REDT U
ZEI,VEN
Arbeid adelt
Nieuwe Landbouwpolitiek in Italië
Vergadering van hetSyndikaat derfJelkverkoopers
posf oorbemesti ng
Incarnaatklaver en Groenbemesting
GELUKWENSCHEN
De Spleetgriffeling
Landbouwweekblad
De Navruohten
moet steeds de
leus zijn van
alle landbouwers.
CDetens^hoppelijl^e bijdrage
ZONDAG 23 OOGST 1925
Prij» 12 centiemen.
7de JAARGANG N* 347
Abonnementsprijs i 6,00 frank 's jaars.
Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller ORTA1RE CAUDRON, Aalst,
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen
öngeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
Voor en door de
Landbouwers 1
Aan dit blad behoort een Bijvoegsel.
Wanneer, enkele weken gele
den, de graaf Volpi het ambt van
zijn voorganger Hr De Stetani,ge
wezen Minister van Landbouw en
Economische zaken overnam, dan
schreef een der grootste Italiaan-
sche dagbladenOp den Minis
ter der verbruikers volgt deze der
voortbrengers.
Deze opmerking schijnt hare be
vestiging te vinden in het feit der
eerste maatregelen door den nieu
wen minister genomenmaatrege
len van zuiver beschermenden aard,
vooral wat de suikernijverheid en
de graanproductie betreft.
Het inzicht van den graaf Volpi
zou zijn de voordeelen van den
verbruiker een steviger en besten
diger karakter te bezorgen, met een
waakzaam oog te houden op de
belangen van den voortbrenger.
Graaf Volpi is een machtige fi
nancier en betrokken in talrijke
handels- en nijverheidsondernemin
gen. De toekomst zal het echter
uitmaken of zijne onbetwistbare fi-
nantiëele kennissen en ondervin
ding hem tegelijkertijd het ambt
van rechter en partij zóó zullen
doen uitvoeren, dat hij met de
strengste onpartijdigheid de rech
ten en van den verbruiker en van
den voortbrenger zal weten te eer
biedigen.
Hoe uiterst zeldzaam de bedie
ningen van rechter en partij bij één
en denzelfden persoon samengaan,
toch schijnt graaf Volpi voor die
ernstige en kritieke proefneming
niet terug te deinzen. Of hij hierin
echter lukken zal, ligt in een twij
felachtige toekomst.
Hr De Stefani, z'n voorzaat, had
gedacht de belangen van den ver
bruiker en deze van de begrooting
te verzoenen, door de afschaffing
der inkomrechten op de vreemde
suikers en in de plaats een binnen-
landsche taks te heffen.
Het gevolg hiervan was dat de
verbruiker er het voordeel niet van
zag, want de suikerprijs steeg plots.
Doch deze prijsverhooging was
minder gevoelig dan deze welke
zou plaats gegrepen hebben bij toe
passing van het zuiver bescher
mingsstelsel. Zoo het budget er
eenigszins mee gewonnen had, toch
gaf het anderzijds een gevoeligen
weerslag op den algemeenen eco-
nomischen toestand van Italië.
Eerst en vooral de cultuur der
suikerbeeten, welke in het noord
oosten van Italië eene ongewone
uitbreiding had genomen, vermin
derde op groote schaal bij gebrek
aan noodige afzetgebieden.
De talrijke suikerfabrieken wel
ke te midden dezer bedrijvige cul
tuur - centra waren opgericht ge
worden, met een gansch modern
materiaal, waren genoodzaakt hun
ne werking te staken. Vandaar den
invoer van vreemden suiker, wiens
aankoop verplichtte tot aanschaf
fing vanzware hoeveelhedenvreem-
de geldmunt en wel voornamelijk
dollars.
Onnoodig er bij te voegen dat
de maatregelen, door Hr De Stefa
ni in zake suikerhandel getroffen
voor ruim 2 milliard liren hebben
bijgedragen om het onevenwicht
der Italiaansche handelsbalans te
vergrooten en te verzekeren.
't Valt dan ook gemakkelijk om
begrijpen, dat een der allereerste
daden van graaf Volpi persoonlij
ke belangen ter zijde geschoven,
was van onmiddellijk het bescher
mingsregiemten voordeele van
de suikernijverheid terug in voege
te brengen. Het is gansch goed
mogelijk dat door dit feit de huidi
ge suikerprijs, welke thans 7 L. 50
per kilo bereikt, nog verhooge;
doch dit sluit geenszins deze ande
re mogelijkheid uit, dat voor de
toekomst de verbruiker er een ge
wichtig voordeel zal uit trekken,
dank de verhooging van de Ita
liaansche geldmunt, wier wissel
koers ook dan maar kan stijgen,
wanneer de invoer zal vermin
deren.
Het terug in voege brengen van
een tolrecht van 7.L,50 goud (het
zij L.40 papier.) per kwintaal graan
Italië ingevoerd, schijnt vanwege
de openbare meening een min
geestdriftig onthaal te genieten.
Graaf Volpi heeft echter dien
maatregel getroffen om dictator
Mussolini te steunen in zijnen be
roemden graanoorlog"welken
de Raadsvoorzitter ondernam met
het prijzenswaardig inzicht den
tarweinvoer te verminderen.
Onder den dekmantel en de be
scherming van dit aanzienlijk in-
komrecht wil Mussolini aan de Ita
liaansche graanvoortbrengers een
loonenden prijs verschaifen voor
hunne tarwe op de nationale graan
markten van Italië. Derwijze denkt
hij de landbouwers aan te sporen
en aan te moedigen om hunne tar-
weculturen ruimschoots uit te
breiden.
Doch de verbruiker, welke uit
hoofde van dezen maatregel, ge
noodzaakt zal zijn het brood 50
centimen per kgr. meer te betalen,
beschouwt de zaak onder een min
gunstig oogpunt.
Hij gevoelt volstrekt niets voor
eene theorie waarbij men hem voor
deelen laat verhopen op langen term
en vervaldag.
Ook begint hij zich reeds af te
vragen of hij 't wel uithouden zal,
totdat de eerste tastbare voordee
len van dit stelsel, zich zullen doen
gevoelen. Ook hij wil even als de
voortbrenger van onmiddellijke
voordeelen genieten.
't Lijdt geen twijfel of deze ge
wichtige toestanden stellen het fa-
cistisch Bestuur tegenover een paar
kritieke vraagstukken, die wel
eenigszins de nieuwe orienteering
zijner economische en finantiëele
politiek zouden kunnen ontred
deren.
TB AAXST
De algemeene vergadering had plaats in het lokaal Redt U Zeiven, te Aalst,
op Maandag 17 Augustus, om 8 1/2 uur.
Dertig leden woonden de vergadering bij. De besprekingen liepen over het
bepaald stichten van het Syndikaat en over het op te maken reglement. Ver
scheidene punten werden voorgedragen en onderzocht.
Het voorloopig reglement zal opgemaakt worden en aan de leden ter goed
keuring voorgedragen op de toekomende vergadering van Maandag 31 Oogst.
Er werd vervolgens overgegaan tot het kiezen van het bestuur. Werden na
balloteering met eene volstrekte meerderheid gekozen
Als Voorzitter, M. Jan Mergan, Groenstraat, St Job
Ondervoorzitter, M. Adolf De Pril, Nieuwbeekstraat
Schrijver, M. Alexander Van Gysegem, Hammestraat
Leden, MM. Odilon Vinck, Groenstraat
Frans Van Nuffel, Brusselsche steenweg.
Het bestuur neemt plaats en de Voorzitter dankt de leden voor het vertrou
wen die ze stellen in de gekozen bestuurleden.
De ondervoorzitter Adolf De Pril bespreekt het gezamenlijke streven naar
broederlijke samenwerking. Hij raadt alleman aan de beste melk te leveren om
aldus het recht te hebben altijd op behoorlijke verkoopprijzen te kunnen rekenen.
Na nog eenige besprekingen gaat de vergadering uiteen om 111/2 uur.
De toekomende vergadering op Maandag 31 Augustus, om 8 uur, in 't lokaal.
Fosfoor heeft een veelvuldigen oor-
j sprong. Eenerzijds is hij een bestendig
bestanddeel der levende cellen ander
zijds vormt hij talrijke lagen vooral in
de secundaire en tertiaire geologische
vormingen.
Die produkten kunnen als dusdanig
gebruikt worden ofwel worden zij aan
zekere physische en chemische behande
lingen onderworden, zooals in geval van
superfosfaat en ijzerslakken. Dit laatste
echter is slechts een afvalprodukt van
de metaalnijverheid.
De natuurlijke fosfaten van organi-
schen oorsprong worden vooral in de
beenderen aangetroffen de beenderen
zijn overigens de eerste fosfoormeststof-
fen geweest. Beenderen bestaan uit 50 a
60 fosfaten gemengd met 30 a 45 °/0
organische stof (osseïnej. Men gebruikt
ze als dusdanig hun ontbinding is in
dat geval zeer traag of in den vorm
van beenderasch men gebruikt ze ook
na afscheiding der gelatine en men be
komt alsdan het beendermeel dat 25 a
28 °/0fosfoorzuur bevat.
Superfosfaat wordt bekomen door
behandeling der natuurlijke fosfaten met
zwavelzuur, zoodat het onoplosbaar tri-
calciumfosfaat in oplosbaar monocal-
ciumfosfaat wordt omgezet, terwijl de
2/3 kalk zich met het zwavelzuur tot
monocalciumsulfaat verbinden. Het fos-
foorgehalte der superfosfaten is gewoon
lijk begrepen tusschen 14 en 16 of
tusschen 16 of 18
Nevens fosfoorzuur en calciumsulfaat
bevatten de supers zeer verschillige stof
fen waarvan de aard en het belang af
wisselen volgens de natuur van den fos
faat het zijn gewoonlijk verbindingen
van aluminium, ijzer, magnesium, silica
ten, gluoriden, enz.
De vorm monocalciumfosfaat in
denwelken wij het fosfoorzuur in de
supers aantreffen is een onstandvastige
vorm die onder den invloed van alka
lische stoffen (kalk, aluminium en ijzer-
oxyde enz.) terug tot den onoplosbaren
vorm overgaat. Dit zeer belangrijk ver
schijnsel is gekend onder den naam van
retrogradatie (retrogredi achteruit
gaan).
Men heeft lang gemeend dat de retro
gradatie schadelijk was voor den vrucht
baarmakenden invloed dezer meststof.
Hedendaags echter acht men dat het
verschil van werkdadigheid tusschen
natuurlijken fosfaat en super niet te wij
ten is aan het verschil van oplosbaarheid
maar wel aan het verschil in de verdeel
baarheid en in de fijnheid der stofkor-
reltjes Super voor en na de retrogra
datie zou dus dezelfde werkdadigheid
bezitten.
Proeven (Petermann. Gasola enz)
hebben deze zienswijze bekrachtigd.
Nevens den gewonen super bestaat
er in den handel ook de dubbele super
fosfaat. Deze wordt bekomen door be
handeling van natuurlijken fosfaat met
fosfoorzuur in plaats van met zwavel
zuur hij bestaat dus in een mengsel
monocalciumfosfaat en vrij fosfoorzuur.
Men kent ook den ammoniaksuperfos-
faat, potaschsuperfosfaat enz.
Tetrafosfaat waarop in de laatste
jaren de aandacht getrokken werd (C.R.
Ac. Agricult. Parijs 1918) is een nieuwe
meststof in Italië bereid en die bekomen
wordt door verwarming der natuurlijke
fosfaten op 600 a 700° en door plotse
linge verkoeling door toevoegen van
water. Die behandeling heeft als doel de
verteerbaarheid der fosfaten te ver
meerderen zonder gebruik van zuren.
De samenstelling en de oplosbaarheid
zijn niet gewijzigd en nochtans zou tetra
fosfaat uitstekende uitslagen geleverd
hebben.
Wanneer men de fosfaten metchloor-
zuur in plaats van met zwavelzuur be
handelt en daarna het vrije fosfoorzuur
met een voldoende hoeveelheid kalk
verzadigt, bekomt men bicalciumfosfaat,
onoplosbaar in water, maar oplosbaar
in ammoniumcitraat en zeer fijn ver
deeld. De aldus behandelde meststof
wordt neergeslagen fosfaat (phos
phate précipité) genoemd. Hij wordt
gemakkelijk door de planten vereenzel
vigd en bevat ongeveer 40 °/o fosfoor
zuur.
IJzerslakken is een afvalprodukt uit
de gieterijen het is een produkt van
veranderlijke samenstelling en bevat 14
a 18 fosfoorzuur, 10°/o ongebluschte
kalk, 8 a 14 silicium (kiezel), 15 a20°/<>
ijzeroxyde, mangaan, enz. Al deze stof
fen nemen in zekere mate deel in de
vruchtbaarmakende werkdadigheid der
ijzerslakken. De fosfoor is er tegen
woordig in den vorm van tricalciumfos-
faat, maar men neemt ook het bestaan aan
van tetracalciumfosfaat /P205.4Ca0)
of van fosfosilicaat. Men heeft onlangs
de fabrikatie van kunstmatige ijzerslak
ken aangestipt (C. R. Acad. Agric. Pa
rijs 1919).
De ijzerslakken reageeren alkalisch
door hun groot gehalte aan kalk en zij
zijn gansch aangeduid op kleiachtige,
humusrijke of zure gronden hun wer
king is trager maar van langeren duur
dan de superfosfaten.
Op gronden welke rijk zijn aan orga
nische stoffen, op zure en op kalkarme
gronden, zal men de natuurlijke fosfaten
of de ijzerslakken aanwenden. Deze zul
len volkomen verteerd en verbruikt
worden, zullen de zuurheid neutralisee
ren en vernietigen, zullen de kalk aan
brengen welke ontbreekt en leveren ver
der het groot voordeel dat ze beterkoop
komen te staan dan superfosfaat.
Superfosfaat zal gebruikt worden op
kalkrijke gronden, maar hij zal er spoe
dig de retrogradatie ondergaandaarom
hebben sommige schrijvers aangeraden
hem met den stalmest te mengen enkele
dagen vóór de bemesting zoodat hij in
humofosfaat omgezet worde (Dumont).
In zeer kalkrijke gronden zou men vol
gens dezelfde schrijvers bij voorkeur
neergeslagen fosfaat aanwenden.
Men kan ook voordeel trekken uit de
eigenschap van sommige planten (o. a.
kruisbloemigen) de onoplosbare fosfaten
te vereenzelvigen. Men zal daartoe ne
venkuituren aanleggen na duchtige fos
faatbemesting en men zal de planten als
groenbemesting indelven.
Overigens worden de natuurlijke fos
faten in 't algemeen met groote dosis en
in 't begin van een wisselbouwkring aan
gewend, tegelijkertijd met den stalmest.
De superfosfaten zullen aangewend
worden juist vóór het uitkomen der
planten, desnoods als dekmest op graan
gewassen en op planten die snel groeien
en de tricalciumfosfaten slecht vertee
ren, ook nog op gronden met beperkte
chemische bedrijvigheid.
Een volgende bijdrage zullen we be
steden aan twee andere fosfoormeststof-
fen, n.l. Supra A en Supra B.
P. J. CLAUS.
Scheikundige.
Deze klaversoort, welke men op vele
plaatsen topklaver noemt, verdient meer
bekend te zijn dan zij op vele plaatsen
van ons land is, aangezien zij zeer waar
schijnlijk in sommige gevallen met voor
deel verbouwd zal kunnen worden. In-
carnaatklaver of Fransche klaver groeit
in Zuid-Europa in 't wild en wordt be
halve in die streken ook geteeld in Fran
krijk, Zwitserland, Zuid-Duitschland,
Oostenrijk, Hongarië, Zuid-Engeland,
België, Holland enz... Hare stengels en
bladen komen veel met die van de Roo-
de klaver overeen. Beide zijn echter
behaard en de laatste missen de witte
vlekken welke zoo kenmerkend zijn
voor de roode klaverbladen. Ook hare
bloemhoofdjes wijken in den vorm en
kleur aanmerkelijk van die der roode
klaver afzij zijn aarvormig, meer bloed
rood en vooral aan den onderkant, ruw
door bronskleurige haren.
Incarnaatklaver is vlakwortelend
hare opstaande stengels zijn rijk bebla-
derd, de bladeren voorzien van omge
keerde eironde blaadjes De losse
bloemhoofdjes zijn langwerpig, min of
meer aarvormig, meestal donkerrood,
soms wit.de zaden zeer groot, ongeveer
dubbel zoo groot als die van roode kla
ver, eirond en lichtbruin, bij bewaring
na eenigen tijd donkerbruin.
In overeenstemming met hare zuide
lijke natuur (Incarnaatklaver is afkom
stig uit Italië) eischt incarnaatklaver een
zacht klimaat dat evenwel wegens de
vrij groote waterbehoefte niet te droog
mag zijn. Onze winters zijn over 't ge
heel te streng. Zij kan in de zuiderlan-
den in den nazomer of herfst gezaaid
worden om in het voorjaar van 't vol
gend jaar geoogst te worden. In noorde
lijker streken dus ook in ons land
vriest zij echter des winters dood, om
welke reden zij slechts des zomers kan
worden verbouwd. Is de winter niet te
streng, dan kan ze soms wel goed ko
men daarom neme men die variëteiten
die volgens Strebel meer wintervast zijn
v.l. Trifolium incarnatum rusticum.
Incarnaatklaver groeit eigenlijk op
alle grondsoorten, die behoorlijk vrucht
baar en voldoende vochtig zijn, maar
niet op stijve, natte gronden, evenmin
op lichte zandgronden. Een drooge niet
te zware kleigrond, alsmede goed ont
gonnen zandgronden zijn voor deze
klaversoort het best gepast. Zij groeit
zeer snel, wordt dus niet onder dek-
vrucht gezaaid en sterft na het bloeien
ze is dus éénjarig. Ze wordt in 't alge
meen aanbevolen ter vervanging van de
Roode klaver, wanneer deze niet door
een winter gekomen is of de aanvulling
van de hierin aanwezige ledige plekken.
Hare opbrengst is niet hoog en de
groene massa wordt spoedig houterig
zoodat men al heel in 't begin van den
bloei moet maaien.
Wanneer de rogge is binnengehaald,
kan men tot de bemesting van het land
overgaan. Men geve 500 kg. metaal
slakken en 500 kg. kaïniet per hectare.
Alvorens de grond om te ploegen, zal
men hem overvloedig met ale begieten
ten einde onmiddellijk oplosbaar voed
sel aan de jonge plantjes te geven. Het
ware best er nog een weinig nitraat op
te werpen om een snellen groei te verze
keren niet te veel toch, vermits incar
naatklaver een vlinderbloemige plant is
die dus de eigenschap bezit de stikstof
kosteloos uit de lucht op het land te
brengen. Een weinig nitraat zal volstaan
om de jonge plantjes rap in groei te
brengen en ze in dezen aan te wakkeren.
Is de grond omgeploegd dan strooie men
25 - 30 kgr. zaad per hectare breedwer-
pig uit daarna zal men de grond vast
leggen door hem te rollen.
Na de Winter kan de incarnaatklaver
gemaaid en dan gehooid of als groen-
voeder worden gebruikt.
Alhoewel een veld incarnaatklaver
wel veel stikstof uit de lucht trekt, mag
het toch niet als verbeterend worden
aanzien omdat zij bitter weinig stikstof
afzet in den grond in vergelijking bij de
andere klavers.
Wil men werkelijk zijn grond verbe
teren door vlinderbloemige planten on
der te delven, dan moet men zijn toe
vlucht nemen tot lupienen immers die
brengen de stikstof uit de lucht in groote
hoeveelheden in den grond. Daarbij ma
ken ze den grond meer gebonden en
vaster, beletten ze den hoogen grond
uit te drogen en helpen de andere reeds
aanwezige voedingsstoffen beter op
neembaar maken voor de planten. De
wortels van de vlinderbloemige planten
moeten ook diep in den ondergrond
gaan om niet alleen de voedingsstoffen
naar boven te helpen, maar ook om ka
naaltjes nadat zij vergaan zijn ach
ter te laten om zoodoende 't grondwa
ter beter te laten opstijgen. De wortels
van een volgend gewas volgen deze ka
nalen, waardoor dat gewas dan minder
van droogte zal te lijden hebben.
Op lichte gronden zal een goedge
slaagde groenbemesting de bemesting
met stalmest overtreffen i dat weten
onze boeren uit de Kempen maar al te
goed. Nog andere voordeelen zijn de
volgende zij is goedkooper, verteert
sneller in den grond en de stikstofvorm
van groenmest is veel meer waard dan
de stikstofvorm in de stalmest.
Wanneer men het over groenbemes
ting heeft, gaan vele boeren denken dat
men hierdoor alle bestanddeelen, die een
plant van noode heeft, in den grond
brengtZe denken dat groenbemesting
alleen volstaat om een volledige bemes
ting aan de planten te geven. Grove
dwaling Groenmest van vlinderbloe
mige planten geeft aan den grond geen
nieuwe meststof tenzij enkel stikstof
geen phosphoorzuur, geen potasch.geen
kalk, ofschoon ze deze stoffen meer naar
den bovengrond halen en in beter op
neembaren vorm omzetten. Zoo zien wij
dat de wortels van klavers bv. tot een
meter diep in den grond dringen,als deze
tenminste daartoe geschikt is, om er de
voedingsbestanddeelen te gaan opslor
pen en dezelfde in de bovenste lagen te
verzamelen.
Hoeveel stikstof kan een vlinderbloe
mige plant in den grond brengen
Een lupiengewas brengt na onder-
ploeging per Ha ruim 100 kg. stikstof in
den bodem. De waarde dezer stikstof
mag op den helft van de nitrische stik
stof geschat worden volgens Wagner.
Een reden te meer dus om de groenbe
mesting toe te passen op gronden die
men zou willen met de beste uitslagen
uitbaten. L. MORTELMANS.
De navruchten kunnen aan onze
landbouwers een oogst verschaifen
die best van pas zal komen wanneer
de versche dierenvoedsels schaarsch
worden op de hoeve.
Daarom moeten wij zorgen een
goede opbrengst te bekomen, en dit
kan alleen de bemesting bezorgen.
Voor rapen werkt men in vóór het
zaaien, 600 kg. Superphosphaat, 200
kg. Chloorpotasch en 400 kg. Soda-
nitraat van Chili per hectare voor
spurrie zal men iets minder Soda-
nitraat gebruiken 250 tot 300 kg. per
hectare zijn hier voldoende voor
vlinderbloemigen, 800 kg. Thomas
slakken. 250 kg. Chloorpotasch en
100 kg Sodanitraat van Chili. Ein
delijk voor wortels mag men zich ver
genoegen met het uitstrooien in
tweemaal, op den stoppel, van 400
tot 500 kg. Sodanitraat van Chili.
Van alle kanten komen nog steeds
bedankingen en gelukwenschen over ons
geleverd plantgoed.
We leverden verleden jaar planters
voor eenige vrienden van Glabbeek-
Suerbempte. bij Thienen.
Ziehier wat de heer Simonet. land
bouwer aldaar, ons schrijft
Den Heer Bestuurder der
Samenw. Maatschappij Redt U Zeiven,
te Aalst,
Vooreerst acht ik het mij tot plicht U
te bedanken voor de prachtige uitslag
welke wij bekomen hebben met de plant
aardappelen door U bekomen ze span
nen de kroon van gansch 't veld door
hunne raszuiverheid en weelderige
groei. Zouden wij er dit jaar nog kun
nen krijgen 1 Welke soorten Een
woordje jiierover zou mij zeer aange
naam zijn.
Beleefde groeten.
REMI SIMONET.
Glabbeek-Suerbempte.
We zullen dan ook dees jaar voor
onze vrienden zorgen, opdat ze toeko
mende Zomer even tevreden' zouden
zijn van hunne aardappelvelden.
Wanneer ik in De Koornbloem "een
of ander punt aanraak dan tracht ik toch
me zooveel mogelijk aan te passen aan
het tijdstip van 't jaar waarop we geko
men zijn en het gekozen onderwerp is
dan ook meer werkelijk.
't En is maar, ziet ge, dat de spleet
griffeling het meest gedaan wordt heel in
't begin van de Lente, in Maart April en
de lezer of lezeres van De Koornbloem"'
zal zich misschien wel afvragen waarom
ik er dan in Augustus van spreken wil en
dan nog prat op werkelijkheid gaan durf.
Griffelt men in Maart-April, men doet
het insgelijks in September en ik beweer
dat de griffeling in September zoo zeker
is als de eerste en dat de ontwikkeling er
van gewoonlijk zelfs kloeker is, en dit is
te begrijpen. De griffeling in September
gedaan schiet nimmer door voor den
Winter, maar groeit vast, en na den
Winter, bij de eerste warme dagen schiet
ze door op 't oogenblik zelfs dat ge er
misschien begint aan te denken uw grif
feling van Maart-April te doen, dus tijd
gewonnen en meer kans van kloeke
scheuten.
Kerse- en kriekeboomen worden bij
voorkeur zelfs in September gegriffeld
omdat ze alsdan niet zoozeer aan koude
en schrale winden zijn blootgesteld.
Dit geeft me de gelegenheid, hier in
dit artikel eens te spreken over de manier
waarop men de spleetgriffeling moet toe
passen, om ze zeker te doen lukken. We
moeten wel acht geven lc op het ver
wantschap tusschen onderstam en griffel
2' op de keuze der griffels zelf 3e op het
tijdstip van het snijden der griffels. Ver
ders zal ik ook de andere voorzorgen
opgeven die dienen te worden in acht
genomen om uw bewerking met een gun-
stigen uitslag bekroond te zien.
Er moet dus verwantschap bestaan tus
schen den boom waarop men de griffel
plaatst en deze waarop men de griffel
kiest, 't is te zeggen, dat de samenstelling
der sappen van onderstam en griffel de
zelfde of bijna dezelfde wezen moet, zoo
bijvoorbeeld gaan peren goed met kwee,
appelen met paradijs en zoetappel, per
ziken met pruimen en mirabel enz. boom
pjes uit zaad gewonnen of wildeling en
zooals men die gemeenlijk noemt gaan
goed met boomen van dezelfde soort.
Het gebeurt zelfs dat peren op kwee ge
griffeld grootere en schoonere vruchten
geven dan deze op wildeling en dat, om
reden dat ze van hetzelfde geslacht of
nauw verwant zijn.
Moest men hier geen acht op slaan,
dan zou men slechte uitslagen bekomen,
groeide de griffel nog vast, ze zou toch
slechts een tenger boompje geven dat na
korten tijd sterven zou.
Een ander voornaam punt is de keuze
der griffels zelf. Men snijdt immers geen
griffels van kankerachtige of zieke boo
men, want door overerving zou men de
ziekte voortzetten, men snijdt ze ook niet
van te jonge boomen: de grootste oor
zaak waarom sommige variëteiten zoo
ras uitgeleefd zijn is toch wel dat men de
griffels neemt van te jonge boomen ge
woonlijk omdat er te veel vraag naar is.
Zoo ken ik variëteiten als Double Phi-
lippe, Jacque Lebel en andere die vroeg
tijdig verdwijnen moeten om de hierbo
ven aangehaalde reden. De beste griffels
zijn die van oude boomen welke goed
gezond zijn en die voortkomen van tak
ken waarop vele en schoone vruchten
staan en heilzaam beïnvloed zijn geweest
door het zonnelicht; men neemt eenja
rig hout, goed rijp geworden en van wel
gevormde oogen voorzien.
Voor wat betreft de spleetgriffeling die
ons thans bezig houdt, 't is te zeggen,
deze die in September gedaan wordt,
1
RNBL OEM
Ingezonden.