lj
H
a W a
r
REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
De Toekomst der Stikstofnijverheid
- Fruithandel -
Onze kandboauikandige
Botermelk
Onze Graangewassen.
Natte gronden
Landbouwweekblad
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
CDetens^hoppelij^e Qijcirage
ZONDAG 26 APRIL. 1925,
Pril» (2 centiemen.
7de JAARGANG Nv 330
t
Wms
R
te*
Abonaementsprijs 6,00 frank 's jaars.
Men schrift in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53. AALST
Verantwoordelijke Opstelier ORTAIRE CAUDRON Aalst.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekeride stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Aan dit blad behoort een Bijvoegsel.
Omdat ik het woord toekomst ge- j
bruik, hoeft men zich niet in te beelden j
dat ik hier ga spreken over zaken die j
nog heel vaag in een verafgelegen ver-
schiet staan afgelijnd die toekomst is
nu reeds in wording De fabrieken zijn
reeds opgericht waar men met duizende
kilos die meststoffen heeft bereid waar
over ik nu spreken wil en welke men
weldra met duizende tonnen aan den
landbouw zal leveren... indien de land
bouwers mee willen
Immers zoolang men den landbouwer
zwavelzuren ammoniak verschaft, be-
kreund hij er zich weinig om of die mest
stof uit gasfabrieken komt, of volgens
het Haber- of het Claudeproces werd
bereid maar eens dat men hem een
nieuw product wil verkoopen. dan
wordt de man wantrouwig. En nochtans
indien we goedkoope stikstof meststoffen
willen hebben, dan zal de landbouw aan
zwavelzuren ammoniak moeten verzaken
en hem door chloorammoniak en uraea
vervangen.
Het gebruik van chloorammoniak
werdt door Georges Claude voorgesteld.
Wij hebben in onze vorige bijdrage
reeds een en ander gezegd over de uit
vindingen van den beroemden franschen
geleerde en we zullen in den loop van
dit artikel gelegenheid hebben om daar
verder over uit te wijden.
Het op te lossen vraagstuk is dus
hoe we stikstofmestoffen aan den laag -
sten prijs (per eenheid stikstof) bereiden.
In de ammoniaksynthesis kost de stik
stof niets hij wordt aan den lucht ont
nomen maar het ander bestanddeel
van den ammoniak, de waterstof, is
daarentegen zeer duur. In Duitschland
put de Badische Anilin de waterstof uit
water gas. Watergas is zooals ik vroe
ger meen gezegd te hebben, mengsel van
koolstofmonoxvd en waterstof, mengsel
dat bekomen wordt wanneer men water
damp door gloeiend coke blaast. Men
kan uit dat mengsel het koolstofmono-
xyde verwijderen door verkoeling op
210° onder zero koolstofmonoxyde
wordt op die temperatuur vloeibaar,
waterstof blijft gasachtig en verbindt
zich in de kataliseerbuizen met de stik
stof tot ammoniak.
Men kan echter ook anders te werk
gaan watergas wordt door overvloe
dige waterdamp veranderd in een meng -
sel (a) van koolzuur (koolstofdioxyde) en
waterstoflangs den anderen kant wordt
een mengsel van koolstofmonoxyde en
stikstof, dat bekend is onder den naam
van luchtgas, door waterdamp veran
derd in een mengel (b) koolzuur -j- stik
stof waterstof. Deze twee mengsels a
en b te samen leveren dus waterstof en
stikstof die zich volgens het Haberpro-
ces op de katalysators tot ammoniak
verbinden. De gevormde ammoniak
werkt op het koolzuur van het mengsel
terug om een nieuwe verbinding te leve
ren n. 1 uraea.
Uraea is een zeer geconcentreerde
stikstofmeststof, zooals uit volgende cij
fers blijkt
Nitraat 15 1/2al6°/o stikstof
Zwavelz ammon.20 a 21 °/o
Ammoniaknitraat35 °/o
Chloorammoniak 26 °/o
Uraea 47 °j o.
Die cijfers leeren ons dat 100 kgr.
uraea zooveel stikstof bevatten als 235
kgr. zwavelzuren ammoniak of als 294
kgr. nitraat. Hoe grooter deconcentratie
aan nuttige stof (stikstof in dees gevab
hoe kleiner de vervoerkosten. En daar
de fabrieken, gezien de machtige centra
lisatie die door deze fabrikatie vereischt
wordt, niet zeer talrijk zullen zijn en dus
doorgaans ver van den verbruiker gele-
zullen de vervoerkosten een be-
om den oven te ver-
wijze wordt minder
is de cokeopbrengst
gen,
het vaststellen
langrijken faktor zijn in
der prijzen.
Daarecboven schijnt uraea, volgens
proeven van het landbouwdepartement
der Vereenigde Staten, de ideale
stikstofmeststof te zijn.
Het gebruik van watergas als bron
van waterstof vergt echter een groote
kolenconsummatie: deze consummatie
beslaat een millioen ton kolen voor
300.000 ton stikstof. Claude heeft der
halve voorgesteld de waterstof te gebrui
ken welke zich in de cokeovens vormt.
In die cokeovens wordt een speciale har
de en glanzende coke gemaakt welke
voor de metaalnijverheid (hoogovens)
bestemd is. Groote massas kolen worden
in die ovens opeengestapeldde warmte
ontwikkeld door de verbranding van
een deel dier massa verandert de niet
verbrande kolen in coke. Tevens vormt
zich een groote hoeveelheid gasvroe
ger liet men die gas verloren gaan, later
werd de Qas onder den oven aangebracht
en daar ontstoken
warmenop die
kool verbrand en
grooter.
Die gas echter bevat onder andere een
zekere hoeveelheid waterstof welke door
een flinke verkoeling (T90° onder zero)
gescheiden wordt van de andere bestand-
deelen, daar deze laatste op die tempera
tuur vloeibaar worden. De gas waaraan
de waterstof ontnomen is, dient dan zoo -
als vroeger om den cokeoven te ver
warmen.
De stikstof wordt bekomen door ver
damping van vloeibare lucht welke vol
gens het Claudeproces wordt bereid de
stikstof kookt op 194° onder zero en
wordt door destillatie gescheiden van de
zuurstof, welke 12 graden hooger
kookt.
De eerste proefinstallatie waar gebruik
werd gemaakt van de waterstof der co-
ceovens is de proefinstallatie te Béthune
Frankrijk) welke jn 1921 werd ingericht
en een dagelijksche opbrengst van 3 ton
Ammoniak levert.
Laten wij er hier op drukken dat de
uitvindingen van Georges Claude een
volledig geheel uitmaken. De groote,
colossale installaties welke voor de uit
bating van het Haberproces noodig zijn
eischen de centraliseering der fabrikatie.
Tet Claudeproces met zijn machtige
drukkingen van duizend atmosfeeren
vergt installaties welke, in vergelijking
met de Duitsche, zeer klein zijn: eene een-
ïeid welke dagelijks 5 ton Ammoniak
can voortbrengen, bestaat in het Clau
deproces uit vijf katalyseerbuizen welke
samen 3500 kgr. wegenvoor hetzelfde
voortbrengstvermogen bedraagt de Ha-
berinstallatie 12.000 kgr. De centralisee
ring is dus voor het Claudeproces niet
noodig en nevens elke cokeoveninstalla-
tie zal men om een volledige uitbating te
verwezenlijken een Ammoniakfabriek
oprichten.
Men begrijpt dat de ammoniaksynthe
sis volgens het Claudeproces een prach
tige toekomst te gemoet gaat. Ziehier
voor wat Frankrijk betreftvan nu af
aan voegt de fabriek te Béthune aan ha
re installatie van 3 ton eene andere van
20 ton en stelt zich voor hare fabrikatie
later op 60 ton te brengente Aniche is
men ingericht voor 10 ton dagelijks en
men zal het er ook op 60 ton brengen.
Te Decazeville en te Saint-Etienne is men
ingericht voor 5 ton; de eerste schikt die
voortbrengst te dubbelen, de tweede
schikt ze op het vierdubbel te brengen.
In België, te Ougreé-Marihaye, is een
installatie aangelegd welke begint met
15 ton daags en het op 60 ton zal bren
gen.
Indien de Fransche cokeovens weer-
kwamen tot hun voortbrengst van voor
den oorlog, dan zouden ze tevens, vol
gens G. Claude, 1000 ton ammoniak per
dag kunnen leveren, hetgeen overeen
komt met 3660 ton zwavelzuren ammo
niak 1
Voor Frankrijk zou dat jaarlijks
300.000 ton stikstof vertegenwoordigen
of bijna 1.500 000 ton zwavelzuren am
moniak.
In België maakte men voor den oor
log ongeveer 3 millioen ton coke en in
dien we de berekeningen van Claude op
dit cijfer toepassen dan komen we op
200.000 ton ammoniak jaarlijks wat
overeenkomt met 720.000 ton zwavelzu
ren ammoniak.
Er is geen twijfel dat alle cokeovens-
installaties de ammoniaksynhesis zullen
uitbaten immers in geval de stikstof
per eenheid van 6 fr. tot 3 fr. zou dalen,
dan zou de waarde van de ammoniak
1/3 meer beslaan dan de waarde van
de hoeveelheid coke die tevens werd ge
maakt. De gas, welke dus vroeger in de
cokeovens enkel bijzaak was, wordt nu
hoofdzaak. De metaa'nijverheid zal zich
dan ook haren coke beterkoop kunnen
verschaffen en de landbouw zal zijn stik
stofmeststoffen in overvloed en aan la
gen prijs bekomen. Daarenboven zal
ook de oorlogsnijverheid verzekerd zijn
voor wat ontploffingsstoffen betreft.
Georges Claude vraagt zich dan af of
het voordeelig is den ammoniak
als meststof in den vorm van
zwavelzuur ammoniak te gebruiken
en hij besluit negatiefgoedkoopen am
moniak trachten te bereiden, om hem
dan met kostelijk zwavelzuur te verbin
den is een dwaasheid, zoo spreekt Clan
de. Zwavelzuur is als meststof van wei
nig nut, volgens enkelen zelfs van geen
nut. Natuurlijk, gezien den huidigen prijs
van 125 fr. maken de 18 a 20 fr. zwavel
zuur weinig uitmaar eens dat men tot
den helft dier prijzen zal dalen, zooals
Claude de hoop uitdrukte, dan zal de
prijs van zwavelzuur een niet te overko
men hindernis zijn en men zal aan zwa
velzuur moeten verzaken. De oplossing
werd weeral door G. Claude zelve ge
vonden in plaats van zwavelzuur am
moniak zal men chloorammoniak ma
ken met den chloor die met groote hoe
veelheden in de fabrikatie der Solvayso-
da (sodex) verloren gaat.
('t Vervolgt)
P. J. CLAUS.
Scheikundige
Alhoewel de Maatschappij zich reeds
van verleden jaar bezig hield met de
fruitverzending, is het misschien toch
geraadzaam nogmaals de vraag te stel
len Kan het voordeelig zijn voor de
fruitvoortbrengers dat R. U Z. zich be
zig houdt met den fruithandel.
Gerust kan ik antwoorden In het al
gemeen genomen op eenige uitzonderin
gen na is het een goede zaak geweest.
Want door het feit zelve heeft iedereen
kunnen genieten van een rechtstreeksche
afzet op de markt waar de grootste prij
zen betaald worden. Andere die niet
door de tusschenkomst der Maatschap
pij verzonden hebben, zijn bevoordee
ligd geworden door de zedelijke druk
king die de Maatschappij uitgeoefend
heeft. Hoe dikwijls hebben we vroeger
niet gezien dat sommige boomgaarden
gedeeltelijk niet geplukt werden omdat
de kooper verklaarde er geen weg mede
te weten. En dat hebben we verleden
jaar op verschillige plaatsen weten te
keer gaan door aan de personen te wij
zen op de werking der Maatschappij.
Die drukking uitoefenen is nochtans
het doel niet der Maatschappij R. U. Z.
heeft voor doel aan de voortbrengers
der streek toe te laten door haar tus-
schenkomst het fruit met de minste kos
ten aan den hoogst mogelijken prijs aan
den man te brengen.
Dat het fruit naar Engeland gezonden
wordt of elders of wel verwerkt wordt
in confituur, cider of in gelijk welk ander
product, het is en blijft hetzelfde prin
ciep dat we beoogen.
Dat we verleden jaar niet altijd den
gewenschten uitslag gehad hebben,
reeft heel zeker verschillige oorzaken.
Wij gaan er eenige en de bijzonderste
van onderzoeken.
Verleden jaar zijn we met eenige goed
overtuigde leden en hier en daar nog
twijfelaar begonnen. Onze eerste ver
zendingen gingen goed en gaven prach
tige uitslagen. Nauwelijks waren de uit
slagen dier eerste verzendingen gekend
of het fruit kwam van alle kanten aan
gehold. En hoe kwam het toe Op wa
gens, karren, camions, autos, honden-
carren enz., maar zeer dikwijls slecht
verzorgd en gekneusd Men zou waar
lijk zeggen dat het beetje stroo of hooi,
dat er noodig is om het fruit eenigszins
te verzorgen en dat ze mogen terug me-
denemen, tegen dure prijzen moet aan
gekocht worden.
Door den aanvoer van die groote
massa was het ons soms niet mogelijk bij
tijds manden en vaten bij te halen, zoo
dat het fruit dat soms moest twee, drie
dagen gestapeld worden een niet wen-
schelijke kleur verkreeg. Aangezien de
onkosten altijd dezelfde zijn voor goed
en schoon fruit hebben wij er dus alle
belang bij dat het zoo goed mogelijk
verkocht wordt. Om u een juister ge
dacht te geven ga ik u enkele cijfers aan
halen.
Veronderstellen we een oogenblik
dat we gemiddeld 0,40 fr. onkosten heb
ben per kilo. Die onkosten zijn altijd de
zelfde voor goed of slecht fruit omdat ze
voortkomen van de kostprijs van vaten,
inpakken, vervoer, lossen, inschepen,
vracht enz. Wanneer dus het fruit in
Engeland verkocht wordt tegen 0,40 fr.
wordt de opbrengst ingezwolgen door
de onkosten. Als het fruit afgezet wordt
tegen 0,50 fr. blijft er ons 0,10 fr.als
wij het bijvoorbeeld kunnen aan den
man brengen tegen 0,80 fr. de kilo, heb
ben we eene netto opbrengst van 0,40
dus viermaal zooveel als het maar 0,40
verkocht werd. Hetzelfde is wanneer we
verkoopen tegen 1,20 fr. de kilo enz.
Dat iedereen zich wel in het hoofd
prente, dat het niet enkeljjk aan de
Maatschappij gelegen is. maar dat zij
zelve die het fruit brengen de verant
woordelijkheid dragen van de goede uit
slag Dat iedereen er zich goed van
overtuige dat de beste verzorging van
het fruit de verzekering is van een goede
opbrengst. En wanneer iedereen zal
trachten gezonde vruchten te leveren
dan kan R. U. Z. verzekeren dat de
verzendingen zullen winstgevend zijn.
V. M.
Onze agronoom M' Querton is spre-
kelijk
Alle voormiddagen van 8 tot 12 u. op
onze bureelen, Brabantstraat, 53.
Des Zaterdags voormiddags in ons
lokaal. Groote Markt.
Te Herzele" den ln en 3" Woensdag
van iedere maand bij Al. Van Bellingen-
De Windt, café Den Engel van
tot 11 uur 's morgens.
Kostelooze raadplegingen voor onze
leden over alle aangelegenheden.
Drinkt botermelk en ge zult hon
derd jaar worden
zegt 'n oude volksspreuk.
Zonder de waarheid van dat gezegde
te bevestigen, moeten we er toch het
bewijs gaan inzoeken dat botermelk zeer
wordt gewild, niet alleen als voedings
middel voor jong vee, doch nu vooral
als voedings- en tegelijk genotmiddel
voor den mensch, omdat het een uitste
kend volksvoedsel is dat zeer goedkoop
is in verhouding tot zijn voedingwaarde.
Botermelk is het meer of min veran
derde roomserum, waarin al naardat
het karnen minder of meer volledig is
geschied meer of minder vet voorkomt,
meestendeels in den emulsievorm en toch
ook nog in den vorm van boterklomjes.
De scheikundige samenstelling hangt
natuurlijk vooreerst af van het gebruikte
materiaal melk, zure of zoete room
het vetgehalte hangt af van het min of
meer goed karnen is het karnen goed
afgeloopen, dan mag men bij botermelk
van zuren room eischen dat niet meer
dan 0,5 vet erin is achtergebleven.
De verdere melkbestanddeelen komen
alle min of meer voor naarmate de bo
termelk voortkomt van het karnen van
den room of van het karnen van melk.
Komt de botermelk voort van het melk-
karnen dan hebben wij er de volle hoe
veelheid die in de melk zat behalve het
kleine deel dat in de boter wordt opge
sloten komt zij integendeel voort van
room, dan zijn het enkel diezelfde be-
standdeelen voor zoover ze in den room
waren overgegaan, behalve ook alweer
de hoeveelheid die in de boter is geko'
men.
In het algemeen bevat de botermelk
dus eene niet onbelangrijke hoeveelheid
voedende bestanddeelen, als eiwitstoffen
die voor 't grootste deel aanwezig zijn in
onoplosbaren, doch door het karnen zeer
fijn verdeelden toestand, en het is door
de gecoaguleerde eiwitstoffen dat boter
melk tot op zekere hoogte dikvloeibaar
isverder bevat zij melksuiker, vet, asch-
bestanddeelen of minerale stoffen en
daarnaast eenig melkzuur.
Al naar de room zoet of zuur verwekt
werd, zal botermelk zoet of zuurachtig
smaken.
Ten slotte geven wij de gemiddelde
samenstelling van botermelk volgens
Fleischmann
Vet 0,5 °/o.
Eiwitstoffen 3,5 °/0.
Melksuiker en melkzuur 4,0 °/0
Zouten 0,7
Water 91,2 °/o
Onder het karnen wordt er soms nog
al water aan het karnsel toegevoegd dat
het gehalte aan droge stof wel eenigs
zins vermindert. Het toevoegen van
meer dan 25 water aan de botermelk
wordt door de wet gestraft. De wet die
de verkoop van botermelk in den han
del regelt, geeft er de volgende bepalin
gen van Botermelk is het vet-arme pro
duct dat naast boter verkregen wordt
door het karnen van melk of room, door
de werking van melkzuurfermenten zoo
zuur geworden dat de kaasstof zich heeft
afgescheiden.
Vele melkventers hebben de gewoonte
- wanneer er te kort aan botermelk
aangezuurde afgeroomde melk
sa
men met een weinig botermelk te karnen
en dat mengsel dan te verkoopen als bo
termelk. De wet verbiedt dergelijke ver
koop en eischt dat die gekarnde aange
zuurde afgeroomde melk onder eigen
naam in den handel zou worden gebracht.
De voor menschelijk voedsel bestemde
aangezuurde afgeroomde melk moet aan
de voor botermelk gestelde eischen vol
doen.
Terloops willen we hier 'n woordje
zeggen over het onderzoek van boter
melk op vervalsching. De droogrest kan
benadert worden berekend uit het soor
telijk gewicht en het vetgehalte. Voor
menschelijk voedsel bestemde botermelk
moet deugdelijk zijn van samenstelling
en in deugdelijken toestand verkeeren.
Zij moet ondeugdelijk van samenstelling
worden geacht indien het gehalte aan
vetvrije droogrest min dan 7,6 procent
bedraagt. Botermelk, bereid zonder toe
voeging van water, bezit dan in den re
gel de volgende eigenschappenhet
soortelijk gewicht bij 15° Cis 1,032-
1,035; het vetvrije droogrest bedraagt
8 - 9 °/o (gemiddeld 8,5 °/0) en het vet
gehalte 0.2 - 1,0 °/o.
Lijk uit hare samenstelling blijkt, is
botermelk een volledig, natuurlijk en
goedkoop voedingsmiddel en bezit op
verrena niet den naam dien ze verdient.
Om rede van hare bijzondere samen
stelling en hare gemakkelijke verteer
baarheid is zij bijzonder geschikt voor
jonge kinderen wiens spijsverterings
stelsel aan verzwakking lijdtzij gaat de
stoornissen die in de darmen ontstaan te
keer door de weldoende werking harer
melkzuurbacteriën. Buiten dat alles bezit
zij nog vitamienen, die onmisbaar zijn
tot de volmaakte ontwikkeling van het
individu.
Waar men zich door melkgebruik
ziekten op den hals kan halen door de
in de vloeistof aanwezige ziektekiemen,
zal zure botermelk het best dat gevaar j
van kant zetten Immers de ontwikke- j
ling der melkzuurbacteriën geschiedt ten j
koste van vele andere micro-organismen i
zoodat vele bacillen in den dikken darm
gedood worden het melkzuur werkt j
dus ontsmettend en houdt de daarbij
komende en te ver gaande ontbindingen
in den dikken darm tegen die meermaals
oorzaak van velerlei ziekten en van de
dood kunnen zijn.
Zure melk en botermelk zijn dus de
gepaste volksdranken om darmontste
kingen en stoornissen in de darmverrich
tingen zondereenig gevaarte stremmen.
Uit een oogpunt van besmetting is bo
termelk niet gevaarlijk omdat de room
voor het zuren eerst gepasteuriseerd
wordt en de zure reactie de ontwikke
ling der schadelijke en stoorniswekken-
de bacteriën tegengaat.
De stedelingen die alles in 't werk
stellen en zich geen moeite getroosten
om aan botermelk te geraken, leveren
wel het klaarste bewijs dat botermelk in
den smaak valt van iedereen en dat zij
een rol van beteekenis speelt in ons li
chaam.
De buitenlieden schatten haar niet
hoog genoeg en maken er meestal ge
bruik van als voedsel voor jonge dieren,
speciaal voor kalveren Ook vormt zij
een goed voedsel voor varkens. Noch
tans kan botermelk die te iang gestaan
heeft, te scherp zuur worden en bij jon
ge dieren stoornissen in dedarmverrich-
tingen, als buikloopveroorzaken die
de dieren sterk doen vermageren daar
om zal men bij jonge dieren steeds be
ginnen met kleine hoeveelheden.
Zeker zal de botermelk tot de vee
voeding gebruikt, haar geld wel opbren
gen, doch niemand zal ons betwisten,
dat zij van meer nut kan zijn aan ons
menschelijk lichaam, te meer dat zij zich
nog speciaal schikt om met meelspijzen
tot pap te worden gekookt en op veler
lei manieren kan worden bereid en
genut.
Botermelkpap wordt dan een product,
bereid door botermelk met gort, rijst,
meel, havermout of dergelijke producten,
met zout en water tot een pap te koken;
zij moet weeral bereid zijn uit botermelk
van deugdelijke samenstelling.
Een liter dezer pap moet de vaste be
standdeelen van minstens 0,81 deugdelij
ke botermelk bevatten. Botermelkpap.
welke minder vaste bestanddeelen bevat,
moet ondeugdelijk van samenstelling
worden geacht. Zij mag uiet beschim
meld zijn of eenig ander kenmerken van
bederf vertooaen. Voor zoover verpakt,
moet zij volgens de wet voorzien zijn van
een datum of dagstempel.
De schuld van het verkeerd benutten
van botermelk ligt dus in de onwetend
heid van vele onzer landbouwers die de
waarde harer samenstelling niet beseffen
omdat huns inziens het beste van de
melk met het karnen verdwijnt.
Mochten die menschen hun verkeerd
handelen inzien en de botermelk onder
een der meeste door hun genutte spij
zen tellen.
P.V. F.
Bij het nu algemeen geworden ver
bruik van stikstofmeststoffen voor de
wintergranen in de Lente en voor de
haver, moet gezorgd worden enkel die
stikstofmesten toe te passen welke on
middellijk opneembaar en benuttigbaar
zijn. Het is immers in de eerste weken
van de Lente dat de graangewassen a
de hun noodige stikstof opnemen. De
voorraden stikstof in den grond aanwe
zig zijn op dat oogenblik van weing nut.
Alle omzettingen kunnen moeilijk of niet
geschieden, omdat voor deze omzettin
gen de grond een warmtegraad moet
hebben, welke in dit seizoen zelden voor
komt. Daarom is de aangewezen stikstof
meststof hier het Sodanitraat van Chili.
Een toepassing van 300 tot 350 kg. per
hectare zal aan de jonge plantjes de
noodige stikstof geven. Een ander voor
deel Sodanitraat is een alcalische mest
stof en graangewassen vergen een al-
calischen bodem.
Iedereen die zich om onze ver
vlogen welvaart bekommert zal het
met ons wel eens zijn om te beken
nen dat wij het voortbrengen der
producten, die in onzen dagelijk-
schen omloop op den voorrang tre
den, moeten vermeerderen, en dan
nog hoofdzakelijk deze welke we
hier in ons land en op onze hoeven
zelf voortbrengen. Wij zijn nog in
eene te groote mate afhankelijk
van den vreemde niettegenstaande
de groote vooruitgang sinds de
twintig laatste jaren, die den oor
log voorafgingen, gemaakt.
Zoo wij onze gronden beter
konnen benuttigen, dan zouden we
reeds den invoer van die produc
ten in zekere mate hebben beperkt.
Wij bekleeden immers den eersten
rang van de Europeesche landen
voor de middelmatige opbrengst
per bebouwde hectare; wij beklee
den insgelijks een vooraanstaande
plaats voor het getal bebouwde
hectaren in verhouding met de op-
Dervlakte van het land. Niettemin
cunnen we nog meer en beter dan
wat we tot hiertoe hebben gepres
teerd. En dit is onze plicht vermits
de te onderhouden bevolking van
ons land, per hectare, grooter is
dan die van gelijk welk ander
and.
Per 100 Ha. oppervlakte, telt
men in België 250 inwoners, wijl
er inFrankrijk maar 74, in Zwit
serland 125, in Denemarken 160,
in Holland 200 zijn, en die getal-
en verminderen nog wanneer er
sprake is van andere landen buiten
Europa, als Amerika of Azië.
Wij zijn dus verplicht aan onze
culturen niet alleen de grootst mo
gelijke bedrijvigheid te wijden,
maar zelfs de grootste oppervlakte
ten einde de opbrengsten onzer
inlandsche producten in de sterkst
mogelijke mate te verhoogen. Ten
huidige dage zijn er nog in België
duizende Ha. wiens opbrengst
uiterst gering is, en die kunnen we
zooal in al de streken van ons land
terugvinden het ziin nl. de natte
en moerassige gronden.
De meeste van die landen, ge
legen in de valleien onzer rivieren,
lijden aan een slecht wateraflei
dingsregiem en zijn in natuurlijke
weiden herschapen die zich aan de
wasdom en de flora aan de natte
gronden eigen, laten kennen. Men
ontwaart er nl. biezen, paarde-
staarten, zurkels, distels, lever
kruid, tijloos, weegbree, valeria
nen... Worden deze afgemaaid,
dan geven die weiden producten
van zeer minderwaardige hoeda
nigheid, die in 't geheel niet tot
een genoegzaam voeden van het
vee kunnen volstaan. En men zal
dat bij de koeien allicht rap be
merken aan het minderen van de
melkgifte. aan het slecht ontwikke
len van het beendergestel en aan
het vermageren van de kweekdie-
ren die dergelijk gras als voeder
krijgen. h
Indien deze natte weiden be
weid worden, kan men die nadee-
len nog in grootere mate bestati-
gen vermits de dieren er recht-
streeksch in aanmerking mêe zijn,
paarden en runderen die op derge
lijke graslanden weiden, waarvan
de grond week en onvast is, krij
gen platte en slecht gewormde
voeten. In den zomer zijn de die- 91
ren ten prooi aan allerlei insecten
en muggen.
Er kan geen sprake zijn dergelij
ke weiden in boomgaarden te her
schapen. Daar de fruitboomen on
mogelijk in natte gronden kunnen
wassen en er ook na enkele jaren
verkwijnen. Ze herschapen in be
bouwbare landen is ook al onmo
gelijk want alle bewerkingen zijn
er uiterst moeilijk.
Is er dan geen oplossing moge
lijk? Bestaat er dan geen middel
om die naakte, niets opbrengende
gronden in gezonde, rijke en veel-
voortbrengende gronden te her
schapen
Het overtollig water kan een
natuurlijk gevolg zijn van de sa
menstelling van de grond of van de
slechte staat waarin riolen en wa-
terloopen verkeeren. Aan deze
beide oorzaken behoort een prac-
tisch en afdoend bestrijdingsmid
del. H
Wat de slechte staat dier riolen
betreft, die kan bekampt worden
door een nauwkeurig toepassen
der desaangaande wetten en re
glementen. De sloten moeten op
tijd en stond worden gereinigd,
met de daartoe noodige zorgen.
Het wegnemen van alle hindernis
sen, zooals struikgewassen, boo-
ter 4
ir-
f^B
r
imm
is