REDT U
ZELVEN
Arbeid adelt
weükkontroou
Landbouwweekblad
EEN BLIK OP ONZEN
HülOiGEN LANDBOUVtfTQESTAND
Vrije Tribuun
FRUITKWEEKERS
Hakvruchten
De Boeren en de Regeringscrisis.
De Landbouwkamers en
onze Brandverzekering
i
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
De Olaoms^he
Toeristenbond
ZONDAG 10 MEI. 1925.
Prifa 12 centiemen.
7de JAARGANG N\ 332
Abonnementsprijs 6.00 frank 's jaars.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON Aaist.
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers
Aan dit blad behoort een Bijvoegsel.
In een merkwaardig onderzoek
over de landbouwopbrengst van
ons land, wordt de inlandsche
bruttoopbrengst geschat op 6 mil
liard frank.
Het overschot van den invoer
op den uitvoer der verschillende
waren, die rechtstreeks of onrecht
streeks voor de voeding geschikt
zijn, bedraagt ongeveer 2 milliard
frank. Het totale verbruik beloopt
dus 8 milliard frank, zoodat de in
landsche opbrengst meer dan de
3/4 van het verbruik uitmaakt.
Deze cijfers zijn zoo welsprekend
dat het nutteloos is verder aan te j
dringen op de gewichtige rol, die
de belgische landbouw vervult in
dealgemeene economie van België.
Onder de landbouwproducten
waar we in zake invoer het meest
afhankelijk blijven van den vreem
de, komt ongetwijfeld de tarwe-in-
voer op voorrang, doch ook deze
kan verminderd worden door het
verhoogen van de opbrengsten per
hectare.
Deze opbrengsten schommelen
hedendaags tusschen 2500 en 2800
kgr. Doch in zake der opbrengst-
vermeerderingen zijn we de mee
ning toegedaan dat het laatste
woord nog niet gezegd is en dat wij,
voornamelijk door het bezigen van
verbeterd inlandsch zaad, een nieu
wen vooruitgang zullen kunnen
verwezenlijken. De teeltproeven
gedaan met het verbeterd zaaigoed
geleverd door de statie van Gem-
bloers, laten zulks verhopen, ver
mits ze gemiddeld 4000 Kgr. per
hectare opbrachten op oppervlak
ten van verschillende hectaren.
Deze vermeerdering hangt na
tuurlijk grootendeels af van ver
schillende factors, die we verder
zullen onderzoeken.
Niettegenstaande al deze pogin
gen blijft het nog immer waarheid
dat de inlandsche tarweoogst
slechts 1/4 ongeveer der in het land
verbruikte hoeveelheid uitmaakt.
De oningewijde zou hieruit kun
nen afleiden, dat de belgischeland-
bouw slechts een gering aandeel
der gezamenlijke behoeften van de
bevolking dekt. In werkelijkheid is
het gansch anders gesteld, zooals
de navermelde inlichtingen betref
fende de voornaamste eetwaren
vleesch, boter, eiers, aardappelen
en suiker, het uitwijzen.
Het Vleesch. De Belg is een
groote vleeschverbruiker. Het ver
bruik dat omstreeks 40 Kgr. per
inwoner bedroeg vóór 1914, is tij
dens den oorlog merkelijk gedaald,
maar is nu bijna gestegen tot het
vroeger peil. De H'Rasquin.staats-
landbouwkundige te Charleroi,
schat het verbruik in 1924 op 38 k.
per inwoner.
Vóór den oorlog voldeed de in
landsche vleeschopbrengst schier
aan onze behoeften. Wij voerden
jaarlijks 50.000 tot 75.000 stuks
vee in.
Deze toestand werd sinds dien
gevoelig gewijzigd, tengevolge van
de aanzienlijke beperking, zoowel
uit oogpunt van de hoeveelheid
als van de hoedanigheid, van den
veestapel na den wapenstilstand.
Ook nam de invoer van het bevro-
zen vleesch een schielijke uitbrei
ding. Niettemin overtreft het ge
bruik van inlandsch vleesch nog
merkelijk dat van het ingevoerde.
Inderdaad, van de 38 Kgr. die in
1924 per hoofd verbruikt werden,
zijn er 16 kgr. ingevoerd vleesch
en de overige 22 kgr. versch in
landsch vleesch.
Boter en Melk. Schier al de
boter en de melk, verbruikt vóór
den oorlog, werd geleverd door
den belgischen landbouw. Indien
onze melkveestapel, die toenmaals
965.000 stuks bedroeg, met 25.000
koeien toenam, zou de boterinvoer,
die jaarlijks 3 tot 6 millioenkg. be
liep, geheel overbodig geworden
zijn.
Gedurende de bezetting daalde
de veestapel geweldig, en zoo zonk
het aantal melkkoeien tot 600.000
in 1919. Ook nam de boterinvoer
in buitengewone mate toe. In 1922,
bij voorbeeld, steeg hij tot
18.806.000 kgr. voor eene handels
waarde van 200 millioen franken.
De veestapel groeit gelukkig
snel aan, en voor de 10 eerste
maanden van 1924, daalde de bo
terinvoer tot 3.421.000 kgr. voor
de som van 65 millioen franken.
Eiers. De eiervoortbrengst
heeft in de laatste jaren eene
groote uitbreiding genomen in ons
land. Haar gezamenlijke waarde
overtreft 1 milliard frank. De in
landsche opbrengst voorziet niet
alleen in de behoeften der bevol
king, maar sedert 1924 laat ze zelfs
den uitvoer van een aanzienlijk
overschot toe dat in 1923 reeds
70 millioen frank bedroeg.
Aardappels. Onze aardappel
oogst is over 'talgemeen ruim vol
doende om in de behoeften van
's lands bevolking te voorzien. In
1924 bedroeg de oogst 18.000 kg.
per hectare en de algeheele op
brengst bedroeg eene handels
waarde van 1 milliard frank.
De suiker. De Belgische
landbouw levert de suiker die noo-
dig is voor het inlandsch verbruik
en daarenboven een overschot
voor den uitvoer. Voor 1924
wordt de opbrengst op 400000 ton
geschat, cijfer dat de behoeften
ver overtreft. In 1923 bedroeg het
batig saldo van den uitvoer de
ronde som van 206 millioen frank.
Bovenstaand bondig overzicht
doet onmiddellijk het groot belang
van de landbouwopbrengst ten
opzichte van de behoeften duide
lijk uitschijnen. Eveneens toont
het Waarblijkend dat de Belgische
landbouw in ruime mate in de
voedingsbehoeften der bevolking
voorziet.
Deze uitslag is des te merk
waardiger, daar ons land het
dichtst bevolkt is der wereld. Hij
strekt dan ook tot eer aan onze
landbouwers die grooter opbreng
sten bekomen dan in andere nabu
rige landen verkregen worden.
Doch alhoewel deze prachtige
uitslagen hoogst vereerend en be
vredigend zijn alhoewel de een
heidsopbrengsten onzer teelten
voordeelig de vergelijking door
staan met die van vreemde lan
den, lijdt het geen twijfel dat onze
landbouwuitbatingen van wel
ken aard ook niettemin vatbaar
blijven voor ernstige verbeteringen.
Op deze verbeteringen verwees
ik reeds in voorgaande uiteenzet
tingen, doch ze schijnen me zoo
innig belangrijk dat ik er in een
volgend artikel nogmaals uitdruk
kelijk wensch op terug te komen.
Sluiten en volledigen we dus
bovenstaande beschouwingen met
er aan te herinneren, dat de rol
van den landbouw op maatschap
pelijk gebied niet minder gewich
tig is. Terecht mag van hem ge
zegd dat hij de boom is niet alléén
der stoffelijke, maar eveneens der
lichamelijke en zedelijke levens
krachten van het land.
De geboortencijfers, de familie
geest en de zedelijkheid staan op
den landelijken buiten merkelijk
hooger dan elders. Zonder een
talrijke en bloeiende landelijke be
volking zou de toekomst van het
land op het spel staan, de nijver
heid zou de noodige arbeidskrach
ten niet meer vinden en de rijk
dommen van den grond en onder
grond zouden onvruchtbaar blij
ven.
Wij moeten dus trachten de
landvlucht te verminderen. Deze
is niet alleen aan economische toe
standen verbonden, zooals som
migen het verkeerd meenen. De
opvoeding en het onderwijs staan
er rechtstreeks mede in verband.
Daartoe moet het onderwijs min
der theoretisch zijn, want zooniet
leeren de kinderen de practische
werken versmaden en neemt het
getal verbruikers toe.
R. AKKERMANS.
Een lezer schrijft ons een brief waar
uit we het volgende lichten betreffende
de regeeringscrisis
De regeeringscrisis duurt nu al een
maand en we hooren van conservateurs
en democraten, van katholieken en libe
ralen en socialisten, van militaristen en
antimilitaristen, van Vlaamschgezinden
en Franskiljons maar van ons boeren-
vertegenwoordigers hooren we niets.
Toch, een keer hebben ze iets van
zich laten hooren, heel in 't begin toen
Van der Velde nog op zoek was naar
een meerderheid, toen lieten de katho
lieke boerenvertegenwoordigers weten
dat ze de portefeuille opeischten van
brdbouw.
En sedert, vernemen we niets meer.
Volgens mij hebben ze ongelijk zoo
stillekens te blijven.
Graaf de Broqueville heeft nu ook
zijne politieke lepel moeten afleggen en
volgens De Standaard en De Tijd is er
een ernstige mogelijkheid voor een de-
mokratische regeering waarin katholieke
en socialistische demokraten zittiug zou
den hebben. Die twee groepen kibbelen
ondereen.
De katolieke democraten beweren dat
de socialisten te wijd gaapten, dat ze de
schoolvrede niet wilden waarborgen,
dat ze heelemaal baas wilden spelen. De
socialisten integendeel beweren dat ze
goei jongens zijn dat ze bereid zijn om te
onderhandelen en dat het programma
van de katholieke democraten een goede
basis kan zijn voor de onderhandelingen.
En ik heb dat programma van de ka
tholieke democraten ook gelezen en daar
eens ferm over nagedacht en ik en vinde
dat ook zoo slecht niet en ik vraag me
af waarom de vertegenwoordigers van
de Vlaamsche boeren en de katholieke
democraten niet bij springen onder voor
waarde natuurlijk van op dat gemeen
schappelijk programma ook een paar
punten te zetten die ons, boeren; in
teresseeren.
Dit programma eischt waarborgen
voor den godsdienst- en schoolvrede,
vermindering van de militaire lasten
door gewestelijke indeeling, verminde
ring van diensttijd, steun aan de gezin
nen van militairen en vrijstelling van
een zoon in gezinnen van ten minste zes
kinderen.
Zouden ons boerenmenschen daar
iets tegen hebben
Ik, voor mijn part, ik heb er alles voor
en gij boeren van Redt U Zeiven
Daar staan natuurlijk nog al punten
op dat programma, punten die speciaal
de werklieden raken, bescherming van
den achturendag enz.
Dat raakt in niets ons boerenbelangen
en als de werklieden het goed hebben,
dan is er een kans dat het bij ons ook
niet slecht gaat.
Was ik als boer in de Kamers, ik zou
tot die werkieden afgevaardigden zeg
gen
Hoor ne keer, vrienden, we steunen
mee, maar 't een plezier is 't ander
weerd. Gij gaat ons dan steunen voor
dit en voor dat zie eens de pachtwet,
de wet op in- en uitvoer 1
Waarom staan de boerenvertegen
woordigers niet vrij en vrank naast en
bij de werkliedenafgevaardigden
Wel ik vrees dat we te veel kasteel-
heeren naar de kamers zenden om ons te
vertegenwoordigen en dat we beter zou
den zijn met standgenooten, die niet
eerst en vooral naar de belangen zien
der groote grondeigenaars maar wel
naar belangen van de boeren die ook
Vlamingen en antimilitaristen en zelfs
democraten zijn.
LEO.
Woont allen de vergadering bij, ge
houden op Zondag 31 Mei, om 9 1/2
uur voormiddag, ten lokale Aalst. Men
zal er handelen en belangrijke mededee-
lingen doen over
FRUITVERZENDING.
Alleman op post
Onze Plezierreis
De liefhebbers gelieven zoo goed te
zijn van heden af hunne deelneming te
laten geworden.
We kennen nog de juiste prijs niet,
maar naar alle waarschijnlijkheid zal het
rond de 50 fr per man kosten. De auto
cars zijn aangenaam maar schijnen duur
te zijn.
Hoe nietigjes klein en onbevoegd we
ons zelf voorstellen in zake landbouw-
aangelegenheden, tegenover de alomvat
tende ondoorgrondelijke wijsheid der
heeren van het Bestuur der Landbouw
kamers van Oost-Vlaanderen, zijn we
vermetel genoeg het aan te durven de
handelwijze van dit bestuur te kritikee-
ren. Waarom die kritiek Is het omdat
Redt U Zeiven graag één man meer ter
vertegenwoordiging zou hebben Ach,
neen We zijn niet eerzuchtig, of we 2
of 3 afgevaardigden bezitten verandert
niets aan de zaak, dewijl toch uitsluitelijk
het recht van den sterkste in aanmer
king komt. Daarenboven 't is onze kri
tiek niet die eene iota aan de kwestie
veranderen zalnederig als we zijn be
seffen we zulks en, onze leus Redt LI
Zeiven getrouw, zullen we spijts alles
en spijts iedereen recht en voordeel ver
krijgen voor onze leden binnen of buiten
de Landbouwkamers.
Wat opvallend is bij 't lezen van het
verslag der zitting der Landbouwkamer
van 24 April j.l. is dat de Heer Minister
de wijsheid der gezegde Kamer even
ondoorgrondelijk vindt als wij en het
noodig geoordeeld heeft er al eens'eene
braak heen te zenden met verzoek er
eenen kleinen kuisch te doen, daar onge-
wenschte planten er te weelderig tier
den.'t Zijn geen dagorden of pleidooien
van advokaten al zijn ze ook van den
velde en dus in eene Landbouwkamer
toegelaten die dergelijken kaakslag uit-
wisschen.
Wat nu aangaat de reden der uit
sluiting van de brandverzekering Redt
U Zeiven, dat is een raadsel dat wij met
ons klein-jongens verstand moeilijk kun
nen oplossen. Als we 't verslag lezen in
De Koornbloem dan zijn er twee
voorname reden opgegeven die luiden t
de eerste dat onze instelling met win
sten werkt,, en de tweede dat ze geene
Staatstoelagen vraagt of krijgt
We moeten bekennen dat we letter
lijk in den grond geboord zijn door die
twee ingrijpende of liever doorslaande
argumenten (ingrijpende mogen we niet
zeggen, want eens dat ze grijpen hebben
ze gewoonlijk eene staatstoelage vastj.
Dat de vader der eerste reden ons eens
zegge, rondborstig als 't hem mogelijk
is, of de vereenigingen die hij vertegen
woordigt in de Landbouwkamer, veree
nigingen veronderstellen we dus waar
hij deel van maakt, werken met winst of
niet Naar onze nederige meening zijn
er 3 antwoorden mogelijk, te weten
ze werken met winst, met verlies, of
noch het een noch het ander. Nemen
we eerst het geval dat er verlies gedaan
wordt, dan zal die goede heer niet lang
zetelen want zijne vereenigingen zullen
door de leden verlaten worden, omdat ze
er geene winst in vinden er bestaat dus
weinig kans dat hij als landbouwverte-
genwoordiger pensioen genieten zal
doen zijne vereenigingen noch winst
noch verlies dan hebben ze geene reden
van bestaaan. We nemen toch aan en
iedereen zal er mede t'akkoord zijn dat
winst en voordeel 't zelfde is bijgevolg
weer al instellingen die hunne leden geen
winst afwerpen, dus voorbestemd tot
vroeg afsterven. Dan blijft er nog over
dat uwe instellingen ook winst afwer
pen. Wij bekennen, en we hopen voor
Uwe vereenigingen hetzelfde, dat onze
brandverzekering veel voordeel, veel
winst afwerpt voor hare leden, 't Was
en blijft steeds ons doel aan onze leden
zooveel voordeel mogelijk te verschaf
fen en 't verheugt ons, we zijn er fier op,
door onze tegenstrevers te hooren be
vestigen, dat dit doel bereikt wordt
Wat de tweede reden betreft dat we
geene staatstoelagen vragen of genieten
die is heel wat erger dan de eerste. Im
mers, eene instelling die door den goe
den wil, door het vertrouwen harer
leden zoo sterk gemaakt is dat ze gerust
haar eigen gang gaat zonder naar iemand
of naar iets om te zien, die kan toch
geen recht hebben om de stem harer
leden te doen hooren, deze kunnen geen
recht op vertegenwoordiging hebben.
Moeten we daar de logische gevolg
trekking over maken dat om over land
bouwbelangen te kunnen meepraten,dat
om deze belangen aan de Regeering te
doen inzien, hetgeen, naar wij meenen,
een der doeleinden der Landbouwkamer
daarstelt, het eene hoofdvereischte is
dat men met de vingers in de Regee-
ringskas zit Arme belangen Armtie
rige Kamer
Doch 't schoonste van de geschiede
nis Paarden- en veeverzekeringen,
hoenderbonden enz. die bekomen hun
deel in die waardige vertegenwoordi
ging Jammerlijke beschouwing onze
leden die deftige, eerlijke landbouwers
zijn mogen geene vertegenwoordiging
genieten ze worden door sommige lie
den nog niet op het peil gesteld van
hoornvee of kiekens. Als ze nog maar
trek- of hoorndieren of kiekens waren,
dan zou ze 't recht hebben hunne stem
te laten hooren
De kruik gaat te water tot ze breekt
Eens zullen de tijden veranderen en zal
't recht over 't geweld zegepralen
Aan eene onlangs verschenen bijdrage
dat over de veeuitbating handelde, wil
len wij nog een woordje toevoegen om
de wetenschappelijke richting die, in
zake veeverbetering, hoeft gevolgd te
worden klaar voor oogen te zetten als
ook het belang van de melkkontrool te
doen uitschijnen.
Ongelukkig is de werking ervan nog
onvoldoende gekend en wordt de aan
dacht der veehouders niet genoeg ge
vestigd op de uitslagen op dit terrein
bekomen.
Oost-Vlaanderen is onder oogpunt
van veekweek altijd onder de belang
rijkste provinciën van ons land gerekend
geweest Daarvan getuig n de groote
voortbrengselen van vleesch en boter,
jaarlijks op de markt door haar geleverd.
In zake veeverbetering is het de melk
kontrool die geroepen is om de melk-
verhooging in opbrengst te verwezen-
lijken. Het ware nuttig dit punt aan de
landbouwers ter overweging voor te
leggen opdat het de oogen van velen
zou openen.
Door melkkontrool verstaat men het
vaststellen van de hoeveelheid melk
welke een koe dagelijks geeft. Eens per
maand, t best op denzelfden datum, zul
len we de dagelijksche melkopbrengst
van ieder koe meten of wegen. Tct het
wegen kunnen we een gewone veerba-
lans gebruiken, ook nog hengsel ge
naamd, of ook nog de meetemmer d. i.
een emmer met loodrechte wanden
waarin een vlotter ligt die een platte
lat draagt, waarop cijfers gedrukt zijn
die de hoeveelheid melk aanteekenen.
men giet de melk dus in den emmer, het
vlottend toestel gaat omhoog en het
duidt alzoo de hoeveelheid melk aan.
Dit stelsel is ten zeerste aan te prijzen
daar het veel tijd spaart.
Is melkkontrool nuttig Een voor
beeld zal dit aantoonen.
In een stal van 7 koeien bekwam men
de volgende uitslagen met de melkkon
trool
2 koeien in 1917 geboren gaven 2.640
en 3.100 1. melk
1 koe geboren in 1916 gaf 3.200
2 andere koeien gaven 3.8C0 en 4.300 I.
de 2 beste koeien gaven 3 700 en 5.400 1.
De melkkontrool doet ons bestatigen
dat de twee eerste koeien zonder twijfel
aan den eigenaar geld doen verliezen.
Nog een voorbeeld. Een koe gaf de
eerste maand na het kalven 13 liters
melk per dag 'n andere koe gaf er 18.
Moest men nu de eenzijdige kontrool
toepassen d. i. enkele weken na het kal
ven, wanneer de koeien de hoogste
melkgifte geven, dan zouden we rap be
sluiten dat de tweede koe veruit de
beste was. Doch een veelvuldiger onder
zoek toonde ons dat de eerste koe het
nog op de tweede haalde met 800 liters 1
Is melkkontrool een groot werk
Vele boeren zijn het met ons eens om te
bekennen dat melkkontrool een aller
nuttigst werk is, dat geroepen is om
vele vruchten af te werpen doch wan
neer de daartoe vereischte tijd gevon
den Veronderstel een stal van 5 koeien
waarvan men maandelijks de kontrool
wil doen. Telkens men melkt moet er
dus gewogen worden het hangen van
den emmer aan de balans, het aflezen en
het inschrijven van het getal liters melk
kan toch wel voor elke koe op twee mi
nuten gebeuren. Dat zou tien minuten
uitmaken voor de 5 koeien, en dat drie
maal r.l. 's morgens, 's namiddags en
's avonds, dat maakt 30 minuten of 1/2
uur per dag. Welke landbouwer zou nu
durven beweren over dat half uurtje
niet te kunnen beschikken
Voor deze nu die zich toeleggen op
het verbeteren van onze rassen door
uitlezing der afstammingen blijft de melk
kontrool in zake vetgehalte ook nog van
't allergewichtigst belang.
Nalatigheid en onvoldoende kennis
zijn meestal oorzaak dat nog te vele land
bouwers denken de juiste voortbrengst-
waarde van een koe te kunnen bepalen
door zich alleen te steunen op hare uiter
lijke kenteekens. Ons vee mag en moet
schoon van vorm zijn, doch men houdt
het niet hoofdzakelijk voor zijn vorm of
zijn schoonheid, maar wel om er zooveel
mogelijk geld aan te verdienen. Het is dus
niet voldoende alleen rekening te houden
met de hoeveelheid der melkopbrengst,
men moet ook de kwaliteit nagaan d. i.
de hoeveelheid botervet die de melk
inhoudt.
Oppervlakkig kan men zich daarover
reeds een gedacht vormen bij het afroo-
men door de hoeveelheid bekomen
room, dcch om een juister gedacht daar
over te hebben moet men zijn toevlucht
nemen tot het ontleden der melk. Hier
door zullen we menigmaal zien dat een
schoone melkkoe daarom altijd geen
goede melkkoe is.
Om het nut van het opzoeken van
het vet nog eens klaar te doen uitschij
nen, willen we een voorbeeld aanhalen.
Een eerste koe gaf melk met een vetge
halte van 26 graden terwiji een tweede
koe melk gaf met 46 graden vet. Moes
ten beide koeien nu evenveel melk ge
ven, dan zou de koe met 46 graden vet
ongeveer tweemaal zooveel boter geven
dan de eerste, alhoewel beide toch op
gelijken voet staan voor voedings-en
onderhoudskosten. Aan den prijs van
vandaag zou dat nog een schoon som
metje uitmaken.
Om dus hoogere opbrengsten te be
komen moet men de slechte dieren, die
door de melkkontrool ons zullen worden
aangewezen, verwijderen en vervangen
door betere. En dat kan de landbouwer
het best door alleenlijk jong vee, dat
van de beste koeien voortkomt, op te
kweeken. Het stelsel dat wij voorop
hebben gezet heeft reeds op verscheide
ne plaatsen, waar het in voege is ge
bracht, een verhooging in melkopbrengst
van 500 a 1.000 liter per jaar en per dier
doen bekomen.
Wilden onze boeren dat maar begrij
pen, nu dat we jaarlijks ten minste in
het jaar 1923 voor 274.001.219 fr.
melkproducten uit den vreemde moeten
invoeren om in onze eigen behoeften te
voorzien. Om die melkproducten hier in
ons land zelve te kunnen voort brengen,
zouden we onzen veestapel met 200.000
melkkoeien moeten zien vermeerderen.
Die 200.000 melkkoeien in den
vreemde gaan koopen is voor ons iets
onmogelijks! Het eenigste, het beste,
het goedkoopste redmiddel om in dien
noodlottigen toestand te verhelpen, ligt
in de veeverbetering. Wanneer we na
gaan dat Denemarken in 10 jaar tijds
zijn veevoortbrengsten met 20 heeft
zien verhoogen alleenlijk door aan vee
verbetering te doen, dan vragen we ons
af waarom wij, evenals de Denen, dit
niet evengoed zouden kunnen Daarom
moeten onze landbouwers trachten te
beseffen dat, als zij hun vee uit den
vreemde invoeren, zij niet alleen het
krediet van ons land verminderen, maar
zelfs gevaar loopen dan dieren in te
voeren die noch aan ons klimaat, noch
aan onzen bodem gewoon zijn en wier
opbrengst ten zeerste daaronder zal te
lijden hebben. Willen we onze stallen
verbeteren, dan moeten we dit verwe
zenlijken door het verbeteren van ons
eigen vee omdat zijne voortbrengstmo-
gelijkheden dan alleen maar ten volle
zullen tot ontwikkeling komen juist om
dat het onder den invloed blijft van het
midden waarin het wierd geboren en
groot gebracht.
Jarenlang meende men onzen veesta
pel te kunnen verbeteren door het invoe
ren van vreemde rasdieren, de onder
vinding heeft thans bewezen dat men op
het verkeerde spoor was verzeild en
heeft ons gedwongen aan te nemen dat
onze eigene inlandsche veerassen de
kern moeten zijn van eenen verbeterden
en veredelden veestapel.
Het vertrekpunt onzer werkingen ligt
dus in het verbeteren der innerlijke
waarde van ons vee, waarde die wij al
leen door melkkontrool kunnen vast
stellen. Melkkontrool is dus noodzake
lijk en is alleen bij machte de slechte
koeien uit den veestapel te doen verwij
deren. Melkkontrool verhindert dat van
slechte koeien kalveren zouden worden
opgehouden. Eindelijk melkkontrool
kan alleen de winstgevendheid der vee
uitbating verhoogen.
L. V. D. M.
De kosten welke de teelt van beeten
en aardappelen vergt zijn aanzienlijk en
merkwaardig is het dat deze kosten wei
nig of niet veranderen, dat de opbrengst
een hooge of een geringe weze. Een rij
ke bemesting is het beste middel om een
hooge opbrengst te bekomen. Indien men
voor aardappelen van 3 tot 600 kg. So-
danitraat van Chili zal gebruiken, vol
gens den staat van den bodem en zijn
vruchtbaarheid, dan wordt zelden, door
de vooruitstrevende landbouwers, voor
beeten, min dan 500 kg en vaak tot
.000 kg. en meer, Sodanitraat gebruikt.
Wil men de beste uitslagen bekomen,
dan zal men ten minste de helft der ge
bruikte hoeveelheid vóór het zaaien of
poten toepassen, de andere helft bij het
hakkenin gronden rijkelijk met orga
nische stikstof voorzien, is het zelfs aan
te raden de volle hoeveelheid vóór het
zaaien of poten in te werken.
Opent zijn landdag te Aalst, op Zater
dag 9 Mei, te 19 ure, met eene studiever
gadering in de feestzaal van het koffie
huis De Koornbloem„(Redt U Zeiven)
Groote Markt.
Zeer belangrijke besprekingen over het
verkeerswezen, de propaganda, organi
satie en werking van den bond staan
aan de dagorde. Te 21 ure in het zelfde
lokaal, gezellig samenzijn. Bekende kun
stenaars uit Mechelen, Gent en Aalst zul
len er een zeer mooi liederen en klavier
programma ten gehoore brengen. Beide
vergaderingen zijn alleen toegankelijk
voor de bondsleden, die dringend worden
uitgenoodigd eraan deel te nemen,