LICHTBAAK
BERICHT
Eu waarom zoudt gij op uwe beurt
de proe er ook niet mee nemen
Richard De Block Van Melkebeke jj
Uit Nieuwerkerken
Stanislas COPPEIVS
gewaad,
gesneden, gekneld,
gesinoten, ontveld,
Medikaa! Kabinet
NOVELLE.
roem
instel
en.
1 tot 3
rards;
Arthur Wouters, de jonge dokter uit
J het dorpje X. wipte met een lenigen
sprong uit zijn auto, dien hij zooeven tot
stilstand had gebracht, en ging toen met
snelle schreden het groote koffiehuis bin-
^nen. Over enkele minuten had men, zijne
T hulp ingeroepen voor den waard en be-
J reidwillig als immer, had de jonge dokter
dadelijk zijne hulp aangeboden.
Een dankbare uitroep begroette zijn
binnentreden en dadelijk snelde de waar-
Jk din op hem toe.
Goddank, dokter, dat uer zijt. Mijn
J man is over een half uur in den kelder
gevallen en ligt nog steeds buiten kennis
op zijn bed. We vreezen het ergste.
De jonge man ontdeed zich vlug van
zijne overjas en volgde toen de waardin
a naar boven. Even wierp hij een vluggen
J blik in de gelagzaal, slechts twee perso-
nen zaten in den uitersten hoek der rui-
me plaats, namelijk een jongen man en
een jong meisje, wier bruine oogen even
in deze van den dokter schitterden.
Arthur's gelaat verdonkerde even, en
met een wrevelig gebaar wendde hij met
M een ruk het hoofd om en volgde topn snel
de waardin
Ongeveer een kwartier nadien keerde
hij terug, zette zich dadelijk aan een der
tafeltjes om snel enkele regels op een
blaadje papier te werpen.
Laat dit dadelijk klaar maken door
mijne zuster, wendde hij zich tot de tege
lijk met hem teruggekeerde waardin. Ik
moet onmiddellijk voort naar het dorp
hiernaast en zal van avond nog eens ko
men kijken naar uw man.
Maar, dokter, u kunt thans toch
niet naar 't dorp hiernaastriep de vrouw
hoogst verrast.
En waarom niet?
De jonge man die in den hoek der ge
lagkamer, zich nog immer in stilte on
derhield met het meisje, keek plots Ar
thur met een spotlachje aan en zei
Weet ge dan niet, Arthur, dat sinds
een viertal dagen de straatweg onder
water staat, wel een paar kilometers
ver?
De jonge dokter keek zijn tegenspre
ker doordringend aan.
Vertelt ge me dat voor nieuws,
Antoon?.. Of denkt ge dan dat ik voor
't water bang ben? Gisteren en vöórgis-
teren heb ik er nochtans mijn auto door
gestuurd. Ieder man op de wereld heeft
het niet zoo licht als gij, die van den
morgend tot den avond moet zoeken naar
beste gelegenheden om uw dag vermake
lijk om te brengen. Wij, dokters, weten
wat plicht is!
Er flitste iets als 'n trek van toorn
over het hoekig gelaat van den andere.
Zijt ge jaloersch op me? Of kunt ge
t misschien niet goed lijden dat Aline
hier naast me zit?
Arthur voelde even het bloed naar zijne
slapen stijgen, doch dadelijk beheerschte
hij zich.
Eens waart ge heel anders, Antoon—
antwoorde hij, vreemd-kalm Eens,
wanneer ge nog 'n student waart en da -
gelijks bij mij om hulp en raad kwaamt.
tnmac. T"oen noemdet gij me uw beste vriend...
inove uit eigenbaat
gemar En thans, omdat ge meendet dat
Aline u in de armen zou komen gesneld,
lttmm b en dat ge hierin deerlijk bedrogen uit-
komt, zijt ge woedend op meriep An
toon driftig.
Het jonge meisje dat tot hiertoe zwij
gend geluisterd had rees plots overeind.
Antoon, dat is gemeen van u!
zei ze heftig En wanneer die hate
lijkheid niet dadelijk ophoudt ga ik al
leen weg.
Met een ruk rees Antoon eveneens
omhoog van zijn stoel.
Wat is er gemeen van me? Stiet hij
woedend uit. Dat ik me laat beschimpen
door hem?
Ze bekeek hem vlak in het gelaat.
Juist het omgekeerde is hier ge
beurd, zei ze scherp. Wanneer dokter
Wouters door zijn plicht geroepen wordt
lU5 om- door 't overstroomde land heen, zij -
ebbeo ne z'e^en te9aan bezoeken, vindt gij nog
eemde ^Cn no°d'9en moed om hem spottend
•n var t0e te voe9en ^at c'e straatweg onder
t Bel water staat"- Zoudt gij het ook durven
abinet wa9en om tot in 4 naaste dorp te gaan
over die overstroomde wegen?
'oord Antoon lachte spottend.
Komaan, kindje, wind u niet op.
wjjnti Zet u liever kalm naast mij en laat de
jt <jec dokter vertrekken. Wat kan 't ons sche-
a der ^en heele dorp onder water komt?
Jt z^t t Is heden Zondag en wij moeten on§
:won- vermaken.
:n on- En met een breeden lach wou hij de
ipera- armen om haar middel slaan, doch snel
:roor- week ze eenige passen terug,
ader, Vermaak u dan alleen, zei ze be-
ïuken slist. Ik dank God dat hij me heden reeds
onder n beteren kijk op uw waar karakter geeft.
Zóó tenminste blijft me een bittere te
leurstelling gespaard
Zonder hem nog aan te kijken schreed
ze naar de deur.
Een oogenblik keek Antoon Beulens
Jean; haar verbluft na, toen sprong hij driftig
de 1' vooruit.
1 des Aline, ge blijft hierStiet hij woest
de uit, en greep haar bij den arm.
Antoon, laat haar los! en met drei
gend - fonkelende blikken keek Arthur
Wouters in het gelaat van den andere.
Ze blijft hier. zeg ik! Antoon
schreeuwde het heesch van woede.
De jonge dokter maakte een paar pas
sen vooruit zoodat hij vlak voor Antoon
stond.
Weet ge 't nog, en een vreem
de beving deed zijne stem trillen, —weet
ge 't nog, Antoon dat ik in onzen stu
dententijd meermalen de sterksten uit den
hoop tegen den grond sloeg? Let op, het
gaat uwe beurt worden, zoo ge niet on
middellijk Aline loslaat!
Een seconde kruisten hunne blikken
zich als degens, toen ontspande An
toon 's vuist zich en hij liet het meisje
los.
Eens zet ik u dat betaald, stiet hij
uit, ziedend van machtelooze razernij
en drift.
Een spotlach kwam op Arthur 's lip
pen.
Doe het, zoo ge kunt!
En de deur openend noodde hij het
jonge meisje hem vóór te gaan. Nauw
viel de deur achter hen beiden dicht of
Aline greep snel de beide handen van
den jongen man en drukte ze warm
Dokter, wat ben ik u dankbaar! zei
ze met 'n zachten gloed in de straling van
hare diepe oogen. Ik wist niet dat Antoon
iemand was zonder hart! Waarom zeid-
det ge me dat vroeger niet.
De jonge man kreeg even 'n kleur van
verwarring.
Toen zoudt ge me uitgelachen heb
ben, antwoordde hij zacht. Want toen
wist ge reeds dat ik u liefhad en ge zoudt
me toegevoegd hebben dat de jalouzie
me zoo deed spreken.
Over 's meisjes gelaat kwam een diepe
blos en gehinderd wendde ze 't blonde
kopje af.
En thans moet ik voort, Aline
Mag ik u raden om naar huis te gaan,
want ik acht Antoon in staat om u nog
op de straat te verontrusten. Tot weer
ziens!
Tot weerziens, dokter!
Hare gehandschoende hand omklem
de 'n kort oogenblik de zijne, en toen
ging ze weg.
Hij staarde 't meisje na tot ze aan den
omdraai der straat verdween, sprong
toen vlug in zijn auto om dadelijk daarop
in snelle vaart weg te rollen.
Even buiten het dorp strekte zich de
onafzienbare watervlakte uit. Uren ver
had de Dender hier zijn overtollig water
buiten zijne oevers gestuwd en weiden
en akkers blank gezet. Zelfs de straatweg,
die ruim anderhalven meter hooger lag
dan de akkers van weerszijden, was ver
dwenen onder het steeds wassende wa
ter, en alleen de palen der telefoonlijnen
duiden zijne richting aan, bij dag.
Met vaste hand stuurde de jonge dok
ter zijn voertuig naar die effene water
vlakte, en weldra rolde de auto in matige
vaart door het water dat ongeveer dertig
centimeter hoog de straatsteenen dekte.
Wanneer Arthur Wouters eindelijk
met een zucht van verlichting uit de wo
ning van den laatsten te bezoeken pa
tient trad, was het reeds avond gewor
den.
Immer zwiepte de regen naar omlaag,
en wanneer Arthur de lichten van zijn
auto opstak, zag hij, een heel eind vóór
zich in het helle schijnsel, de schuine stra
len glinsterend neerkomen.
Huiverend knoopte hij zijn regenman
tel goedf dicht en trok zijne pet nog die
per over de oogen.
Toen rolde hij weg in de richting van
zijn dorp, scherp vooropkijkend, want
hij wist dat 'n tiental minuten verder de
baan reeds onder water zou staan.
Terwijl hij in matige vaart over den
steenweg rolde kwam plots het gebeur
de van dien middag hem voor den geest
en onwillekeurig begon hij aan Aline
Maenens te denken. Vreemd toch, dat
ditzelfde jonge meisje reeds vanaf zijne
aankomst in het dorp dadelijk zijne aan
dacht getrokken had. Dagelijks zag hij
haar wanneer hij maar even zijne woning
verliet, want telkens zat ze bij 't venster
aan de overzijde der straat zijn groet be
antwoordend met een vriendelijken glim
lach en 'n lichte buiging van 't blond ge
lokte hoofdje.
Was het dan zoo vreemd dat zijne
ziel gaandeweg de hare tegemoet gleed
in mooie liefde? Ha, nimmer had hij het
haar nog bekend, edoch, ze wist het, ze
wist het heel goed, daaraan twijfelde hij
geen seconde. Toen was Antoon Beulens
gekomen. Antoon, de zoon van den bur
gemeester, en een oude studiemakker van
Arthur, die door verscheidene examens
gezakt, eindelijk den moed opgegeven
had en die thans zijn leven doorbracht
in een zorgeloos teeren op zijns vaders
welgevulde beurs. Antoon had zich op
zijn Paaschbest getoond aan Aline en 't
jonge meisje was er eenvoudig ingeloo-
pen, vergeten den ernstigen, jongen dok
ter die in stilte haar bleef liefhebben.
Zóó stonden de zaken tot op heden de
katastrofe kwam. Antoon had zijn wa
ren aard getoond en... eene breuk ver
wekt. Aline was verontwaardigd opge
rezen en had hem verlaten.. Wat ging
thans daaruit volgen?
Zoover was de jongeling met zijne ge
dachten toen het schijnsel zijner lantaar-
nen plots licht wierp op een uitgestrekte
watervlakte vóór hem.
De straatweg stond hier ruim twee ki
lometer ver onder water. Met een ruk
remde de jonge dokter, terwijl de voor
wielen reeds gedeeltelijk in het water
stonden Toen keek hij scherp vóór
zich uit.
Grillig danste het licht vele meters ver
over het door den wind bewogen water
vlak. 't Leek een uitgestrekt, onafzien
baar meer, eenig mooi in het licht der
stralenbundels,edoch ook eenig, trooste
loos en treurig.
Plots smoorde de jonge man een uit
roep van verbazing. Zijne blikken die
lang door de duisternis hadden gepeild,
hadden iets ontdekt dat hem zonderling
vóórkwam.
De straatweg had namelijk, ongeveer
in het midden zijner lengte, een scherpe
bocht, en, sedert de woedende elementen
de streek onder water hadden gezet,
wierd door de zorgen van het gemeente-
bestuur juist in dien bocht bij nacht een
helder licht geplaatst, dit om de voerlie
den, die het nog waagden de gemeen
schap te onderhouden de richting aan te
wijzen die de straatweg nam. Verder op.
wees een tweede licht het einde der
bocht aan, en een honderdtal meters ver
der lag de straatweg reeds droog.
En juist dit verontruste de jonge dok
ter. Het licht dat hij in de verte zag leek
verder af dan op andere avonden. Was
het misschien slechts spel zijner verbeel
ding Hij voelde een koude rilling door
zijne leden zinderen bij de gedachte dat,
moest zijn voertuig maar even van den
straatweg wijken dit een zekere dood zou
beteekenen want naast de straat had het
water een hoogte stand van minstens
twee meter.
Met een kort besluit haalde hij den
gangwissel over en langzaam begon de
auto door het water zich vooruit te be
wegen, terwijl zijn geleider met strak ge
laat en scherp starende oogen stuurde in
de richting van het licht.
Nauwelijks een vijftigtal meters had
hij afgelegd toen hij plots met een on
derdrukten kreet van angst de remmen
sloot zoodat de auto met een schok bleef
stilstaan. Een voorwiel was met een lich
ten schpk naast den boord van de straat
steenen op het gaanpad terecht gekomen,
dit had Arthur onmiddellijk gevoeld.
Mijn God, wat is ef dan met dat
licht ginder fluisterde hij diep verschrikt,
en doodelijk beangst voelde hij, met die
oneindige watervlakte rond zich, een
troosteloos gevoel van verlatenheid
over zich komen.
Toen stiet hij een jubelkreet uit
Een heel eind voor het eerste licht ont
vlamde plots een ander, helder en schit
terend, en gansch niet in rechte lijn met
het andere, maar wel een honderdtal
meters naar links.
De bocht jubelde Arthur. Het
licht in de bocht was uitgedoofd
Met een groot gevoel van dank in zijn
hart zette hij toen de motor weer aan,
zijn onbekenden redder tegemoet
rijdend.
Traag waadde het voertuig immer
vooruit, terwijl het water klotsend weg-
spatte bezijden de wielen, doch ditmaal
gestuurd met vaste had.
Zoo naderde Arthur meer en meer
het zwaaiende licht, en plots kreeg hij
de gestalte in 't zicht die het licht droeg.
Een groote, machtige verbazing sloeg
toen als de bliksem in zijn ziele. De ge
daante die hem den weg wees was een
vrouw
Als instinctmatig verhoogde de jonge
man zijne snelheid, zoodat het water
schuimend rondspatte.
Vlak bij het licht remde hij plots en
richte zich hoog op van zijn zitplaats.
Uw gelaat, om Godswil, laat mij
uw gelaat zien smeekte hij met eene
stem, gesmoord door de geweldige ont
roering.
De vrouw wankelde door het water
enkele passen vooruit en rukte toen het
hoofddeksel af dat haast heel haar wezen
verborg,
Arthur slaakte een kreet die ver over
het water helmde, en strekte toen de
armen uit.
Aline!.. Gij?
ArthurGod zij dank, gered
Ze naderde den auto, wadend tot aan
hare knieën door het water.
Even zag de jonge man het mooie
meisjes gezicht met de bruine schitter-
oogen die vol tranen stonden, toen tilden
zijne sterke armen haar uit het water,
om haar een oogenblik later met een snik
van jubel aan zijne borst te drukken, en
haar natte gezichtje te overdekken met
gloeiende zoenen.
Aline, gij stamelde hij heesch. Gij
waadt zóóver door 't koude water om
mij
Zacht snikkend vleidde ze zich dicht
tegen hem aan.
Antoon heeft het licht gedoofd
zei ze Ik zag hem terugkeeren door
het water en toen ik in deze richting keek
was het licht weg. Hij alleen wist dat ge
moest terugkomen langs hier, en zoo
wou hij zich wreken... O, ik ben toen
vooruitgesneld, met den martelenden j
angst in mij dat ik te laat zou komen...
Juist toen ik hier kwam zag ik de lichten
van uw auto en...
Gij reddet mijn leven! stamelde hij
diep ontroerd. O,Aline, zeg me niet meer
dat ge me liefhebt! Nu weet ik het! Dat
doet alleen de liefde
Ze verborg haar gloeiend gelaat aan
zijne borst. Toen rukte hij snel haarde
schoenen en kousen uit en wikkelde
rondom hare koude, doornatte voeten
het wollen deken dat hij immer meenam.
Dankbaar lichtten hare oogen vol lief
de in de zijne, en plots sloeg ze de armen
om zijn hals en kuste hem op het voor
hoofd.
O, Arthur stamelde ze zacht
Ik heb u zóó lief. zoo lief!
Stil nu maar fluisterde hij, en ge
lukkig hare lokken streelend Ge kon-
det mij geen mooier bewijs geven!
Enkele stonden nadien rolde de auto
terug vooruit door het water, met vaste
hand gestuurd door den jongen dokter,
die strak staarde naar de tweede licht
baak. Toen eindelijk de stralenbundels
van zijn auto vlak voor hem de blinken
de straatsteenen overgoten met machtig
licht, keerde hij zich naar het meisje dat
klappertandend van koude naast hem
neerzat, doch wier mooie oogen hem
tegenglansden als de lichtbaken eener
veilige haven.
Januari 1926,
Van den Broeck Em.
EEN DROOM
Het was Winter; de koude vorst deed
vroegtijdig zijne intrede gevolgd van
groote sneeuw- en regenvlagen, welke
de boerderijen in vollen winterslaap wie
gelden. En waar er geslapen wordt, be
staan er ook soms droomerijen en alhoe
wel ze zeggen dat droomen bedrog is,
wil ik aan de lezers van onze geliefde
Koornbloem het eene en het andere ver
tellen over hetgeen ik zooal in mijnë
visioenen heb gezien.
Ik zag op onze gemeente eenen foo-
neelbond en naast dezen daagde er een
tweeden op, doch een vriend met wien
ik in druk gesprek was zegde dat dit
eenen bond was' van tooceelen die nie
mand verstond. Het is dan ook de plicht
onzer dappere leden een oogje in 't zeil
te houden. Ik zag ons nieuw kerkhof
met schoonen breeden steenweg,
grootsch en prachtig en meteen onze
nieuwe kasseide op dorp en berg, tot
ieders voldoening. Ik zag ons armbureel
zonder geld, onzen gemeenteraad gansch
verminkt, eene dubbeling in onze ge
meente van twee orkesten, een bovenste
en een onderste. Ik zag ook twee boe
renbonden, eenen van uitsluitelijke boe
ren en eenen van boerentemmers. Dan
zag ik voor mijn geest oprijzen een man
bedelend van de eene deur naar de an
dere, smeekend om een abonnementje te
kunnen verkoopen, waarin hij dan ook
soms slaagde, want onze boerkens zijn
toch medelijdend. Ik zag nog in mijnen
droom een man over 't dorp loopen, op
geblazen van hoovaardij. Toen ik hem
nader bekeek was het een vreemdeling,
die alhoewel op 't eerste zicht van een
paar zinnen beroofd, een der bijzonder
ste kerels van onze gemeente blijkt te
zijn, die aan iedereen van ons de les
weet te spellen en in de handen onzer
verdrukkers een werktuig is om ons
weer aan banden te helpen leggen.
Toen dacht ik aan den wreeden oor
log, ik zag de landbouwers al klagend
ons oorlogsche juk dragen tegen hun
gedacht, toen ze als woekeraars en
volksuithongeraars uitgescholden wier
den, te dien tijde dat wij iedereen tegen
hadden, dat wij als hyenas werden be
schouwd. Ik zag nog die landbouwers
staan met gebalde vuisten,verwenschen-
de al wat komiteit en vroegeren leider
was, want nu was de nood groot en nie
mand zag naar ons om. Ik zag ons daar
staan zonder verdediging, zonder leiders,
toen almeteens eene nieuwe ster aan
den dageraad verscheen met rond haar
de letters Redt U Zeiven en in pur-
pere tint konden wij den naam lezen
van haar troetelkind "De Koornbloem,,
bekampster van alle onrecht de boeren
aangedaan. Ja De Koornbloem die
onmiddellijk toen het kanon nog bulder
de onze verdediging opnam, onze recht
matige eischen kenbaar maakte en ons
den nieuwen weg aanwees waar de red
ding te vinden was. En zoo gingen we
strijdende voort met in onze eene hand
onze leus Redt U Zeiven en naast
ons onze beschermster en raadgeefster
De Koornbloem Toen kwam er wat
kalmte in mijn brein, ik voelde mjj te
midden van vrienden en ik droomde
voort van betere tijden.
Een Nieuw erker ken aar.
Wij brengen ter kennis onzer vrien
den landbouwers, dat er te verkrijgen
zijn aan zeer genadige prijzen, allerlei
Huisstoven, Boerenstoven, alsook de
prachtige Jachtstoven op pikkels (demi
luxe) bij
Wanneer gij de verrassende verkla
ring van Mej. Louise Rey die wij
hieronder afdrukken gelezen hebt en
dan in de ongemakken die zij beschrijft
dezelfden herkent die u pijnigen, waarom
zoudt gij dan niet op uwe beurt eene
proef met de Pink Pillen nemen Er is
alle reden te denken dat de Pink Pillen
voor u even werkdadig zullen zijn als
voor iemand die aan dezelfde ongemak
ken heeft geleden als waaraan gij
nu lijdt.
Zes maanden geleden schrijft Mej.
Louise Rey, wo
nende te Bois
d'Oingt (Rhone,
Frankrijk) leed
ik aan maagpijnen
en hevige schele
hoofdpijnen. Mjjne
spijsvertering was
altijd zeer moeilijk.
De Pink Pillen
hebben mij altijd
veel goed gedaan.
Sedert ik er eene
kuur mede deed,
verteer ik mijne
spijzen zonder
Louise Rey
moeite en heb ik eenen goeden appeteit
terug gekregen. Mjjne hoofdpijnen zijn
eveneens verdwenen.,,
Vele ongesteldheden, vele troebelen
en de maagkwalen rekenen daaronder
hebben heel dikwijls tot oorzaak eenen
staat van bloedarmoede, dat is te zeggen
een gebrek aan bloed of eene verarming
des bloeds. Dat verklaart opperbest
waarom de Pink Pillen, die een der
krachtigste herstellingsmiddelen des
bloeds zijn en tegelijk een machtige
veerkracht aan de zenuwen geven, zoo
werkdadig in vele gevallen zijn, en voor
al tegen de bloedarmoede, de neurasthe
nie, de algemeene zwakte, de troebelen
des groeis en der leeftijdskeering, de
maagkwalen, de hoofdpijnen, de onre
gelmatigheid der stonden.
Zij zijn verkrijgbaar in alle Apotheken
en in het depot voor BelgiëApotheek
Derneville, 66, Waterloolaan, te Brus
sel, Fr. 6 de doos en Fr. 33 de zes doo-
zen, franco.
Schoolstraat, 28, AALST
Specialiteit van Melkerijkannen
in alle grootten en alle prijzen.
Melkerij- en Kaasmakerijartikels
Boterkneders voor Melkerij
en Boerderij
Nieuw model. Eigen fabrikaat
t &Z*
17, Kruisvaartenstraat, 17,
- BRUSSEL (NOORD) -
WaterorganenVrouwziekten
Syphilis 606-614 Huidziekten
Alle dagen van 10 tot 7 uur.
's Zondags van 8 tot 12 uur.
SottegemscheStoofwinkel,Erpe,Dorp
Aalst, drukkerij, "De Koornbloem.
Zeêbergkaai,
M
doe seffens wat
Kloosterbalsem
op de wonde
en de heilzame
werking van de
zen koning der
balsems zal zich
onmiddellijk doen ge
voelen. Zorg steeds
een lube bij de hand
te hebben. AKKER'S
alom verkrijgbaar in tubes van ^4 ir.
en 8 {r., is ook een uitstekend
middel tegen ruwe handen, tegen alle
jeukerige huidaandoeningen, uitslag, enz.
Ei acht onze handteekening: L. I. AKKER.