal er eveneens op wijzen wel
ke middelen hen ter hand staan om t
buitenleven aangenamer. gezelliger,
vroolijker en aantrekkelijker te maken.
Niets belet hem bovendien zijn alge
meen onderwijs zóó te oriënteeren, dat
het verband vindt met het latere land-
bouwberoepsleven. Gelegenheidsonder-
wijs en vooral practische toepassingen
kunnen immers in die richting gebeuren,
door een passende keuze van voorbeel
den, dictaten, opstellen, vraagstukken,
teekeningen en dies meer, waarbij de
leerlingen de toepassing in hunne recht-
streeksche en onmiddellijke omgeving
terug vinden. Derwijze zullen de leer
lingen het practisch nut en doel der les
sen meer weten te waardeeren en der
wijze zullen deze laatsten ook ruim
schoots bijdragen tot de opvoeding en
algemeene ontwikkeling der kinderen.
Bovendien zal zulks hen reeds de noo-
voorliefde inboezemen der latere land-
bouw-beroepsstudiën, welke ze nader
hand zullen ontvangen in de eigenlijke
vakschool of de landbouwschool.
De landelijke lagere scholen dus wil
len hervormen in landbouwscholen,
ware deze dus doodeenvoudig van hun
nen rol en hunne juiste bestemming doen
afwijken en bovendien het zoo noodza
kelijk algemeen onderwijs, waarmede ze
uitsluitend zijn gelast, te doen verwaar-
loozen.
Wie het anders meent of beweert,
schijnt waarachtig niet te weten hoe
bitter weinig er slechts gevonden wor
den, die bij 't verlaten der lagere school
hun programma behoorlijk bezitten
Wel zou er desnoods aan het onder
wijs van den vierden graad eene
meer bepaalde beroepsoriënteering kun
nen gegeven worden, doch daartoe be
sluiten er een uitsluitend beroepsonder
wijs van te maken, ware een even groote
misgreep, wijl dit als onmiddellijk voort
gezet en volledigend lager onderwijs
moet beschouwd worden.
Wat nu de wezenlijke landbouwbe-
roepsschool betreft, zooals we ze be
schouwen en ze ons werkelijk voorstel
len, heeft deze niet enkel tot doel het
onderricht der wetenschappelijke ken
nissen, benevens het technische onder
wijs der beste kuluur- en kweekmetho-
den, maar bovendien ook en wel voor
namelijk het grondig economisch onder
richt der leerlingen.
Deze studie moet hen in staat stellen
op voorgelichte wijze eene hoeve te kie
zen en er de uitbating van te verzekeren
op de meest economische of winstgeven
de wijze. Kortom daarvoor moeten ze in
staat gesteld worden te organiseeren, te
besturen, te onderzoeken en te vergelij
ken door een ernstig boekhouden.
De landbouwer, die deze economische
kennissen niet bezit, die niet bij machte
is de noodige voorafgaande berekenin
gen te maken, die onbekwaam is zijne
inkomprijzen vast te stellen, en niet in
staat is er een volledig en nauwkeurig
boekhouden op na te houden, is stellig
niet voldoende gewapend, om zijn werk
ten profijtigste te doen gedijen en om het
kapitaal zijner onderneming de meest
mogelijke winsten te doen afwerpen.
Is zulks noodzakelijk voor den groo-
ten boer, even noodzakelijk is zulks voor
den middelmatigen of kleineren land
bouwer.
Dit alles zegt ons dan ook Waarblij
kend, dat dergelijk vakonderwijs niet
kan opgedaan worden, tenzij in eene
gansch speciale en tot dit doel inge
richte landbouwschool, met volledig
leer- en aanschouwingsmateriaaleene
vakschool in den zuiversten zin van het
woord, met al hare onontbeerlijke we
tenschappelijke, technische, didactische
en opvoedkundige leermiddelen en me
thoden eene school waarvan het on-
derwijskorps niet alleen behoeft te be
staan uit leerkrachten van gewoon
gehalte, maar wel uit grondig onderlegde
landbouwkundigen volledig op de hoog
te der practijk en der theorie, kortom
ernstige vakkundigen, bij wien het noch
aan wetenschap,noch aan ondervinding,
noch aan practijk ontbreken mag.
Heer Alex. Lonay, Eere-Staatsland-
bouwingenieur en Eere-Opziener van
het Landbouwonderwijs, bevestigt in
zijn onlangs verschenen vlugschrift dat
het landbouwonderricht over 't alge
meen slecht begrepen werd niet enkel in
Frankrijk maar ook hier en elders, bij
zooverre dat de landbouwuitbating verre
is van in handen te zijn van bevoegde
landbouwkundigen, begaafd met diezelf
de beroepswaarde der ingenieurs en
techniekers, welke we aantreffen bij de
andere nijverheidstakken, waarvan ze
den bloei en de fortuin verzekeren.
De landbouw zegt hij verder
staat in verhouding tot deze laatsten ver
re verachterd, en dit wel uit oorzaak
dat men zich enkel en alléén heeft ge
steund op de landbouwers om ze doen
vooruit te gaan.
Het landbouwvraagstuk zoo be
sluit hij is niet van zedelijken aard,—
zooals sommigen het weieens verkeerd
meenen en-beweren maar is en blijft
wel eene technisch en economisch pro-
blema, en de meest dringende taak
naar zijne meening is wel bekwame
landbouwkundigen te vormen, die als
hoofd eener hoeve in staat zullen zijn,
ze op de meest economische wijze op
te drijven.
Waaraan het Belgische zoowel als het
Fransche landbouwleger, behoefte heeft
is juist niet dien grooten staats-majoor
van theoriekers, maar wej aan goede-
troepsofficieren, anders gezegd bekwa
me en volledig gevormde landbouwkun
digen, bekwaam en geharnast om als
boeren de kuituren te leiden.
Bezaten we een degelijk statuut van een
wel begrepen landbouwonderwijs, dan
kon er van meet af aan den huidigen ge-
brekkigen toestand oneindig veel verhol
pen worden.
Onze agronoom Mr Querton is spre-
kelijk
Alle voormiddagen van 8 tot 12 u. op
onze bureelén, Brabantstraat, 53.
Des Zaterdags voormiddags in ons
lokaal, Groote Markt.
Kostelooze raadplegingen voor onze
leden over alle aangelegenheden.
Stikstof is onmisbaar voor de voeding
van levende wezens, omdat het een be
standdeel is der eiwitstoffen die het pro-
toplasma of levende stof vormen.
De jonge plant put in het begin de
noodige stikstof in het zaad later be
machtigt zij de stikstofverbindingen uit
den grond. Stikstof is in den grond te
vinden in drie verschillende vormen
in den vorm van nitraten, van ammoniak
en van meer ingewikkelde verbindingen
die men humus noemt, De humus, die
aan den grond zijn bruine kleur geeft,
ontstaat door ontbinding van den plan-
tenafval welke door de kuituur in den
grond gelaten wordt. Door zichzelf is
humus weinig werkdadig, maar onder
den invloed der bacteriën gaat hij ach
tereenvolgens over tot den vorm van
ammoniak en nitraten.
Bacon in de XIIIe en Glauber in de
XVII' eeuw spreken reeds van den
gunstigen invloed van salpeter op de
gewassen. Echter werd deze invloed
enkel omtrent het midden der vorige
eeuw grondig en systematisch bestu
deerd. Volgens Boussingault, Helbriegel
en Wilfarth is de meeropbrengst die
door het gebruik van nitraten geleverd
wordt bijna in rechtstreeksche verhou
ding met de aangewende hoeveelheid
nitraten, zoolang deze hoeveelheid niet
overdreven is. Aan dezen regel maken
de peulgewassen uitzondering, omdat zij
bij machte zijn de vrije stikstof uit de
lucht te verbruiken.
Om nitraten met zichzelven te vereen
zelvigen hebben de planten, volgens
Laurent Marchal en Carpiaux, de me
dewerking van het licht noodig en meer
speciaal van de ultravioletstralen. Deze
vereenzelviging of assimilatie geschiedt
met ontwikkeling van zuurstof, zooals
blijkt uit de proeven van Schloesing
zoon. Dit is gemakkelijk te verstaan daar
de stikstof in de eiwitstoffen in den
vorm van ammoniakale stikstof voor
komt, 't is te zeggen in den vorm van
stikstof welke niet rechtstreeks met
zuurstof, maar wel met waterstof is
verbonden.
Het is niet onverschillig welke nitraat
wordt aangewend de werkdadigste zijn
salpeterzure kali en salpeterzure ammo
niak (ammoniumnitraat), enkel daarna
komen in aanmerking sodanitraat en
calciumnitraat. Salpeterzure ammoniak
en salpeterzure kalk (calciumnitraat) zijn
twee stikstofverbindingen welke door de
nijverheid bereid worden ten koste van
de stikstof uit de lucht Kalkstikstof
fkalkcyanamide) die als vergoeding door
de Duitschers aan den Belgischen land
bouw werd geleverd, wordt ook ge
maakt ten koste der atmosfeerische stik
stof.
Ik wil echter kalkstikstof niet aanprij
zen, ten eerste, omdat ze slechte uitsla
gen leverde op onze akkergronden en
aldus hoegenaamd de gunst van onze
landbouwers niet inoogste, en ten twee
de, omdat de scheikundigen hebben be
vonden dat zich ten koste van kalkstik
stof een zekere hoeveelheid dicyandia-
mide vormt welke zeer vergiftig op de
plant werkt. Uit kalkstikstof worden
phosphazote (letterlijk fosfoorstikstof)
en urea bereid, en urea zou— volgens de
laatste proeven in Frankrijk en in de
Vereenigde Staten gedaan de ideale
stikstofmeststof blijken. Over de nijver
heid der atmosfeerische stikstof schrijven
we een speciaal artikel, want deze nij.-
verheid is reeds zeer ontwikkeld en zal
eerlang een overwegende rol spelen in
den landbouw.
In afwachting echter dat deze nieuwe
meststoffen hier in 't gebruik gebracht
worden en we weten hoe wantrou
wend onze boeren zijn en hoe traag ze
zijn om uit de moderne proefondervin
delijke wetenschap hun profijt te maken
in afwachting dus blijven de bijzon
derste scheikundige stikstofbemestingen
sodanitraat en zwavelzure ammoniak.
Mijn doel is in deze bijdrage de voor-
en nadeelen van elk dezer twee mest
stoffen in het licht te stellen.
Sodanitraat, zooals hij uit de cali
ches van Chili voorkomt, heeft een
zeer veranderlijk stikstofgehalte zooals
hij in den handel verkocht wordt moet
hij 15 a 16 stikstof bevatten. Sodani
traat is een zeer werkdadige meststof,
maar zijn invloed is maar van korten
duur, hij werkt op den plantengroei als
een zweepslag. Daar sodanitraat door de
plant gretig wordt opgeslorpt en ander
zijds gemakkelijk wordt weggespoeld,
geraakt hij ook gauw uitgeput. Een tijd
lang geniet de plant een overdreven
stikstofvoeding en daarna moet ze stik
stof derven, daar de voorraad uitgeput
is deze onregelmatigheid in de stikstof
voeding kan zeer schadelijk werken op
den plantengroei, tenzij de grond met
zijn natuurlijken voorraad aan organi
sche stikstof de stikstofvoeding kan
voortzetten.
In alle geval een tijdelijk overdrevene
stikstofvoeding kan enkel nadeelig zijn
de weefsels worden week en het om
vallen der graangewassen is altijd te
vreezen, We herinneren terloops de
proeven van Wietzmann welke bewe
zen hebben hoe bij graangewassen een
overdreven stikstofvoeding gepaard met
gebrek aan kalizouten (potasch) als ge
volg een flauwe oogst leverde. (H.
Wietzmann Z. Pflanzenernahr u. Düng.
1924).
Zwavelzure ammoniak is een bij-
produkt der gasfabrieken hij heeft een
stikstofgehalte van 20 a 21 De am-
moniakzouten kunnen als dusdanig door
de plant verbruikt worden, zooals blijkt
uit de proeven door Müntz, Schloesing
en Professor Mazê op gesteriliseerden
(d. i. vrij van bacteriën) grond gedaan.
De opslorping onder dezen vorm is
traag en schadelijk. Ammoniakzouten
moeten eerst door de bacteriën in nitra
ten omgewerkt worden vooraleer ze
werkelijk tot de plantenvoeding kunnen
dienen. Echter levert het bemesten met
zwavelzure ammoniak dit voordeel op
dat de stikstofvoeding nu regelmatig en
blijvend zal zijn, daar de ammoniakzou
ten niet weggespoeld worden en daar de
omzetting van ammoniakzouten in ni
traten niet plotseling maar zelf regelma
tig plaats grijpt. Van dat oogpunt uit is
zwavelzure ammoniak dus veel meer
waard dan sodanitraat, In onze bijdrage
Rol der Kalkbemesting hebben wij
er genoeg op gedrukt dat ammoniak
zouten enkel uitslag leveren op gronden
welke eene voldoende hoeveelheid kalk
bevattenwe hoeven dus over deze om
standigheid niet verder uit te wijden.
Enkel zal ik er nog bijvoegen dat her
haalde toevoegingen van een kleine hoe
veelheid kalk veel meer aan te prijzen is
dan het toevoegen, alle vijf, tien en zelfs
vijftien jaar van groote hoeveelheden
kalk.
Om tot een praktisch besluit te ko
men
Sodanitraat moet gebruikt worden
op zure gronden en mag gebruikt wor
den op humusrijke gronden, omdat in
dit laatste geval de tijdelijke stikstofrijke
voeding door nitraat teweeggebracht,
door de stikstofverbindingen van den
humus zal onderhouden worden, daar
humus onder den invloed der bacteriën
in ammoniakzouteu en verder in nitraten
wordt omgezet er zal dus geen onre
gelmatigheid in de stikstofvoeding te
vreezen zijn. Op gronden arm aan humus
zal geen sodanitraat gebruikt worden,of
alleszins niet zonder dat men hem met
zwavelzure ammoniak menge.
Zwavelzure ammoniak zal men met
den besten uitslag aanwenden op kalk-
rijkegronden. Opgronden arm aan hu
mus moet zwavelzuren ammoniak aan
gewend worden en zou sodanitraat, al
leen aangewend, zeer schadelijk zijn. In
geval van kalkgebrek zal men die gron
den eerst mergelen. Zwavelzure am
moniak zoo schrijft Russel (Journ.
Min. Agric. Juni 1924) is de passende
meststof voor tarwe, gerst en aardappe
len, en hij is even werkdadig als sodani
traat, hoewel hij minder kost (Gezien
zijn stikstofgehalte).
Vergiftiging der plant door schei
kundige meststoffen. Sodanitraat en
zwavelzure ammoniak werken beide ver
giftig bij het ontkiemen der graange
wassen. Volgens Maume en Dulac
(Comptes-Rendus Acad. Agric. France)
zijn deze beide meststoffen klaarblijke
lijk vergiftig gedurende de tien eerste
dagen die de bemesting volgen waar
schijnlijk is dit te wijten aan een of an
dere onzuiverheid dezer meststoffen.
Deze schadelijke werking verdwijnt stil
aan om plaats te maken voor een gunsti
gen invloed.
Het past dus enkel vijftien dagen na
de bemesting te zaaien, zoodat aan de
schadelijke bestanddeelen den tijd gela
ten wordt om te verdwijnen.
In een volgende bijdrage zullen we de
stikstofvoeding der peulgewassen uit
leggen deze planten immers hebben op
goedkoope wijze het stikstofvraagstuk
opgelost, daar ze de stikstof uit de lucht
bemachtigen.
P. J. CLAUS.
Scheikundige.
In ons vorig artikel"Melk, Bestand
deelen en Ontleding leze men midden
100 - W 100
d 87
HO - W_ 100
der le kolom
87
in plaats van
VerderW =100-10° y3'16=28-
in plaats van
W= 100
100 X 63,16
28
28.
2e kolom 28e regel 87 grammen in
plaats van 78 grammen.
Verder in plaats van toevoegen of
aftrekken, leze men aftrekken of toe
voegen.
Hoppeboeren, die uwe belan
gen en uw profijt behertigt
Hoppeboeren der streek veree-
nigt U, om uwe belangen samen
te verdedigen
Algemeene Vergadering op
Zondag 1 Maart 1925, om 3 uur,
in de ruime zaal van Alfons Van
Ransbeeck (Blos) Bouchout, He
kel gem.
Men zegge het voort
Hoppeboeren, op post
Namens het Voorloopig bestuur
Permentier Frans, Hoek, Erem-
bodegem.
Schoonjans Benoit.Langestraat,
Hekelgem.
(Vervolg en slot)
De spinazie is een tweehuizige plant,
't is te zeggen, dat mannelijke en vrou
welijke orgaren zich op verschillende
planten bevinden, 't is dus aan te raden,
wanneer men zaad bekomen wil een
groepje planten te laten opschieten. Bij
de mannelijke planten zijn de bloempjes
klein en groenachtig en staan in trossen,
bij de vrouwelijke integendeel, zijn het
kortzittende groepjes. Het kiemvermo-
gen van de spinaziezaden duurt wel vijf
jaren, het stekelig zaad is iets zwaarder
dan het rond.
Volgens het zaad stekelig is of rond,
verdeelt men de spinazie in twee groe
pen, de eerste schieten trager op of, zoo
ge begeert, bieden beteren weerstand
aan de hitte van den Zomer de laatste
geeft breedere, dikkere bladeren maar
schiet op als het maar eenigszins te warm
wordt en dit ondanks de beste voorzor
gen van beschutting en bemesting.
Onder de variëteiten met stekelig zaad
onderscheidt men voornamelijk de
spinazie van Engeland, zeer aanbeve
lenswaardige welke breede bladeren
vormt de reusachtige spinazie van
Amsterdam insgelijks aanbevelenswaar
dig om haar opbrengst.
Onder de variëteiten met ronde zaden
is voorzeker de monsterachtige van
Viroflay het best gekend, vraagt ze in
gelijk welken zaadwinkel en men zal ze
u voorzeker kunnen bestellen, ze heeft
bladeren die een lengte bereiken kunnen
van 20 tot 25 cm. en tot 20 cm. breed
worden. Ze is veeleischend en dit laat
zich begrijpen haar buitengewoon groote
ontwikkeling vraagt een voedzamer
grond en een sterke bemesting.
Alhoewel we hier boven schreven
dat de spinazie met ronde zaden sneller
opschieten dan deze met stekelige zaden
zijn er toch ook onder eerstgenoemde
variëteiten die trager opschieten en
daarom den naam van traagopschietende
hebben verworven laat ons slechts mel
ding maken van de traagopschietende spi
nazie van Castillon met effene bladeren,
aan te raden om binst de Lente of in den
Zomer te zaaien, een late variëteit er is
ook een traag opschietende met gekroes
de bladeren waarvan de bloemstengel
zich in de Lente wel veertien dagen later
ontwikkelt daa bij de andere variëteiten.
Hebben we de spinazie van Holland die
zeer winterhard is en sterkgroeiend we
hebben ook onze eigene variëteit of de
spinazie van Vlaanderen waarvan de
bladeren ronder en grooter zijn dan de
vorige en even zoo winterhard, ze wordt
veel gekweekt en is ook zeer aan te prij
zen. We hebben dan ook nog de spina
zie Triomf, welke hoogstwaarschijnlijk
dezen naam heeft verdiend om haar
groote opbrengst en haar gekroesde,
dikke en vleezige bladeren, ze is zeker
fel aan te bevelen voor Lente- en Zo sier
teelt.
We zouden de reeks dezer variëteiten
kunnen sluiten met de spinazie Victoria
en de Korfvuller nog op te sommendeze
zijn voorzeker niet te weerleggen en
dienen eens beproefd te worden.
De opbrengst der spinazie verschilt
natuurlijk volgens den groei der planten
en het min of meer goed lukken, doch
vergeten we het niet niet, spinazie kan
veel opbrengen en een oogst van 300
kgr. per are van een Herfstzaaiïng is
voorzeker geen zeldzaamheid. De zaaiïn-
gen gedaan in de Lente zijn niet zoo
veel opbrengend.
Dat de opbrengst grootendeels af
hangt van het min of meer goed lukken
der spinazie laat zich verklaren door de
witziekte en de smeltziekte, welke den
oogst soms gansch ten onder brengt,
't Is voornamelijk onder glas dat men de
witziekte nog al eens aantreft, de blade
ren vertoonen aan den bovenkant geel
achtige, ovale en tamelijk groote vlek
ken, den onderkant der bladeren is geel
en fluweelachtig. De aangetaste bladeren
sterven spoedig en de ziekte breidt zich
snel uit. Besproeiingen metBordeleesche
pap kan de ziekte tegenhouden men
moet nochtans'wel zorg dragen als men
hiervan gebruik heeft gemaakt, de bla
deren duchtig te wasschen om het koper-
sulfaat dat er zou kunnen aankleven.
Dergelijke planten dienen ook niet in
den handel gebracht, want ze geven
soms den verkooper een slechte faam.
De smeltziekte komt vooral voort in
humusrijken grond, de bladeren worden
geel en rotten. De bekalking zal dezen
grond gezond maken, men doet noch
tans best een of twee jaren te wachten
alvorens nog spinazie op dezelfde plaats
te kweeken.
Om te sluiten nog een woordje over
de manier van zaad te kweeken. Men
kiest gewoonlijk eeu schoon groepje
planten uit een zaaiing gedaan in Augus
tus of September, ware dit onmogelijk
en dit gebeurt al eens bij zeer strenge
winters, dan kiest men het groepje uit de
lentezaaiing. De mannelijke planten
schieten eerst op, ze geven wel stuifmeel
en eens, de vrouwelijke planten, bevrucht
worden geel en sterven. Bij velen wor
den de mannelijke zaaddragers wegge
nomen, doch dit is niet aan te raden,
want alhoewel uitgeput houden ze zich
toch nog recht en dienen tot steun van
de vrouwelijke planten.
De spinazie wordt veel gekweekt bij
onze buitenbevolking en 't is ook een
zeer aan te prijzen teelt, zij vergt weinig
onderhoudszorgen, weinig kennis en bij
het koken doet men den pot goed vol,
dan zal er toch een lepel of twee voor
iedereen ter beschikking zijn, de blade
ren door 't koken smelten fel weg, maar
blijven toch groen, 't En is dan met de
spinazie nog zoo armzalig niet gesteld
dan met de pachtwet Van Dievoet, deze
is zelfs zonder ze te koken gansch ver
dwenen.
L. HAEMS,
Landbouwvoordrachtgever.
De winst verwezenlijkt door den land
bouwer hangt tegenwoordig in de eerste
plaats af van de bekomen opbrengsten
en dus van de toegepaste bemestin
gen. Deze blijven immers de grootste
regelaars der opbrengsten.
Om de maxima-opbrengsten te beko
men is het dus noodig dat de gronden
oordeelkundig bemest worden. En
hierdoor moet men verstaan niet alleen
het toepassen der voedende stoffen in
voldoende hoeveelheid en gewenschte
verhouding, maar ook het aanwenden
van deze meststoffen die best aan de
gestelde vereischten beantwoorden.
Onder de stikstokmeststoffen is de
ideale meststof het Sodanitraat van
Chili dat de stikstof onder opneembaren
en benuttigbaren vorm oplevert en ver
der aan alle hoogervermelde vereisch
ten voldoet. Daarenboven biedt het
het groot voordeel de gronden niet te
verzuren.
(Vervolg)
Afstand der planterijen
en zekere gebouwen.
Planterijen Wij hebben daarover in
de brievenbus van verleden week zeke
re uitleggingen gegeven. Wij zullen die
in 't kort herhalen en volledigen.
Als er geene andere gewoonten be
staan, mogen muurboomen langs weers
kanten van een gemeenschappelijke
muur geplant worden ofwel door den
bezitter van den muur alléén als deze
niet-gemeenschappelijk is. De hoogstam-
mige boomen moeten op 2 meter van de
grens staan (in de streek van Aalst 3 1/2
voetde laagstammige boomen en plan
terijen, op 0,50 m.) Als een boom niet op
de wettelijke afstand geplant is, heeft de
gebuur het recht hen te doen verdwijnen
men verbeurt dat recht als men het
gedurende 30 jaren niet gebruikt.
Men mag den bezitter van een boom
verplichten de takken die over een an
der eigendom hangen af te snijden men
mag de wortels die in een anders land
komen afsteken. De huurder heeft het
zelfde recht als de eigenaar en dat recht
is onverjaarbaar.
Men heeft recht op het fruit dat op
zijn eigendom valtvoor het andere (dat
niet valt) kan de bezitter van den boom
de gebuur verplichten het fruit te laten
plukken ofwel mag de laatste het zelf
plukken en weergeven.
Gebouwen Afstanden voor putten,
schouwen, aalputten, mesthoopen, enz.,
mogen door reglementen vastgesteld
worden, namelijk door de gemeenten.
Licht en zicht op den
eigendom van een gebuur
In een gemeenschappelijk muur mag
men geen venster of opening maken
zonder de toelating van den tweeden
eigenaar.
In een niet-gemeenschappelijke muur,
als deze kort tegen het goed van een ge
buur staat, mag de eigenaar vensters met
mat glas maken, die niet open kunnen
die vensters moeten een ijzerdraad-tralie
DE
'MBLOEM