KERSTMIS In onze ftfdeelingen. 3® ZTO¥ELE0«t AMMONIAK Bericht. I I BE ïfRDEDIBIB ¥M DEM BELGISCHE» FMNK Scuodbouwecó©ebcuikfc,om uw ve£&en A/ixiclitboxic te makeru HIST STROO Leening der verwoeste Gewesten Verkoopprijzen De hoofdmagazijnen Aalst en fierzele zullen op Zaterdag 2 Januari a.s. gesloten blijven we gens het opmaken van den inventaris. ALLE MELEN Superphosphaa t 14/1 (i WEKELIJKSCH PRIJSOYERZICHT door FKLIX TIMMERMANS. Als iedereen en alles sliep, en al de dingen in de nachtelijke stilte waren, als alleen de sterren werkten, hoog en hel der boven de aarde in sneeuw, zaten er arme herders bij een knapperend vuur, op een der heuvelen hunne kudde te hoeden. De vele schapen lagen rustig en warm bijeengewold onder het gezaalrugde, strooien dak, dat langs alle zijden open was, en op alle windgaten de lichten van den nacht vertoonde. Een paar koeien zaten met domme oogen naar niets te zien, wat verder beu zelde een witte os, en een grijs melkgeitje deed alsof het sliep. Van de herders die de waak hadden, terwijl de anderen de rust genoten tus- schen de vettige, wollen schapenlijven, zaten er vier nevens het vuur; bij een pot bier met de kaarten scherpenheu- vel" te spelen; eikendeen die won, mocht een slok van den lekkeren oudenaerdsch genieten. Tegen een stijl van 't afdak, stond de oude rechte Bienus tot over d' ooren in zijn driemantelingen frak van geitenvel- len gewikkeld, naarstig als een vrouw, met houten priemen een saaien kous te breien. Op de schelft, in de duisternis zat er een te droomen op zijn viool. Verder was het goed en stil onder die eenvoudige menschen, die roken naar mest en aarde, die dag in, dag uit met hunne beesten leefden, en vergroeid van lijf en ziel, naar de rustige stilte der vel den en de oneindigheid der hemelen. Het vuur dat nevens hen kraakte en blijdzaam onderhouden wierd door een graatmager jongsken, teen kind op hun ne tochten achter een houtmijt gevon den) lei een warme, vriendelijke klaarte op hun ruige, ongeschoren boerenwe- zens, maar wierp spokige scaduwen op de sneeuw, als hun arm omhoog ging om een troef in 't spel te slagen. De twee zwarte schepershonden genoten mee van 't vuur en krochten van geneuchte. Zie 't weerlicht!" riep het bolneuzig bultenaarken, het wees met een te langen arm naar de richting van Bethleëm. Bienus, zonder opzien, zei met profe ten-woorden: "'t Kan niet weerlichten, de hemel staat vol sterren". Ik heb het toch, geloof ik, gezien dierf het bultjen aarzelende wedervaren tot Bienus die den loop der sterren ken de, en 't bleef geduldig den hemel in pie ren, om nog eens den wonderlijken licht schijn te ontdekken. De anderen trokken weer al zijn aandacht terug naar 't spel, en fluisterend ging het weer, als schuw voor de groote stilte van den nacht "Schoppenboer 'k pas, Hertenaas". Een tonig, en toch vol fijn gevoel bleef de weeke klank van de viool opgaan in de duisternis, tot ineens het zwartoogig jongsken riep: "Moeder, moeder de he mel valt! Ze zagen allemaal omhoog; heel de stille hemel kwam in beroering, miljoe nen sterren vielen uit de lucht, verlicht ten de aarde als bij klare dage, maar als afgesproken hield het plotseling stil; de groote beer, de botermelkweg, de reus, ze zaten nog wel op hun plaats, maar in al zijn verheven glorie stond er ginder een ontzaglijk groote komeet. De sterre met den steert 1 De sterre niet den steert! wierd er verbaasd ge roepen. Er voer een rilling door die sim ple menschen heen, de schrik viel op hun hert, de kaarten ontglipten hun hand, er. degenen die sliepen schoten wakker, hie ven hun hoofd boven den rug der scha pen, en vervuld met vrees liepen zij naar de anderen. Alleen, die daar hoog op zijn viool zoetjes te droomen zat, deed voort, en leefde met zijn ziel. Maar de anderen stonden op rillende beenen het hemel wonder te bezien, dat zijn heerlijkheid boven het verre donkere Bethleëm in den hemel stak. Dat was de tweede maal in korten tijd dat zij zich zoo aan de menschen ver toonde: de kop van draaiend, stralend regenboogig vuur, en de steert trotsch rechtop, vol wemelende vonken, en breed uitwaterend met zachte pauwenoogen, in het hoogste van de lucht. Ten tweede male stond zij daar als de schitterende aankondiger van ongeluk en dood; en al die menschen, eenvoudig van zin, zagen in elkanders oogen den schrik. Bang, vol deemoed, schaarden zij zich bij Bienus, die hun leidsman en hun overlegger was. Zijn stem was een gebod, hij was geleerd want hij kon boeken lezen en was erva ren in al de geheimen der schapen en der bieën, hij kon kruiden bezweren, kende den loop der sterren, en wist aan water, zon en manestand, het weder van den anderen dag, soms wel voor een heel sei zoen te voorspellen. Er wierd zelfs ge zegd dat hij den wind kon keeren, en vele tooveraars uit de streek, die met den "Zwarten Ambrosius" werkten, waren venijnig op hem. omdat hij meer kon dan zij, en kracht putte uit de woorden van God en van de engelen. Met ontzag en vereering, zagen de herders steeds tot hem op, en nu in dit oogenblik, als opnieuw de sterre met den steert hun hart met schrik besloeg, ver wachtten ze, vertrouwend op zijn kunde en zijn wijsheid, uitlegging en troost. Kalm, met gesloten lippen, stond hij rechtop, en bezag strak met zijn grijze, roodomrande oogskeshet nachtelijk ver schijnsel. Men zag dat hij gewoon was over vlakten en verten te zien, zijn oogen zagen plat en recht vooruit als die der hemelen. Er was een vragende stilte naar hem, en met zijn droge, gele hand al over zijn schralen stoppelbaard glij dend, zei hij bedaardDie sterre ver schijnt voor den tweeden keerzij komt ons iet zeggenalle sterren met een steert komen iet zeggen. Ik geloof dat wij het vandaag, nog zullen te weten komen Eerst was er na die vastberaden woor den een stilte, doch dan vroeg het bulte naarken, die ook schapen kon genezen, maar verder geen geheimen wist: "Zal het oorlog zijn?" "Of de pest?" vroeg een rillend, dun figuur met bleeke blauwe kinderoogen. "Of hongersnood?" lispelde een dik zaksken, met nog vaak in zijn oogen en wol in zijn haar. "Zou de wereld niet vergaan?" klap pertandde het gevonden kind. Ouderen van dagen zwegen, het woord overlatend aan Bienus, die na lang gepeinsd te hebben besloot Zij staat den tweeden keer in het oosten zij staat den tweeden keek boven Bethleëm Het is dezelfde ster. En vroeg de bleeke jongeling. Ik geloof dat in Bethleëm groote dingen gebeuren Vreeselijke dingen, stamelde het bultje. Maar laat Bienus nu eens doorpein zen 1 baste een reus van een vent naar 't gebocheld manneken. En terwijl Bienus met al zijn vernuft poogde te ontcijferen waarom die sterre daar stond, spraken de anderen zenuw achtig voort. Ik zet nooit weer een voet in dat duivelsnest zei het dikzaksken. Wij zouden best doen naar 't wes ten te trekken, naar de duinen in de zee stelde een zwartgebaarde voor. Daar is geen schapeneten beweer de 't bultenaarken Ik blijf hier niet zei de bleeke. Ja maar ik ook niet, ik ook niet spraken er andere monden. Wil ik eens wat zeggen? vroeg er een klein geelgebaard manneken, zoo oud als de straat. Bethleëm is een slech te stad, een stad rijp voor den zondvloed, 't zit vol slechte wijven, zatlappen, tui- schers en bandieten. Er staat bijna geen steen meer op den anderen en van jaar tot jaar komen er minder bladeren op de boomen, tooverheksen en... Zie! de ster wordt lichter 1 riepen stemmen. Ze geeft zooveel licht als de maan 1 doddelde een platneuzige snul die tot hiertoe nog niets gezegd had. "Zie achter mij de schaduw eens! riep het bultenaarken. En ging het geelgebaard manne ken voort, dat Bethleëm een vervloek te stad is, dat staat in oude boeken ge schreven. Wij mogen ons aan 't ergste verwachten Zie eens wat er vandaag nog is ge beurd zei de reus met verontwaardi ging, Lowie van Gent die hier met zijn huifwagen voorbijreed, heeft met zijn eigen oogen gezien, hoe men eene vrouw die alle minuten een kindeken kon koo- pen de deur uitwees. Niemand heeft ze willen innemen, en daar was een oud man bij met een ezel. Is dat geen schan de Lowie heeft er uit compassie later nog achter gezocht, maar ze niet meer gevonden tusschen 't gewoel van 't volk Maar Lowie had zelf den reus ge zien lachte het bultenaarken. 't Is toch een goede ziel zei de reus. Waar zouden die arme menschen nu zijn vroeg een weeke stem. Ja, waar zouden ze zijn? peinsden er hardop. God weet dolen ze niet in de sneeuw, zei de bleeke jongeling. O 1 dat zij langs hier eens kwamen, hoe zou het kindeken hier warm hebben, temidden onzer schaapkes verlangde het jongsken. En terwijl zij dachten en spraken van die menschen, die door sneeuw en don kerte naar hulp zochten, stond Bienus zonder pinken naar het levende licht der sterre te zien, en bleef de viool, zoet als een vrouwestem opgaan in den nacht. Er kraait een haz n 1 riep er een. "Hoort! er kraaien overal hanen!,, riepen er anderen. Jongens!Jongens! wat gaat er toch gebeuren riep het bultjen met de vin geren in zijn haar, zie de schapen eens, ze zijn allemaal recht gestaan en zien met hunne koppen naar het oosten Laten wij weggaan smeekte het jongsken wit als de dood. ik ben zoo bang!,, En daarop was er een wijde stilte, waarin de viool weeklaagde en de ster lichter opstraalde. Nijpender sloeg de schrik om de her ten der vrome herders, die reeds lang waren loopen gegaan, diep het land in, hadde Bienus de sterreclezcr, daar zoo kalm en zeker niet gestaan. Ik hoor muziek fezelde het dik- zakske. Dat is de blinde zei het van nature tegenstrijdig bultje. Neen, het is de blinde niet,,, weder- sprak de dikke, het is de blinde ook, maar er is nog iemand anders die speelt, hoog in de lucht Allen luisterden nu naar een fijn mu ziek, dat als een dauw over de heuvelen druppelde; 't waren korte of lange klan ken, hier, dan daar, dan ginder, lijk lang zame regenlekken, die elk een zoeten toon gaven als ze de boomen of de aarde raakten. "Laat de blinde zwijgen,,, zei de reus. Weet hij nog niet dat de ster er is vroeg de blauwoogige jongen. Hoe kan hij het wetenspotte het bultje, hij kan immers niet zienHoort hij zwijgt!... Daar komt hij van de lad der Groote voeten zochten de spor ten, en daar kwam een grove, groote jongen, met dikke lippen en toeë oog schelen; hij droeg een vedel onder den arm. Wie speelt daar zoo schoone? vroeg hij. De sterre met den steert is daar te rug,,, zei het bultenaarken. Waar? vroeg de blinde. Ginderzei het bultenaarken, en in al zijn angst wees hij naar de heerlij ke ster. Moet ge nu aan een blinde iets wij zen gromde de zwarte reus. Ze staat boven Bethleëm, Jodocus, en ze verlicht ods lijk de maneschijn,,. Maakt zij dat schoon muziek?,, vroeg de blinde verwonderd. En weer kwam daar een ontzaglijke stilte, als voor een groot onweder, geen schaap verroerde, het brandhout zelf kraakte niet. De schrik verbleekte hunne wezens, iedereen voelde dat er iets machtigs gebeuren ging, en aller oogen stonden naar Bienus als om hulp en bij stand af te smeeken. En met bevende stem, wat nog nooit was voorgevallen, sprak hij: "Vrienden, er gaat iets groots gebeuren, 'kweetniet wat het is, 't kan 't einde van de wereld wezen, maar laat ons niet bang zijn; wij zijn van een goed geloof, en al wat ons overkomen kan is om beters wil Maar laten wij nu knielen en bidden want mij ne woorden kunnen niets en hebben nu hunne sterkte verloren Allen knielden neer in de sneeuw, ma,- r geen enkel kon bidden van schrik, en vernietigd, zich inkrimpend, zich klein makend wachtten zij het geweldigste af. Bienus nochtans had toch nog den moed, in 't licht der uitdoovende vlammen, uit een vettig boeksken voor te lezen: Onse Godt is een toevlucht en de kracht, een helper in de tribulatiën die ons boven maten seer gevonden hebben. Daerom en sullen wij niet vreezen als de aerde verbaest staat, ende als de berghen zullen overghevoert worden in t herte der zee. Haerlieder wateren hebben geluijt gemaekt, ende zij zijn beroert geweest, de berghen hebben ghebeefd in zijn sterekheit. De krachtige stroom van den vloet verblijdt de stadt Godts, de Alder- hooc'nste heeft zijn tabernakel geheijlicht. De heijdenen zijn te samen verbaest, ende de koninckrijken sijn nedergheval- len, Hij heeft sijn stemme gegeveo, de aerde is beroert gheweest. De Heere der krachten is met ons, onse ontvancher Jacobs Godt. Komt ende besiet de wereken des Heeren, wat wonderlijcke teeckenen Hij op de aerde ghestelt heeft, wechnemende de oorloghen totten eijnde der aerden... Wees stille., ende bemerekt dat ik Godt ben Uit aller mond een kreet, en plotseling hoog voor hen een blinkende engel, met draaiende lichtkransen aller kleuren om zich henen. De bleeke jongeling viel achterover, het boeksken ontglipte Bienus'hand, het dikzaksken sloeg de handen voor de oogen, en het bultjen zijn hoed; eenigen liepen weg in het afdak, maar de blinde glimlachte; een koei Stak haren kop in 't strooi en de andere begon van schrik te wateren, de herdershonden beefden met den steert tusschen de pooten, het geitje snokte om los te geraken, terwijl de schipen holder de bolder over mal kmder liepen. Doch een lammeken liep van den moe deruier weg en begon blijdzaam te bla ten aan des engels bloote voeten, waar van de nagels waren als fijnnervige schel pen uit de zee. Al die bevende mannen waren omhan gen met het perelmoerig licht dat van den engel kwam, uit zijn groengewater- de mantelplooien, uit zijn gulden haren, t hemelsblauwe kleed en zijn trillende vlammen vleugelen. Maar als de engel gezegd had met een diepe, zoete klankenstem, dat zij meer in hunne herten zong dan uit den engel zij nen mond: Wees niet bevreesd, want zie ik boodschap ulieden een groote blijdschap, die wezen zal voor alle vol keren zagen zij met vroomheid tot hem op; er kwam bedaring onder de dieren, en de eenvoudige lieden aanhoorden ril lend en met kloppend hart, de groote verkondiging: dat heden de zaligmaker was geboren, in den vorm van een klein onmondig kindeken, dat zij ginder diep in 't veld, bij Bethleëm in doeken zouden vinden. En terwijl zij dien bovenheerlijken en gel in hunne boerenbewondering aanza gen, en gelukzalig wierden bij den blik van zijn fonkelende oogen, den geur van zijn lichaam, en het lenig gebaar zijner sierlijke handen, ging heel de hemel open, en wierd de ruimte een roos van blinkend engelengewemel, en machtig als de storm, maar bedwelmend als de nachte gaal in zijn liefdetijd, zoog het, tot heel ver in de duizelende diepte van engelen- licht: Glorie aan God in den Hooge, en Vrede op de aarde aan de menschen van goeden wil Kolommen van licht wandelden over de wereld, de sterren maakten groote cirkels, 't regende bloemen en vogelen zang, 't geluchte rook naar Mei en para dijzen. En eens het visioen verdwenen, ston den weer in hunne heilige roerloosheid de sterren aan den hemel, lag er sneeuw en koude over de aarde, en troonde de staartster als een zuil van vereering bo ven Bethleëm. De herders door ontroering en be wondering geslagen, zagen de woorden uit Bienus' mond. Zijn bestoppelhaarde 1 in beefde, de blijdschap zat rillend in zijn handen en overloopend van geluk juichte bij Mannen, mannen Wat genade over komt ons toch Laten wij seffens naar Bethleëm gaan dit kindeken zoeken... dat ieder wat meeneemt voor het kind... veel is niet genoeg... 't is de vrouw die men de deur heeft gewezen. O vrienden wat beteekent het toch dat heel de he mel voor ons ontsloten wordt, en enge len aan arme herders de groote mare komen zingen Mijn grijze haren beven van vreugde op mijn kop! maak muziek, neem uw doedelzakken, klarinet en viool, want nu begint er een feest over heel het aardrijk. Zie de sterre met den steert wappert haar feestpluim in de lucht En ieder zat reeds in zijn schoof zak of zijn bezaadse naar wat te zoeken, en de een riep tot de andere 'k Geef twee schapenpelsen "Ik een mandeken bellefleurkens en grauwe rabauwen Ik een gewijde keers om het onheil af te weren, en daarbij nog twee pond peperkoek Ik een lammeken om mee te spelen,, riep het gevonden kind. Ik oiie en brood riep de geelge- baarde oude, enz. Zouden wij de andere herders van de heuvelen niet roepen vroeg het bultenaarken die onder zijn arm een ge rookte hesp droeg. Ja zei Bienus. En toen begon de zwarte reus op een koehoren te blaashaken, en door de nachtstilte wandelde het getromp over de bergen en gaf een flauwe echo terug. Van de overdalsche heuvelen antwoord de men met hetzelfde horengetoet en alle heuvelen spraken... En slechts beschenen met het zachte licht der heerlijke staartster daalden zij den heuvel af, makend geronk van boe delzak en fijn geluid van vedel en klari net, klij en uitgelaten als een kinder schaar Uit de eenzame hutten die ze voorbij gingen kwamen er koppen met slaap- mutten op, roepende tot de herderen Wat is er te doen, dat gij zoo vroolijk zijt Deze riepen verward terug De Za ligmaker is geboren, de engel heeft het ons gezegd, de sterre met den steert schijnt er om en zingend en spelend spoedden zij zich voort. Wij gaan mee, wij gaan mee En in elke hut waar vroomheid was, schudde de vrouw haren rok om, de man schoot zijn broek aan zijn beenen, en de kinderen kropen uit hunnen stroo- zak en vroegen om ook dit schoone kin deken te mogen zien. Maar het kinde ken was arm, de herders hadden hun giften, en zij ook namen mper dan zij konnen missen eieren, boter, zoete lies, doeken, enz. En zie door de stille sneeuw gingen groepjes menschen, vrouwen in kapman tels, mannen en kinderen, allen in de zelfde richting naar de sterre met den steert die hoog glorieus opstraalde in de oneindige diepte van den sterrennacht... S'LIEVENS HAUTEM Ter gelegenheid der prijsloting voor nuttige voorwerpen, ten lokale van den heer Gust. Coppens magazijnier, wierd hier verleden Zondag beurtelings ge sproken door de heeren Van den Eeck- haut over de noodzakelijkheid eener doelmatige veevoeding, en Vincx over de toepassing van den overdrachttaks in de toekomst, en de noodzakelijkheid der landbouwersvereeniging De leden, het belang dezer bespreking inziende, waren niettegerstaarde het doorslecht weder nagenoeg voltallig opgekomen. De plaatselijke afdeeling S' Lievens Hautem mag waarlijk fier zijn over den prachtigen uitslag welke zij, niettegen staande haar onlangs bestaan en de moeilijkheden waarmede zij te kampen heeft, tot hiertoe heeft weten te verwe zenlijken. Hopen wij dat voor toekomende jaar het aantal leden zal verdubbeld wezen. HELDERGEM. Ter gelegenheid der algemeene ver gadering van Zondag laatst waarop beurtelings het woord werd gevoerd door de heeren Vincx en Van den Eeckhout waren al de leden, op enkele uitzondering na. opgekomen. De vergadering mag oprecht als welgelukt aanschouwd wor den. Het is waarlijk een genoegen voor bet plaatselijk bestuur te mogen besta- tigen dat door al de leden zoowel aan hunnen oproep werd beantwoordt. Ook kunnen wij niet nalaten hen op recht geluk te wenschen vooral, voor het betrekkelijk groot aantal nieuwe le den, welke zich bij hen hebben aange sloten. Een woord van dank dient hier- ook gezegd aan den heer Hoofdonder wijzer der gemeente die zich heel en al ten dienste stelt der boerenzonen en nut tige leergangen geeft om hun in het land- bouwvak ie. onderrichten. Vele onzer vlaamsche gemeenten zouden goed doen hieraan eene kleine voorbeeld te nemen LETTERHAUTEM. Bij den magazijnier De Winne Alfred van heden af inschrijving voor ijzerslak ken en sylviniet. OKEGEM Vergadering voor de leden van den bond op Zondag 3 Januari 1926, om 3 uur namiddag, bij de wed. De Bra- banter In de Ster Dagorde Inschrijving voor sylviniet, superfosfaat, ijzerslakken en kalk. HERDERSEM, De leden worden verzocht zich te la ten inschrijven voor superfosfaat, sylvi niet, ijzerslakken, kalk en stroo, bij den magazijnier B. Boel. NEDERHASSELT Op Nieuwjaar, om 3 uur namiddag, inschrijving voor scheikundige vetten en stroo, bij Camiel Hageman, Slcttem. HAELTERT-BOEKENT Op 6 Januari 1926 (Drie Koningen) inschrijving van scheikundige vetten en landkalk, bij Charles Tas, Boeken t. SCHOONAARDE. Het Snt Elooifeest zal gevierd worden op Maandag 28 December. Te verga deren om 7-30 in het lokaal, om 8 uren H. Mis waarvoor alle leden vriendelijk uitgenoodigd worden, zoowei deze die niet mede feesten alsvoor de feestvieren de, na de H. Mis uitstap bij de leden herbergiers, om 12 ure vriendenmaal in het lokaal. Deze dient als uitnoodiging voor de ingeschreven leden. Niemand ontbreke! BURST Eenige wagons snperphosphaat 14/16 komen op statie aan 23 frank. Men kan dees week inschrijven bij Van Geit, Bambrugge Braeckman, Vlierzele Moreels, BurstVercruysen, Aygem. DENDERHAUTEM De leden die zich nog willen laten in schrijven voor superphosphaat op wagon moeten dit doen ten laatste deze week bij Achiel Van den Steen. Gezien de voordeelige prijs raden wij dit ten zeer ste aan onze leden aan. leder volk moet in eigen onderhoud kunnen voordien. VOORTBRENGSEL VAHÖE NATIONALE NIJVERHEID Veokxyxgbaar -in -alle ^andbouwj^adioateti en bij. -deFandefiaacó in -óchetJcundige meotót «2Lm BAELEGEM. Men verwacht met begin dezer week een wagon superphosphaat 14/16 aan 23 fr. franco aan de statie genomen. De leden die nog niet ingeschreven zijn, stellen het niet uit van hun laten in te schrijven, ook voor kaïniet en ijzer slakken bij den magazijnier Jules De Pril. HAELTERT (wijk Boekend Deze belangrijke en afgelegen wijk had reeds lang een magazijn gevraagd. Nu werd het toegestaan aan eene af vaardiging geleid door ons ieverig lid M. G. Schollaert. De benoeming viel op M, Charles Tas. De meerverkoop werd bepaald op 1,40 fr. Sam. Mpij. Redt U Zeiven (voor de tweteerste dagen der week) Magazijnen Aalst en Herzele Per 100 kilos genomen. Het magazijn is open alle dagen van 8 uren tot 11 1/2 ure's voormiddags en van 1 1/2 tot 2 1/2 uren 'snamiddags. 's Zaterdags van 8 tot 12 uur. (Zonder zakken) Maïs Plata 93,0C Cinquantino roode 110,00 Maïsbloem 103,00 Zemelen goede kwaliteit 75,0C Zem-len Chili 79,50 Zemelen (Holland) extra 78,00 Wit kortmeel 79,00 Gewoon kortmeel 74,00 Kriel (witte) 87.00 Bloemkerns 94,00 Bloem 00 18 LOC Bloem (000) 185,00 Haver witte 99,00 inlandsche 99,00 Voederlijnzaad 2,30 Gerst 91,00 Zuiver Gerstemeel 94 00 Gebroken rijst (extra) 149,00 Klaverzaad (Lokersch) 15,00 Suikerstroo 47,00 Gemelasseerde lijnpellen 49,00 Roggekerns 73,00 Lijnkoeken 137,00 Amerik. lijnmeel zonder zakken 139,00 Inlandsch lijnmeel 135,00 Met zakken inbegrepen Amerikaansch lijnmeel 142,50 Inlandsch lijnmeel 138.50 Aardnootmeel 130.00 Cocoskoek (witte extra) 122,00 Aardnootkoek 127,00 Superphosphaat 14/16 phosp. 27.00 Sylviniet uit Elzas. 15/18 pot- 21,50 Sylviniet 15/18 (zonder zakken) 19,50 Supra B 28.00 Nitraat 15 1/2 tot 16% 123,0C Ammoniaksulfaat 20/21 128 50 Cyanamide 97,00 IJzerslakken 8/10 phosp.z. 15,00 IJzerslakken 15/20 33.00 Kalknitraat 107,00 Kiavervet 29,00 BLAUWEN ALUIN 2,60 Gedroogde en gemelasseerde draf 79.00 Vleeschmeel de kilo 1,65 Droge Pulp zonder zakken 70,00 Droge pulp met zakken 76,00 Zaailijnzaad Riga 2,75 •••••••••••••••••••••••«•••a zooals lijnmeel, gerstemeel, aardnoot meel enz. worden in de maalderij van Redt U Zei ven gemalen en zijn gewaar borgd zuiveren van eerste hoedanigheid, Welke bonden willen nog ge nieten van den speciale prijs 23,00 fr. op Statie genomen is te bekomen per wagon van 5 tot 10,000 kilos. Geperst fransch tarwestroo, de prijs is omtrent 22 fr. franko op elke statie gele verd. der bijzonderste waren verkocht in de hallen van Brussel (week van 20 tot 27 December 1925). Ziehier de gemiddelde prijzen GROENTEN Aardappelen 100 kilos 45.00 tot 55,00 Porei de bundel 15 stuks 2,00 tot 3,00 Selderie de bundel 15 stuks 3.00 tot 5,00 Raapselder de plant 0,50 Roode kooien't stuk 0.80 tot 1,20 Witte kooien 0,5() tot 0 80 Groen kooien 0,50 tot 0 80 Wortelen de 100 kilos 40-00 fr. Andijvie de plant 0,50 tot 0,80 FRUIT Peren DoyenédeConacedekilo 10,00 tot 15,00 Josephine de Malines 5,00 tot 10,00 Olivier des Serres 5,00 tot 10,00 Pas Crassan 8,CO tot 12,00 Beurré d'Ardenpont 10,00 tot 15,00 Durondeau frigorifié 10,00 tot 15,00 Bergamotte 3,00 tot 5,00 Bakperen 3,00 tot 5.00 Appelen Court pendu 1,50 tot 3,00 Reinette de France 200 tot 4,00 Belle fleur dubbel 1,50 tot 3,00 enkele 1,00 tot 1,50 Gxisette 1,00 tot 1.50 Bergjander i 50 tot 3,00 Allerhande Hazen de 4 stuks extra 120 tot 150 Wile konijnen 4 stuks extra 45 tot 60 Tamme konijnen levend 't stuk 20,00 tot 25,00 geslacht de kilo 8,50 tot 10,00 Kiekens Brusselsche ext. 30,00 tot 40,00 Graankiekens de 2 stuks 30,00 tot 40,00 Soepkiekens 15,00 tot 30,00 Kalkoenen jonge levend 30,00 tot 40,00 oude 25,00 tot 35,00 geslacht en gepluimd 35,00 tot 50,00 Ganzen levend 30,00 tot 40,00 geslacht 35,00 tot 45,00 Jonge duiven geslacht en geplukt de 6 stuks 20.00 tot 30,00 Eieren 't stuk 1,10 tot 1,25 fr. Boter de kilo 22,00 tot 25,00 fr. •••••••••«•••••••••••••••••a van 1 milliard, 5 t. h. van 1923 Trekking van 19 Dec. 1925 Definitieve obligatiën af te lossen 5 reeksen, 't zij 25 titels, uit te be talen van 15 Juni 1926 af, te weten 5 Reeksen 104645, 153448, 172861 231254, 323805 Reeks 153448 nr 5. uitbetaalbaar teoen 500.000 fr. y Reeks 323805 n' 1, uitbetaalbaar teaen 100,000 fr. u Reeksen 231254 nr 5, 104645 nr 5, 172861 nr 1 uitbetaalbaar elk teaen 50,000 fr. U V. UlGk w

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1925 | | pagina 2