Van Pietje de Dood
MUZIEK
INSTRUMENTEN
jjaaimachiene
fis
Ploegen Ontroomei b
(Vlélotte De'
7
3
3
3
3
i
3
3
jp Jjp 6
n
3
n
3
3
EE*
Grootste en Bestkoopste Mag« De t
MOET MEN
SIGARETTEN
ROOKEN
ffi £wa
Th. Ruyssinck ft Zonen
Velos en Naaimachines
GUSTAAF VIDTjerje
KorteSint Janstraat, 25 Park, Afgebn
CASTEURGebroeders
El
m 3ouwg
Omdat haar mekanische bewerking
6
NOVELLE
Brusse'schest.w, 143, Erembodegem
poeder,,AKKER"
NEEMT
ACHT VOOR NAMAAKSELS
e
Te Rousselare woonde er over tijd
een zekere Jan,
Eens ging Jan te voete naar Meenen
Toen hij aan het gehucht Den Aap ge
komen was, op een kwartier gaan» van
Rousselare, hoorde hij gerucht in een
bosch, langs den steenweg Hij sprong
over den dijk en was eenige stappen ver
tusschen het hout gedrongen, toen hij,
almeteens, verschoot om dood te vallen.
Wat mocht hij daar gezien hebben om
alzoo te verschieten
Tegen eenen boom, op vijf stappen
van hem, zag Jan een schrikkelijk mager
ventje zitten. Met een potlood schreef en
wreef het gedurig op een doodversleten
boeksken.
Het was Pietje de Dood
Geerne genoeg had Jan gevlucht van
schrik maar juist van schrik kon Jan
niet vluchten. Daarbij Pietje, iets hoo-
rend bij zich, keek om, en Jan ziende,
riep het hem, zeggende
Vriendschap, kom maar hier
Al bevende ging Jan bij Pietje de
Dood Jan had schoon een lachend
aargezicht aan te doen en een mondje
te trekken als een knoopsgatje, om alzoo
zijn schrik te verbergen, hij beefde als
een riet. En geen wonder immers hij
stond daar vlak voor Pietje de Dood,,.
Pietje was mager als een afgezogen
graatzijn doodshoofd was tot op het
been versleten, van danig peinzen wien
het dagelijks stekken moest .Twee reken
tanden blonken als zilver in zijn ont
vleesde bekkeneel, waartusschen het een
kort pijpken hield, waaruit het lustig
rookte. Die rook klom in hemelblauwe
krinkelwolken gestadig uit zijn pijpken
op, en in dien rook kon Jan in doorluch
tige letters lezen Zoo vergaat het
leven
Op Pietje de Dood s„ breede schou
derplaten hing een mantel, die tot bene
den zijne scherpe knieën kwam. Wel uit
duizend verschillige stukken was die
mantel te zamen genaaid: purper flu weel
van keizerlijk gewaad en grauwe vod
den van bedelaarsvesten zijden stoffen
van groote damesmantels en katoenen
lappen van arme oudewijvekensroks
bloedrood laken van kardinalenmantels
en gróf sergiegoed van soldatenuni
formen uit dat alles was Pietje de
Dood's mantel geweven. Immers, als
algemeen erfgenaam van al dezen, was
het met hunne overblijfsels vertrokken,
en miek er dagelijks gebruik van.
Onder dien mantel kon Jan Pietjes
ribben tellen, die rondom zijn lijf lagen
als de latten eener vogelkooi. Met schrik
bemerkte Jan, dat Pietje noch hert noch
ingewanden had en thans verstond hij hoe
de Dood met niemand medelijden heeft.
Elk oogenblik keek Pietje de
Dood op zijn uurwerkwant elk
oogenblik moest hij ievers een mensch
gaan stekken. Het was een schoon en
kostelijk uurwerk, met uurwijzer, minuut
wijzer en secondwijzer. Pietje had het
ievers afgeërfd van eenen rijken heer,
en droeg het nu aan een zwart riemken,
dat aan twee zijner afgepeuzelde ribben
vastlag.
Boven zijne rechter heupe had Piet-
tje eeene schoone gouden snuifdoos
zitten, ook een kostelijk familiestuk. In
die snuifdoos bewaarde hij banst met
een vuurkei. Immers, toen hij des
nachts, iemand onverwachts moest pak
ken op wiens kamer geen nachtlichtje
brandde, zoo ontstak hij licht met dien
vuurkei tegen zijne drooge borstgraat
te slaan.
Telkens dat Pietje de Dood roer
de, miek het een dof gedruisch, als eene
mande droge okkernoten, daar zijn looze
ribben tegeneen sloegen en al zijne
wervelingen kraakten.
Toen Jan dat al zag. wierd hij van
langs om benauwder. Doch Pietje de
Dood had hem geroepen, en vroeg
hem nu den naasten weg naar Rous
selare.
Jan dacht bij zijn eigen, ik zal trach
ten wel te staan met Pietje de Dood
en stijf beleefd te zijn. Ook antwoordde
hij spoedig, met zijne klak af Petrus,
want hij durfde geen Pietje zeggen
Petrus, gij neemt den steenweg gij slaat
in op uwe rechterhand, Petrus gij gaat
altijd rechtuit, Petrus, en gij zijt er, Pe
trus gij kunt niet missen, Petrus.
Alzoo sprak Jan beleefd den Dood
aan, gelijk al deze die, de Dood van bij
ziende, dezelve eerbiedig en voorzichtig
behandelen, uit hoop van haar te ont
snappen en die er mede spotten als zij
een goede gezondheid genieten en den
ken dat zij verre van de Dood zijn, alhoe
wel zij nochtans op hunne hielen zit.
Inwendig dacht Jan geheel anders, en
had hij maar gedurfd, hij zou Pietje de
Dood met een schop onder zijne pan-
nenlatten broek, weggezonden hebben.
Allengskens verstoutende en meer en
meer nieuwsgierig wordende, vroeg Jan
aan Pietje de Dood wat het te Rous
selare ging verrichten...
Wel, zeide Pietje, ik moet er daar
eenige gaan halen die op mijn boeksken
staan.
Op uw boeksken. Petrus zeide
Jan, hebt gij daar uw boeksken
Ja, antwoordde Pietje, ik heb het
altijd bij mij, en al wie ik binnen het jaar
moet grijpen, staat er op met pen en
inkt en een kruisken bij zijnen naam
Wel toch vroeg Jan, om de liefde
Gods, toon mij eens uw boeksken
Ik mag niet, zeide Pietje, want in
dien gij moest uitbrengen wie er op
staat, dan zouden sommige erfgenamen
van nu af beginnen kermis houden.
Evenwel sprak Jan toch zoo schoon,
dat Pietje de Dood hem liet zijn
boeksken zien op voorwaarde van maar
het eerste bladje te bekijken en het aan
niemand te zeggen.
Met zijne lange, droge, magere vin
gers uitgemergeld als spellewerkstokken
haalde Pietje de Dood zijn boeksken
van onder zijnen mantel.
Het was een zwart boeksken in perka
ment verbonden en van 365 bladzijden,
Elk bladje was een dag, en allen die op
dat bladje stonden, moesten dien dag
sterven.
Met verwondering zag Jan vele ken
nissen op het eerste bladje staan.
Petrus zeide Jan.
Wat belieft er u vroeg Pietje.
Petrus, zeide Jan, daar is nog een
weinig plaats op uw eerste bladje wil ik
u nog wat namen van kennissen opge
ven, om ze daarbij te kletsen? Terwijl
gij op de streek zijt, gij zoudt ze kunnen
meteen wegkuischen. Het ware een
moeite gespaard voor u, en het zijn toch
menschen die dienen om een ander te
plagen.
Dank u, antwoordde Pietje de
Dood ik krijg mijne bevelen van hoo-
gerhand. Ten andere, die gasten zijn er
ook noodig om de anderen te doen ver
ouderen voor den tijd en hun het water
te doen broeden. Dusdanigen heb ik
overal, die mijne hulpen en voorboden
zijn en mijne taak vergemakkelijken.
Doch niettegenstaande hunne bewezen
diensten, staan zij ook op mijn boeksken.
Ja, hoe meer zij een ander geduiveld
hebben, hoe fijner ik ze nijpen zal eer
zij er op een stond zelf aanwaaien.
Jan wierd beneteld om nog een bladje
te keeren, maar het was hem onmoge
lijk, want Pietje hield gedurig zijnen ont
vleesden duim op het boeksken gedou-
wen.
Doch langs om stouter wordende,
haalde Jan zijne snuifdoos uitwant
peinsde hij. kan Pietje de Dood een
souifken nemen, het zal zijne lange dren-
dels van vingers van het boeksken trek
ken. en binst die wijle zal ik het bladje
keeren.
Maar Jan was mis want, toen hij
zeide Snuift gij, Petrus Dank u,
vriendschap, antwoordde Pietje.
En ook, waar had Pietje zijn snuifken
gesteken
Er stond geen neus op zijn plat ge
zicht, dat zoo effen was als een strijkijzer.
Doch Jan vond het anders uit. Hij
nam zelf een snuifken, gebaarde te moe
ten niezen en niesde vlak in Pietje de
Doods gezichte.
Hola Petrus zeide Jan, het was
dat ik moest niezen
Het dunkt mij ook, antwoordde
Pietje, al zijnen beenen voorgevel met
de slippe van zijn kleed afvagende.
Doch terwijl Pietje zeer natuurlijk zijn
hoofd had omgekeerd, gelijk wij allen
ook zouden doen in dergelijk geval, had
Jan in aller haast het tweede bladje be
keken.
Maar wat had hij gezien Hij stond
er zelf op
Als hij dat zag zonk zijn moed in zijne
schoenen, en hij verliet Pietje de
Dood zonder hond of beeste te zeggen.
Uit het bosch gekomen, sprak hij tot
zich zei ven Wat wil ik nog naar Mee-
nen loopen terwijl ik morgen een lijk ben.
Ik zal liever naar huis gaan.
Onderweg dacht hijDat ik mij in het
Broederschap der Goede Dood liete in
schrijven, het zou misschien nog helpen.
Maar hij was zoodanig bedwelmd dat
hij niet wist waar zijn hoofd stond en
zijn voornemen vergat, zoo het ongeluk
kiglijk nog gebeurt met sommige zon
daars.
Thuis gekomen zijnde, at noch dronk
hij en, met de koorts op zijn lijf, hij al
gauw naar bedde.
Van geheel den nacht deed hij geen
ooge toe immers hij herhaalde gedurig
die woorden Morgen gij.
duwe, volgde hem Pietje de Dood
tot boven.
Daar viel Jan op zijne knieën en sprak
de Dood toch zoo schoon Wel,
Mijnheer Petrus, zeide hij, laat mij toch
nog een eindje leven Ik zal niets meer
drinken dan water, en zoo voor u lezen,
Petrus Als het u belieft, Mijnheer Pe
trus moet gij iemand uit den huize ne
men, pak liever mijn wijf... Wel, Mijn
heer toch. laat het u gezeggen 1
Maar Pietje de Dood gebaarde
zich doof. jan zeil moest weten dat hij
met niemand medelijden heeft.
Binst dat Jan kermde en schoon sprak
en eene mande beloften deed van beter
nis, trok Pietje eene pan uit het dak,
greep Jan vast. praamde hem half en half
met zijn hoofd voren door het open
pangat, en gaf hem eenen zoo geweldi
gen schop dat hij in de eeuwigheid
vloog....
Jan vaarde eenige minuten door de
ruimte. Eindelijk stootte hij tegen eene
sterre, en van den schok schoot hij wak
ker.
Het was een droom
(Evenwel, hetgeen Jan droomde ge
beurt dagelijks met der daad aan vele
menschen, ja aan vele jongelingen en
jonge dochters en aan vele kinderen.
Weet gij wel hoeveel menschen dage
lijks naar de eeuwigheid gaan 7 Volgens
de nauwste rekening sterven er dagelijks
meer dan tachtig duizend.
Men mag noch op zijne gezondheid,
noch op zijne jonkheid rekenen maar
de beste raad dien men geven kan is
Zijt altijd bereid, om zonder vrees met
Pietje de Dood te kunnen mede
gaan).
Kanunnik Lod. Vanhaecke.
(Zeesterre, 1863).
Het Huis
(gekende muzikanten)
gelast zich met het repareeren van alle
slach muziekinstrumenten. Matige prij
zen. Spoedige bediening en goed werk.
Inkoop, verwisseling en verkoop van
occasie-instrumenten.
met waarborg. Elektrieke lampen voor
zak en stroom. Occasievelos. Werkhuis
van herstel, Petrus Sonck, Statie,
Haeltert.
tudie
30
Nergens kunt ge dat vinden. ameD;
Vitesse-machienen, Vesta,
Anker, Durkopp, Phcenix, Orijgpg
Mundlos, Naumman, Phaffe, VictQQpg,
enz. vanaf 400 fr. Nieuwe tafels en gen
fers 25 fr op maat. Alles op aanvi^^g
10 jaar waarborg op factuur. ;raat
Occassiemachienen Singer en .uoorcjc
merken vanaf 125 fi>. aren
Herstellingen aller systemen. )e -pn
Onmogelijke Concurrentie. ens e,
D
Aalst, drukkerjj, "De Koornbloeim 3 u
Zeëh» rgkaai. ielgisc
.andtr
Tusschen één en twee uren van den
nacht, hoorde Jan ruttelen aan de voor
deur. Met achterdenken stond hij op en
aanstak de lamp om open te doen, bij
zich zeiven zeggendeZou Pietje daar
reeds zijn Hij trok de deur met een
spleet... en het was Pietje
Gauw Jan, zeide Pietje, gij moet
mede
In eenen wenk wipte Jan naar den op
perzolder maar even snel als zijne scha
't Gezondheidssnuifje.
Is Uw neus verstopt?
Zijt gij versnuft?
Wilt gij eens heerlijk
niezen en Uw brein
opfrisschen?
Koopt dan een
doosje Opo voor
CLICHES
,:*nm ooi/Piste
ÊfHliELLtS
penbr
Regelmatig de schoonste en volled. Een
ste keus aller landbouwmachitfnenincJgrs
magazijn. P
Dubbele ploegen Métotte der laai
modellen. 90, 103, 120, 128, 135, 1 Lot
kilos en meer, met gebreveteerde rt| Lot
lateur en allen met hardgetempe
stalen riesters. Voetploegen, extirj
teurs met ressorttanden, ontstopp
ploegen, braakmachienen, nieuwe modellen eggen der zelfde fabrieken Mélotte.
ONTROOMERS MELOTTE van 50 tot 1200 liters per uur, met de hand, moteur of elm 2 u
trische moteur Mélotte 1(4 of 1/5 paard. leldisc
NIEUW 1 Ontroomers Mélotte (model 1924) met LAGEN MELKBAR. VOLLED1
ZELFSMERING, geene deelen meer in blik, maar alles in onroestbaar metaal.
MELKMACHIENEN MELOTTE, vervaardigd in de werkhuizen van Remicourt. Tuit
kerns, wanmolens, maai- en pikmachienen, hooikeerders en hooiraken der beste Amerikaan:
merken. Maaimachienen met piktoestellen enz
Zaaimachiecen met speciaal toestel om loof te zaaien. AMF.R1KAANSCHE EGGp
met ressorttanden igroote voorraad voorhanden), TilII
Vetstrooiers LE DISC (voor alle meststoffen. Vraagt nieuwe cataloog).
Speciale vervaardiging van RAAPMOLENS, met de hand, met moteur, de beste, de srerl
(geen gegoten ijzer, kas in witte gegalvaniseerde plaat) 5 messen 235 fr. 7 messen 305 te r
9 messen 345 fr. SLEEPKETTINGEN in alle breedten en maten (eigen fabrikaat). Braalci De I1
chien met de hand 1 ri), id. voor 1 paard 3 Of 4 rijen, met treemen of voortrein volger s kfi^gj Jg
De schoonste keus landbouw-machienen van gansch de streek. Volledige kataloog grati:
Hoofdagentschap der werkhuizen Mélotte, Gembloux en Remicourt sedert 20 jjr
Meer dan 2000 ploegen Mélotte door ons in de streek geleverd. e erve
ZEER BELANGRIJK 1 leder landbouwer weet genoeg dat het niet voldoende is, een
chien te koopen bij den eersten den besten agent. De ondervinding heeft hem geleerd dat gen
machienen moeten onderhouden, gerepareerd en in orde gehouden worden, dat een ongeval |eu|gt
kan voordoen, en dat men altijd de noodige stukken moet kunnen vinden.
Maar, zooals de kooper, weet ook iedere agent, welke groote rol de verwisselstukkcr net
zijnen verkoop spelen Daarom zal hij niet nalaten LI te beloven dat hii alle reparaties fctplaa
kunnen doen, dat hij alle verwisselstukken in magazijn bezit enz. enz. Overtuigt U dus ILj^
in uw eigen belang of die beloften U kunnen voldoen.
Komt onze inrichting Jen, speciaal en uitsluitend voor de landbouw-machienen, met
personeel werkende en gansch modern ingericht. Onze voorraad verwisselstukken is de t
volledige van gansch de streek en zal U overtuigen dat gij U in volle vertrouwen e zoldi
.older,
Ven
wenden tot
Stoomsmederij
SINT LIEVENS-ESSCHE
Inge
Di
■&m 2 u'
iet Vre
Studie
OMDAT
ZIJ vervaardig
zuivere tabak uitsluitend gekozen
vermengd door de meest ervaren
were
van
OMDAT
vervaar
l
d en verpa
lg alle handeling
den behouden blijven
OMDAT ZIJ
machienen en bijgevolg
meest voimaa
vervaar
w o r
tare
e
s
terwii
e
Bewaart de hoepons Jie recht geven op premiën jjMt I
i
i
X
X
s
De c
en ver
uur n
Studie
van
este
ïaar overgroote en stee
hoedanigheid
hygiënische voorwaar
tbreidende vraag, (welke blijk geelt van
ïlaten deze sigaretten te verkoopen
ijl de goede hoedanigheid steeds gehandhaafd wordt.
i
X
X
i
ons
X
i
Deb
legem,
1. -
oshol
a)
erken!
3 arer
en, h;
>nmid
twees
'En b
jebri
?maa
2.
vens
os Vi
3. -
vens
Vat
iter
im. i
Est I
s v<
ebr
fs
dell
1 di
en I
hecta
6, -
lestraa
7.
tollen.