KERSTMIS
In onze ftfdeelingen.
3®
ZTO¥ELE0«t AMMONIAK
Bericht.
I
I
BE ïfRDEDIBIB ¥M DEM BELGISCHE» FMNK
Scuodbouwecó©ebcuikfc,om uw
ve£&en A/ixiclitboxic te makeru
HIST
STROO
Leening der verwoeste Gewesten
Verkoopprijzen
De hoofdmagazijnen
Aalst en fierzele zullen
op Zaterdag 2 Januari
a.s. gesloten blijven we
gens het opmaken van
den inventaris.
ALLE MELEN
Superphosphaa t 14/1 (i
WEKELIJKSCH PRIJSOYERZICHT
door FKLIX TIMMERMANS.
Als iedereen en alles sliep, en al de
dingen in de nachtelijke stilte waren, als
alleen de sterren werkten, hoog en hel
der boven de aarde in sneeuw, zaten er
arme herders bij een knapperend vuur,
op een der heuvelen hunne kudde te
hoeden.
De vele schapen lagen rustig en warm
bijeengewold onder het gezaalrugde,
strooien dak, dat langs alle zijden open
was, en op alle windgaten de lichten van
den nacht vertoonde.
Een paar koeien zaten met domme
oogen naar niets te zien, wat verder beu
zelde een witte os, en een grijs melkgeitje
deed alsof het sliep.
Van de herders die de waak hadden,
terwijl de anderen de rust genoten tus-
schen de vettige, wollen schapenlijven,
zaten er vier nevens het vuur; bij een
pot bier met de kaarten scherpenheu-
vel" te spelen; eikendeen die won, mocht
een slok van den lekkeren oudenaerdsch
genieten.
Tegen een stijl van 't afdak, stond de
oude rechte Bienus tot over d' ooren in
zijn driemantelingen frak van geitenvel-
len gewikkeld, naarstig als een vrouw,
met houten priemen een saaien kous te
breien. Op de schelft, in de duisternis
zat er een te droomen op zijn viool.
Verder was het goed en stil onder die
eenvoudige menschen, die roken naar
mest en aarde, die dag in, dag uit met
hunne beesten leefden, en vergroeid van
lijf en ziel, naar de rustige stilte der vel
den en de oneindigheid der hemelen.
Het vuur dat nevens hen kraakte en
blijdzaam onderhouden wierd door een
graatmager jongsken, teen kind op hun
ne tochten achter een houtmijt gevon
den) lei een warme, vriendelijke klaarte
op hun ruige, ongeschoren boerenwe-
zens, maar wierp spokige scaduwen op de
sneeuw, als hun arm omhoog ging om
een troef in 't spel te slagen. De twee
zwarte schepershonden genoten mee van
't vuur en krochten van geneuchte.
Zie 't weerlicht!" riep het bolneuzig
bultenaarken, het wees met een te langen
arm naar de richting van Bethleëm.
Bienus, zonder opzien, zei met profe
ten-woorden: "'t Kan niet weerlichten,
de hemel staat vol sterren".
Ik heb het toch, geloof ik, gezien
dierf het bultjen aarzelende wedervaren
tot Bienus die den loop der sterren ken
de, en 't bleef geduldig den hemel in pie
ren, om nog eens den wonderlijken licht
schijn te ontdekken. De anderen trokken
weer al zijn aandacht terug naar 't spel,
en fluisterend ging het weer, als schuw
voor de groote stilte van den nacht
"Schoppenboer 'k pas, Hertenaas". Een
tonig, en toch vol fijn gevoel bleef de
weeke klank van de viool opgaan in de
duisternis, tot ineens het zwartoogig
jongsken riep: "Moeder, moeder de he
mel valt!
Ze zagen allemaal omhoog; heel de
stille hemel kwam in beroering, miljoe
nen sterren vielen uit de lucht, verlicht
ten de aarde als bij klare dage, maar als
afgesproken hield het plotseling stil; de
groote beer, de botermelkweg, de reus,
ze zaten nog wel op hun plaats, maar in
al zijn verheven glorie stond er ginder
een ontzaglijk groote komeet.
De sterre met den steert 1 De sterre
niet den steert! wierd er verbaasd ge
roepen. Er voer een rilling door die sim
ple menschen heen, de schrik viel op hun
hert, de kaarten ontglipten hun hand, er.
degenen die sliepen schoten wakker, hie
ven hun hoofd boven den rug der scha
pen, en vervuld met vrees liepen zij naar
de anderen.
Alleen, die daar hoog op zijn viool
zoetjes te droomen zat, deed voort, en
leefde met zijn ziel. Maar de anderen
stonden op rillende beenen het hemel
wonder te bezien, dat zijn heerlijkheid
boven het verre donkere Bethleëm in
den hemel stak.
Dat was de tweede maal in korten tijd
dat zij zich zoo aan de menschen ver
toonde: de kop van draaiend, stralend
regenboogig vuur, en de steert trotsch
rechtop, vol wemelende vonken, en breed
uitwaterend met zachte pauwenoogen,
in het hoogste van de lucht. Ten tweede
male stond zij daar als de schitterende
aankondiger van ongeluk en dood; en al
die menschen, eenvoudig van zin, zagen
in elkanders oogen den schrik. Bang, vol
deemoed, schaarden zij zich bij Bienus,
die hun leidsman en hun overlegger was.
Zijn stem was een gebod, hij was geleerd
want hij kon boeken lezen en was erva
ren in al de geheimen der schapen en der
bieën, hij kon kruiden bezweren, kende
den loop der sterren, en wist aan water,
zon en manestand, het weder van den
anderen dag, soms wel voor een heel sei
zoen te voorspellen. Er wierd zelfs ge
zegd dat hij den wind kon keeren, en vele
tooveraars uit de streek, die met den
"Zwarten Ambrosius" werkten, waren
venijnig op hem. omdat hij meer kon dan
zij, en kracht putte uit de woorden van
God en van de engelen.
Met ontzag en vereering, zagen de
herders steeds tot hem op, en nu in dit
oogenblik, als opnieuw de sterre met den
steert hun hart met schrik besloeg, ver
wachtten ze, vertrouwend op zijn kunde
en zijn wijsheid, uitlegging en troost.
Kalm, met gesloten lippen, stond hij
rechtop, en bezag strak met zijn grijze,
roodomrande oogskeshet nachtelijk ver
schijnsel. Men zag dat hij gewoon was
over vlakten en verten te zien, zijn oogen
zagen plat en recht vooruit als die der
hemelen. Er was een vragende stilte
naar hem, en met zijn droge, gele hand
al over zijn schralen stoppelbaard glij
dend, zei hij bedaardDie sterre ver
schijnt voor den tweeden keerzij komt
ons iet zeggenalle sterren met een steert
komen iet zeggen. Ik geloof dat wij het
vandaag, nog zullen te weten komen
Eerst was er na die vastberaden woor
den een stilte, doch dan vroeg het bulte
naarken, die ook schapen kon genezen,
maar verder geen geheimen wist: "Zal
het oorlog zijn?"
"Of de pest?" vroeg een rillend, dun
figuur met bleeke blauwe kinderoogen.
"Of hongersnood?" lispelde een dik
zaksken, met nog vaak in zijn oogen en
wol in zijn haar.
"Zou de wereld niet vergaan?" klap
pertandde het gevonden kind.
Ouderen van dagen zwegen, het
woord overlatend aan Bienus, die na
lang gepeinsd te hebben besloot Zij
staat den tweeden keer in het oosten zij
staat den tweeden keek boven Bethleëm
Het is dezelfde ster.
En vroeg de bleeke jongeling.
Ik geloof dat in Bethleëm groote
dingen gebeuren
Vreeselijke dingen, stamelde het
bultje.
Maar laat Bienus nu eens doorpein
zen 1 baste een reus van een vent naar
't gebocheld manneken.
En terwijl Bienus met al zijn vernuft
poogde te ontcijferen waarom die sterre
daar stond, spraken de anderen zenuw
achtig voort.
Ik zet nooit weer een voet in dat
duivelsnest zei het dikzaksken.
Wij zouden best doen naar 't wes
ten te trekken, naar de duinen in de
zee stelde een zwartgebaarde voor.
Daar is geen schapeneten beweer
de 't bultenaarken
Ik blijf hier niet zei de bleeke.
Ja maar ik ook niet, ik ook niet
spraken er andere monden.
Wil ik eens wat zeggen? vroeg er
een klein geelgebaard manneken, zoo
oud als de straat. Bethleëm is een slech
te stad, een stad rijp voor den zondvloed,
't zit vol slechte wijven, zatlappen, tui-
schers en bandieten. Er staat bijna geen
steen meer op den anderen en van jaar
tot jaar komen er minder bladeren op de
boomen, tooverheksen en...
Zie! de ster wordt lichter 1 riepen
stemmen.
Ze geeft zooveel licht als de maan 1
doddelde een platneuzige snul die tot
hiertoe nog niets gezegd had.
"Zie achter mij de schaduw eens!
riep het bultenaarken.
En ging het geelgebaard manne
ken voort, dat Bethleëm een vervloek
te stad is, dat staat in oude boeken ge
schreven. Wij mogen ons aan 't ergste
verwachten
Zie eens wat er vandaag nog is ge
beurd zei de reus met verontwaardi
ging, Lowie van Gent die hier met zijn
huifwagen voorbijreed, heeft met zijn
eigen oogen gezien, hoe men eene vrouw
die alle minuten een kindeken kon koo-
pen de deur uitwees. Niemand heeft ze
willen innemen, en daar was een oud
man bij met een ezel. Is dat geen schan
de Lowie heeft er uit compassie later
nog achter gezocht, maar ze niet meer
gevonden tusschen 't gewoel van 't
volk
Maar Lowie had zelf den reus ge
zien lachte het bultenaarken.
't Is toch een goede ziel zei de
reus.
Waar zouden die arme menschen
nu zijn vroeg een weeke stem.
Ja, waar zouden ze zijn? peinsden
er hardop.
God weet dolen ze niet in de sneeuw,
zei de bleeke jongeling.
O 1 dat zij langs hier eens kwamen,
hoe zou het kindeken hier warm hebben,
temidden onzer schaapkes verlangde
het jongsken.
En terwijl zij dachten en spraken van
die menschen, die door sneeuw en don
kerte naar hulp zochten, stond Bienus
zonder pinken naar het levende licht der
sterre te zien, en bleef de viool, zoet als
een vrouwestem opgaan in den nacht.
Er kraait een haz n 1 riep er een.
"Hoort! er kraaien overal hanen!,,
riepen er anderen.
Jongens!Jongens! wat gaat er toch
gebeuren riep het bultjen met de vin
geren in zijn haar, zie de schapen eens,
ze zijn allemaal recht gestaan en zien met
hunne koppen naar het oosten
Laten wij weggaan smeekte het
jongsken wit als de dood. ik ben zoo
bang!,,
En daarop was er een wijde stilte,
waarin de viool weeklaagde en de ster
lichter opstraalde.
Nijpender sloeg de schrik om de her
ten der vrome herders, die reeds lang
waren loopen gegaan, diep het land in,
hadde Bienus de sterreclezcr, daar zoo
kalm en zeker niet gestaan.
Ik hoor muziek fezelde het dik-
zakske.
Dat is de blinde zei het van nature
tegenstrijdig bultje.
Neen, het is de blinde niet,,, weder-
sprak de dikke, het is de blinde ook,
maar er is nog iemand anders die speelt,
hoog in de lucht
Allen luisterden nu naar een fijn mu
ziek, dat als een dauw over de heuvelen
druppelde; 't waren korte of lange klan
ken, hier, dan daar, dan ginder, lijk lang
zame regenlekken, die elk een zoeten
toon gaven als ze de boomen of de aarde
raakten.
"Laat de blinde zwijgen,,, zei de reus.
Weet hij nog niet dat de ster er is
vroeg de blauwoogige jongen.
Hoe kan hij het wetenspotte het
bultje, hij kan immers niet zienHoort
hij zwijgt!... Daar komt hij van de lad
der Groote voeten zochten de spor
ten, en daar kwam een grove, groote
jongen, met dikke lippen en toeë oog
schelen; hij droeg een vedel onder den
arm.
Wie speelt daar zoo schoone?
vroeg hij.
De sterre met den steert is daar te
rug,,, zei het bultenaarken.
Waar? vroeg de blinde.
Ginderzei het bultenaarken, en
in al zijn angst wees hij naar de heerlij
ke ster.
Moet ge nu aan een blinde iets wij
zen gromde de zwarte reus. Ze staat
boven Bethleëm, Jodocus, en ze verlicht
ods lijk de maneschijn,,.
Maakt zij dat schoon muziek?,, vroeg
de blinde verwonderd.
En weer kwam daar een ontzaglijke
stilte, als voor een groot onweder, geen
schaap verroerde, het brandhout zelf
kraakte niet. De schrik verbleekte hunne
wezens, iedereen voelde dat er iets
machtigs gebeuren ging, en aller oogen
stonden naar Bienus als om hulp en bij
stand af te smeeken.
En met bevende stem, wat nog nooit
was voorgevallen, sprak hij: "Vrienden,
er gaat iets groots gebeuren, 'kweetniet
wat het is, 't kan 't einde van de wereld
wezen, maar laat ons niet bang zijn; wij
zijn van een goed geloof, en al wat ons
overkomen kan is om beters wil Maar
laten wij nu knielen en bidden want mij
ne woorden kunnen niets en hebben nu
hunne sterkte verloren
Allen knielden neer in de sneeuw,
ma,- r geen enkel kon bidden van schrik,
en vernietigd, zich inkrimpend, zich klein
makend wachtten zij het geweldigste af.
Bienus nochtans had toch nog den moed,
in 't licht der uitdoovende vlammen, uit
een vettig boeksken voor te lezen:
Onse Godt is een toevlucht en de
kracht, een helper in de tribulatiën die
ons boven maten seer gevonden hebben.
Daerom en sullen wij niet vreezen als
de aerde verbaest staat, ende als de
berghen zullen overghevoert worden in
t herte der zee.
Haerlieder wateren hebben geluijt
gemaekt, ende zij zijn beroert geweest,
de berghen hebben ghebeefd in zijn
sterekheit. De krachtige stroom van den
vloet verblijdt de stadt Godts, de Alder-
hooc'nste heeft zijn tabernakel geheijlicht.
De heijdenen zijn te samen verbaest,
ende de koninckrijken sijn nedergheval-
len, Hij heeft sijn stemme gegeveo, de
aerde is beroert gheweest.
De Heere der krachten is met ons,
onse ontvancher Jacobs Godt.
Komt ende besiet de wereken des
Heeren, wat wonderlijcke teeckenen Hij
op de aerde ghestelt heeft, wechnemende
de oorloghen totten eijnde der aerden...
Wees stille., ende bemerekt dat ik
Godt ben
Uit aller mond een kreet, en plotseling
hoog voor hen een blinkende engel, met
draaiende lichtkransen aller kleuren om
zich henen.
De bleeke jongeling viel achterover,
het boeksken ontglipte Bienus'hand, het
dikzaksken sloeg de handen voor de
oogen, en het bultjen zijn hoed; eenigen
liepen weg in het afdak, maar de blinde
glimlachte; een koei Stak haren kop in
't strooi en de andere begon van schrik
te wateren, de herdershonden beefden
met den steert tusschen de pooten, het
geitje snokte om los te geraken, terwijl
de schipen holder de bolder over mal
kmder liepen.
Doch een lammeken liep van den moe
deruier weg en begon blijdzaam te bla
ten aan des engels bloote voeten, waar
van de nagels waren als fijnnervige schel
pen uit de zee.
Al die bevende mannen waren omhan
gen met het perelmoerig licht dat van
den engel kwam, uit zijn groengewater-
de mantelplooien, uit zijn gulden haren,
t hemelsblauwe kleed en zijn trillende
vlammen vleugelen.
Maar als de engel gezegd had met een
diepe, zoete klankenstem, dat zij meer in
hunne herten zong dan uit den engel zij
nen mond: Wees niet bevreesd, want
zie ik boodschap ulieden een groote
blijdschap, die wezen zal voor alle vol
keren zagen zij met vroomheid tot hem
op; er kwam bedaring onder de dieren,
en de eenvoudige lieden aanhoorden ril
lend en met kloppend hart, de groote
verkondiging: dat heden de zaligmaker
was geboren, in den vorm van een klein
onmondig kindeken, dat zij ginder diep
in 't veld, bij Bethleëm in doeken zouden
vinden.
En terwijl zij dien bovenheerlijken en
gel in hunne boerenbewondering aanza
gen, en gelukzalig wierden bij den blik
van zijn fonkelende oogen, den geur van
zijn lichaam, en het lenig gebaar zijner
sierlijke handen, ging heel de hemel open,
en wierd de ruimte een roos van blinkend
engelengewemel, en machtig als de
storm, maar bedwelmend als de nachte
gaal in zijn liefdetijd, zoog het, tot heel
ver in de duizelende diepte van engelen-
licht: Glorie aan God in den Hooge,
en Vrede op de aarde aan de menschen
van goeden wil
Kolommen van licht wandelden over
de wereld, de sterren maakten groote
cirkels, 't regende bloemen en vogelen
zang, 't geluchte rook naar Mei en para
dijzen.
En eens het visioen verdwenen, ston
den weer in hunne heilige roerloosheid
de sterren aan den hemel, lag er sneeuw
en koude over de aarde, en troonde de
staartster als een zuil van vereering bo
ven Bethleëm.
De herders door ontroering en be
wondering geslagen, zagen de woorden
uit Bienus' mond.
Zijn bestoppelhaarde 1 in beefde, de
blijdschap zat rillend in zijn handen en
overloopend van geluk juichte bij
Mannen, mannen Wat genade over
komt ons toch Laten wij seffens naar
Bethleëm gaan dit kindeken zoeken...
dat ieder wat meeneemt voor het kind...
veel is niet genoeg... 't is de vrouw die
men de deur heeft gewezen. O vrienden
wat beteekent het toch dat heel de he
mel voor ons ontsloten wordt, en enge
len aan arme herders de groote mare
komen zingen Mijn grijze haren beven
van vreugde op mijn kop! maak muziek,
neem uw doedelzakken, klarinet en
viool, want nu begint er een feest over
heel het aardrijk. Zie de sterre met den
steert wappert haar feestpluim in de
lucht
En ieder zat reeds in zijn schoof zak
of zijn bezaadse naar wat te zoeken, en
de een riep tot de andere 'k Geef twee
schapenpelsen
"Ik een mandeken bellefleurkens en
grauwe rabauwen
Ik een gewijde keers om het onheil
af te weren, en daarbij nog twee pond
peperkoek
Ik een lammeken om mee te spelen,,
riep het gevonden kind.
Ik oiie en brood riep de geelge-
baarde oude, enz.
Zouden wij de andere herders van
de heuvelen niet roepen vroeg het
bultenaarken die onder zijn arm een ge
rookte hesp droeg.
Ja zei Bienus.
En toen begon de zwarte reus op een
koehoren te blaashaken, en door de
nachtstilte wandelde het getromp over
de bergen en gaf een flauwe echo terug.
Van de overdalsche heuvelen antwoord
de men met hetzelfde horengetoet en
alle heuvelen spraken...
En slechts beschenen met het zachte
licht der heerlijke staartster daalden zij
den heuvel af, makend geronk van boe
delzak en fijn geluid van vedel en klari
net, klij en uitgelaten als een kinder
schaar
Uit de eenzame hutten die ze voorbij
gingen kwamen er koppen met slaap-
mutten op, roepende tot de herderen
Wat is er te doen, dat gij zoo vroolijk
zijt
Deze riepen verward terug De Za
ligmaker is geboren, de engel heeft het
ons gezegd, de sterre met den steert
schijnt er om en zingend en spelend
spoedden zij zich voort.
Wij gaan mee, wij gaan mee
En in elke hut waar vroomheid was,
schudde de vrouw haren rok om, de
man schoot zijn broek aan zijn beenen,
en de kinderen kropen uit hunnen stroo-
zak en vroegen om ook dit schoone kin
deken te mogen zien. Maar het kinde
ken was arm, de herders hadden hun
giften, en zij ook namen mper dan zij
konnen missen eieren, boter, zoete lies,
doeken, enz.
En zie door de stille sneeuw gingen
groepjes menschen, vrouwen in kapman
tels, mannen en kinderen, allen in de
zelfde richting naar de sterre met den
steert die hoog glorieus opstraalde in de
oneindige diepte van den sterrennacht...
S'LIEVENS HAUTEM
Ter gelegenheid der prijsloting voor
nuttige voorwerpen, ten lokale van den
heer Gust. Coppens magazijnier, wierd
hier verleden Zondag beurtelings ge
sproken door de heeren Van den Eeck-
haut over de noodzakelijkheid eener
doelmatige veevoeding, en Vincx over
de toepassing van den overdrachttaks
in de toekomst, en de noodzakelijkheid
der landbouwersvereeniging De leden,
het belang dezer bespreking inziende,
waren niettegerstaarde het doorslecht
weder nagenoeg voltallig opgekomen.
De plaatselijke afdeeling S' Lievens
Hautem mag waarlijk fier zijn over den
prachtigen uitslag welke zij, niettegen
staande haar onlangs bestaan en de
moeilijkheden waarmede zij te kampen
heeft, tot hiertoe heeft weten te verwe
zenlijken.
Hopen wij dat voor toekomende jaar
het aantal leden zal verdubbeld wezen.
HELDERGEM.
Ter gelegenheid der algemeene ver
gadering van Zondag laatst waarop
beurtelings het woord werd gevoerd door
de heeren Vincx en Van den Eeckhout
waren al de leden, op enkele uitzondering
na. opgekomen. De vergadering mag
oprecht als welgelukt aanschouwd wor
den. Het is waarlijk een genoegen voor
bet plaatselijk bestuur te mogen besta-
tigen dat door al de leden zoowel aan
hunnen oproep werd beantwoordt.
Ook kunnen wij niet nalaten hen op
recht geluk te wenschen vooral, voor
het betrekkelijk groot aantal nieuwe le
den, welke zich bij hen hebben aange
sloten. Een woord van dank dient hier-
ook gezegd aan den heer Hoofdonder
wijzer der gemeente die zich heel en al
ten dienste stelt der boerenzonen en nut
tige leergangen geeft om hun in het land-
bouwvak ie. onderrichten. Vele onzer
vlaamsche gemeenten zouden goed doen
hieraan eene kleine voorbeeld te nemen
LETTERHAUTEM.
Bij den magazijnier De Winne Alfred
van heden af inschrijving voor ijzerslak
ken en sylviniet.
OKEGEM
Vergadering voor de leden van den
bond op Zondag 3 Januari 1926, om
3 uur namiddag, bij de wed. De Bra-
banter In de Ster
Dagorde Inschrijving voor sylviniet,
superfosfaat, ijzerslakken en kalk.
HERDERSEM,
De leden worden verzocht zich te la
ten inschrijven voor superfosfaat, sylvi
niet, ijzerslakken, kalk en stroo, bij den
magazijnier B. Boel.
NEDERHASSELT
Op Nieuwjaar, om 3 uur namiddag,
inschrijving voor scheikundige vetten en
stroo, bij Camiel Hageman, Slcttem.
HAELTERT-BOEKENT
Op 6 Januari 1926 (Drie Koningen)
inschrijving van scheikundige vetten en
landkalk, bij Charles Tas, Boeken t.
SCHOONAARDE.
Het Snt Elooifeest zal gevierd worden
op Maandag 28 December. Te verga
deren om 7-30 in het lokaal, om 8 uren
H. Mis waarvoor alle leden vriendelijk
uitgenoodigd worden, zoowei deze die
niet mede feesten alsvoor de feestvieren
de, na de H. Mis uitstap bij de leden
herbergiers, om 12 ure vriendenmaal in
het lokaal. Deze dient als uitnoodiging
voor de ingeschreven leden. Niemand
ontbreke!
BURST
Eenige wagons snperphosphaat 14/16
komen op statie aan 23 frank. Men kan
dees week inschrijven bij Van Geit,
Bambrugge Braeckman, Vlierzele
Moreels, BurstVercruysen, Aygem.
DENDERHAUTEM
De leden die zich nog willen laten in
schrijven voor superphosphaat op wagon
moeten dit doen ten laatste deze week
bij Achiel Van den Steen. Gezien de
voordeelige prijs raden wij dit ten zeer
ste aan onze leden aan.
leder volk moet in
eigen onderhoud
kunnen voordien.
VOORTBRENGSEL VAHÖE NATIONALE NIJVERHEID
Veokxyxgbaar -in -alle ^andbouwj^adioateti en bij.
-deFandefiaacó in -óchetJcundige meotót
«2Lm
BAELEGEM.
Men verwacht met begin dezer week
een wagon superphosphaat 14/16
aan 23 fr. franco aan de statie genomen.
De leden die nog niet ingeschreven
zijn, stellen het niet uit van hun laten in
te schrijven, ook voor kaïniet en ijzer
slakken bij den magazijnier Jules De Pril.
HAELTERT (wijk Boekend
Deze belangrijke en afgelegen wijk
had reeds lang een magazijn gevraagd.
Nu werd het toegestaan aan eene af
vaardiging geleid door ons ieverig lid
M. G. Schollaert. De benoeming viel op
M, Charles Tas. De meerverkoop werd
bepaald op 1,40 fr.
Sam. Mpij. Redt U Zeiven
(voor de tweteerste dagen der week)
Magazijnen Aalst en Herzele
Per 100 kilos genomen.
Het magazijn is open alle dagen van
8 uren tot 11 1/2 ure's voormiddags
en van 1 1/2 tot 2 1/2 uren 'snamiddags.
's Zaterdags van 8 tot 12 uur.
(Zonder zakken)
Maïs Plata 93,0C
Cinquantino roode 110,00
Maïsbloem 103,00
Zemelen goede kwaliteit 75,0C
Zem-len Chili 79,50
Zemelen (Holland) extra 78,00
Wit kortmeel 79,00
Gewoon kortmeel 74,00
Kriel (witte) 87.00
Bloemkerns 94,00
Bloem 00 18 LOC
Bloem (000) 185,00
Haver witte 99,00
inlandsche 99,00
Voederlijnzaad 2,30
Gerst 91,00
Zuiver Gerstemeel 94 00
Gebroken rijst (extra) 149,00
Klaverzaad (Lokersch) 15,00
Suikerstroo 47,00
Gemelasseerde lijnpellen 49,00
Roggekerns 73,00
Lijnkoeken 137,00
Amerik. lijnmeel zonder zakken 139,00
Inlandsch lijnmeel 135,00
Met zakken inbegrepen
Amerikaansch lijnmeel 142,50
Inlandsch lijnmeel 138.50
Aardnootmeel 130.00
Cocoskoek (witte extra) 122,00
Aardnootkoek 127,00
Superphosphaat 14/16 phosp. 27.00
Sylviniet uit Elzas. 15/18 pot- 21,50
Sylviniet 15/18 (zonder zakken) 19,50
Supra B 28.00
Nitraat 15 1/2 tot 16% 123,0C
Ammoniaksulfaat 20/21 128 50
Cyanamide 97,00
IJzerslakken 8/10 phosp.z. 15,00
IJzerslakken 15/20 33.00
Kalknitraat 107,00
Kiavervet 29,00
BLAUWEN ALUIN 2,60
Gedroogde en gemelasseerde draf 79.00
Vleeschmeel de kilo 1,65
Droge Pulp zonder zakken 70,00
Droge pulp met zakken 76,00
Zaailijnzaad Riga 2,75
•••••••••••••••••••••••«•••a
zooals lijnmeel, gerstemeel, aardnoot
meel enz. worden in de maalderij van
Redt U Zei ven gemalen en zijn gewaar
borgd zuiveren van eerste hoedanigheid,
Welke bonden willen nog ge
nieten van den speciale prijs
23,00 fr. op Statie genomen
is te bekomen per wagon van 5
tot 10,000 kilos. Geperst fransch
tarwestroo, de prijs is omtrent
22 fr. franko op elke statie gele
verd.
der bijzonderste waren verkocht in de
hallen van Brussel (week van 20 tot 27
December 1925).
Ziehier de gemiddelde prijzen
GROENTEN
Aardappelen 100 kilos 45.00 tot 55,00
Porei de bundel 15 stuks 2,00 tot 3,00
Selderie de bundel 15 stuks 3.00 tot 5,00
Raapselder de plant 0,50
Roode kooien't stuk 0.80 tot 1,20
Witte kooien 0,5() tot 0 80
Groen kooien 0,50 tot 0 80
Wortelen de 100 kilos 40-00 fr.
Andijvie de plant 0,50 tot 0,80
FRUIT
Peren
DoyenédeConacedekilo 10,00 tot 15,00
Josephine de Malines 5,00 tot 10,00
Olivier des Serres 5,00 tot 10,00
Pas Crassan 8,CO tot 12,00
Beurré d'Ardenpont 10,00 tot 15,00
Durondeau frigorifié 10,00 tot 15,00
Bergamotte 3,00 tot 5,00
Bakperen 3,00 tot 5.00
Appelen
Court pendu 1,50 tot 3,00
Reinette de France 200 tot 4,00
Belle fleur dubbel 1,50 tot 3,00
enkele 1,00 tot 1,50
Gxisette 1,00 tot 1.50
Bergjander i 50 tot 3,00
Allerhande
Hazen de 4 stuks extra 120 tot 150
Wile konijnen 4 stuks extra 45 tot 60
Tamme konijnen levend
't stuk 20,00 tot 25,00
geslacht
de kilo 8,50 tot 10,00
Kiekens Brusselsche ext. 30,00 tot 40,00
Graankiekens de 2 stuks 30,00 tot 40,00
Soepkiekens 15,00 tot 30,00
Kalkoenen jonge levend 30,00 tot 40,00
oude 25,00 tot 35,00
geslacht
en gepluimd 35,00 tot 50,00
Ganzen levend 30,00 tot 40,00
geslacht 35,00 tot 45,00
Jonge duiven geslacht
en geplukt de 6 stuks 20.00 tot 30,00
Eieren 't stuk 1,10 tot 1,25 fr.
Boter de kilo 22,00 tot 25,00 fr.
•••••••••«•••••••••••••••••a
van 1 milliard, 5 t. h. van 1923
Trekking van 19 Dec. 1925
Definitieve obligatiën af te lossen
5 reeksen, 't zij 25 titels, uit te be
talen van 15 Juni 1926 af, te weten
5 Reeksen 104645, 153448, 172861
231254, 323805
Reeks 153448 nr 5. uitbetaalbaar teoen
500.000 fr. y
Reeks 323805 n' 1, uitbetaalbaar teaen
100,000 fr. u
Reeksen 231254 nr 5, 104645 nr 5,
172861 nr 1 uitbetaalbaar elk teaen
50,000 fr. U
V.
UlGk w