REDT U ZELVEN Arbeid adelt j^ieuwe Belastingen TOESTANDEN EN HERVORMINGEN OP LANDBOUWGEBIED IN TCHEKO-SLOVAKIJE PLANTAARDAPPELS Landbouwweekblad JlIEUWE BELASTINGEN moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. WINTERGRANEN EN SCHEIKUNDIGE MESTSTOFFEN ZONDAG 29 NOV. 1925 Piijè 12 centiemen. 8de JAARGANG N\ 361 Abonnementsprijs t 6,00 frank 's jaars. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers Aan dit blad behoort een Bijvoegsel. Betalen en nog betalen be lastingen langs hier, taksen langs daar is heden aan de orde van den dag. Ons ministerie die het vast besluit schijnt genomen te hebben eens voor goed een einde te maken aan het jaarlij ksch tekort in de Staatskas, wil dezelve vullen met de centen van de lastenbeta- lers. Bij de vergezochte lasten en taksen worden er nieuwe bijge voegd en de bestaande verhoogd, zoodat men zich straks zal gaan afvragen van waar het zal blijven komen. De kapitalisten klagen putten in den grond en dreigen met de restant van hunne centen op den vreemde te vluchten (een groot deel staat reeds in veiligheid), de burgers, boeren en ambachtslieden tieren bovenarms over de aanhou dende en overtollige geldafper singen van ons Staatsbestuur, ter wijl de werklieden eveneens mis tevreden zijh over de duurbelaste verbruiksartikelen. Maar klagen mag iedereen, be talen zullen ze evenwel moeten doen. Wanneer wij van den eenen kant de naoorlogsche toestanden bekijken, moet iedereen zeggen dat er iets moet gedaan worden om een weinig bij te dragen ten einde den grooten put die den moordkrijg miek te helpen vullen. Maar wanneer wij van de andere zijde weten dat men steeds meer geld verbrast, dat de millioenen en nog millioenen van de lastenbeta- Iers weggeworpen worden met heele handvollen, zoodat de aan te vullen put nog meer en meer vergroot, dan kunnen wij luide verklarfen dat wij met tegenzin en enkel onder dwang onze centen aan den ontvanger dragen. Ontleden wij de budjetten of de ellenlange reeks van uitgaven door Staat en Provincie gedaan en we vinden daar wraakroepen de verkwistingen en nuttelooze verspillingen. Wat baat het aan een kashou der of aan een huishoudster dat er veel geld binnenkomt, wanneer ze noch de kennis, noch den moed hebben hetzelve te sparen en goed te bestieren Vindt men in onze omgeving geene huismoeders die met een betrekkelijk klein dagloon hun huisgezin goed beridderen en nog eenige centen opzij steken, terwijl andere met dubbele en driedubbele inkomsten er moeielijk komen of schulden zullen maken De kunst van huishouden of regeeren ligt hier niet in van groo- te inkomsten te hebben, maar wel van de beschikbare sommen, 't zij groote of kleine, zoo te gebruiken dat men 't jaar rond komt Wat baat het geld aan eene huisvrouw die alle weken een nieuwe hoed of frak noodig heeft, op den hoop toe chocolade fret en fijne druppels drinkt, terwijl een duurbetaalde werkvrouw haar huishouden doet, daar ze zelf lie ver naar cinema of theater gaat Die vrouw zal drie en viermaal meer geld noodig hebben, terwijl de man met gelapte broek achter de stoof zal zitten. Zulk eene huis vrouw verdient geenen werkzamen man, noch de loonen harer kinde ren: beter ware het dat haar nooit een cent in de hand kwam, omdat ze het geld niet kan bestieren En zulk een moeder is ons Bel gisch Staatsbestuur Belastingen heffen, nieuwe taksen en nogeens nieuwe lasten, zoodanig dat de bevolking er onder gebukt gaat, dat is haar werk. Van sparen, van goed besteden der ingekomen cen ten, daar vindt men geen spoor van. Van af de regeering van Lophem tot onzen Theunis zaliger en heden met onzen nieuwen baas Janssens hebben we niet anders gehoord dan sparen, bezuinigen Maar de daden waren heel anders. De verschillende budgetten ver zwaarden meer dan de nieuwe lasten konnen geven, nieuwe uit gaven werden door de verschil lende ministeries, wanneer het er op aankwam kozijntjes en vrien den te bevoordeeligen, niet ont zien, en zoo gingen we meer en meer naar den ondergang. Onze frank die in 1918 nog een frank was viel op 20 centiemen in 1925! Onze huismoeder heeft dan haar huishouden slecht bestierd, ze heeft de centen harer kinderen verteerd en verbrast en de schuld die ze diende te dooden en waar aan alle Belgen meehielpen, ver groot en vermeerderd. Nieuwe regeeringen kwamen met nieuwe programma's, waarvan als eerste punt te vinden was hooger lasten De verschillende politieke partijen die aan het be wind kwamen hebben bewezen dat het belang hunner partij ver boven dat van 't land ging. Ieder een trachtte een brok van den koek te krijgen, ten einde ze aan politieke bonden en viienden uit te deelenWelke misbruiken zag men in zake oorlogsschade Hoe gooide men het geld door deuren en vensters, het meest aan groote nijveraars of ondernemers Hoe werd de wet op de oorlogswinsten verkracht, door kleine af te per sen en millionnairs gerust te laten? Hoe zag men elke politieke groep zijn best doen om van de millioe nen uitgedeeld als werkloozen- steun zooveel mogelijk binnen te trekken in hunn politieke syndika- ten, ten einde op kosten van den Staat, dus van iedereen, eenige stemmen te winnen En wat zag men gebeuren met ons leger Wat kost het onder houd van die honderdduizenden soldaten met hun officieren en ge- gradeerden Wat kost ons de Rhurbezetting en de langen dienst van onze jongens Het leger, het militair monster is nog wel de groote slokker van onze centen. Terwijl onze jongens 13 maand hun werk of hoeve verlieten om leeg te loopen, leefden ze met de duizenden daarvoor noodige ge- gradeerden op kosten van den Staat. Waarom de termijn niet op 6 maand gebracht onmiddellijk na den oorlog, wanneer er middel is, al ware het met meer opoffering, den militairen dienst te kennen op dien tijd Wat geld wordt er verspeeld aan hooge pensioenen van leger oversten, ministerieele ratten en andere officieele kerels van groot kaliber Hoeveel bedienden zijn er te veel in al de staatsdiensten, die toch ook moeten betaald worden, en hoeveel worden er nog door politieke heeren dagelijks binnen gesmokkeld Waarom kost de spoorweg, post en telegraaf geld aan den Staat, in plaats dat deze takken winst zouden geven Is het ook door overvloedig of slecht perso neel, of zijn de tarieven nog te klein Waarom wordt in nijverheid, kunst en landbouw zooveel be steed aan alle soort kringen verga deringen, tentoonstellingen en an dere min of meer flauwe kapelle- kes om geld uit de kas te kloppen? De plicht van Moeder de Staat is van eerst het geld van hare kinderente gebruiken 1° om het strikt noodige te besteden aan de diensten van algemeen belang 2° het overige te gebruiken om hare schuld af te korten. Waarom, als ze geld te weinig heeft, zooveel uitgeven. Wie doet dat in het privaat leven En wie zou dat durven doen Zoo we eens aan Moeder de Staat zegden "We betalen onze lasten niet meer, aangezien we toch zien dat het tot niets helpt. Begin eerst met te toonen dat ge ver stand hebt van onze kapitalen te bestieren en geeft niet meer uit als ge hebt Zoo eene taal zouden we best kunnen voeren, wanneer we wil- en nagaan wat men met onze cen ten uitrecht Zulke taal te voeren ware misschien het eenige middel om de nuttelooze verspillingen van Moeder de Staat te beletten Wij herhalen het is nutteloos nieuwe geldafpersingen te doen, wanneer men de inkomsten niet can bestieren. Daarom verzetten we ons kracht dadig tegen alle nieuwe belastin gen en roepen Weg met de geldverbrassers en onkundige ministers Weg met de nieuwe belastin gen Weg met de opeters van ons and het overtollig leger, het overtollig personeel aan staats diensten, de toelagen aan alle po- itieke en andere kapellekes SANDER. f-fet IteOen in onze @?cleelingen Sinds enkele weken heerscht er eene coortsige beweging in onze talrijke plaatselijke afdeelingen. Elke plaatselijke bond heeft er aan gehouden eene algemeene vergadering zijner leden te beleggen. Er stond immers een hoogst voornaam punt aan de dag orde, namelijk Het vieren van het Snt Elooifeest Er werd dan ook rijpelijk overwogen en ernstig beslist op welke wijze hun pa troon waardig zou gevierd worden. De meeste plaatselijke besturen besloten dan, tot het bijwonen van het H. Misoffer ter eere Sint - Elooi, en daarna een lekker feestmaal in te richten, gevolgd van een gezellig en leutig samenzijn. Een uitstekende opvatting, die het hoofdbestuur van harte bijtreedt en waarin alle "Redt U Zeivers" zich met een gegronde fierheid mogen verheugen. Die dag staat immers in het teeken der herinneringen aan ons jongste ontstaan. Dien dag viert "Redt U Zeiven" en zijn duizenden leden hoogtij 1 En al houdt het verwenschte gure winterweêr Nonkel Wisius met z'n zwa re verkoudheid sinds eenige dagen ach ter de warme kachel, toch moeten z'er niet aan denken hem dien dag gebonden te houden. Er mag van komen wat wil, maar het Sint Elooifeest viert hij meê. Zoo verklaarde hij mij plechtig en op overtuigenden toon, toen ik hem over enkele dagen nog bezoek bracht, terwijl hij z'n verwenschte valling ach ter de gloeiende stoofbuis uitroosterde. Zie, zoo sprak NonkelWisius ver der, terwijl nu en dan een hoestbui z'n woorden opschroefde, moest het mij al leen te doen staan, ik zou aan ons hoofd bestuur uit Aalst voorstellen, dat z'in 't vervolg al de plaatselijke bonden zou den verplichten hun patroon te vieren, met deze twee punten aan den sleutel 1° Bijwonen van een plechtige Heilige Mis 2° Lekker en leutig smulpartijtje. Als dat er niet af kan briefde Non kel Wisius me verder voort wel dan weten we haast niet meer of onze bond werkelijk leeft, ja of neen Kijk eens ging hij maar immer zenuwachtig door ik ben nu al zoo oud en van dag tot dag kraakt de karre maar harder om harder, de dokter ver biedt me zelfs m'n neus buiten de deur te steken, maar Dinsdag mag het nu eens zijn wat wil, ik steek me in m'n beste zondagspak en meêvieren doe ik zeker Niets of niemand houdt me thuis, of de Groote Man van daarboven zou d er anders moeten over beschikken, doch die zal tegen dan wel een handje toesteken. Z en woorden waren zóó heftig en zijn gebaren zóó gevoelig dat de brave man andermaal in een hoestbui schoot en door de kuch vlaag heen nog mom pelde Is het niet doodspijtig dat ik die verwenschte verkoudheid juist nu moest opdoen, en we zijn zoo dicht bij St Elooi 'k Wou den braven man niet langer aan den klap houden, want ik voelde wel dat 't hem geen goed deed. En ter wijl ik hem nog wat moed in 't hart sprak en eene spoedige herstelling toe- wenschte, verliet ik z'n gastvrij boeren hof. Buiten sneed de wind scherp en een ijskoude sneeuwvlaag joeg haar bitsige vlokken vlak in 't gezicht. En terwijl ik met verhaasten tred door dien ijzigen avond huiswaarts stapte, dacht ik maar immer aan de wijze woorden die Non kel Wisius me zooeven toesprak. En inderdaad wederom had de wijze man groot gelijk Immers volgens zijn meening moest het Sint Elooifeest een ware kermisdag zijn voor al de leden van Redt U Zeiven En of hij meer dan ooit de waarheid spreekt 1 Immers indien men eens eventjes overweegt dat al de plaatselijke afdeelingen als zoovele ver takkingen zijn van den hoofdstam R. U. Z. dan voelt en begrijpt men on middellijk dat voor een ruim gedeelte de bloei en de groei van den stam af hangen van het gezonde en jeugdige leven dat in de afdeelingen of vertak kingen heerscht. Welnu een plaatselijke bond of tak kan maar bloeien en gedijen, wanneer al de leden dezer vertakking het hunne bijdragen om dien geest van onderlinge samenwerking en broederlijke verstand houding in hun midden te doen heer- schen. De geest der plaatselijke afdee lingen moet op eerste plaats beheerscht zijn door een rechtschapen gevoel van solidariteit en eensgezindheid. De belan gen die ze te bespreken en te verdedi gen hebben zijn algemeen en gaan over dezelfde aangelegenheden. Hun orde woord is en blijftIeder voor allen en allen voor ieder Is het dan niet hoogst noodig, dat de leden zich nu en dan eens vereenigen, op een algemeene vergadering of bij eene feestaangelegenheid Is zulks niet het middel bij uitstek om beter en nau wer in voeling te komen met elkaar en derwijze gelegenheid te vinden eens openhartig vrij lucht te geven aan z'n innerlijke gevoelens Verheugend is het echter, vast testel len dat in talrijke afdeelingen dat echt gezonde werkdadig leven voortdurend heerscht. Bij anderen echter is het een vlottend min werkdadig bestaan. Waaraan dat verschil van bondsle- ven toe te schrijven De ondervinding heeft ons desaan- gaande klaar en duidelijk bewezen dat de afdeelingen wier leiding aan een ernstig, ijverig en werkzaam bestuur is toever trouwd steeds groeien en bloeien! De heeren bestuursleden uit elke plaat selijke afdeeling. die het op zich namen dit vertrouwelijk ambt te vervullen, dra gen dan ook eene ernstige verantwoor delijkheid, niet enkel tegenover de leden van hunnen bond, maar tevens tegen over het hoofdbestuur van "Redt LI Zeiven wiens belangen ze te verdedi gen hebben. Hunne volledige vrijheid van hande len naar gelang elks plaatselijke nood wendigheden en het onbegrensd vertrou wen dat R. U. Z in hunne werking en degelijke leiding stelt wijzen genoegzaam op den hoofdvoornamen rol, dien ze tot meerder groei en bloei onzer groot- sche Lar.dbouwvereeniging te vervul len hebben. Dat elk bestuurslid dus ten volle be wust zij der bediening hem toevertrouwd en eindigen wij met den vurigen wensch uit te drukken, dat het plechtig vieren van het Snt Elooifeest een aanwakkeren- den spoorslag were voor de eenen en een aanmoedigende volharding voor de an deren! Ziehier eenige hoofdgegevens van enkele voorgestelde belastingen: (den heelen lijst is onmogelijk te geven). De nieuwe Successierechten. 1° Rechte lijn: tusschen echtgenooten, die kinderen of gemeenschappelijke na komelingen hebbentusschen hem die aanneemt en den aangenomene of de na komelingen van dezen laatste: a) Tot 5 000 frank. 2.50 t.h. b) Van 5 tot 10.000 fr. 2.80 t.h. c) Van 10 tot 20.000 fr. 3.10 t.h. d) Van 20 tot 50.000 fr. 3.40 t.h. e) Van 50 tot 100.000 fr. 3.70 t h. f) Van 100 tot 200.000 fr. 4.00 t.h. g) Van 200 tot 400.000 fr. 4,30 t.h. h) Van 400 tot 1 millioen. 4.60 t h. iVan 1 tot 2 'millioen. 4.90 t.h, j) Van tot 3 millioen. 5.20 t.h. k) Boven de 3 millioen. 8.50 t.h. 2° Tusschen echtgenooten zonder kin deren noch nakomelingen en tusschen broeders en zusters: a) 9 t.h b) 10.5 t.h.; c) 12th.;d) 13,5 t.h.; f) 16,5 t.h.; g) 18 t.h.; h) 19,5 t.h.; i) 21 t.h.; j) 22,5 t.h.; k) 39 t.h. 3° Tusschen oomen of moeien en ne ven of nichten a) 11 t.h b) 13 t.h.; c) 15 t.h.; d) 17 t.h.; e) 19 t.h.; f) 21 t.h gl 23 t.h.; h) 25 t.h i) 27 t.h.; j) 29 t.h.; k) 51 ten honderd. 4° Tusschen groot oomen of groot moeien en klein-neven of klein-nichten a) 13 t.h.; b) 15.5 th.; c) 18 t.h.; d) 20,5 t.h.; e) 23 t.h.; f) 25,5 t.h.; g) 28 t.h.h) 30.5 t.h i) 33 t.h.j) 35,5 t.h.k) 63 t.h. 5° Tusschen alle andere personen; a) 18 t.h.; b) 21 t.h.;c) 24 t.h.; d) 27 Zie vervolg 2' bladzijde 1e koloo. Het is gemakkelijk te begrijpen dat de verdeeling van de gronden, de vergoe ding aan de eigenaars, het beschermen van het personeel, aan de uitbating van de groote domeinen gehecht, niet van den eenen tot den anderen dag konden worden geregeld. De wetgeving die tot doel had dit heel belangrijke vraagstuk met al de aanbelangende en aanhangen de kwesties te regelen geschiedde om zoo te zeggen in etappen die we kunnen noemen. I. De voorafgaandelijke wetgeving. II. Eerste fondamenteele wet het onder voogdij stellen der groote domeinen. III.Tusschentijdige wetgeving. IV. Tweede fondamenteele wettoe kenning van de gronden. V. De derde fondamenteele wet De vergadering der grondeigenaars. 1. De voorafgaandelijke wetgeving. Elf dagen, op 9-11 1918, nadat de Republiek van T'cheko Slovakije was gevormd en uitgeroepen,werd door een Nationele Raad. samengesteld uit de voornaamste leiders der verschillende politieke partijen, een voorafgaandelijke wet uitgevaardigd door dewelke geen der groote domeinen overgedragen of hypothecair belast mag worden zonder de toestemming der publieke overheid. De nog niet geregistreerde grondver- handelingen werden nietig verklaard, zelfs indien ze reeds aanleiding hadden gegeven tot een kontrakt voor de afvaar diging van de wet. Deze hervorming was in overeen stemming met het algemeen gevoel der bevolking. Alhoewel over de uitwer king van deze hervorming van meening verschillend, waren de leiders der ver schillende partijen een over de noodza- lijkheid van de voorafgaandelijke wetge ving. De Nationale Raad duidde op 18 Dec 1918 een kommissie aan om de kwestie in te studeeren. De werkzaam heden dezer kommissie leidden tot het opmaken van een wetsvoorstel dat op 16 April 1919 werd gestemd en bekend werd onder den naam Beslag-wet (Zaboravy rakon). 2. Eerste fondamenteele wet. Deze wet gaf aan den staat het recht de domeinen onder voogdij te nemen de eigenaar verloor aldus het recht z'n gronden te verhandelen zonder speciale toelating. De wet was in princiep toepasselijk op al de grondeigendommen meer dan 150 Ha. bebouwden grond of meer dan 250 Ha. van het oogenblik dat deze be hoorden aan één enkelen eigenaar of b.v. aan vrouw of man. Nijverheidsinstellingen, economische in richtingen gemeente- of staatseigendom men ontsnapten aan deze wet. De wet voorzag ook dat de staat het het recht had, mits vergoeding aan den eigenaar alle meer dan 150 of 250 Ha. beslaande gronden aan te koopen. Deze aldus verworven goederen zou den verdeeld worden onder kleine pach ters, kleine landelijke eigenaars, landar beiders die zonder gronden waren, hand arbeiders, oorlogsinvalieden of ook ander gemeenten of andere inrichtingen indien hun doel deze maatregel verrechtvaar digde. Aan de eigenaars legde de wet op hunne gronden goed te onderhouden tot het oogenblik dat ze zouden worden verdeeld. 3. Tusschentijdige wetgeving. De wet van 27 Mei 1919 besloot dat in zekere voorwaarden de bezitters van een huurkontrakt vóór 1 Oktober 1901. eigenaars of huurders voor zes jaar van hun bebouwde gronden konden worden. De landbouwers echter mochten in het geheel niet meer dan 8 Ha. bezitten en moesten zelf hun gronden bewerken die ze in de eerste tien daaropvolgende jaren niet mochten verhandelen. Bij gebrek aan minnelijke overeenkomst werd door het plaatselijk tribunaal de prijs geregeld volgens de grondwaarde van 1913. Op einde 1922 ontvingen 128.557 grondaanvragen (op 186.966 die werdjen neergelegd) voldoening en 101.119 Ha. ter waarde van 179.083.380 kronen gin gen aan nieuwe eigenaars. De wet van 3 Oktober 1919 vernie tigde alle pachtopzeggingen van eige naars die meer dan 15 Ha. onverhuurde gronden bezaten wanneer de huurder er meer dan acht in gebruik had. Deze ver lenging had kracht tot 1924. Een latere wet verminderde de draag kracht van deze bepalingen door de wij ziging van 15 en 25 Ha. en 8 en 6. Ter- zelvertijd werd verbod uitgevaardigd de huursommen te verhoogen boven de huursom bepaald door de huurkontrak- ten voor 1 Jan. 1918. Op initiatief van de socialisten wer den maatregelen getroffen met het oog op de aanmoediging, de verbetering van woonst, onderwijs en uitspanning op de gemeenten. 4. Tweede fondamenteele wet. Op 30 Januari werd de Verdeel-wet bekend gemaakt. Deze wet, bepaalde in princiep, dat het bezit van landeigendom verleend kon worden aan alle aanvra gen. uitgezonderd aan personen van vreemde nationaliteiten, lage individuen en personen lichamelijk of geestelijk on geschikt voor den landbouw. De wet ging uit van de gedachte dat de nieuwe grondeigendommen een op pervlakte moesten hebben die voldoende was om degene die ze uitbaten te voe den en datgene te geven wat ze voor onderhoud enz. noodig hadden. Met het oog op de waarde van den grond in Tcheko-Slovakije werd de verdeeling bepaald in loten van 6 3 10 Ha. in uit zonderlijke omstandigheden tot 15 Ha. De wet voorzag ook het vormen van familiedomeinen die noch gehypothe keerd, noch verhandeld konnen worden dit laatste enkel met toelating van een speciaal bureau. Bovendien werden stam domeinen gevormd met het doel kasteelen en his torische parken te behouden, de soms kostelijke landbouwinrichtingen bruik baar te houden, landbouwcoöperaties aan te moedigen en leefbaar te maken. Op zeer korten termijn werd alge- heele of gedeeltelijke voldoening ge schonken aan de vragen van meer dan 250.000 menschen. 5. Derde fondamenteele wet. De wet van 8 April 1920 stelde als grondgedachte.voorop dat elke verhan deling van grond moest vergoed worden ten voordeele van dengene die afstand deed. Deze vergoeding werd bepaald op basis van de geschatte grondwaarden gedurende de jaren 1913 tot 1915. Deze regeling lokte een scherp konflikt uit tusschen de grondeigenaars en den staat. De eerste vroegen dat de schatting zou gebeuren volgens de waarde van den dag. De Staat hield zich echter aan de voorgestelde toepassing die ook aan den grondslag had gelegen van de vergoe- dingskwestiën bij de hervorming in Roemenië, Oostenrijk, Polen en Duitsch- land. Echter werd hen voldoening ge schonken op een ander punt. Door een gelijktijdig verschenen wet werd be paald dat de belasting op het kapitaal zou berekend worden volgens de prijzen op het oogenblik der taksatie. Deze on rechtvaardigheid werd geschikt in het belang van den eigenaar. De vergoeding werd berekend reke ning houdend van de kwaliteit van den grond, den graad der kuituur, den af stand van verkeerswegen en steden enz. De wet verplicht het Bureau niet tot onmiddellijke uitbetaling. Toch werd 53 per honderd voldaan. De niet be taalde sommen geven een intrest van 4 °/o. We meenen hiermede den lezer een inzicht gegeven te hebben over de landbouwhervorming in Tcheko-Slova kije. Mocht het hem soms interresseeren nu en dan over den landbouw in de ver schillende landen wat te lezen dan zijn we daartoe graag bereid. Het is onze meening dat De Koorn- bloem hare lezers moet opvoeden, hare lezers moet leeren kijken buiten de grenzen van hun dorp en hun arrondis sement, hare plaats moet innemen in de eerste rangen van de strijders voor meer sociale rechtvaardigheid, voor betere sociale toestanden en orde. De Koornbloem mag niet verge ten dat de samenwerking maar het wa pen is dat ze te hanteeren heeft voor de verovering van meer geestelijke en stof felijke welstand onzer Vlaamsche land bouwbevolking. Indien onze landbouwers tot een ruim toepassen der kunstmeststoffen zijn overgegaan, geschieden deze toe passingen niet altijd oordeelkundig genoeg. Zoo hebben vooruitzettin gen, welke noch op wetenschap noch op ervaring steunden, hun het aan wenden van stikstofmeststoffen bij het zaaien der wintergranen doen ver- waarloozen. Rogge en tarwe echter nemen de helft, zoo niet de twee der den op der stikstof die ze noodig hebben, voor het einde der maand Maart. In deze behoefte zullen wij moeten voorzien en wel met een stik stofmeststof waarvan de stikstof on veranderd kan worden benuttigd. Hierom is bij het zaaien het toepas sen voor de wintergranen van 150 tot 200 kg. Sodanitraat van Chili een volstrekte noodzakelijkheid. Er blijft nog van iedere soortEer stelingen, Kruger, Industrie, Roode Star, een kleine hoeveelheid in magazijn. Be richt aan de liefhebbers (niet ingeschre ven betalen 2 fr. meer als de vastgestelde prjjzen). Ingeronden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1925 | | pagina 1