""Ïtenschappeijke bijdrage Veredeling onzer Inlandsehe Hoenderrassen Suikerbeetenteelt. Bemesting van Haver Landbouwweekblad Maartpraatje favel es Magnesium als Meststoffen elaspi ZONDAG 7 MAART 1926 oo ps te Prijs 12 centiemen, 8ste JAARUANG Nr 375 t eieci werk, zakke lloss) Arbeid adelt Abonnementsprijs t 6,00 frank 's jaars. Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANTSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. Voor en door de Landbouwers d< De bijzonderste zwavelmeststof is ster of kalksulfaat. Zij brengt kalk en zwavelzuur anhydride (58,8%) den grond. Soms bevat de plaaster k 2 a 5 fosfoorzuur. laaster wordt aangewend in de hoe- *|A tlheid van 300 a 500 kilo per Ha. loral bij vlinderachtigen (peulvruch- lflSS()zal men plaaster aanwenden aldus men per Ha een meeropbrengst van )0 kilo hooi verwezenlijkt worden, al- i volgens proeven van I. Pierre. vVelke is de rol van plaaster in den >nd Is het den physischen en schei- idigen toestand van den grond te beteren of wordt zij als voedend ele- r at verbruikt Die vraag is fel betwist veest. Heden echter schijnt de oplos- .j gevonden en plaaster schijnt als {\ldend element werkzaam te zijn \oqt de kalk en de zwavel die allebei aisbare elementen zijn voor den plan- jroei2° door de potasch die in be- verteerbare vorm wordt omgezet dzure potasch wordt immers in zwa- :ure potasch veranderd 3° onrecht- eks is plaaster werkzaam omdat ze f Hiitrifikatie bevoordeeligt. Ule zwavelzuurzouten ^zwavelzure noniak, zwavelzure potasch enz.) zijn als zwavelmeststoffen werkdadig, /ïeermalen reeds, n 1. toen we schre- over Grondsterilisatie hebben HSfermeld dat zwavel (solfer) als dus- ig, als meststof gebruikt werd. Het Ij d'lven vóór het zaaien van 300 a 500 solfer blijkt in de meeste gevallen stige uitslagen te leveren. iel Vat nu de rol van magnesium betreft, is nog niet zeer grondig ingestu wd. Sedert lang heeft men getoond zekere meststoffen welke megnesium atten, een groote werkdadigheid be- nag3tn, zoo bijvoorbeeld kaïniet, dat een gsel is van magnesium - en potasch- :en. S/at er ook van zij, de scheikundigen ben door hunne ontledingen magne- 1 ontdekt bij alle levende wezens, jnesium schijnt het actief bestand van het bladgroen te zijn het kata- ert in de plant de vorming van zet- ,1 ten koste van het koolzuur uit de t. Deze synthesis (vorming van een )inding uit zijn bestanddeelen) ge- 4 >edt alleenlijk met behulp van het V lücht en wordt daarom photosynthe- ahotos van het licht) genoemd. De j*«tosynthesis is de reactie door dewel- B^^iinerale stoffen in organische, brand- •^^5 verbindingen worden omgezet, t.t.z. is hi'e vert>indingen, welke dieren en kheidsc^en 'n ^un ''ch33m door ademing veelzt>randen' Naar nullen we breedvoe- »j ver| over spreken wanneer we over "it ov'Pedin9 2u'^en handelen. Daar moeten we onthouden dat ma- aeteo'ium vereenzelviging van fosfaten de plant begunstigt. Magnesium •den icerdert de weerstandskracht van rstellfaan9ew3ssen tegen het neervallen, nn klegcn bleekzucht (of geelzucht)schijnt op denesium ook werkdadig te zijn. Men ekt ook nog van het insectenvernie - tuurlijid vermogen van magnesium. lanJe physische rol van magnesia (ma- lk ae6,ium-oxyde) in den grond is dezelfde (schalie van kalk. De hoeveelheid dezer VVerig stoffen moet in een zekere verhou- orktt zijn die afhangt van de kuituur -on Jje gemiddeld mag aanschouwd eeneden als hebbende een waarde 14. van k gekolgens Saillard, Lawes en Gilbert, Hmoo der Eyst en nog anderen, is magne- He-oxyde of magnesia, de werkda- ook te en goedkoopste vorm onder den zijn ien men magnesium aan den grond ch scttoedienen. Zeer aanzienlijke meer- v a^engsten werden door die geleerden ■genomen na magnesiumbemesting. a^l ma9nes'a vertegen ten een 9epaste dosis, welke op Apl'ij e wijze als kalk zal toegepast den. Er bestaan in den handel meng- Vertei. ma9nesia en kalk we kunnen indbouwers niet te zeer aanzetten neststof te beproeven. P. J. CLAUS, Scheikundige. Zooals w'er in onze voorgaande uit eenzetting de aandacht op vestigden, zou men niet alleen nuttig maar ook winstgevend werk verrichten door de selectie onzer inlandsehe hoender rassen te bevoordeeligen. Beter geaard aan ons landelijk klimaat, beter aange past aan de levensomstandigheden van eigen bodem, zullen onze rassen ook onvermijdelijk beter gedijen in eigen land en minder onderhevig zijn aan hoender- ziekten van allen aard, welke vreemde rassen zoo dikwijls aantasten. Geselec- tionneerd in hun eigen midden zullen ze derwijze ook de meeste winsten afwer pen. Overigens met aldus te handelen, schikken we ons enkel naar de doenwijze onzer uitmuntende vee- en paarden- kweekers, die eveneens door selectie en rasverbetering van eigen produkten er in geslaagd zijn, door aldus bekomen prachtige uitslagen een wereldfaam te veroveren. De gewichtige vraag is echter deze Zijn onze inlandsehe legrassen vatbaar voor selectie Daarop mag geantwoord met een totaal geruststellend en bevesti gend ja. Onze Mechelsche koekoek is als leghen stellig zóó aanbevelenswaardig als de Wynandotte. Bij proefneming heeft men kunnen vaststellen dat drie veredelde producten van Mechelsche koekoek on derworpen aan een legproeftijd gaande van 1 November tot 31 December 1925 volgendenden uitslagen opleverden Nr 1 40 eieren in 60 dagen N' 2 34 eieren in 51 dagen Nr 3 30 eieren in 48 dagen Deze hennen houden thans nog vol met leggen en hunne eieren hebben een middengewicht van ruim 60 gram. De vader dezer hennen is oorspronke lijk van een Mechelsche koekoek 1" prijs in Engeland, met 238 eieren op 1' legjaar) der hoenderkweekerij van Ko- ningshoyekt en de moeder is herkomstig van de kweekerij Mélis te Lippeloo. Bij den legwedstrijd van Paturages in 1924 - 25, klasseerde een parket Mechel sche koekoek zich op 9m rang voor het aantal eieren, op 2e" rang voor 't eierge- wicht en dit op 44 mededingende par ketten Zijn die uitslagen niet welspre kend en aanmoedigend genoeg om ons aan te toonen, dat met 'n doordrijvende volharding wij er moeten en zullen in slagen onze eigen rassen te verbeteren. Bij de nieuwe richting die het neerhof dient op te gaan, komen nog in aan merking de verkoop der overtollige jonge kuikens alsmede het regelmatig afzetten der gereformeerde hennen, na hun tweede legjaar. De verkoop van de Mechelsche koekoek, wier fijn, tenger en smakelijk vleesch zoo graag door de lekkerbekken wordt gelust en zoo hoog wordt gewaardeerd, zal in veel voordeeliger en winstgevender voorwaarden gebeuren dan het verhan delen der Wynandotte-geelpooters waarvan het vleesch in fijnheid en hoe danigheid merkelijk beneden dat der eerste blijft. Daarenboven zal men zich veel sneller van de "Koekoek-haantjes" kunnen ont maken,wijl men ze van hun geboorte af reeds kan herkennen, terwijl men soms langen tijd moet wachten eer men met zekerheid de "geslachts-eenzelvigheid" bij de Wynandotten kan vaststellen. Der wijze vermijdt men andermaal veel sterf gevallen en tevens de nuttelooze uitga ven eener lange voeding, wat dus nog maals een dubbele besparing mee brengt. Voor wat de "Zomerlegtijd" betreft zijn zware leghennen geenszins aan te bevelen, wijl deze al te zeer geneigd zijn tot broedenHier is het verkieselijk zijn toevlucht te nemen tot lichtlijviger rassen, zooals de Braeckel, Ardeensche, de Hervsche, de Minorque enz... Nochtans moeten we hier doen op merken dat tot nog toe de veredelde "Leghorn" als beste Zomerleghen ge kenmerkt staat. In afwachting dat onze lichte rassen tot den vereischten selectie graad gekomen zijn, verdient de Leghorn de voorkeur. Om het maximum winstencijfer uit het neerhof te trekken komt niet enkel de raskeuze in aanmerking, maar dient ook voornamelijk rekening gehouden met de doelmatige voedingswijze der hennen en de vereischte gezondheidsvoorschrif ten der hoenderhokken. Voeding en hy giene spelen hier ongetwijfeld een hoofd- voorname rol. Lucht, licht, warmte en reinheid worden bij hoenderhokken schier al te dikwijls over 't hoofd gezien. Gebrek hieraan is dan ook veeleer oor zaak van besmettelijke ziekten onder pluimvee. Wij besluiten met den vurigen wensch uit te drukken, dat de hoenderkweek zoowel op gebied van doorgedreven en doelmatige rasveredeling, als van oor deelkundige voeding, zorgen en hygiene, nieuwe wegen naar verbetering en mo dernisatie dient op te gaan. Doodgewone stadslieden en anderen die zich uit louter liefhebberij met hoen derkweek bezig houden zijn onze boeren op dit gebied sinds lang vooruitgegaan. Dit is te betreuren immers het mag niet geduld dat de landbouwer zoo behen dig en knap in zake vee-, zwijnen- en paardenkweek nog langer de hoen derkweek moedwillig verwaarlooze en derwijze een voorname bron van inkom sten onder de voeten trappe Hunne pogingen sturen in die rich ting, ziedaar de nieuwe orienteering welke onze hoederkweek dient aan te nemen den landbouwer op de eerste plaats, en den landbouw over 't alge meen, ten bate. AVICOLA. DE De uitbreiding der suikerbeeteuteelt heeft grootelijks bijgedragen tot de hoo- gere landbouwopbrengsten welke in de laatste 20-25 jaar bekomen zijn. In al de landbouwbedrijven waar deze teelt een belangrijke plaats heeft ingeno men, kon men een algemeene produk- tieverhooging waarnemen. Dit is tevens een feit dat bestatigd is is in alle landen Duitschland, Frankrijk, Holland waar desuikerbeet op aanzienlijke schaal wordt verbouwd. Deze toestand vindt zijne oorzaak eenerzijds in het, bij deze teelt, overvloedig gebruik van scheikun dige meststoffen en anderzijds in de gun stige voorwaarden waarin de suikerbeet de grond achterlaat. Volgens ingewonnen inlichtingen uit de verschillende deelen van het land, zou de suikerbeet dit jaar op minder groote schaal verbouwd worden. In 1924 bedroeg de oppervlakte door de suikerbeetenteelt in beslag genomen 82.000 Ha. en in 1925 slechts nog 72,000 Ha. Vóór den oorlog schom melde deze oppervlakte tusschen 60.000 tot 65.000 Ha. Te dien tijde was met deze teelt weinig of geen winst te ver wezenlijken, de suikerbeet werd dan ge teeld om hare bijprodukten, bladeren en pulpen. Men schat de opbrengst der bladeren voor 1925 op minstens 20.000 kgr. per Ha., met een inhoud van 240 kgr. eiwitstoffen, 800 kg. koolhydraten en 40 kg. vet, hetgeen nagenoeg over eenstemt met de voedingswaarde van 1800 kg tarwemeel. Het gehalte aan koolhydraten en vetstoffen is een wei nig hooger bij het meel, doch anderzijds zijn de beetbladeren merkelijk rijker aan eiwitstoffen, zoodat de twee produkten schier gelijke voedingswaarde bezitten. Uit oorzaak der moeilijkheden welke verleden jaar zijn onstaan tusschen nij- veraars en bouwers, zou de vooroorlog- sche toestand opnieuw kunnen in het le ven geroepen worden. In zekere streken denken sommige landbouwers eraan de suikerbeetenteelt te laten afnemen ten voordeele der voe- derbeet. De geldelijke opbrengst per Ha. voeder- beet was verleden jaar nagenoeg zoo hoog als voor de suikerbeet, doch of de voorwaarden dezelfde zullen blijven in 1926, dat is eene zaak welke niet te voorzien is. In sommige jaren is de verkoop der voederbeet uiterst moeilijk. Bij geringe opbrengst, bij grooter vraag dan aanbod dus, zijn de prijzen goed, doch bij goede oogst, als het aanbod de vraag overtreft, zijn de prijzen natuurlijk weinig loonend. Verleden jaar nam de teelt der voe derbeet 74,593 Ha. in, tegen 72.000 Ha. suikerbeet. Moest de uitbreiding van de eerste teelt nog toenemen, dan is te voorzien dat de verkoopprijs in zulke mate hierdoor zal beïnvloed worden dat de opbrengst minder winstgevend zal zijn dan van de suikerbeet. De suikerbeet is overigens een rijker en krachtiger voeder dan de voeder- beet, en het inkuilen van groote hoe veelheden voederbeet vergt daarenbo ven aanzienlijke kosten en zorgen. De voederbeet, tengevolge hare hoo- gere opbrengst, put de grond meer uit dan de suikerbeet, dus zal na voeder beet, de nakomende vrucht zich steeds in een minder geschikte grond moeten ont wikkelen dan na suikerbeet. Eene inkrimping dezer laatste teelt zal dan ook onvermijdelijk haar terugslag hebben op de graanproduktie. Het is dan ook niet te verwonderen dat verschillende landen een zeker be schermingsstelsel hebben ingevoerd om de teelt der suikerbeet, die om zoo te zeggen de spil vormt der goede teelten, te behouden en aan te moedigen. In Engeland kent de Staat zelfs een premie toe waarvan het bedrag de waar de van de suiker zou overschrijden, dit met het doel de intensieve verbouwing der graangewassen in 't bijzonder der tarwe—te bevorderen en ertoe te komen het land totaal onafhankelijk te maken van den vreemde voor wat aangaat eigen levensonderhoud. Men tracht ook hierdoor meer werk te verschaffen aan de landarbeiders en aldus ze aan te zetten te lande te blijven. In andere landen nog, namelijk in Ier land, Turkije, Chili en Peru, worden der gelijke maatregelen getroffen. In ons land, waar de suikerbeeten teelt ook zeer belangrijk geworden was, doch nu tengevolge der crisis gevoelig dreigt af te nemen, zal het Verbond der Suikerbeetenplanters allernuttigst werk kunnen verrichten. Hopen wij dat deze inrichting er in slage een overeenkomst te treffen met de suikernijverheid, beide hebben er alle belang bij de teelt der suikerbeet in ons land niet te laten af nemen. Onder Karei de Groote heette deze maand Lentemaand. Vroeger heette ze ook T ormaand. I or was de oorlogsgod der Germanen en Mars die der Romei nen Eigenlijk verbeeldt Mars zoowei als 'l or de natuurkracht. De namen zijn waarachtig niet kwaad gevonden, want in deze maand begint de Lente seizoen, waarbij al de na tuurkrachten schijnen te herleven. De winterkoude wordt verslagen in den hardnekkigen strijd tusschen warmte, die komen, en koude, die blijven wil. Vroeger begon bij sommige volken, ook bij de Romeinen in deze maand het nieuwe jaar. De daglengte van 1 Maart is 10 u. 53 m. en van 31 Maart 12 u. 49 m. De da gen zijn dus 1 u. 56 m. langer geworden. In Maart lengen de dagen het meest. Maart is de maand der buien, der stuursche winden. Men beweert zelfs dat ze aanstekelijken invloed uitoefent op het gemoed der zenuwlijders en der kro- nische liefdezieken Maart zet ook heel het kleine dieren rijk in rep en roer! Wezels, mollen, mui zen en ratten paren. Hazen, konijnen, marters werpen jongen. Enkele vleermui zen verschijnen. Uit het Zuiden komen torenvalk, kwikstaart, spreeuw, gewone leeuwerik, roodborstje, sijsje, eenden. Patrijzen parenwilde eenden en kievit ten hebben eiereneksters en kwikstaar ten bouwen nesten. Kikvorsch, pad en watersalamander ontwaken; kevers komen voor den dag. De bijen beginnen te verzamelen; de groote roode mier komt te voorschijn. }ep, viooltje, paardebloem, hyacent, speenkruid en tulp bloeien. Aalbes, vlier en wilde kastanje ontplooien hun blad. Kortom heel de natuur schijnt in ang stige spanning en bereidt zich voor om op waardige wijze de "Lente Koningin te ontvangen. Ook op de boerderij heerscht drukke beweging. Ernstige en dringende seizoenwerkzaamheden liggen bij volle grepen voor de hand. Bij gunstig weder verlaten de dieren reeds enkele malen den stal, waar ze gansch den Winter bleven opgesloten, t Is ook nu het passend oogenblik om onmiddellijk over te gaan tot een flin ke luchtverversching en stalverzuivering of ontsmetting. Eene degelijke kalkmelk- besproeiing van wanden en vloeren biedt daartoe een uitstekend ontsmettings" middel. Voor wat de zorgen van het neerhof betreft, verwijzen we best naar een paar artikels welke opzettelijk aan dit belang rijk hoofdstuk werden gewijd en opvol- genlijk in ons blad zullen verschijnen. Maart zal dit jaar ook bij uitstek het tijdstip wezen der Lentezaaiingen en bemesting. x Wel zegt de oude spreuk dat Febru- arihaver de zolder vult"doch gezien de ongunstige weersgesteltenis van ver leden maand, viel er schier niet aan te denken degelijk veldwerk te verrichten. Thans dienen de handen echter dapper uit de mouwen gestoken, om met be ploeging, bemesting en zaaiïng zoo spoe dig mogelijk aan te vangen. Elk vooruitziend landbouwer zal reeds de voorzorg genomen hebben zich van degelijke zaai en plantvariëteiten te voorzien. Achterblijvers vinden wellicht nog gelegenheid zich te bevoorraden in de magazijnen van "Redt U Zeiven", waar elkeen in volle vertrouwen zijne aankoopen kan doen. Vergeet niet dat de keuze eener ver edelde variëteit zaai- of plantgoed totaal onontbeerlijk is vooral voor de deelnemers aan onze belangrijke veld- prijskampen. Vóór het omploegen zal men per hec tare een bemesting toedienen van 600 kgr. fosfaat, supra of superfosfaat sa men met 150 a 200 kgr. Elzasser pot - asch. Bij de daaropvolgende egging zal men 200 kgr. Zwavelzuur Ammoniak, cyanamide of nitraat duchtig inwerken. Voor aardappelen is volgende bemes- tingsformuul ten zeerste aan te raden naast eene flink geteerde stalmesthoe- veelheid 700 a 800 kgr. fosfaat en 300 a 350 kgr. Elzasser potasch meêinploegen. Vóór de planting door flinke egging 300 a 350 kgr. Zwavelzuur Ammoniak, of nitraat, ofwel 400 kgr. guano inwerken. Wie op verzuurde gronden of weilan den onze vroegere raadgevingen heeft toegepast, door het toedienen van eene oordeelkundige bekalking, zal er stellig het winstgevend voordeel van onder vinden. Wie onzen raad echter in den wind sloeg, moet er dan ook maar de noodlottige gevolgen van dragen Dat ervoor de maand Maart heel wat veldwerkzaamheden zijn weggelegd lijdt vast geen twijfel. Als nu 't weder maar eenigszins meêwii zal heel wat drin gend werk kunnen vereffend worden. Doch heel dikwijls gebeurt het dat de grillige Maart de boer heel wat onaan gename verrassingen op den hals duwt. Heel wat typische landbouwspreuken zijn overigens aan deze buienmaand ver bonden. Onder deze aloude spreuken zijn volgende nog in 't gebruik: Half Maart vuur en licht uit den haard. Natte Maart, veel gras. Maartsch gras, Aprilsch hooi. Een droge Maart is goud waard. Maart nat, weinig koren in 't vat. De maand Maart houdt dikwijls ve nijn in den staart. En daarbij voegen de Hagelanders nog dit wijsgeerig gezegde: Als in Januari de muggen zwermen, Dan moogt g' in Maart uw ooren wermen." Na graan (in Haspengouw)200- 250 kg. Sodanitraat 400 kg. Super- phosphaat100 kg. Chloorpotasch. (Te zamen met stalmest). Na graan (in Haspengouw): 200- 400 kg. Sodanitraat 500 kg. Super- phosphaat150-200 kg. Chloorpot asch. (Zonder stalmest). Na graan (op zandachtigen grond): 200-300 kg. Sodanitraat600 kg. Metaalslakken 200 kg. Chloorpot asch. (Te zamen met stalmest). Na graan (op zandachtigen grond): 300-500 kg. Sodanitraat 600 kg. Metaalslakken 200 kg. Chloorpot asch. (Zonder stalmest). Deze meststoffen zullen vóór de zaaiïng ingeploegd worden de kleine hoeveelheden te zamen met stalmest de groote hoeveelheden, als men in vruchtbaren akker zonder stalmest wil verbouwen, zou dan later nog een toepassing van Sodanitraat nuttig blijken, dan kan men vier of vijf weken na het opkomen nog 100 tot 200 kg. Sodanitraat als dekmest ge bruiken. 'RNBLOEM De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen Qngeteekende stukken worden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven. Ingezonden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1926 | | pagina 1