REDT U ZELVEN i Onze Landboamktiodige Stikstofvoeding der Plant Oproep aan de der streek Hoppeboeren De Spinazie. Oordeelkundige Bemesting Oyer Gemeenschap Landbouwweekblad flfbeid adelt e HET LANDBOUWONDERWIJS EN DE LANDBOUW-BEROEPSSCHOLEN Errata moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. x ZONDAG 1 MAART. 1925. Prij& 12 centiemen. 7de JAARGANG N\ 322 Abonnementsprijs s 6,00 frank 's jaars. Men schrjjft In op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers ('er X :t ïr- Maar al te vaak beschuldigt men de lagere school de leerlingen voor te be reiden tot allerhande beroepen en be drijven, behalve tot dit van landbouwer. Wie zulks zegt of beweert, vertelt louter onzin er. begaat een stellige dwaasheid. Immers op de lagere school vormt men noch leeraars, noch advokaten, noch ingenieurs, noch dokters, noch landbouwers, noch eender wat ook De eenige en uitsluitende rol der la gere school bestaat enkel in het opvoe den der kinderen en hun de begrippen te verschaffen van een behoorlijk algemeen onderwijs. Meer kan of mag er van de lagere school niet geêischt worden overigens haar huidig programma is met deze be grippen van algemeen onderwijs reeds zwaar genoeg overlast, zonder dat z er eenigszins aan denken mag, aan n be paalde latere beroepsstudie van welken aard ook, nutteloos den reeds zóó kost baren tijd te besteden of juister gezegd te verspillen. Eens de lagere school doorgemaakt, zullen andere meer bepaalde studiën, de leerlingen trapsgewijze voorbereiden tot dees of geen bedrijf, tot dees of gene latere loopbaan, waartoe ze zich voor bestemd gevoelen. Ten vollen rechte getuigen wij dat de kinderen welke zich tot Je landbouw- j cultuur voorbestemmen even groote be- hoefte hebben aan de opvoeding en al- gemeene ontwikkeling der lagere schoolj even stellig is ook de waarheid, dat het slechts door andere, bepaalde, latere be roepskennissen is, dat men ze zal kun nen vormen tot degelijke landbouwers met de onmisbare beroepsverdiensten begaafd, en dit door een degelijk vak onderwijs, gelijk aan dit waardoor ge- neesijeeren, advokaten, ingenieurs, enz... worden gevormddus een zuiver en volledig landbouwonderwijs met recht- streeksche beroepsoriënteering. Immers men schijnt ongelukkiglijk nog maar al te dikwijls uit het oog te verliezen, dat de landbouw eene nijver heid is geworden, waarbij soms meer in gewikkelde technische kennissen van noode zijn, dan deze welke sommige in genieurs als bestuurders van andere nij verheidstakken hoeven te bezitten. Uit wat voorafgaat kunnen we dan ook onmiddellijk afleiden, dat_ er hoege naamd geen spraak kan zijn op de lagere school landbouwers te willen vormen, of zelfs deze taak op den rug te leggen der brave onderwijzers, door naschool- sche lessen, door avond-, zondag- of winterleergangen. Niet dat we zulks afkeuren integen deel de liefde, de toewijding en de opof fering dier doorieverige jeugdopvoeders verdient zelfs den grootsten lof en we achten het ons bovendien als een groo- ten plicht hunne loffelijke pogingen ten beste te steunen en aan te moedigen. Doch wat haalt dit alles ten slotte uit? Het bitter klein getal dergenen, welke zich de moeite getroosten deze nochtans zóó nuttige lessen en tijdelijke land- bouwleergangen te volgen en het onre gelmatig bijwonen dier cursussen zijn voor den braven en werkzamen onder wijzer doorgaans eene bittere ontgoo cheling Zeker, de onderwijzer zal steeds zijne beste krachten wijden, om bij het kind de liefde en den lust tot het veldleven te ontwikkelen hij zal hunne belang stelling weten te winnen door hun waar nemingsgeest te scherpen bij de kennis van planten en dieren, bij de verschijn selen hunner ontwikkeling, bij de doen wijzen in zake kuituur, kweek en voe ding. Hij zal er eveneens op wijzen wel ke middelen hen ter hand staan om t buitenleven aangenamer. gezelliger, vroolijker en aantrekkelijker te maken. Niets belet hem bovendien zijn alge meen onderwijs zóó te oriënteeren, dat het verband vindt met het latere land- bouwberoepsleven. Gelegenheidsonder- wijs en vooral practische toepassingen kunnen immers in die richting gebeuren, door een passende keuze van voorbeel den, dictaten, opstellen, vraagstukken, teekeningen en dies meer, waarbij de leerlingen de toepassing in hunne recht- streeksche en onmiddellijke omgeving terug vinden. Derwijze zullen de leer lingen het practisch nut en doel der les sen meer weten te waardeeren en der wijze zullen deze laatsten ook ruim schoots bijdragen tot de opvoeding en algemeene ontwikkeling der kinderen. Bovendien zal zulks hen reeds de noo- voorliefde inboezemen der latere land- bouw-beroepsstudiën, welke ze nader hand zullen ontvangen in de eigenlijke vakschool of de landbouwschool. De landelijke lagere scholen dus wil len hervormen in landbouwscholen, ware deze dus doodeenvoudig van hun nen rol en hunne juiste bestemming doen afwijken en bovendien het zoo noodza kelijk algemeen onderwijs, waarmede ze uitsluitend zijn gelast, te doen verwaar- loozen. Wie het anders meent of beweert, schijnt waarachtig niet te weten hoe bitter weinig er slechts gevonden wor den, die bij 't verlaten der lagere school hun programma behoorlijk bezitten Wel zou er desnoods aan het onder wijs van den vierden graad eene meer bepaalde beroepsoriënteering kun nen gegeven worden, doch daartoe be sluiten er een uitsluitend beroepsonder wijs van te maken, ware een even groote misgreep, wijl dit als onmiddellijk voort gezet en volledigend lager onderwijs moet beschouwd worden. Wat nu de wezenlijke landbouwbe- roepsschool betreft, zooals we ze be schouwen en ze ons werkelijk voorstel len, heeft deze niet enkel tot doel het onderricht der wetenschappelijke ken nissen, benevens het technische onder wijs der beste kuluur- en kweekmetho- den, maar bovendien ook en wel voor namelijk het grondig economisch onder richt der leerlingen. Deze studie moet hen in staat stellen op voorgelichte wijze eene hoeve te kie zen en er de uitbating van te verzekeren op de meest economische of winstgeven de wijze. Kortom daarvoor moeten ze in staat gesteld worden te organiseeren, te besturen, te onderzoeken en te vergelij ken door een ernstig boekhouden. De landbouwer, die deze economische kennissen niet bezit, die niet bij machte is de noodige voorafgaande berekenin gen te maken, die onbekwaam is zijne inkomprijzen vast te stellen, en niet in staat is er een volledig en nauwkeurig boekhouden op na te houden, is stellig niet voldoende gewapend, om zijn werk ten profijtigste te doen gedijen en om het kapitaal zijner onderneming de meest mogelijke winsten te doen afwerpen. Is zulks noodzakelijk voor den groo- ten boer, even noodzakelijk is zulks voor den middelmatigen of kleineren land bouwer. Dit alles zegt ons dan ook Waarblij kend, dat dergelijk vakonderwijs niet kan opgedaan worden, tenzij in eene gansch speciale en tot dit doel inge richte landbouwschool, met volledig leer- en aanschouwingsmateriaaleene vakschool in den zuiversten zin van het woord, met al hare onontbeerlijke we tenschappelijke, technische, didactische en opvoedkundige leermiddelen en me thoden eene school waarvan het on- derwijskorps niet alleen behoeft te be staan uit leerkrachten van gewoon gehalte, maar wel uit grondig onderlegde landbouwkundigen volledig op de hoog te der practijk en der theorie, kortom ernstige vakkundigen, bij wien het noch aan wetenschap,noch aan ondervinding, noch aan practijk ontbreken mag. Heer Alex. Lonay, Eere-Staatsland- bouwingenieur en Eere-Opziener van het Landbouwonderwijs, bevestigt in zijn onlangs verschenen vlugschrift dat het landbouwonderricht over 't alge meen slecht begrepen werd niet enkel in Frankrijk maar ook hier en elders, bij zooverre dat de landbouwuitbating verre is van in handen te zijn van bevoegde landbouwkundigen, begaafd met diezelf de beroepswaarde der ingenieurs en techniekers, welke we aantreffen bij de andere nijverheidstakken, waarvan ze den bloei en de fortuin verzekeren. De landbouw zegt hij verder staat in verhouding tot deze laatsten ver re verachterd, en dit wel uit oorzaak dat men zich enkel en alléén heeft ge steund op de landbouwers om ze doen vooruit te gaan. Het landbouwvraagstuk zoo be sluit hij is niet van zedelijken aard,— zooals sommigen het weieens verkeerd meenen en-beweren maar is en blijft wel eene technisch en economisch pro- blema, en de meest dringende taak naar zijne meening is wel bekwame landbouwkundigen te vormen, die als hoofd eener hoeve in staat zullen zijn, ze op de meest economische wijze op te drijven. Waaraan het Belgische zoowel als het Fransche landbouwleger, behoefte heeft is juist niet dien grooten staats-majoor van theoriekers, maar wej aan goede- troepsofficieren, anders gezegd bekwa me en volledig gevormde landbouwkun digen, bekwaam en geharnast om als boeren de kuituren te leiden. Bezaten we een degelijk statuut van een wel begrepen landbouwonderwijs, dan kon er van meet af aan den huidigen ge- brekkigen toestand oneindig veel verhol pen worden. Onze agronoom Mr Querton is spre- kelijk Alle voormiddagen van 8 tot 12 u. op onze bureelén, Brabantstraat, 53. Des Zaterdags voormiddags in ons lokaal, Groote Markt. Kostelooze raadplegingen voor onze leden over alle aangelegenheden. Stikstof is onmisbaar voor de voeding van levende wezens, omdat het een be standdeel is der eiwitstoffen die het pro- toplasma of levende stof vormen. De jonge plant put in het begin de noodige stikstof in het zaad later be machtigt zij de stikstofverbindingen uit den grond. Stikstof is in den grond te vinden in drie verschillende vormen in den vorm van nitraten, van ammoniak en van meer ingewikkelde verbindingen die men humus noemt, De humus, die aan den grond zijn bruine kleur geeft, ontstaat door ontbinding van den plan- tenafval welke door de kuituur in den grond gelaten wordt. Door zichzelf is humus weinig werkdadig, maar onder den invloed der bacteriën gaat hij ach tereenvolgens over tot den vorm van ammoniak en nitraten. Bacon in de XIIIe en Glauber in de XVII' eeuw spreken reeds van den gunstigen invloed van salpeter op de gewassen. Echter werd deze invloed enkel omtrent het midden der vorige eeuw grondig en systematisch bestu deerd. Volgens Boussingault, Helbriegel en Wilfarth is de meeropbrengst die door het gebruik van nitraten geleverd wordt bijna in rechtstreeksche verhou ding met de aangewende hoeveelheid nitraten, zoolang deze hoeveelheid niet overdreven is. Aan dezen regel maken de peulgewassen uitzondering, omdat zij bij machte zijn de vrije stikstof uit de lucht te verbruiken. Om nitraten met zichzelven te vereen zelvigen hebben de planten, volgens Laurent Marchal en Carpiaux, de me dewerking van het licht noodig en meer speciaal van de ultravioletstralen. Deze vereenzelviging of assimilatie geschiedt met ontwikkeling van zuurstof, zooals blijkt uit de proeven van Schloesing zoon. Dit is gemakkelijk te verstaan daar de stikstof in de eiwitstoffen in den vorm van ammoniakale stikstof voor komt, 't is te zeggen in den vorm van stikstof welke niet rechtstreeks met zuurstof, maar wel met waterstof is verbonden. Het is niet onverschillig welke nitraat wordt aangewend de werkdadigste zijn salpeterzure kali en salpeterzure ammo niak (ammoniumnitraat), enkel daarna komen in aanmerking sodanitraat en calciumnitraat. Salpeterzure ammoniak en salpeterzure kalk (calciumnitraat) zijn twee stikstofverbindingen welke door de nijverheid bereid worden ten koste van de stikstof uit de lucht Kalkstikstof fkalkcyanamide) die als vergoeding door de Duitschers aan den Belgischen land bouw werd geleverd, wordt ook ge maakt ten koste der atmosfeerische stik stof. Ik wil echter kalkstikstof niet aanprij zen, ten eerste, omdat ze slechte uitsla gen leverde op onze akkergronden en aldus hoegenaamd de gunst van onze landbouwers niet inoogste, en ten twee de, omdat de scheikundigen hebben be vonden dat zich ten koste van kalkstik stof een zekere hoeveelheid dicyandia- mide vormt welke zeer vergiftig op de plant werkt. Uit kalkstikstof worden phosphazote (letterlijk fosfoorstikstof) en urea bereid, en urea zou— volgens de laatste proeven in Frankrijk en in de Vereenigde Staten gedaan de ideale stikstofmeststof blijken. Over de nijver heid der atmosfeerische stikstof schrijven we een speciaal artikel, want deze nij.- verheid is reeds zeer ontwikkeld en zal eerlang een overwegende rol spelen in den landbouw. In afwachting echter dat deze nieuwe meststoffen hier in 't gebruik gebracht worden en we weten hoe wantrou wend onze boeren zijn en hoe traag ze zijn om uit de moderne proefondervin delijke wetenschap hun profijt te maken in afwachting dus blijven de bijzon derste scheikundige stikstofbemestingen sodanitraat en zwavelzure ammoniak. Mijn doel is in deze bijdrage de voor- en nadeelen van elk dezer twee mest stoffen in het licht te stellen. Sodanitraat, zooals hij uit de cali ches van Chili voorkomt, heeft een zeer veranderlijk stikstofgehalte zooals hij in den handel verkocht wordt moet hij 15 a 16 stikstof bevatten. Sodani traat is een zeer werkdadige meststof, maar zijn invloed is maar van korten duur, hij werkt op den plantengroei als een zweepslag. Daar sodanitraat door de plant gretig wordt opgeslorpt en ander zijds gemakkelijk wordt weggespoeld, geraakt hij ook gauw uitgeput. Een tijd lang geniet de plant een overdreven stikstofvoeding en daarna moet ze stik stof derven, daar de voorraad uitgeput is deze onregelmatigheid in de stikstof voeding kan zeer schadelijk werken op den plantengroei, tenzij de grond met zijn natuurlijken voorraad aan organi sche stikstof de stikstofvoeding kan voortzetten. In alle geval een tijdelijk overdrevene stikstofvoeding kan enkel nadeelig zijn de weefsels worden week en het om vallen der graangewassen is altijd te vreezen, We herinneren terloops de proeven van Wietzmann welke bewe zen hebben hoe bij graangewassen een overdreven stikstofvoeding gepaard met gebrek aan kalizouten (potasch) als ge volg een flauwe oogst leverde. (H. Wietzmann Z. Pflanzenernahr u. Düng. 1924). Zwavelzure ammoniak is een bij- produkt der gasfabrieken hij heeft een stikstofgehalte van 20 a 21 De am- moniakzouten kunnen als dusdanig door de plant verbruikt worden, zooals blijkt uit de proeven door Müntz, Schloesing en Professor Mazê op gesteriliseerden (d. i. vrij van bacteriën) grond gedaan. De opslorping onder dezen vorm is traag en schadelijk. Ammoniakzouten moeten eerst door de bacteriën in nitra ten omgewerkt worden vooraleer ze werkelijk tot de plantenvoeding kunnen dienen. Echter levert het bemesten met zwavelzure ammoniak dit voordeel op dat de stikstofvoeding nu regelmatig en blijvend zal zijn, daar de ammoniakzou ten niet weggespoeld worden en daar de omzetting van ammoniakzouten in ni traten niet plotseling maar zelf regelma tig plaats grijpt. Van dat oogpunt uit is zwavelzure ammoniak dus veel meer waard dan sodanitraat, In onze bijdrage Rol der Kalkbemesting hebben wij er genoeg op gedrukt dat ammoniak zouten enkel uitslag leveren op gronden welke eene voldoende hoeveelheid kalk bevattenwe hoeven dus over deze om standigheid niet verder uit te wijden. Enkel zal ik er nog bijvoegen dat her haalde toevoegingen van een kleine hoe veelheid kalk veel meer aan te prijzen is dan het toevoegen, alle vijf, tien en zelfs vijftien jaar van groote hoeveelheden kalk. Om tot een praktisch besluit te ko men Sodanitraat moet gebruikt worden op zure gronden en mag gebruikt wor den op humusrijke gronden, omdat in dit laatste geval de tijdelijke stikstofrijke voeding door nitraat teweeggebracht, door de stikstofverbindingen van den humus zal onderhouden worden, daar humus onder den invloed der bacteriën in ammoniakzouteu en verder in nitraten wordt omgezet er zal dus geen onre gelmatigheid in de stikstofvoeding te vreezen zijn. Op gronden arm aan humus zal geen sodanitraat gebruikt worden,of alleszins niet zonder dat men hem met zwavelzure ammoniak menge. Zwavelzure ammoniak zal men met den besten uitslag aanwenden op kalk- rijkegronden. Opgronden arm aan hu mus moet zwavelzuren ammoniak aan gewend worden en zou sodanitraat, al leen aangewend, zeer schadelijk zijn. In geval van kalkgebrek zal men die gron den eerst mergelen. Zwavelzure am moniak zoo schrijft Russel (Journ. Min. Agric. Juni 1924) is de passende meststof voor tarwe, gerst en aardappe len, en hij is even werkdadig als sodani traat, hoewel hij minder kost (Gezien zijn stikstofgehalte). Vergiftiging der plant door schei kundige meststoffen. Sodanitraat en zwavelzure ammoniak werken beide ver giftig bij het ontkiemen der graange wassen. Volgens Maume en Dulac (Comptes-Rendus Acad. Agric. France) zijn deze beide meststoffen klaarblijke lijk vergiftig gedurende de tien eerste dagen die de bemesting volgen waar schijnlijk is dit te wijten aan een of an dere onzuiverheid dezer meststoffen. Deze schadelijke werking verdwijnt stil aan om plaats te maken voor een gunsti gen invloed. Het past dus enkel vijftien dagen na de bemesting te zaaien, zoodat aan de schadelijke bestanddeelen den tijd gela ten wordt om te verdwijnen. In een volgende bijdrage zullen we de stikstofvoeding der peulgewassen uit leggen deze planten immers hebben op goedkoope wijze het stikstofvraagstuk opgelost, daar ze de stikstof uit de lucht bemachtigen. P. J. CLAUS. Scheikundige. In ons vorig artikel"Melk, Bestand deelen en Ontleding leze men midden 100 - W 100 d 87 HO - W_ 100 der le kolom 87 in plaats van VerderW =100-10° y3'16=28- in plaats van W= 100 100 X 63,16 28 28. 2e kolom 28e regel 87 grammen in plaats van 78 grammen. Verder in plaats van toevoegen of aftrekken, leze men aftrekken of toe voegen. Hoppeboeren, die uwe belan gen en uw profijt behertigt Hoppeboeren der streek veree- nigt U, om uwe belangen samen te verdedigen Algemeene Vergadering op Zondag 1 Maart 1925, om 3 uur, in de ruime zaal van Alfons Van Ransbeeck (Blos) Bouchout, He kel gem. Men zegge het voort Hoppeboeren, op post Namens het Voorloopig bestuur Permentier Frans, Hoek, Erem- bodegem. Schoonjans Benoit.Langestraat, Hekelgem. (Vervolg en slot) De spinazie is een tweehuizige plant, 't is te zeggen, dat mannelijke en vrou welijke orgaren zich op verschillende planten bevinden, 't is dus aan te raden, wanneer men zaad bekomen wil een groepje planten te laten opschieten. Bij de mannelijke planten zijn de bloempjes klein en groenachtig en staan in trossen, bij de vrouwelijke integendeel, zijn het kortzittende groepjes. Het kiemvermo- gen van de spinaziezaden duurt wel vijf jaren, het stekelig zaad is iets zwaarder dan het rond. Volgens het zaad stekelig is of rond, verdeelt men de spinazie in twee groe pen, de eerste schieten trager op of, zoo ge begeert, bieden beteren weerstand aan de hitte van den Zomer de laatste geeft breedere, dikkere bladeren maar schiet op als het maar eenigszins te warm wordt en dit ondanks de beste voorzor gen van beschutting en bemesting. Onder de variëteiten met stekelig zaad onderscheidt men voornamelijk de spinazie van Engeland, zeer aanbeve lenswaardige welke breede bladeren vormt de reusachtige spinazie van Amsterdam insgelijks aanbevelenswaar dig om haar opbrengst. Onder de variëteiten met ronde zaden is voorzeker de monsterachtige van Viroflay het best gekend, vraagt ze in gelijk welken zaadwinkel en men zal ze u voorzeker kunnen bestellen, ze heeft bladeren die een lengte bereiken kunnen van 20 tot 25 cm. en tot 20 cm. breed worden. Ze is veeleischend en dit laat zich begrijpen haar buitengewoon groote ontwikkeling vraagt een voedzamer grond en een sterke bemesting. Alhoewel we hier boven schreven dat de spinazie met ronde zaden sneller opschieten dan deze met stekelige zaden zijn er toch ook onder eerstgenoemde variëteiten die trager opschieten en daarom den naam van traagopschietende hebben verworven laat ons slechts mel ding maken van de traagopschietende spi nazie van Castillon met effene bladeren, aan te raden om binst de Lente of in den Zomer te zaaien, een late variëteit er is ook een traag opschietende met gekroes de bladeren waarvan de bloemstengel zich in de Lente wel veertien dagen later ontwikkelt daa bij de andere variëteiten. Hebben we de spinazie van Holland die zeer winterhard is en sterkgroeiend we hebben ook onze eigene variëteit of de spinazie van Vlaanderen waarvan de bladeren ronder en grooter zijn dan de vorige en even zoo winterhard, ze wordt veel gekweekt en is ook zeer aan te prij zen. We hebben dan ook nog de spina zie Triomf, welke hoogstwaarschijnlijk dezen naam heeft verdiend om haar groote opbrengst en haar gekroesde, dikke en vleezige bladeren, ze is zeker fel aan te bevelen voor Lente- en Zo sier teelt. We zouden de reeks dezer variëteiten kunnen sluiten met de spinazie Victoria en de Korfvuller nog op te sommendeze zijn voorzeker niet te weerleggen en dienen eens beproefd te worden. De opbrengst der spinazie verschilt natuurlijk volgens den groei der planten en het min of meer goed lukken, doch vergeten we het niet niet, spinazie kan veel opbrengen en een oogst van 300 kgr. per are van een Herfstzaaiïng is voorzeker geen zeldzaamheid. De zaaiïn- gen gedaan in de Lente zijn niet zoo veel opbrengend. Dat de opbrengst grootendeels af hangt van het min of meer goed lukken der spinazie laat zich verklaren door de witziekte en de smeltziekte, welke den oogst soms gansch ten onder brengt, 't Is voornamelijk onder glas dat men de witziekte nog al eens aantreft, de blade ren vertoonen aan den bovenkant geel achtige, ovale en tamelijk groote vlek ken, den onderkant der bladeren is geel en fluweelachtig. De aangetaste bladeren sterven spoedig en de ziekte breidt zich snel uit. Besproeiingen metBordeleesche pap kan de ziekte tegenhouden men moet nochtans'wel zorg dragen als men hiervan gebruik heeft gemaakt, de bla deren duchtig te wasschen om het koper- sulfaat dat er zou kunnen aankleven. Dergelijke planten dienen ook niet in den handel gebracht, want ze geven soms den verkooper een slechte faam. De smeltziekte komt vooral voort in humusrijken grond, de bladeren worden geel en rotten. De bekalking zal dezen grond gezond maken, men doet noch tans best een of twee jaren te wachten alvorens nog spinazie op dezelfde plaats te kweeken. Om te sluiten nog een woordje over de manier van zaad te kweeken. Men kiest gewoonlijk eeu schoon groepje planten uit een zaaiing gedaan in Augus tus of September, ware dit onmogelijk en dit gebeurt al eens bij zeer strenge winters, dan kiest men het groepje uit de lentezaaiing. De mannelijke planten schieten eerst op, ze geven wel stuifmeel en eens, de vrouwelijke planten, bevrucht worden geel en sterven. Bij velen wor den de mannelijke zaaddragers wegge nomen, doch dit is niet aan te raden, want alhoewel uitgeput houden ze zich toch nog recht en dienen tot steun van de vrouwelijke planten. De spinazie wordt veel gekweekt bij onze buitenbevolking en 't is ook een zeer aan te prijzen teelt, zij vergt weinig onderhoudszorgen, weinig kennis en bij het koken doet men den pot goed vol, dan zal er toch een lepel of twee voor iedereen ter beschikking zijn, de blade ren door 't koken smelten fel weg, maar blijven toch groen, 't En is dan met de spinazie nog zoo armzalig niet gesteld dan met de pachtwet Van Dievoet, deze is zelfs zonder ze te koken gansch ver dwenen. L. HAEMS, Landbouwvoordrachtgever. De winst verwezenlijkt door den land bouwer hangt tegenwoordig in de eerste plaats af van de bekomen opbrengsten en dus van de toegepaste bemestin gen. Deze blijven immers de grootste regelaars der opbrengsten. Om de maxima-opbrengsten te beko men is het dus noodig dat de gronden oordeelkundig bemest worden. En hierdoor moet men verstaan niet alleen het toepassen der voedende stoffen in voldoende hoeveelheid en gewenschte verhouding, maar ook het aanwenden van deze meststoffen die best aan de gestelde vereischten beantwoorden. Onder de stikstokmeststoffen is de ideale meststof het Sodanitraat van Chili dat de stikstof onder opneembaren en benuttigbaren vorm oplevert en ver der aan alle hoogervermelde vereisch ten voldoet. Daarenboven biedt het het groot voordeel de gronden niet te verzuren. (Vervolg) Afstand der planterijen en zekere gebouwen. Planterijen Wij hebben daarover in de brievenbus van verleden week zeke re uitleggingen gegeven. Wij zullen die in 't kort herhalen en volledigen. Als er geene andere gewoonten be staan, mogen muurboomen langs weers kanten van een gemeenschappelijke muur geplant worden ofwel door den bezitter van den muur alléén als deze niet-gemeenschappelijk is. De hoogstam- mige boomen moeten op 2 meter van de grens staan (in de streek van Aalst 3 1/2 voetde laagstammige boomen en plan terijen, op 0,50 m.) Als een boom niet op de wettelijke afstand geplant is, heeft de gebuur het recht hen te doen verdwijnen men verbeurt dat recht als men het gedurende 30 jaren niet gebruikt. Men mag den bezitter van een boom verplichten de takken die over een an der eigendom hangen af te snijden men mag de wortels die in een anders land komen afsteken. De huurder heeft het zelfde recht als de eigenaar en dat recht is onverjaarbaar. Men heeft recht op het fruit dat op zijn eigendom valtvoor het andere (dat niet valt) kan de bezitter van den boom de gebuur verplichten het fruit te laten plukken ofwel mag de laatste het zelf plukken en weergeven. Gebouwen Afstanden voor putten, schouwen, aalputten, mesthoopen, enz., mogen door reglementen vastgesteld worden, namelijk door de gemeenten. Licht en zicht op den eigendom van een gebuur In een gemeenschappelijk muur mag men geen venster of opening maken zonder de toelating van den tweeden eigenaar. In een niet-gemeenschappelijke muur, als deze kort tegen het goed van een ge buur staat, mag de eigenaar vensters met mat glas maken, die niet open kunnen die vensters moeten een ijzerdraad-tralie DE 'MBLOEM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1925 | | pagina 1