lj H a W a r REDT U ZELVEN Arbeid adelt De Toekomst der Stikstofnijverheid - Fruithandel - Onze kandboauikandige Botermelk Onze Graangewassen. Natte gronden Landbouwweekblad moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. CDetens^hoppelij^e Qijcirage ZONDAG 26 APRIL. 1925, Pril» (2 centiemen. 7de JAARGANG Nv 330 t Wms R te* Abonaementsprijs 6,00 frank 's jaars. Men schrift in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53. AALST Verantwoordelijke Opstelier ORTAIRE CAUDRON Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen öngeteekeride stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Aan dit blad behoort een Bijvoegsel. Omdat ik het woord toekomst ge- j bruik, hoeft men zich niet in te beelden j dat ik hier ga spreken over zaken die j nog heel vaag in een verafgelegen ver- schiet staan afgelijnd die toekomst is nu reeds in wording De fabrieken zijn reeds opgericht waar men met duizende kilos die meststoffen heeft bereid waar over ik nu spreken wil en welke men weldra met duizende tonnen aan den landbouw zal leveren... indien de land bouwers mee willen Immers zoolang men den landbouwer zwavelzuren ammoniak verschaft, be- kreund hij er zich weinig om of die mest stof uit gasfabrieken komt, of volgens het Haber- of het Claudeproces werd bereid maar eens dat men hem een nieuw product wil verkoopen. dan wordt de man wantrouwig. En nochtans indien we goedkoope stikstof meststoffen willen hebben, dan zal de landbouw aan zwavelzuren ammoniak moeten verzaken en hem door chloorammoniak en uraea vervangen. Het gebruik van chloorammoniak werdt door Georges Claude voorgesteld. Wij hebben in onze vorige bijdrage reeds een en ander gezegd over de uit vindingen van den beroemden franschen geleerde en we zullen in den loop van dit artikel gelegenheid hebben om daar verder over uit te wijden. Het op te lossen vraagstuk is dus hoe we stikstofmestoffen aan den laag - sten prijs (per eenheid stikstof) bereiden. In de ammoniaksynthesis kost de stik stof niets hij wordt aan den lucht ont nomen maar het ander bestanddeel van den ammoniak, de waterstof, is daarentegen zeer duur. In Duitschland put de Badische Anilin de waterstof uit water gas. Watergas is zooals ik vroe ger meen gezegd te hebben, mengsel van koolstofmonoxvd en waterstof, mengsel dat bekomen wordt wanneer men water damp door gloeiend coke blaast. Men kan uit dat mengsel het koolstofmono- xyde verwijderen door verkoeling op 210° onder zero koolstofmonoxyde wordt op die temperatuur vloeibaar, waterstof blijft gasachtig en verbindt zich in de kataliseerbuizen met de stik stof tot ammoniak. Men kan echter ook anders te werk gaan watergas wordt door overvloe dige waterdamp veranderd in een meng - sel (a) van koolzuur (koolstofdioxyde) en waterstoflangs den anderen kant wordt een mengsel van koolstofmonoxyde en stikstof, dat bekend is onder den naam van luchtgas, door waterdamp veran derd in een mengel (b) koolzuur -j- stik stof waterstof. Deze twee mengsels a en b te samen leveren dus waterstof en stikstof die zich volgens het Haberpro- ces op de katalysators tot ammoniak verbinden. De gevormde ammoniak werkt op het koolzuur van het mengsel terug om een nieuwe verbinding te leve ren n. 1 uraea. Uraea is een zeer geconcentreerde stikstofmeststof, zooals uit volgende cij fers blijkt Nitraat 15 1/2al6°/o stikstof Zwavelz ammon.20 a 21 °/o Ammoniaknitraat35 °/o Chloorammoniak 26 °/o Uraea 47 °j o. Die cijfers leeren ons dat 100 kgr. uraea zooveel stikstof bevatten als 235 kgr. zwavelzuren ammoniak of als 294 kgr. nitraat. Hoe grooter deconcentratie aan nuttige stof (stikstof in dees gevab hoe kleiner de vervoerkosten. En daar de fabrieken, gezien de machtige centra lisatie die door deze fabrikatie vereischt wordt, niet zeer talrijk zullen zijn en dus doorgaans ver van den verbruiker gele- zullen de vervoerkosten een be- om den oven te ver- wijze wordt minder is de cokeopbrengst gen, het vaststellen langrijken faktor zijn in der prijzen. Daarecboven schijnt uraea, volgens proeven van het landbouwdepartement der Vereenigde Staten, de ideale stikstofmeststof te zijn. Het gebruik van watergas als bron van waterstof vergt echter een groote kolenconsummatie: deze consummatie beslaat een millioen ton kolen voor 300.000 ton stikstof. Claude heeft der halve voorgesteld de waterstof te gebrui ken welke zich in de cokeovens vormt. In die cokeovens wordt een speciale har de en glanzende coke gemaakt welke voor de metaalnijverheid (hoogovens) bestemd is. Groote massas kolen worden in die ovens opeengestapeldde warmte ontwikkeld door de verbranding van een deel dier massa verandert de niet verbrande kolen in coke. Tevens vormt zich een groote hoeveelheid gasvroe ger liet men die gas verloren gaan, later werd de Qas onder den oven aangebracht en daar ontstoken warmenop die kool verbrand en grooter. Die gas echter bevat onder andere een zekere hoeveelheid waterstof welke door een flinke verkoeling (T90° onder zero) gescheiden wordt van de andere bestand- deelen, daar deze laatste op die tempera tuur vloeibaar worden. De gas waaraan de waterstof ontnomen is, dient dan zoo - als vroeger om den cokeoven te ver warmen. De stikstof wordt bekomen door ver damping van vloeibare lucht welke vol gens het Claudeproces wordt bereid de stikstof kookt op 194° onder zero en wordt door destillatie gescheiden van de zuurstof, welke 12 graden hooger kookt. De eerste proefinstallatie waar gebruik werd gemaakt van de waterstof der co- ceovens is de proefinstallatie te Béthune Frankrijk) welke jn 1921 werd ingericht en een dagelijksche opbrengst van 3 ton Ammoniak levert. Laten wij er hier op drukken dat de uitvindingen van Georges Claude een volledig geheel uitmaken. De groote, colossale installaties welke voor de uit bating van het Haberproces noodig zijn eischen de centraliseering der fabrikatie. Tet Claudeproces met zijn machtige drukkingen van duizend atmosfeeren vergt installaties welke, in vergelijking met de Duitsche, zeer klein zijn: eene een- ïeid welke dagelijks 5 ton Ammoniak can voortbrengen, bestaat in het Clau deproces uit vijf katalyseerbuizen welke samen 3500 kgr. wegenvoor hetzelfde voortbrengstvermogen bedraagt de Ha- berinstallatie 12.000 kgr. De centralisee ring is dus voor het Claudeproces niet noodig en nevens elke cokeoveninstalla- tie zal men om een volledige uitbating te verwezenlijken een Ammoniakfabriek oprichten. Men begrijpt dat de ammoniaksynthe sis volgens het Claudeproces een prach tige toekomst te gemoet gaat. Ziehier voor wat Frankrijk betreftvan nu af aan voegt de fabriek te Béthune aan ha re installatie van 3 ton eene andere van 20 ton en stelt zich voor hare fabrikatie later op 60 ton te brengente Aniche is men ingericht voor 10 ton dagelijks en men zal het er ook op 60 ton brengen. Te Decazeville en te Saint-Etienne is men ingericht voor 5 ton; de eerste schikt die voortbrengst te dubbelen, de tweede schikt ze op het vierdubbel te brengen. In België, te Ougreé-Marihaye, is een installatie aangelegd welke begint met 15 ton daags en het op 60 ton zal bren gen. Indien de Fransche cokeovens weer- kwamen tot hun voortbrengst van voor den oorlog, dan zouden ze tevens, vol gens G. Claude, 1000 ton ammoniak per dag kunnen leveren, hetgeen overeen komt met 3660 ton zwavelzuren ammo niak 1 Voor Frankrijk zou dat jaarlijks 300.000 ton stikstof vertegenwoordigen of bijna 1.500 000 ton zwavelzuren am moniak. In België maakte men voor den oor log ongeveer 3 millioen ton coke en in dien we de berekeningen van Claude op dit cijfer toepassen dan komen we op 200.000 ton ammoniak jaarlijks wat overeenkomt met 720.000 ton zwavelzu ren ammoniak. Er is geen twijfel dat alle cokeovens- installaties de ammoniaksynhesis zullen uitbaten immers in geval de stikstof per eenheid van 6 fr. tot 3 fr. zou dalen, dan zou de waarde van de ammoniak 1/3 meer beslaan dan de waarde van de hoeveelheid coke die tevens werd ge maakt. De gas, welke dus vroeger in de cokeovens enkel bijzaak was, wordt nu hoofdzaak. De metaa'nijverheid zal zich dan ook haren coke beterkoop kunnen verschaffen en de landbouw zal zijn stik stofmeststoffen in overvloed en aan la gen prijs bekomen. Daarenboven zal ook de oorlogsnijverheid verzekerd zijn voor wat ontploffingsstoffen betreft. Georges Claude vraagt zich dan af of het voordeelig is den ammoniak als meststof in den vorm van zwavelzuur ammoniak te gebruiken en hij besluit negatiefgoedkoopen am moniak trachten te bereiden, om hem dan met kostelijk zwavelzuur te verbin den is een dwaasheid, zoo spreekt Clan de. Zwavelzuur is als meststof van wei nig nut, volgens enkelen zelfs van geen nut. Natuurlijk, gezien den huidigen prijs van 125 fr. maken de 18 a 20 fr. zwavel zuur weinig uitmaar eens dat men tot den helft dier prijzen zal dalen, zooals Claude de hoop uitdrukte, dan zal de prijs van zwavelzuur een niet te overko men hindernis zijn en men zal aan zwa velzuur moeten verzaken. De oplossing werd weeral door G. Claude zelve ge vonden in plaats van zwavelzuur am moniak zal men chloorammoniak ma ken met den chloor die met groote hoe veelheden in de fabrikatie der Solvayso- da (sodex) verloren gaat. ('t Vervolgt) P. J. CLAUS. Scheikundige Alhoewel de Maatschappij zich reeds van verleden jaar bezig hield met de fruitverzending, is het misschien toch geraadzaam nogmaals de vraag te stel len Kan het voordeelig zijn voor de fruitvoortbrengers dat R. U Z. zich be zig houdt met den fruithandel. Gerust kan ik antwoorden In het al gemeen genomen op eenige uitzonderin gen na is het een goede zaak geweest. Want door het feit zelve heeft iedereen kunnen genieten van een rechtstreeksche afzet op de markt waar de grootste prij zen betaald worden. Andere die niet door de tusschenkomst der Maatschap pij verzonden hebben, zijn bevoordee ligd geworden door de zedelijke druk king die de Maatschappij uitgeoefend heeft. Hoe dikwijls hebben we vroeger niet gezien dat sommige boomgaarden gedeeltelijk niet geplukt werden omdat de kooper verklaarde er geen weg mede te weten. En dat hebben we verleden jaar op verschillige plaatsen weten te keer gaan door aan de personen te wij zen op de werking der Maatschappij. Die drukking uitoefenen is nochtans het doel niet der Maatschappij R. U. Z. heeft voor doel aan de voortbrengers der streek toe te laten door haar tus- schenkomst het fruit met de minste kos ten aan den hoogst mogelijken prijs aan den man te brengen. Dat het fruit naar Engeland gezonden wordt of elders of wel verwerkt wordt in confituur, cider of in gelijk welk ander product, het is en blijft hetzelfde prin ciep dat we beoogen. Dat we verleden jaar niet altijd den gewenschten uitslag gehad hebben, reeft heel zeker verschillige oorzaken. Wij gaan er eenige en de bijzonderste van onderzoeken. Verleden jaar zijn we met eenige goed overtuigde leden en hier en daar nog twijfelaar begonnen. Onze eerste ver zendingen gingen goed en gaven prach tige uitslagen. Nauwelijks waren de uit slagen dier eerste verzendingen gekend of het fruit kwam van alle kanten aan gehold. En hoe kwam het toe Op wa gens, karren, camions, autos, honden- carren enz., maar zeer dikwijls slecht verzorgd en gekneusd Men zou waar lijk zeggen dat het beetje stroo of hooi, dat er noodig is om het fruit eenigszins te verzorgen en dat ze mogen terug me- denemen, tegen dure prijzen moet aan gekocht worden. Door den aanvoer van die groote massa was het ons soms niet mogelijk bij tijds manden en vaten bij te halen, zoo dat het fruit dat soms moest twee, drie dagen gestapeld worden een niet wen- schelijke kleur verkreeg. Aangezien de onkosten altijd dezelfde zijn voor goed en schoon fruit hebben wij er dus alle belang bij dat het zoo goed mogelijk verkocht wordt. Om u een juister ge dacht te geven ga ik u enkele cijfers aan halen. Veronderstellen we een oogenblik dat we gemiddeld 0,40 fr. onkosten heb ben per kilo. Die onkosten zijn altijd de zelfde voor goed of slecht fruit omdat ze voortkomen van de kostprijs van vaten, inpakken, vervoer, lossen, inschepen, vracht enz. Wanneer dus het fruit in Engeland verkocht wordt tegen 0,40 fr. wordt de opbrengst ingezwolgen door de onkosten. Als het fruit afgezet wordt tegen 0,50 fr. blijft er ons 0,10 fr.als wij het bijvoorbeeld kunnen aan den man brengen tegen 0,80 fr. de kilo, heb ben we eene netto opbrengst van 0,40 dus viermaal zooveel als het maar 0,40 verkocht werd. Hetzelfde is wanneer we verkoopen tegen 1,20 fr. de kilo enz. Dat iedereen zich wel in het hoofd prente, dat het niet enkeljjk aan de Maatschappij gelegen is. maar dat zij zelve die het fruit brengen de verant woordelijkheid dragen van de goede uit slag Dat iedereen er zich goed van overtuige dat de beste verzorging van het fruit de verzekering is van een goede opbrengst. En wanneer iedereen zal trachten gezonde vruchten te leveren dan kan R. U. Z. verzekeren dat de verzendingen zullen winstgevend zijn. V. M. Onze agronoom M' Querton is spre- kelijk Alle voormiddagen van 8 tot 12 u. op onze bureelen, Brabantstraat, 53. Des Zaterdags voormiddags in ons lokaal. Groote Markt. Te Herzele" den ln en 3" Woensdag van iedere maand bij Al. Van Bellingen- De Windt, café Den Engel van tot 11 uur 's morgens. Kostelooze raadplegingen voor onze leden over alle aangelegenheden. Drinkt botermelk en ge zult hon derd jaar worden zegt 'n oude volksspreuk. Zonder de waarheid van dat gezegde te bevestigen, moeten we er toch het bewijs gaan inzoeken dat botermelk zeer wordt gewild, niet alleen als voedings middel voor jong vee, doch nu vooral als voedings- en tegelijk genotmiddel voor den mensch, omdat het een uitste kend volksvoedsel is dat zeer goedkoop is in verhouding tot zijn voedingwaarde. Botermelk is het meer of min veran derde roomserum, waarin al naardat het karnen minder of meer volledig is geschied meer of minder vet voorkomt, meestendeels in den emulsievorm en toch ook nog in den vorm van boterklomjes. De scheikundige samenstelling hangt natuurlijk vooreerst af van het gebruikte materiaal melk, zure of zoete room het vetgehalte hangt af van het min of meer goed karnen is het karnen goed afgeloopen, dan mag men bij botermelk van zuren room eischen dat niet meer dan 0,5 vet erin is achtergebleven. De verdere melkbestanddeelen komen alle min of meer voor naarmate de bo termelk voortkomt van het karnen van den room of van het karnen van melk. Komt de botermelk voort van het melk- karnen dan hebben wij er de volle hoe veelheid die in de melk zat behalve het kleine deel dat in de boter wordt opge sloten komt zij integendeel voort van room, dan zijn het enkel diezelfde be- standdeelen voor zoover ze in den room waren overgegaan, behalve ook alweer de hoeveelheid die in de boter is geko' men. In het algemeen bevat de botermelk dus eene niet onbelangrijke hoeveelheid voedende bestanddeelen, als eiwitstoffen die voor 't grootste deel aanwezig zijn in onoplosbaren, doch door het karnen zeer fijn verdeelden toestand, en het is door de gecoaguleerde eiwitstoffen dat boter melk tot op zekere hoogte dikvloeibaar isverder bevat zij melksuiker, vet, asch- bestanddeelen of minerale stoffen en daarnaast eenig melkzuur. Al naar de room zoet of zuur verwekt werd, zal botermelk zoet of zuurachtig smaken. Ten slotte geven wij de gemiddelde samenstelling van botermelk volgens Fleischmann Vet 0,5 °/o. Eiwitstoffen 3,5 °/0. Melksuiker en melkzuur 4,0 °/0 Zouten 0,7 Water 91,2 °/o Onder het karnen wordt er soms nog al water aan het karnsel toegevoegd dat het gehalte aan droge stof wel eenigs zins vermindert. Het toevoegen van meer dan 25 water aan de botermelk wordt door de wet gestraft. De wet die de verkoop van botermelk in den han del regelt, geeft er de volgende bepalin gen van Botermelk is het vet-arme pro duct dat naast boter verkregen wordt door het karnen van melk of room, door de werking van melkzuurfermenten zoo zuur geworden dat de kaasstof zich heeft afgescheiden. Vele melkventers hebben de gewoonte - wanneer er te kort aan botermelk aangezuurde afgeroomde melk sa men met een weinig botermelk te karnen en dat mengsel dan te verkoopen als bo termelk. De wet verbiedt dergelijke ver koop en eischt dat die gekarnde aange zuurde afgeroomde melk onder eigen naam in den handel zou worden gebracht. De voor menschelijk voedsel bestemde aangezuurde afgeroomde melk moet aan de voor botermelk gestelde eischen vol doen. Terloops willen we hier 'n woordje zeggen over het onderzoek van boter melk op vervalsching. De droogrest kan benadert worden berekend uit het soor telijk gewicht en het vetgehalte. Voor menschelijk voedsel bestemde botermelk moet deugdelijk zijn van samenstelling en in deugdelijken toestand verkeeren. Zij moet ondeugdelijk van samenstelling worden geacht indien het gehalte aan vetvrije droogrest min dan 7,6 procent bedraagt. Botermelk, bereid zonder toe voeging van water, bezit dan in den re gel de volgende eigenschappenhet soortelijk gewicht bij 15° Cis 1,032- 1,035; het vetvrije droogrest bedraagt 8 - 9 °/o (gemiddeld 8,5 °/0) en het vet gehalte 0.2 - 1,0 °/o. Lijk uit hare samenstelling blijkt, is botermelk een volledig, natuurlijk en goedkoop voedingsmiddel en bezit op verrena niet den naam dien ze verdient. Om rede van hare bijzondere samen stelling en hare gemakkelijke verteer baarheid is zij bijzonder geschikt voor jonge kinderen wiens spijsverterings stelsel aan verzwakking lijdtzij gaat de stoornissen die in de darmen ontstaan te keer door de weldoende werking harer melkzuurbacteriën. Buiten dat alles bezit zij nog vitamienen, die onmisbaar zijn tot de volmaakte ontwikkeling van het individu. Waar men zich door melkgebruik ziekten op den hals kan halen door de in de vloeistof aanwezige ziektekiemen, zal zure botermelk het best dat gevaar j van kant zetten Immers de ontwikke- j ling der melkzuurbacteriën geschiedt ten j koste van vele andere micro-organismen i zoodat vele bacillen in den dikken darm gedood worden het melkzuur werkt j dus ontsmettend en houdt de daarbij komende en te ver gaande ontbindingen in den dikken darm tegen die meermaals oorzaak van velerlei ziekten en van de dood kunnen zijn. Zure melk en botermelk zijn dus de gepaste volksdranken om darmontste kingen en stoornissen in de darmverrich tingen zondereenig gevaarte stremmen. Uit een oogpunt van besmetting is bo termelk niet gevaarlijk omdat de room voor het zuren eerst gepasteuriseerd wordt en de zure reactie de ontwikke ling der schadelijke en stoorniswekken- de bacteriën tegengaat. De stedelingen die alles in 't werk stellen en zich geen moeite getroosten om aan botermelk te geraken, leveren wel het klaarste bewijs dat botermelk in den smaak valt van iedereen en dat zij een rol van beteekenis speelt in ons li chaam. De buitenlieden schatten haar niet hoog genoeg en maken er meestal ge bruik van als voedsel voor jonge dieren, speciaal voor kalveren Ook vormt zij een goed voedsel voor varkens. Noch tans kan botermelk die te iang gestaan heeft, te scherp zuur worden en bij jon ge dieren stoornissen in dedarmverrich- tingen, als buikloopveroorzaken die de dieren sterk doen vermageren daar om zal men bij jonge dieren steeds be ginnen met kleine hoeveelheden. Zeker zal de botermelk tot de vee voeding gebruikt, haar geld wel opbren gen, doch niemand zal ons betwisten, dat zij van meer nut kan zijn aan ons menschelijk lichaam, te meer dat zij zich nog speciaal schikt om met meelspijzen tot pap te worden gekookt en op veler lei manieren kan worden bereid en genut. Botermelkpap wordt dan een product, bereid door botermelk met gort, rijst, meel, havermout of dergelijke producten, met zout en water tot een pap te koken; zij moet weeral bereid zijn uit botermelk van deugdelijke samenstelling. Een liter dezer pap moet de vaste be standdeelen van minstens 0,81 deugdelij ke botermelk bevatten. Botermelkpap. welke minder vaste bestanddeelen bevat, moet ondeugdelijk van samenstelling worden geacht. Zij mag uiet beschim meld zijn of eenig ander kenmerken van bederf vertooaen. Voor zoover verpakt, moet zij volgens de wet voorzien zijn van een datum of dagstempel. De schuld van het verkeerd benutten van botermelk ligt dus in de onwetend heid van vele onzer landbouwers die de waarde harer samenstelling niet beseffen omdat huns inziens het beste van de melk met het karnen verdwijnt. Mochten die menschen hun verkeerd handelen inzien en de botermelk onder een der meeste door hun genutte spij zen tellen. P.V. F. Bij het nu algemeen geworden ver bruik van stikstofmeststoffen voor de wintergranen in de Lente en voor de haver, moet gezorgd worden enkel die stikstofmesten toe te passen welke on middellijk opneembaar en benuttigbaar zijn. Het is immers in de eerste weken van de Lente dat de graangewassen a de hun noodige stikstof opnemen. De voorraden stikstof in den grond aanwe zig zijn op dat oogenblik van weing nut. Alle omzettingen kunnen moeilijk of niet geschieden, omdat voor deze omzettin gen de grond een warmtegraad moet hebben, welke in dit seizoen zelden voor komt. Daarom is de aangewezen stikstof meststof hier het Sodanitraat van Chili. Een toepassing van 300 tot 350 kg. per hectare zal aan de jonge plantjes de noodige stikstof geven. Een ander voor deel Sodanitraat is een alcalische mest stof en graangewassen vergen een al- calischen bodem. Iedereen die zich om onze ver vlogen welvaart bekommert zal het met ons wel eens zijn om te beken nen dat wij het voortbrengen der producten, die in onzen dagelijk- schen omloop op den voorrang tre den, moeten vermeerderen, en dan nog hoofdzakelijk deze welke we hier in ons land en op onze hoeven zelf voortbrengen. Wij zijn nog in eene te groote mate afhankelijk van den vreemde niettegenstaande de groote vooruitgang sinds de twintig laatste jaren, die den oor log voorafgingen, gemaakt. Zoo wij onze gronden beter konnen benuttigen, dan zouden we reeds den invoer van die produc ten in zekere mate hebben beperkt. Wij bekleeden immers den eersten rang van de Europeesche landen voor de middelmatige opbrengst per bebouwde hectare; wij beklee den insgelijks een vooraanstaande plaats voor het getal bebouwde hectaren in verhouding met de op- Dervlakte van het land. Niettemin cunnen we nog meer en beter dan wat we tot hiertoe hebben gepres teerd. En dit is onze plicht vermits de te onderhouden bevolking van ons land, per hectare, grooter is dan die van gelijk welk ander and. Per 100 Ha. oppervlakte, telt men in België 250 inwoners, wijl er inFrankrijk maar 74, in Zwit serland 125, in Denemarken 160, in Holland 200 zijn, en die getal- en verminderen nog wanneer er sprake is van andere landen buiten Europa, als Amerika of Azië. Wij zijn dus verplicht aan onze culturen niet alleen de grootst mo gelijke bedrijvigheid te wijden, maar zelfs de grootste oppervlakte ten einde de opbrengsten onzer inlandsche producten in de sterkst mogelijke mate te verhoogen. Ten huidige dage zijn er nog in België duizende Ha. wiens opbrengst uiterst gering is, en die kunnen we zooal in al de streken van ons land terugvinden het ziin nl. de natte en moerassige gronden. De meeste van die landen, ge legen in de valleien onzer rivieren, lijden aan een slecht wateraflei dingsregiem en zijn in natuurlijke weiden herschapen die zich aan de wasdom en de flora aan de natte gronden eigen, laten kennen. Men ontwaart er nl. biezen, paarde- staarten, zurkels, distels, lever kruid, tijloos, weegbree, valeria nen... Worden deze afgemaaid, dan geven die weiden producten van zeer minderwaardige hoeda nigheid, die in 't geheel niet tot een genoegzaam voeden van het vee kunnen volstaan. En men zal dat bij de koeien allicht rap be merken aan het minderen van de melkgifte. aan het slecht ontwikke len van het beendergestel en aan het vermageren van de kweekdie- ren die dergelijk gras als voeder krijgen. h Indien deze natte weiden be weid worden, kan men die nadee- len nog in grootere mate bestati- gen vermits de dieren er recht- streeksch in aanmerking mêe zijn, paarden en runderen die op derge lijke graslanden weiden, waarvan de grond week en onvast is, krij gen platte en slecht gewormde voeten. In den zomer zijn de die- 91 ren ten prooi aan allerlei insecten en muggen. Er kan geen sprake zijn dergelij ke weiden in boomgaarden te her schapen. Daar de fruitboomen on mogelijk in natte gronden kunnen wassen en er ook na enkele jaren verkwijnen. Ze herschapen in be bouwbare landen is ook al onmo gelijk want alle bewerkingen zijn er uiterst moeilijk. Is er dan geen oplossing moge lijk? Bestaat er dan geen middel om die naakte, niets opbrengende gronden in gezonde, rijke en veel- voortbrengende gronden te her schapen Het overtollig water kan een natuurlijk gevolg zijn van de sa menstelling van de grond of van de slechte staat waarin riolen en wa- terloopen verkeeren. Aan deze beide oorzaken behoort een prac- tisch en afdoend bestrijdingsmid del. H Wat de slechte staat dier riolen betreft, die kan bekampt worden door een nauwkeurig toepassen der desaangaande wetten en re glementen. De sloten moeten op tijd en stond worden gereinigd, met de daartoe noodige zorgen. Het wegnemen van alle hindernis sen, zooals struikgewassen, boo- ter 4 ir- f^B r imm is

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1925 | | pagina 1