REDT U ZEI,VEN Arbeid adelt Nieuwe Landbouwpolitiek in Italië Vergadering van hetSyndikaat derfJelkverkoopers posf oorbemesti ng Incarnaatklaver en Groenbemesting GELUKWENSCHEN De Spleetgriffeling Landbouwweekblad De Navruohten moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. CDetens^hoppelijl^e bijdrage ZONDAG 23 OOGST 1925 Prij» 12 centiemen. 7de JAARGANG N* 347 Abonnementsprijs i 6,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON, Aalst, De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen öngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers 1 Aan dit blad behoort een Bijvoegsel. Wanneer, enkele weken gele den, de graaf Volpi het ambt van zijn voorganger Hr De Stetani,ge wezen Minister van Landbouw en Economische zaken overnam, dan schreef een der grootste Italiaan- sche dagbladenOp den Minis ter der verbruikers volgt deze der voortbrengers. Deze opmerking schijnt hare be vestiging te vinden in het feit der eerste maatregelen door den nieu wen minister genomenmaatrege len van zuiver beschermenden aard, vooral wat de suikernijverheid en de graanproductie betreft. Het inzicht van den graaf Volpi zou zijn de voordeelen van den verbruiker een steviger en besten diger karakter te bezorgen, met een waakzaam oog te houden op de belangen van den voortbrenger. Graaf Volpi is een machtige fi nancier en betrokken in talrijke handels- en nijverheidsondernemin gen. De toekomst zal het echter uitmaken of zijne onbetwistbare fi- nantiëele kennissen en ondervin ding hem tegelijkertijd het ambt van rechter en partij zóó zullen doen uitvoeren, dat hij met de strengste onpartijdigheid de rech ten en van den verbruiker en van den voortbrenger zal weten te eer biedigen. Hoe uiterst zeldzaam de bedie ningen van rechter en partij bij één en denzelfden persoon samengaan, toch schijnt graaf Volpi voor die ernstige en kritieke proefneming niet terug te deinzen. Of hij hierin echter lukken zal, ligt in een twij felachtige toekomst. Hr De Stefani, z'n voorzaat, had gedacht de belangen van den ver bruiker en deze van de begrooting te verzoenen, door de afschaffing der inkomrechten op de vreemde suikers en in de plaats een binnen- landsche taks te heffen. Het gevolg hiervan was dat de verbruiker er het voordeel niet van zag, want de suikerprijs steeg plots. Doch deze prijsverhooging was minder gevoelig dan deze welke zou plaats gegrepen hebben bij toe passing van het zuiver bescher mingsstelsel. Zoo het budget er eenigszins mee gewonnen had, toch gaf het anderzijds een gevoeligen weerslag op den algemeenen eco- nomischen toestand van Italië. Eerst en vooral de cultuur der suikerbeeten, welke in het noord oosten van Italië eene ongewone uitbreiding had genomen, vermin derde op groote schaal bij gebrek aan noodige afzetgebieden. De talrijke suikerfabrieken wel ke te midden dezer bedrijvige cul tuur - centra waren opgericht ge worden, met een gansch modern materiaal, waren genoodzaakt hun ne werking te staken. Vandaar den invoer van vreemden suiker, wiens aankoop verplichtte tot aanschaf fing vanzware hoeveelhedenvreem- de geldmunt en wel voornamelijk dollars. Onnoodig er bij te voegen dat de maatregelen, door Hr De Stefa ni in zake suikerhandel getroffen voor ruim 2 milliard liren hebben bijgedragen om het onevenwicht der Italiaansche handelsbalans te vergrooten en te verzekeren. 't Valt dan ook gemakkelijk om begrijpen, dat een der allereerste daden van graaf Volpi persoonlij ke belangen ter zijde geschoven, was van onmiddellijk het bescher mingsregiemten voordeele van de suikernijverheid terug in voege te brengen. Het is gansch goed mogelijk dat door dit feit de huidi ge suikerprijs, welke thans 7 L. 50 per kilo bereikt, nog verhooge; doch dit sluit geenszins deze ande re mogelijkheid uit, dat voor de toekomst de verbruiker er een ge wichtig voordeel zal uit trekken, dank de verhooging van de Ita liaansche geldmunt, wier wissel koers ook dan maar kan stijgen, wanneer de invoer zal vermin deren. Het terug in voege brengen van een tolrecht van 7.L,50 goud (het zij L.40 papier.) per kwintaal graan Italië ingevoerd, schijnt vanwege de openbare meening een min geestdriftig onthaal te genieten. Graaf Volpi heeft echter dien maatregel getroffen om dictator Mussolini te steunen in zijnen be roemden graanoorlog"welken de Raadsvoorzitter ondernam met het prijzenswaardig inzicht den tarweinvoer te verminderen. Onder den dekmantel en de be scherming van dit aanzienlijk in- komrecht wil Mussolini aan de Ita liaansche graanvoortbrengers een loonenden prijs verschaifen voor hunne tarwe op de nationale graan markten van Italië. Derwijze denkt hij de landbouwers aan te sporen en aan te moedigen om hunne tar- weculturen ruimschoots uit te breiden. Doch de verbruiker, welke uit hoofde van dezen maatregel, ge noodzaakt zal zijn het brood 50 centimen per kgr. meer te betalen, beschouwt de zaak onder een min gunstig oogpunt. Hij gevoelt volstrekt niets voor eene theorie waarbij men hem voor deelen laat verhopen op langen term en vervaldag. Ook begint hij zich reeds af te vragen of hij 't wel uithouden zal, totdat de eerste tastbare voordee len van dit stelsel, zich zullen doen gevoelen. Ook hij wil even als de voortbrenger van onmiddellijke voordeelen genieten. 't Lijdt geen twijfel of deze ge wichtige toestanden stellen het fa- cistisch Bestuur tegenover een paar kritieke vraagstukken, die wel eenigszins de nieuwe orienteering zijner economische en finantiëele politiek zouden kunnen ontred deren. TB AAXST De algemeene vergadering had plaats in het lokaal Redt U Zeiven, te Aalst, op Maandag 17 Augustus, om 8 1/2 uur. Dertig leden woonden de vergadering bij. De besprekingen liepen over het bepaald stichten van het Syndikaat en over het op te maken reglement. Ver scheidene punten werden voorgedragen en onderzocht. Het voorloopig reglement zal opgemaakt worden en aan de leden ter goed keuring voorgedragen op de toekomende vergadering van Maandag 31 Oogst. Er werd vervolgens overgegaan tot het kiezen van het bestuur. Werden na balloteering met eene volstrekte meerderheid gekozen Als Voorzitter, M. Jan Mergan, Groenstraat, St Job Ondervoorzitter, M. Adolf De Pril, Nieuwbeekstraat Schrijver, M. Alexander Van Gysegem, Hammestraat Leden, MM. Odilon Vinck, Groenstraat Frans Van Nuffel, Brusselsche steenweg. Het bestuur neemt plaats en de Voorzitter dankt de leden voor het vertrou wen die ze stellen in de gekozen bestuurleden. De ondervoorzitter Adolf De Pril bespreekt het gezamenlijke streven naar broederlijke samenwerking. Hij raadt alleman aan de beste melk te leveren om aldus het recht te hebben altijd op behoorlijke verkoopprijzen te kunnen rekenen. Na nog eenige besprekingen gaat de vergadering uiteen om 111/2 uur. De toekomende vergadering op Maandag 31 Augustus, om 8 uur, in 't lokaal. Fosfoor heeft een veelvuldigen oor- j sprong. Eenerzijds is hij een bestendig bestanddeel der levende cellen ander zijds vormt hij talrijke lagen vooral in de secundaire en tertiaire geologische vormingen. Die produkten kunnen als dusdanig gebruikt worden ofwel worden zij aan zekere physische en chemische behande lingen onderworden, zooals in geval van superfosfaat en ijzerslakken. Dit laatste echter is slechts een afvalprodukt van de metaalnijverheid. De natuurlijke fosfaten van organi- schen oorsprong worden vooral in de beenderen aangetroffen de beenderen zijn overigens de eerste fosfoormeststof- fen geweest. Beenderen bestaan uit 50 a 60 fosfaten gemengd met 30 a 45 °/0 organische stof (osseïnej. Men gebruikt ze als dusdanig hun ontbinding is in dat geval zeer traag of in den vorm van beenderasch men gebruikt ze ook na afscheiding der gelatine en men be komt alsdan het beendermeel dat 25 a 28 °/0fosfoorzuur bevat. Superfosfaat wordt bekomen door behandeling der natuurlijke fosfaten met zwavelzuur, zoodat het onoplosbaar tri- calciumfosfaat in oplosbaar monocal- ciumfosfaat wordt omgezet, terwijl de 2/3 kalk zich met het zwavelzuur tot monocalciumsulfaat verbinden. Het fos- foorgehalte der superfosfaten is gewoon lijk begrepen tusschen 14 en 16 of tusschen 16 of 18 Nevens fosfoorzuur en calciumsulfaat bevatten de supers zeer verschillige stof fen waarvan de aard en het belang af wisselen volgens de natuur van den fos faat het zijn gewoonlijk verbindingen van aluminium, ijzer, magnesium, silica ten, gluoriden, enz. De vorm monocalciumfosfaat in denwelken wij het fosfoorzuur in de supers aantreffen is een onstandvastige vorm die onder den invloed van alka lische stoffen (kalk, aluminium en ijzer- oxyde enz.) terug tot den onoplosbaren vorm overgaat. Dit zeer belangrijk ver schijnsel is gekend onder den naam van retrogradatie (retrogredi achteruit gaan). Men heeft lang gemeend dat de retro gradatie schadelijk was voor den vrucht baarmakenden invloed dezer meststof. Hedendaags echter acht men dat het verschil van werkdadigheid tusschen natuurlijken fosfaat en super niet te wij ten is aan het verschil van oplosbaarheid maar wel aan het verschil in de verdeel baarheid en in de fijnheid der stofkor- reltjes Super voor en na de retrogra datie zou dus dezelfde werkdadigheid bezitten. Proeven (Petermann. Gasola enz) hebben deze zienswijze bekrachtigd. Nevens den gewonen super bestaat er in den handel ook de dubbele super fosfaat. Deze wordt bekomen door be handeling van natuurlijken fosfaat met fosfoorzuur in plaats van met zwavel zuur hij bestaat dus in een mengsel monocalciumfosfaat en vrij fosfoorzuur. Men kent ook den ammoniaksuperfos- faat, potaschsuperfosfaat enz. Tetrafosfaat waarop in de laatste jaren de aandacht getrokken werd (C.R. Ac. Agricult. Parijs 1918) is een nieuwe meststof in Italië bereid en die bekomen wordt door verwarming der natuurlijke fosfaten op 600 a 700° en door plotse linge verkoeling door toevoegen van water. Die behandeling heeft als doel de verteerbaarheid der fosfaten te ver meerderen zonder gebruik van zuren. De samenstelling en de oplosbaarheid zijn niet gewijzigd en nochtans zou tetra fosfaat uitstekende uitslagen geleverd hebben. Wanneer men de fosfaten metchloor- zuur in plaats van met zwavelzuur be handelt en daarna het vrije fosfoorzuur met een voldoende hoeveelheid kalk verzadigt, bekomt men bicalciumfosfaat, onoplosbaar in water, maar oplosbaar in ammoniumcitraat en zeer fijn ver deeld. De aldus behandelde meststof wordt neergeslagen fosfaat (phos phate précipité) genoemd. Hij wordt gemakkelijk door de planten vereenzel vigd en bevat ongeveer 40 °/o fosfoor zuur. IJzerslakken is een afvalprodukt uit de gieterijen het is een produkt van veranderlijke samenstelling en bevat 14 a 18 fosfoorzuur, 10°/o ongebluschte kalk, 8 a 14 silicium (kiezel), 15 a20°/<> ijzeroxyde, mangaan, enz. Al deze stof fen nemen in zekere mate deel in de vruchtbaarmakende werkdadigheid der ijzerslakken. De fosfoor is er tegen woordig in den vorm van tricalciumfos- faat, maar men neemt ook het bestaan aan van tetracalciumfosfaat /P205.4Ca0) of van fosfosilicaat. Men heeft onlangs de fabrikatie van kunstmatige ijzerslak ken aangestipt (C. R. Acad. Agric. Pa rijs 1919). De ijzerslakken reageeren alkalisch door hun groot gehalte aan kalk en zij zijn gansch aangeduid op kleiachtige, humusrijke of zure gronden hun wer king is trager maar van langeren duur dan de superfosfaten. Op gronden welke rijk zijn aan orga nische stoffen, op zure en op kalkarme gronden, zal men de natuurlijke fosfaten of de ijzerslakken aanwenden. Deze zul len volkomen verteerd en verbruikt worden, zullen de zuurheid neutralisee ren en vernietigen, zullen de kalk aan brengen welke ontbreekt en leveren ver der het groot voordeel dat ze beterkoop komen te staan dan superfosfaat. Superfosfaat zal gebruikt worden op kalkrijke gronden, maar hij zal er spoe dig de retrogradatie ondergaandaarom hebben sommige schrijvers aangeraden hem met den stalmest te mengen enkele dagen vóór de bemesting zoodat hij in humofosfaat omgezet worde (Dumont). In zeer kalkrijke gronden zou men vol gens dezelfde schrijvers bij voorkeur neergeslagen fosfaat aanwenden. Men kan ook voordeel trekken uit de eigenschap van sommige planten (o. a. kruisbloemigen) de onoplosbare fosfaten te vereenzelvigen. Men zal daartoe ne venkuituren aanleggen na duchtige fos faatbemesting en men zal de planten als groenbemesting indelven. Overigens worden de natuurlijke fos faten in 't algemeen met groote dosis en in 't begin van een wisselbouwkring aan gewend, tegelijkertijd met den stalmest. De superfosfaten zullen aangewend worden juist vóór het uitkomen der planten, desnoods als dekmest op graan gewassen en op planten die snel groeien en de tricalciumfosfaten slecht vertee ren, ook nog op gronden met beperkte chemische bedrijvigheid. Een volgende bijdrage zullen we be steden aan twee andere fosfoormeststof- fen, n.l. Supra A en Supra B. P. J. CLAUS. Scheikundige. Deze klaversoort, welke men op vele plaatsen topklaver noemt, verdient meer bekend te zijn dan zij op vele plaatsen van ons land is, aangezien zij zeer waar schijnlijk in sommige gevallen met voor deel verbouwd zal kunnen worden. In- carnaatklaver of Fransche klaver groeit in Zuid-Europa in 't wild en wordt be halve in die streken ook geteeld in Fran krijk, Zwitserland, Zuid-Duitschland, Oostenrijk, Hongarië, Zuid-Engeland, België, Holland enz... Hare stengels en bladen komen veel met die van de Roo- de klaver overeen. Beide zijn echter behaard en de laatste missen de witte vlekken welke zoo kenmerkend zijn voor de roode klaverbladen. Ook hare bloemhoofdjes wijken in den vorm en kleur aanmerkelijk van die der roode klaver afzij zijn aarvormig, meer bloed rood en vooral aan den onderkant, ruw door bronskleurige haren. Incarnaatklaver is vlakwortelend hare opstaande stengels zijn rijk bebla- derd, de bladeren voorzien van omge keerde eironde blaadjes De losse bloemhoofdjes zijn langwerpig, min of meer aarvormig, meestal donkerrood, soms wit.de zaden zeer groot, ongeveer dubbel zoo groot als die van roode kla ver, eirond en lichtbruin, bij bewaring na eenigen tijd donkerbruin. In overeenstemming met hare zuide lijke natuur (Incarnaatklaver is afkom stig uit Italië) eischt incarnaatklaver een zacht klimaat dat evenwel wegens de vrij groote waterbehoefte niet te droog mag zijn. Onze winters zijn over 't ge heel te streng. Zij kan in de zuiderlan- den in den nazomer of herfst gezaaid worden om in het voorjaar van 't vol gend jaar geoogst te worden. In noorde lijker streken dus ook in ons land vriest zij echter des winters dood, om welke reden zij slechts des zomers kan worden verbouwd. Is de winter niet te streng, dan kan ze soms wel goed ko men daarom neme men die variëteiten die volgens Strebel meer wintervast zijn v.l. Trifolium incarnatum rusticum. Incarnaatklaver groeit eigenlijk op alle grondsoorten, die behoorlijk vrucht baar en voldoende vochtig zijn, maar niet op stijve, natte gronden, evenmin op lichte zandgronden. Een drooge niet te zware kleigrond, alsmede goed ont gonnen zandgronden zijn voor deze klaversoort het best gepast. Zij groeit zeer snel, wordt dus niet onder dek- vrucht gezaaid en sterft na het bloeien ze is dus éénjarig. Ze wordt in 't alge meen aanbevolen ter vervanging van de Roode klaver, wanneer deze niet door een winter gekomen is of de aanvulling van de hierin aanwezige ledige plekken. Hare opbrengst is niet hoog en de groene massa wordt spoedig houterig zoodat men al heel in 't begin van den bloei moet maaien. Wanneer de rogge is binnengehaald, kan men tot de bemesting van het land overgaan. Men geve 500 kg. metaal slakken en 500 kg. kaïniet per hectare. Alvorens de grond om te ploegen, zal men hem overvloedig met ale begieten ten einde onmiddellijk oplosbaar voed sel aan de jonge plantjes te geven. Het ware best er nog een weinig nitraat op te werpen om een snellen groei te verze keren niet te veel toch, vermits incar naatklaver een vlinderbloemige plant is die dus de eigenschap bezit de stikstof kosteloos uit de lucht op het land te brengen. Een weinig nitraat zal volstaan om de jonge plantjes rap in groei te brengen en ze in dezen aan te wakkeren. Is de grond omgeploegd dan strooie men 25 - 30 kgr. zaad per hectare breedwer- pig uit daarna zal men de grond vast leggen door hem te rollen. Na de Winter kan de incarnaatklaver gemaaid en dan gehooid of als groen- voeder worden gebruikt. Alhoewel een veld incarnaatklaver wel veel stikstof uit de lucht trekt, mag het toch niet als verbeterend worden aanzien omdat zij bitter weinig stikstof afzet in den grond in vergelijking bij de andere klavers. Wil men werkelijk zijn grond verbe teren door vlinderbloemige planten on der te delven, dan moet men zijn toe vlucht nemen tot lupienen immers die brengen de stikstof uit de lucht in groote hoeveelheden in den grond. Daarbij ma ken ze den grond meer gebonden en vaster, beletten ze den hoogen grond uit te drogen en helpen de andere reeds aanwezige voedingsstoffen beter op neembaar maken voor de planten. De wortels van de vlinderbloemige planten moeten ook diep in den ondergrond gaan om niet alleen de voedingsstoffen naar boven te helpen, maar ook om ka naaltjes nadat zij vergaan zijn ach ter te laten om zoodoende 't grondwa ter beter te laten opstijgen. De wortels van een volgend gewas volgen deze ka nalen, waardoor dat gewas dan minder van droogte zal te lijden hebben. Op lichte gronden zal een goedge slaagde groenbemesting de bemesting met stalmest overtreffen i dat weten onze boeren uit de Kempen maar al te goed. Nog andere voordeelen zijn de volgende zij is goedkooper, verteert sneller in den grond en de stikstofvorm van groenmest is veel meer waard dan de stikstofvorm in de stalmest. Wanneer men het over groenbemes ting heeft, gaan vele boeren denken dat men hierdoor alle bestanddeelen, die een plant van noode heeft, in den grond brengtZe denken dat groenbemesting alleen volstaat om een volledige bemes ting aan de planten te geven. Grove dwaling Groenmest van vlinderbloe mige planten geeft aan den grond geen nieuwe meststof tenzij enkel stikstof geen phosphoorzuur, geen potasch.geen kalk, ofschoon ze deze stoffen meer naar den bovengrond halen en in beter op neembaren vorm omzetten. Zoo zien wij dat de wortels van klavers bv. tot een meter diep in den grond dringen,als deze tenminste daartoe geschikt is, om er de voedingsbestanddeelen te gaan opslor pen en dezelfde in de bovenste lagen te verzamelen. Hoeveel stikstof kan een vlinderbloe mige plant in den grond brengen Een lupiengewas brengt na onder- ploeging per Ha ruim 100 kg. stikstof in den bodem. De waarde dezer stikstof mag op den helft van de nitrische stik stof geschat worden volgens Wagner. Een reden te meer dus om de groenbe mesting toe te passen op gronden die men zou willen met de beste uitslagen uitbaten. L. MORTELMANS. De navruchten kunnen aan onze landbouwers een oogst verschaifen die best van pas zal komen wanneer de versche dierenvoedsels schaarsch worden op de hoeve. Daarom moeten wij zorgen een goede opbrengst te bekomen, en dit kan alleen de bemesting bezorgen. Voor rapen werkt men in vóór het zaaien, 600 kg. Superphosphaat, 200 kg. Chloorpotasch en 400 kg. Soda- nitraat van Chili per hectare voor spurrie zal men iets minder Soda- nitraat gebruiken 250 tot 300 kg. per hectare zijn hier voldoende voor vlinderbloemigen, 800 kg. Thomas slakken. 250 kg. Chloorpotasch en 100 kg Sodanitraat van Chili. Ein delijk voor wortels mag men zich ver genoegen met het uitstrooien in tweemaal, op den stoppel, van 400 tot 500 kg. Sodanitraat van Chili. Van alle kanten komen nog steeds bedankingen en gelukwenschen over ons geleverd plantgoed. We leverden verleden jaar planters voor eenige vrienden van Glabbeek- Suerbempte. bij Thienen. Ziehier wat de heer Simonet. land bouwer aldaar, ons schrijft Den Heer Bestuurder der Samenw. Maatschappij Redt U Zeiven, te Aalst, Vooreerst acht ik het mij tot plicht U te bedanken voor de prachtige uitslag welke wij bekomen hebben met de plant aardappelen door U bekomen ze span nen de kroon van gansch 't veld door hunne raszuiverheid en weelderige groei. Zouden wij er dit jaar nog kun nen krijgen 1 Welke soorten Een woordje jiierover zou mij zeer aange naam zijn. Beleefde groeten. REMI SIMONET. Glabbeek-Suerbempte. We zullen dan ook dees jaar voor onze vrienden zorgen, opdat ze toeko mende Zomer even tevreden' zouden zijn van hunne aardappelvelden. Wanneer ik in De Koornbloem "een of ander punt aanraak dan tracht ik toch me zooveel mogelijk aan te passen aan het tijdstip van 't jaar waarop we geko men zijn en het gekozen onderwerp is dan ook meer werkelijk. 't En is maar, ziet ge, dat de spleet griffeling het meest gedaan wordt heel in 't begin van de Lente, in Maart April en de lezer of lezeres van De Koornbloem"' zal zich misschien wel afvragen waarom ik er dan in Augustus van spreken wil en dan nog prat op werkelijkheid gaan durf. Griffelt men in Maart-April, men doet het insgelijks in September en ik beweer dat de griffeling in September zoo zeker is als de eerste en dat de ontwikkeling er van gewoonlijk zelfs kloeker is, en dit is te begrijpen. De griffeling in September gedaan schiet nimmer door voor den Winter, maar groeit vast, en na den Winter, bij de eerste warme dagen schiet ze door op 't oogenblik zelfs dat ge er misschien begint aan te denken uw grif feling van Maart-April te doen, dus tijd gewonnen en meer kans van kloeke scheuten. Kerse- en kriekeboomen worden bij voorkeur zelfs in September gegriffeld omdat ze alsdan niet zoozeer aan koude en schrale winden zijn blootgesteld. Dit geeft me de gelegenheid, hier in dit artikel eens te spreken over de manier waarop men de spleetgriffeling moet toe passen, om ze zeker te doen lukken. We moeten wel acht geven lc op het ver wantschap tusschen onderstam en griffel 2' op de keuze der griffels zelf 3e op het tijdstip van het snijden der griffels. Ver ders zal ik ook de andere voorzorgen opgeven die dienen te worden in acht genomen om uw bewerking met een gun- stigen uitslag bekroond te zien. Er moet dus verwantschap bestaan tus schen den boom waarop men de griffel plaatst en deze waarop men de griffel kiest, 't is te zeggen, dat de samenstelling der sappen van onderstam en griffel de zelfde of bijna dezelfde wezen moet, zoo bijvoorbeeld gaan peren goed met kwee, appelen met paradijs en zoetappel, per ziken met pruimen en mirabel enz. boom pjes uit zaad gewonnen of wildeling en zooals men die gemeenlijk noemt gaan goed met boomen van dezelfde soort. Het gebeurt zelfs dat peren op kwee ge griffeld grootere en schoonere vruchten geven dan deze op wildeling en dat, om reden dat ze van hetzelfde geslacht of nauw verwant zijn. Moest men hier geen acht op slaan, dan zou men slechte uitslagen bekomen, groeide de griffel nog vast, ze zou toch slechts een tenger boompje geven dat na korten tijd sterven zou. Een ander voornaam punt is de keuze der griffels zelf. Men snijdt immers geen griffels van kankerachtige of zieke boo men, want door overerving zou men de ziekte voortzetten, men snijdt ze ook niet van te jonge boomen: de grootste oor zaak waarom sommige variëteiten zoo ras uitgeleefd zijn is toch wel dat men de griffels neemt van te jonge boomen ge woonlijk omdat er te veel vraag naar is. Zoo ken ik variëteiten als Double Phi- lippe, Jacque Lebel en andere die vroeg tijdig verdwijnen moeten om de hierbo ven aangehaalde reden. De beste griffels zijn die van oude boomen welke goed gezond zijn en die voortkomen van tak ken waarop vele en schoone vruchten staan en heilzaam beïnvloed zijn geweest door het zonnelicht; men neemt eenja rig hout, goed rijp geworden en van wel gevormde oogen voorzien. Voor wat betreft de spleetgriffeling die ons thans bezig houdt, 't is te zeggen, deze die in September gedaan wordt, 1 RNBL OEM Ingezonden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1925 | | pagina 1