REDT U ZELVEN Arbeid adelt Onze Zaak voor de Middenafdeelingen dep Kamei* Sodanitraat van Chili LANDBOUWNIEUWS tering Landbouwweekblad Een nieuwe Lente van over de grenzen. moet steeds de leus zijn van alle landbouwers. ROND TWEE WETSVOORSTELLEN Soldaatje spelen Superphosphaat 14/16 WETENSCHAPPELIJKE BIJDRAGE ZONDAü 20 DEC, 1925. Pfij» 12 centiemen. Sdé JAARGANG Ni 3ü4 Abonnementsprijs i 6,00 frank 's jasrs. Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANDSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Voor en door de Landbouwers I Aan dit blad behoort een bijvoegsel. Een vroege en strenge winter heeft ons te pakken het veld ligt te bibberen onder een kouwelijk hemdeken van witte sneeuw en we schrijven over een nieuwe lente. We bedoelen dan ook geen nieuwe lente in de natuurwe moeten er het onze van nemen, ge duld oefenen en een goed schupje kolen op het vuur doen. We bedoelen een andere lente. We maken sedert Augustus 1914 een harde winter door. Jawel, in November 1918 hield het eigenlijke vriesweer op, maar dat was toch nog niet de lente die we verwacht hadden, de lente van liefde en van onderling vertrou wen onder de volken. Het kanon zweeg wei maar de haat wou niet rusten en waar men gedurende de vijandelijkheden her haaldelijk had gewaagd van den laatste der oorlogen, van oorlog aan den oorlog, daar had men zich na den oorlog toch weer aan het bewapenen gezet. Zelfs het kleine Belgiekske was oorlogszuchtig geworden. In verhouding had het meer di visies onder de wapens dan Duitschland voor 1914 En Frankrijk was één arsenaal en de stemmen van generaals en andere oorlogsapostels, genre Poincaré, klonken boven alles uit. Zoo renden we blindelings naar een nieuwen onvermijdelijken oor log. Maar, Goddank, er schijnt een ernstige kentering gekomen. De stemmen die pleitten voor den vrede, de stem van de Pauzen in de eerste plaats hebben niet weerklonken in de woestijn, heb ben weerklank gevonden in de harten van miljoenen. Nu schijnt de vrede het op den haat te willen winnen, het gezond verstand op de domme verblind- heid.Tot deze kentering heeft ook in niet geringe mate medegewerkt het altijd duidelijker wordend in zicht dat het oorzuchtig Europa bezig was zijn.eigen graf te graven. We stonden op den boord van den afgrond. Het nuchtere Engeland heeft het eerst klaar gezien en de hand aan 't werk geslagen. Deze po gingen werden lang verkeerd uit gelegd. Ook hier in ons land werd En geland door Brusselsche haatpro- feten herhaaldelijk beschuldigd van... duitschgezindheid Nu zien velen klaar omdat onze frank maar 20 centiemen meer waard is. Is het niet jammer dat we niet vroeger hebben klaar gezien toen onze frank nog een frank was Is het niet zot dat we sedert den wapenstilstand miljarden heb ben weggegooid aan het milita risme Maar gedane zaken hebben geen keer, laten we hopen dat we nog in tijds hebben gestopt, dat de regeering er in zal slagen de waar de van den frank te stabiliseeren. Te Locarno, in Zwitserland, is de nieuwe geest geboren. Daar werden de handen van Engelsche, Fransche, Duitsche, Belgische en Italiaansche verte genwoordigers in mekaar gelegd daar hebben deze handen mekaar steun en hulp gezworen tegen al wie een van hen wederrechterlijk zou aanvallen. Weest nu niet ongeloovig als Thomas. Zegt nietdat is kome diespel. Als het verdrag van La- carno ons enkele tientallen jaren van ongestoorden vrede kan be zorgen dan zijn we allen op ons verhaal gekomen, dan is het ban kroet afgewend, dan zijn de oude oorlogswonden geheeld. De onmiddellijke oorlog die ons reeds weer bedreigde is voor vele jaren onmogelijk gemaaktdat is een groot resultaat. We hebben aan den last van eiken dag ge noeg, schrijft de Evangelist. Daar om begroeten we met vreugde de geest van Locarno Na lang wachten... is het er toch van gekomen de wets voorstellen Mathieu en C,c, De Clercq- Van Op den Bosch hebben genade ge vonden in de osgen onzer regeering en zijn tot in de middenafdeeling gesukkeld. Beide voorstellen zijn ouder als van gisteren beiden kwamen verleden jaar reeds voor de afdeelingen, het eerste werd éénmaal, het tweede tweemaal her- ingediend. Als we 't parlementair werk dat op de plank ligt nagaan, is het lang niet onmogelijk dat er nog een zittijd ten einde loopt vooraleer de Kamer een van deze voorstellen tot wet maakt. We dienen bovendien af te rekenen met den Senaat, waar de kasteelheerenlucht nog niet verdwenen is om plaats te ruimen voor een gezonde Vlaamsche demokra- tische lucht. Het is echter van belang dat we onze lezers op de hoogte houden van de ge beurtenissen die zich in de laatste we ken bij de bespreking van beide voor stellen in de afdeelingen hebben voor gedaan. Het Voorstel Mathieu en O Het voorstel van den heer Matthieu enkel op de beperking der pachtprijzen. Art. 1 luidt als volgt Door art. 2 wordt bepaald De verhuringen per opbod van Staats- Provinciën-, Gemeente- en Armengoe- deren worden afgeschaft. Degene die de gronden in gebruik heeft, kan ze in huur behouden van het oogenblik dat hij een huurprijs betale overeenkomende met 300 t. h. van den pachtprijs op 1 Oogst 1924. De geschillen worden geslecht door den vrederechter. De wet is van kracht tot den eerstenNovember volgende op het verstrijken van het negende jaar sedert hare bekendmaking. Het Oordeel van de Katholieke Boerenvertegenwoordigers. De Standaard het orgaan dat de meening weergeeft van de katholieke boerenvertegenwoordigers en regee- ringsmannen, teekent hierbij aan Het Wetsontwerp De Clercq-Van Op den Bosch Dit wetsvoorstel dat eveneens verle den week voor de middenafdeelingen der Kamer kwam en in 5 afdeelingen op zes met meerderheid van stemmen werd aangenomen (in de zesde afd. bekwam het 7 tegen 7 stheeft de groote ver dienste dat het vollediger is dan het re- geeringsvoorstel en het wetsontwerp Mathieu. Het behandelt tegelijkertijd de pachttermijnen, de opzeg, de pacht- verlenging, vergoeding voor slechte jaren, afschaffing van het openbaar op bod, de pachtprijzen, het jachtrecht en houdt veel meer rekening met het be staande burgerlijk wetboek en de be staande gebruiken. We willen, ten titel van inlichting, de bijzonderste bepaling samenvatten De Pachttermijnen. Dit wetsvoorstel voorziet geschreven pachten voor eenen termijn van ZES JAAR voor stukken grond van min dan één hectare en van NEGEN JAAR voor stukken grond van meer dan één hec tare. Er wordt echter een verschil ge maakt voor goederen van bijzonderen en eigendommen van openbare besturen. Voor deze laatste worden de termijnen onderscheidelijk op 9 en 15 jaar ge bracht. De Opzeg. De bepaling betrekkelijk de opzeg eischt een vooropzeg van twee jaar voor den eigenaar, van één jaar voor den huurder. De Pachtverlenging. Zoo er geen opzeg gebeurt na het verstrijken der pacht zou er een Dieuwe pacht beginnen voor één zelfde termijn als de vorige pacht. Vergoeding voor slechte jaren. Het is een nieuwigheid. Dit artikel zou, ingeval ten gevolge van buitenge wone omstandigheden buiten de schuld van den pachter, de opbrengst van het jaar aanzienlijk minder is geweest dan bij het aangaan van de overeenkomst te verwachten was, den pachter toelaten een evenredige vermindering van de huursom te vragen. Afschaffing van het Openbaar Opbod. Bij openbaar opbod worden thans de goederen der openbare besturen tot fa belachtige prijzen opgejaagd. Door de in deze wet vastgelegde be palingen wordt het openbaar opbod af geschaft. Zoo er meerdere liefhebbers zijn van een en hetzelfde stuk aan een vastgelegden prijs, zal het lot beslissen. De Pachtprijzen In dit wetsvoorstel worden ook deze geregeld. Ze zouden niet langer vrij zijn maar geregeld worden door eene bijzon dere kommissie met een maximumprijs per hectare. Het Jachtrecht zou aan den huurder behooren. Deze zou ook het recht bezitten alle schade lijke dieren ten allen tijde met vuurwa pens te dooden. Ziedaar in groote lijnen de inhoud van de twee ontwerpen HET is de Voordeeligste Stikstofmeststof omdat het 15 1/2 nitrische stikstof, onmiddellijk en geheel door de plan ten opneembaar, inhoudt het ten allen tijde mag gebruikt worden en volgens het geval, inge werkt of als dekmest toegepast het den grond niet verzuurt, het geen van allerhoogst belang is het zonder het minste bezwaar met de phosphorzuur- en potaschmesten mag vermengd worden het een zekere, regelmatige en snelle werking heeft, wanneer het oordeelkundig gebruikt wordt het voor alle teelten past. ZWITSERLAND Dr Molhuysen van het Algemeen Nederlandsch Landbouwdepartement schrijft naar aanleiding van de 9' Zwit- sersche landbouwtentoonstelling. Deze zijn georganiseerd in circa 11.000 plaatselijke vereenigingen, die in 368 kantonale, interkantonale en natio nale bonden zijn gecentraliseerd, met den Zwitserschen Boerenbond en het Boe- rensecretariaat als kroon op het geheel. Wat in de groep bevordering van den landbouw in tabellen, figuren en in an dere statistische vormen was tentoonge steld, wees niet alleen op een grooten, zeer moeizaam en zich over vele jaren uitstrekkenden arbeid, maar spiegelde ook in zich af de veeljarige inspanning, de geldelijke offers en de voorlichting van de Bondsregeering, kantons en boe- renorganisaties, van Landbouwscholen, landbouwwinterscholen. alsmede van honderden landbouwconsulenten en land bouwonderwijzers, welke aan den voor uitgang vah den landbouw zijn vooraf gegaan. Zonder hetgeen in lange jaren van onvermoeiden arbeid aan de bevor dering van den landbouw in het labora torium, in het studeervertrek en in de onder wijszaal is voorafgegaan, hadden alle andere groepen op de tentoonstel ling niet met zooveel hoogwaardige pro ducten gevuld kunnen zijn. De groep bevordering van den landbouw was verdeeld in 7 onderafdeelingen, te we ten de algemeene toestand van den landbouw door de Bondsregeering, kan tons en organisaties, het landbouwon derwijs in zijn geheelen omvang, het proef-, het onderzoek- en controle wezen, het landbouwkredietwezen, het verze keringswezen, het landbouworganisatie wezen en de landelijke weivaartzorg. Het materiaal, dat tentoongesteld was, was zeer overzichtelijk en leerzaam. Zeer zeker zal menig stedeling, die den moed tot eigen overtuiging heeft bezeten, tot beter inzicht en mildere beoordeeling van den boerenstand zijn gekomen, bij beschouwing van vele statistieken, o. a. over de productiekosten van de produc ten, de kosten van het levensonderhoud van den boerenstand, de lasten die op het bedrijf drukken, de prijzen der pro ducten e. a. en hij zal ten slotte ongetwij feld tot de overtuiging zijn gekomen, dat d> moderne landbouw tot een weten schap is geworden en dat hij van de jon geren niet alleen gezond verstand, maar ook energie, arbeidsvreugde en een le vensstandaard eischt, die in zijn beschei denheid en soberheid heel wat afwijkt en afwijken moet van dien van de stede lingen. Deze groep toonde duidelijk, dat de inderdaad groote uitgaven, die de bondsregeering en de kantons ten bate van den landbouw hebben aangewend, millioenen, die volgens het begrip van menig stedeling in den grond begraven zijn, inderdaad honderden hectaren wei de- en bouwland met behulp van de wetenschap en van moeizamen arbeid hebben doen ontstaan, maar ook. dat taaie boerenarbeid en ontbering noodig waren, om de onderzoekingen van de wetenschap tot dit resultaat te doen komen. De enorme hoeveelheid materiaal, in deze groep bijeengebracht, heeft voor zeker bij eenieder, die eerlijk en onbe vangen dat alles heeft aanschouwd, de bekentenis ontlokt, dat de boeren heden meer dan ooit op elkaar zijn aangewe zen en dat een land, zonder landbouw, met een nog zoo bloeiende industrie, een arm land is. Dit laatste hebben de Bondsregeering en de kantons in Zwitserland zich steeds voor oogen gehouden. De bijdragen, welke ten behoeve van de bevordering van den Zwitserschen landbouw worden aangewend, zijn zeer belangrijk. Zoo bedroeg in 1923 de totale som, die door de gezamenlijke kantons is be steed als steun ten behoeve van den landbouw 11,526,353 fr. tegen over in 1912 4,622,064 fr. Voor de bevorde ring van de paardenfokkerij werd in 1923 108,882 fr. uitgegeven, waarvan eene som van 50,433 fr. alléén voor het kanton Berne. Hierop volgt het kanton Sollthurn met 9,302 fr. Doordat in de oorlogsjaren de invoer van paarden verboden was en de vraag in het binnenland zeer groot was, werd de fokkerij sterk uitgebreid. Deze vrij wel plotselinge opbloei heeft slechts en kele jaren geduurd en heeft zich de laatste jaren weer hoofdzakelijk beperkt tot de oorspronkelijke fokcentra.In 1923 zijn aan 15 vereenigingen voor het rij paard-type en 53 voor het trekpaard type premies uitgereikt. De steun der kantons ten behoeve der rundveefokkerij bedroeg in 1923 1 mil joen 2,875 fr., zijnde per 1000 in den landbouw werkzaam zijnde personen 2,182 fr. of per 1000 stuks vee 704 fr, In vergelijking met 1912 zijn deze uitga ven met 20 °/o toegenomen. Het kanton Bern staat, wat de totale uitgave be treft met 170,592 fr. aan de spits,daarna het veerijke kanton Graubünden met 123,609 fr. Per vee-eenheid, nl. perlOOO stuks vee berekend, staat het kanton Genève met 2,517 fr. bovenaan, daarna Glarus met 1689 frank. Ook de andere fokkerijen, als de var kens-, de geiten- en de schapenfokkerij, ontvangen van de kantons een grooten steun, resp. 61,088 fr. 67,749 fr. en 18,971 fr. in 1923. Wat de totale uitga ven voor de varkensfokkerij betreft, staat het kanton Bern weer bovenaan, maar relatief per 1000 varke. s gerekend het kanton Baselstadt met 381 fr., daar na Schaffhausen met 318 fr., terwijl Bern slechts op de 8e plaats komt met 104 fr. In de kantons met overwegend klein bedrijf, als Solothura, Zürich, Glarus en Schauffhausen, worden veel geiten ge houden en deze kantons staan dus, wat de relatieve uitgaven betreft d. i. per 1000 dieren, bovenaan. In vergelijking met 1912 is het totaal der uitgaven ten behoeve der geitenfokkerij, met onge veer 38 toegenomen. De totale kantonale steun voor de pluimveeteelt en de konijnenfokkerij be droeg in 1923 10,778 fr.; voor de bijen teelt10,075 fr terwijl in 1912 in to taal 6,407 fr. voor deze drie te zamen is uitgegeven. Groote sommen worden besteed aan grondverbetering als drainage, wegen aanleg, ruilverkaveling enz. In 1923 is door de kantons daarvoor 5,445,091 fr. uitgegeven. In de oorlogsjaren, maar vooral na den oorlog, wordt in Zwit serland hard gewerkt, ten einde de om standigheden zoodanig te maken, dat de beschikbare hoeveelheid cultuurgrond zoo intensief mogelijk kan worden be werkt, Zoowel de kantons als de Staat steunen met subsides de staatsbijdrage is afhankelijk van den kantonalen steun en bedraagt in den regel 40 van de totaaluitgaven, noodig voor de uitvoe ring der werken. Ook een deel van de kosten der technische voorbereiding en 50 °/o van de bezoldiging van de kanto nale cultuuringenieurs wordt door den Staat betaald. In 1923 bedroeg het to taal der bondssubsidies voor de grond verbetering 5,870,905 fr. tegenover 1,812,821 fr. in 1919. Behalve de bevordering van veeteelt en grondverbetering, worden door de kantons belangrijke bedragen besteed voor de bevordering van de zuivelindus trie, plantenteelt, wijnbouw, veeverze kering, hagelverzekering en voor het landbouwvereenigingswezen. De subsi dies voor het landbouwvereenigingswe zen bedroegen in 1923 99.432 fr. Wij hebben dus gezien, dat de kanto nale besturen niet karig zijn in hun steun voor den landbouw,maar ook de Bonds regeering is ervan overtuigd, dat een bloeiende landbouw met een welgestel- den boerenstand de basis behoort te zijn van iederen gezonden Staat. Ter bevor dering van het landbouwonderwijs is in 1923 door den Bond 2,191,331 fr. (door de kantons 79,830 fr aan steun ver leend, voorts 1,290,926 fr. ten behoeve van de verschillende fokkerijen, 5 mil joen 445,071 fr. voor bodem verbeterin gen en 2.598,955 fr. voor andere uitga ven op het gebied van den landbouw, als vee- en hagelverzekering, wijnbouw, zuivel, plantenteelt enz. Dat de Zwitsersche boer niet alleen alle heil van de Bondsregeering en van de kantons verwacht, heeft deze schitte rende tentoonstelling ons ten volle doen zien. Zij heeft toch getuigenis afgelegd dat de Zwitsersche boer ook op den weg van self-help alleen en in de samenwer king met anderen medewerkt en alles doet, wat in het bereik zijner krachten is, om den landbouw vooruit te helpen. Maar terecht is hij van oordeel, dat hij tot ondersteuning van zijn eigen kracht inspanning, recht heeft op volle erken ning en steun van zijn regeering, van zijn Staat. En hij meent daarop des te meer aanspraak te kunnen maken, omdat hij overtuigd is, dat de bevordering van den landbauw met die der belangen van andere bevolking, niet alleen vereenig- baar, maar juist in het belang van zijn vaderland is. Moge het bovenstaande aan zeer ve len bij ons in den lande tot leering strekken. VEREEN. STATEN AMERIKA De voortbrengers van Mixed-maïs (dat is maïs voor de glucoseries) waren zeer teneergeslagen door den goedkoo- pen prijs hunner voortbrengselen, zoo dat ze met verlies hunne waar moesten verkoopen. Het Staatsbestuur heeft aan deze landbouwers eene reddende hand toegestoken, door hen kredieten te ver schaffen op hunne stocks. Door dit feit zijn de voortbrengers uit de geldverle genheid geholpen en wachten betere prijzen af om hunnen maïs te verkoopen. De markt steeg dan ook onmiddellijk met ongeveer 5 frank de 100 kilos voor de verschepingen op Januari. Welke bonden willen nog ge nieten van den speciale prijs 23,00 fr. op Statie genomen Tering is een besmettelijke ziekte wel ke maar al te vaak in de veestallen wordt aangetroffen en tot hiertoe doen onze landbouwers zoo weinig om de uitbrei ding er van tegen te werken dat het per cent teringlijdende koeien in ons land een verbazend cijfer bereikt heeft. We meenen nuttig werk te verrichten met één of twee bijdragen te ^besteden aan het opsporen en het bestrijden dier plaag. Tering wordt veroorzaakt door de werking van een kleine, staafjesvormige bacterie. De ziekte is niet brutaal noch hevigzij ontwikkelt zich zeer langzaam en veropenbaart zich eerst door het ont staan van knobbeltjes. Deze knobbeltjes zijn eerst week en bloedrijk later wor den zij stilaan harder en gaan in verkal king over. Het dierlijk gestel heeft echter speciale verweermiddelen tegen alle uitwendige besmettingen en bij tering is zulks zeer duidelijk. Eerst en vooral vormen zich in het lichaam antitoxinen welke als tegen giften werken om de produkten welke door de bacterie vervaardigd worden, onschadelijk te maken. Verder zien we het getal phago-cyten of eetcellen welke in ons bloed zwerven, veel grooter wor den en dit is een voornaam verweermid del; die eetcellen slorpen de bacteriën op en verteren ze. Eenderde verweermiddel is de knob belvorming zelve welke de ziekte ken merkt zij heeft immers tot doel de ver spreiding van de bacterie en van hare toxinen of vergiftige afscheidingsproduc ten tot binnen zekere grenzen te beper ken en op deze wijze de overige deelen van het dierlijk gestel van de besmetting te vrijwaren. Het weerstandvermogen welke door de drie vermelde verweermiddelen ver wezenlijkt wordt is zeer veranderlijk niet alleen bij de verschillige diersoorten, maar ook nog van dier tot dier in eene zelfde diersoort. De factors welke het weerstandver mogen verminderen en dus de vatbaar heid vermeerderen, en omgekeerd, zijn vooral erfelijke factors. Zoo weet ieder een dat bij den mensch teringlijders doorgaans van teringlijdende ouders afstammen en dat hunne kinderen een groote vatbaarheid zullen hebben voor de tering. En gezien alle menschen de besmetting door de teringbacterie onder staan hebben, moet men ook erkennen dat sommige individuen een volledige onvatbaarheid tegenover die ziekte ver- toonenhetzelfde geldt voor de dieren. Uit deze beschouwing volgt dat aan getaste dieren uit de veefokkerij moeten uitgesloten worden en bij de gezonde dieren moet het weerstandvermogen door degelijke voeding en verpleging vermeerderd worden. Dikwerf wordt de tering aan de kalveren overgezet door voeding met afgeroomde melk die van teringlijdende koeien voortkomt: die melk dient eerst gekookt te worden. Een andere voorzorg om de besmet ting te voorkomen is de voorbehoeden de inenting deze berust op het feit dat door inenting van gefilterde (dus mikro- benvrije) kuituurbouillons de vorming van antitoxinen in het lichaam teweeg gebracht wordt. Vele natuurvorschers hebben proeven in dien zin gedaan, doch in plaats van het weerstandsvermogen, door herhaaldelijk inenten van de toxi nen of van de bacteriën, te vermeerderen bekwam men dikwijls het tegenoverge stelde uitwerksel nl. de overgevoeligheid en vermeerdering der vatbaarheid. Zeer onlangs is de Fransche bacterioloog Calmette er in geslaagd een entstof te bereiden welke de jonge dieren tegen tering behoedt,het werd op kalveren be proefd en gaf uitstekende uitslagen. Het doel van den heer Calmette is echter het menschelijk geslacht van die ziekte te bevrijden, het is gebleken dat die entstof wanneer ze in een bepaalden tijdverloop na de geboorte ingeënt wordt, prachtige uitslagen levert, wanneer ze later inge ënt wordt, blijft ze zonder effekt. We dienen nu wat meer te zeggen nopens de verschijnselen der ziekte. De tering tast vooral de longen en de lymph- klieren aan, ook nog den uier, de baar moeder, het hersenvlies, de beenderen en de darmen. Dikwijls vertoonen zich de ziekteverschijnselen eerst zeer lang, maanden en misschien jaren, na de be smetting. Men moet altijd het bestaan van tu berculose (of tering) vermoeden, wan neer volwassen dieren in hun groei ach terblijven of mager worden. Hoesten de ze dieren en hebben ze een droge, glans- looze huid dan wordt de besmetting waarschijnlijk Een veelbeduidend kenteeken is het bestaan van koorts welke vooral 's avonds opkomt. Men kan deze met be hulp van den thermometer waarnemen de temperatuur kan boven de 40 graden stijgen. Verminderde eetlust en vermin derde melkafscheiding wijzen ook op het bestaan van teringkoorts. Longtering wordt verraden door een DE RNBLOEM Te rekenen van het in werking treden dezer wet. en zoolang zij wordt toegepast, mag de pachtprijs der landeigendommen niet meer bedra gen dan 300 ten honderd van den prijs vpstgesteld op 1 Oogst 7914, onverminderd het bepaalde bij art. 2 der samengeordende huishuurwetten van 20 Feb. 1923 en 27 Dec 1924. Het staat den huurder vrij, de loopende pach ten. zoowel als die ges'oten na het in werking treden der wet, voor de toekomst volgens boven bepaalden grondslag te doen herzien. Wat de loopende pachten betreft, zal de her ziening slechts van kracht worden van af den eersten vervaldag volgende op het indienen van den rechtseisch wat de pachten betreft gesloten na het in werking treden van deze wet, heeft de huurder, daarenboven recht op terugbetaling van de sommen door hem ten onrechte betaald sedert het van kracht worden van zijne huurovereen komst la de afdeelingen had er een drukke bespreking plaats rood de pacht wetsvoorstellen der regeering en der socialisten Er is een groote meerderheid, die inziet dat er iets moet gedaan worden om aan de huidige mis bruiken een einde te stellen, vooral aan 't schan daal van zekere openbare verhuringen, waar klei ne boeren, in de jacht naar een stukje grond, elkan der opjagen tot onbetaalbare huurprijzen. Men kan het die menschen niet kwalijk nemen: zij doen het zoo dikwijls om hun talrijk gezin te kunnen bij zich houden en om hun zonen niet te moeten ver plichten in de ver afgelegen fabriek te gaan wer ken. Zulke pijnlijke tooneelen hebben zich bij openbare aanbesteding van de gronden der gods huizen en der openbare inrichtingen dikwijls voor gedaan. Het voorstel der regeering brengt hier een doelmatige verbetering door het instellen der aan besteding door inschrijving. De liefhebbers worden aldus niet meer opge jaagd in het vuur van het openbare opbod. De be staande huurder krijgt ook meer zekerheid, daar hij steeds de pacht tegen den prijs der hoogst inge diende inschrijving kan terug overnemen. De beperking der pachtprijzen en het vaststellen van de huur- en opzeggingstermijnen zijn een zeer ingewikkelde kwestie. Het voorstel Mathieu waar door de huren driemaal den prijs van 1914 niet zouden mogen overschrijden, is al te simplistisch en onplooibaarhet is eens te meer een demago gisch opbod tegenover de katholieke boerenverte genwoordigers, die de zaak grondig hebben gestu deerd en ze eerst te berde brachten Het socialis tisch voorstel zou op menig plaats tegen de boeren uitvallen. In de kwestie van de beperking der huur prijzen moet het voorstel alleszins aangepast wor den en aan de verschillende toestanden en aan de verschillende landbouwstreken. Doch de regeeringsgroepen zijn het er over eens, dat de landbouwers moeten gevrijwaard wor den tegen de willekeur der grondeigenaars die. slechts verhurend van jaar tot jaar, hun onver wacht den grond kunnen onttrekken, dien zij heb ben bevruchtbaard en die soms hun eétrige brood winning is. De knapen spelen op de breedeplaats, Met houten sabel en geweer gewapend, En krijgsmuziek van trommel en trompet, Roodwangig zusje, een degen in de vuist, Speelt juichend mee en houwt er flink op los. Vlak onder 't neusje, om 't rozelipje, heeft ze een [zwaar Paar snorren fluks zich aangeschaft, Door broer geteekend met verkoolde kurk. En op haar hoofdje prijkt een gouden helm Ver van de kinderen met hun woest getier Zit moeder, stil gebogen over t werk, Waarin de naald snel prikkend voorwaarts glijdt. Daar springt met vliegend haar en vonklend oog, De houten kling in 't handje vastgeklemd, 't Roodwangig meisje op eens naar moeder toe Mamaatje luister Ik ben generaal, En 'k heb den vijand flink verslagen Zeg, Word ik soldaat, als 'k groot ben Toe, Zeg ja I "Neen, lacht een knaap,die meer van 't leven weet, Dat kan niet Zusl Geen vrouw wordt ooit soldaat,. Mama, is 't waar vraagt Zus en twijfelt nog. "Ik houd van vechten - - "Kind je krijgt je zin,,, Lacht moeder droef "Soldaatje niet, maar vrouw. En strijd genoeg, o kleine strijd genoeg Helena Swarth. Ingezonden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1925 | | pagina 1