Landbouwweekblad
ÖE TIEN GE800EN VAN DEN LANDBOUWER
Naklank der Overwinning
ONKRUIDEN
WETENSCHAPPELIJKE BIJDRAGE
voedingswaarde van
liet verleerde voeder..
van let Belgisch Trekpaard te Milaan.
Bemesting der Wortel- en
Knolgewassen.
isse
isel
alsi
sch
den
t te
om
alst
ZONDAG 16 MEI 1926
rniac
Prijs 12 centiemen.
8ste JAARGANG Nr 385
;s)
Arbeid
Abonnementsprijs 6.06 frank 'e pars.
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANTSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller
ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Voor co door
de Landbouwers
Reeds in het begin der 19e eeuw heeft
en gepoogd de voedingswaarde te
hatten en in vaste eenheden uit te druk-
n. Thaër onderzocht welke en hoeveel
standdeelen van het voeder oplosbaar
aren in water, alkohol, verdunde zuren
alkaliën en bepaalde met deze gege-
ns de hooiwaarde van elk voeder-
iddei, t.t.z. de hoeveelheid welke de
lfde waarde had als 1 kilo hooi.
Elk landbouwschrijver achtte zich be-
aegd om de cijfers van Thaër, naar
gen ondervinding, te verbeteren. Zoo
v. had Thaër berekend dat 100 kilos
ooi konden vervangen worden door
50 kilos beeten; anderen gaven zeeraf-
iikende cijfers op nl. 400 K. beeten, of
75 a 300; anderen nog spraken van 200
losl Zelfs onbrandbare verbindingen,
elke dus geen energie aan het dierlijk
:haam verschaffen, werd een booiwaar-
toegeschrevenzoo b.v. had 1 kilo
looi dezelfde voedingswaarde als 10 kilo
leukenzout! Wie onze vorige bijdragen
olgde, zal klaar inzien hoever de voe-
eriogsleer in dien tijd van de waarheid
Fweek. Zulks was enkel hieraan te wij-
en dat men zonder metbode en weten-
ichappelijke leiding, met onbeholpen on-
lervinding te wérk ging.
Boussingault bracht de wetenschappe-
,ke methode in de voederingsleer in
:re: hij gaf nieuwe hooi waarden op. die
chter uitsluitend naar het gehalte aan
iwit berekend waren; in het tekort aan
iikstofvrije verbindingen werd voorzien
oor bijvoederen van de gewenschte
oeveelheid stroo.
Naderhand leerde men onderscheid
naken tusscheo verteerbaar en onver-
eerbaar voeder. Weckerbin, Lawes en
ïilbert (1848-1850) en vooral Wolff,
estuurder van het eerste landbouw-
cheikundig proefstation te Möckern
egden onzeggehjken arbeid af om de
erteringscoëfficienten voor elk voeder
e bepalen door ontleding van het ver-
chafte voeder en van de vaste uitwerp-
eleo. Daar hebben we in een vorige bij
rage genoeg over uitgeweid.
Later eerst werd door Wolff het be-
ang der eiwitverhouding ingeziende
jVolff'sche methode tot berekening der
foederrantsoenen heeft overigens de
iwitverhouding tot grondslag. Wolff
lelde vast dat de beste voedingsverhou-
ing bij het vee tusschen 1/4 en 1/7
ichommelt, d.w.z. dat met 1 deel eiwit
evens 4 a 7 deelen stikstofvrije stoffen
oeven toegediend.
Wat de totale hoeveelheid toe te die-
r kamjben voeder betreft, deze wordt berekend
rdijnei jer 1000 kilo levend gewicht en volgens
de sc *de verkregen of verlangde dierlijke op-
gaan
teens
akte
irengst aan taelk, vleesch, arbeid enz.
ci Zoo b.v. zal men volgens Wolff aan os
sen bij middelmatigen arbeid toedienen
los 1,6 kilo verteerbaar eiwit; ll,3k. ver
zij teerbaar koolhydraat; 0,300 k. verteer-
ischei
gde zij
ende
c scho
nu s
von
i haai
'allen,
«veder
j deen
jhoff,
kort
need
n: K
t Ver
ij tegdbaar vet.
r de
icn dei
loeide
ter ge
de vro
i vrei
te bil
haar
s heer
bel
vei
iet dei
en
:nde
Andere gegevens moeten nog in het
oog gehouden worden bij het opstellen
er rantsoenen nl. de energie welke door
kauw- en verteringsarbeid verloren
gaat Het is Kellner, opvolger van Wolff
als bestuurder van het proefstation te
Möckern, die elk voedermiddel op zijn
zuivere opbrengstwaarde onderzocht.
Zoo b.v. wordt in katoenmee! 1,8 °/0
der energiewaarde door den kauw- en
verteringsarbeid verbruikt. In tarwestroo
beloopt hetzelfde verbruik van 71,5
tot 79,7 De voedingswaarde van
tarwestroo zal dus vermenigvuldigd wor
den door (100—71,5) dus 28,5, aldus zal
men de echte opbrengstwaarde be
komen.
De opbrengstwaarde van een voeder
middel wordt nu uitgedrukt alsof dit
slechts uit zetmeel bestond, en men be
komt aldus de zetmeelwaarde. Daar
over 3preken we in een volgende bijdrage
en wijzen dan tevens, om deze reeks bij
dragen over voederingsleer te sluiten,
hoe men met behulp der tabellen van
Wolff en van Kellner de voedingswaarde
der rantsoenen kan berekenen.
P. J. CLAUS,
Scheikundige.
Uit het Boerenleven.
1Geeft steeds aan land en wei, aan schaap en paard en koe
Genoegzaam mest en spijs: de winste lacht u toe.
2. Weert 't onkruid van uw land, ten allen tijd van 't jaar:
't Is dubbel winst voor u en voor den eigenaar.
3. Bij plant- en dierenteelt, vereischt een moedertak
Gezond en kloek van aard; 't is winste voor uw zak.
4. Koopt waren in 't gemeen, in eigen boerenbond:
't Is zuiver en goedkoop 't profijt zij u gejond
Verdeelt met zorg uw werk: laat niets verloren gaan:
Dan hebt gij voor 't gezin weerom uw best gedaan.
Bewaart met vlijt en zorg elk stuk van uw alaam,
Alzoo bespaart gij veel in 't voordeel van uw faam.
Schrijft alles in een boek wat in- of buitengaat:
't Is zoo gemakkelijk, en in uw eigen baat.
Leert aan uw kind 't geheim van gansch het boerbedrijf,
Daar zit gezondheid in voor hart, en ziel en lijf
Houdt woonhuis, kelder, stal, ordentelijk en net:
Want dikwijls komt de dood uit eene kleine smet
10. Houdt God voor uwen Baas, door Wien ook alles leeft
't Is Hij en Hij alleen - die zon en regen geeft
Paul SEW.
Onze uitvoer naar Zweden
neemt stilaan meer uitbreiding en
andere stellige vooruitzichten la
ten gelukkiglijk voorzien dat de
huidige krisis niet langer zal voort
duren.
Men kan zich maar moeilijk in
beelden welke reuzeninspanning
de Koninklijke Maatschappij
Het Belgisch Trekpaard thans
doet en welke aanzienlijke moei
lijkheden ze moet te boven komen
om haar ontworpen uitbreidings
plan ten uitvoer te brengen.
Zulks was dan ook het doel dat
onze fokkers zich voor oogen stel
den, door hunne zoo flink geslaag
de deelname aan den internationa
len kampstrijd van Milaan.
Hun prachtig succes zal ons
dan ook niet alleen de Italiaansche
markt verzekeren doch eveneens
de aandacht der vreemde landen
op onzen wereldberoemden paar-
denkweek vestigen.
nbbbbbmbbbbbbbmb
Onze vooruitziende paardenfok
kers hebben eene reuzenkrachtin
spanning gedaan, om de deelname
aan den flink geslaagden kampstrijd
van Milaan zoo belangrijk moge
lijk te maken, op wier schitterende
uitslagen ze trouwens de grootste
hoop bouwen voor de toekomst
van ons trekpaard.
Immers het afgeloopen jaar was
geenszins voordeelig aan onze
knappe paardenfokkers.
De ekonomische krisis welke
ons land doormaakt kon niet an
ders dan een ernstigen weerslag
hebben op onzen paardenkweek,
wiens uitvoercijfer dan ook op ge
voelige wijze is gedaald. Sommige
afzetgebieden blijven ons gesloten.
Sinds den wapenstilstand is onze
paardenhandel met de Vereenigde
Staten schier volledig stop gezet.
De Amerikanen beelden zich in
alhoewel hunne denkwijze gansch
verkeerd is, dat z'er zullen in
slagen op eigen bodem gelijkwaar
dige trekpaarden te kweeken, als
deze welke ze eertijds tot de voort
teling uit België invoerden. Louter
dwaasheid! Ook zal het niet lang
uitblijven of ze zullen de noodza
kelijkheid gevoelen hunne aankoo-
pen hier te lande te hernemen, om
aan hun kweek een nieuw onmis
baar rasbloed bij te brengen, wil
len ze de vruchten hunner vroege
re pogingen niet reddeloos zien
verlorengaan.
Andere invoerlanden van Bel
gische trekpaarden hebben in ver
houding tot hun vóóroorlogsche
afname, hun tegenwoordige aan-
koopen eveneens op het nauwge
zet minimum gebracht. Anderzijds
vervangt de mekanische tractie
gedeeltelijk den dieren-trekdienst,
wat eveneens den verkoop van
zware trekpaarden gedeeltelijk
vermindert. Deze laatste faktor
dient men echter niet te overdrij
ven. Immers men beelde zich niet
in dat de mekanische tractie de
andere volledig zal beheerschen,
zoodat we ten slotte zouden ge
noodzaakt worden aan den kweek
van het zwaar trekpaard bepaald
te verzaken.De groote nijverheids-
en landbouwuitbatingen zijn schier
in de onmogelijkheid het door iets
beters te vervangen. Trouwens
het feit dat de landbouwtractors
thans in Amerika gebruikt, het be
zigen der paardentractie zelfs niet
met 5 per honderd hebben vermin
derd, is wel het doorslaand bewijs
dat aan het zwaar trekpaard nog
veruit de voorkeur wordt geschon
ken. Overigens hebben zekere
groote landbouwondernemingen
in Canada aan het gebruik der
tractors verzaakt om den voor
keur te geven aan gespannen van
tien, twaalf, tot zelfs twintig paar
den.
Zonder overdreven optimisme
of zonder den gang der gebeurte
nissen te willen wijzigen, mag men
gerust bevestigen dat de paarden
kweek voor 't oogenblik niet het
minste gevaar loopt.
Doch wat met de huidige krisis
van den paardenhandel meer
rechtstreeks verband houdt, is de
verscherpte mededinging in den
vreemde.
Bij zooverre dat verscheidene
onzer vroeger afnemende landen
ernstige proeven en pogingen aan
den dag leggen, om door eigen
middelen hun nationalen kweek te
doen bloeien. Gaf de Foor van
Milaan er ons niet een treffend
voorbeeld van Daarbij hebben
de naoorlogsche omstandigheden
de eereplaats door onze fokkers op
de wereldmarkt veroverd, vrij las
tig gemaakt.
De waarde van het belgisch
trekpaard staat echter buiten kijf.
Sinds dertig jaren hebben onze
knappe en onder vindingrijke fok
kers zulken ontzaglijken vooruit
gang gemaakt, zoodat z'er thans
in geslaagd zijn een ideaal type
tot stand te brengen, t welk onder
oogpunt van raszuiverheid, bouw
en lijn aan de hoogste eischen en
wenschen beantwoordt.
Thans gaat hunne groote be
kommernis naar het opzoeken en
openen van nieuwe afzetgebieden
Geen wonder dan ook dat ze thans
hunne beste zorgen wijden aan een
onontbeerlijke en grootsche pro
paganda. Zoo worden ernstige
pogingen aangewend om nieuwe
afzetgebieden voor ons trekpaard
te openen in Denemarken, de
Vereenigde Staten van Amerika
en in Argentinië.
Fortuin en rijkdom zijn als glas
Zij blinken maar zij breken ras
BBBBBBBBBBRBBBBBBStaBBBMBBBB
Algemeene Bestrijdingsmiddelen.
De verschillende soorten van onkrui
den, eenjarige, tweejarige en doorleven
de, moeten volgens hun aard en levens
wijze verschillend bestreden worden.
Wat nu ook de wijze van bestrijding
weze, zal men deze om te lukken, snel,
krachtdadig en gewetensvol moeten toe
passen.
1) De verspreiding van het zaad be
letten, is zonder twijfel de doeltreffend
ste wijze om de vermenigvuldiging van
het onkruid te voorkomen. Om het be
lang van dezen te nemen maatregel te
doen uitschijnen, zal het volstaan het
vermenigvuldigingsvermogen van enke
le onkruiden aan te geven. Een gewone
hederikplant geeft van 1000 tot 4000
zaden, de klaproos van 10,000 tot
15,000 en groote planten zelfs tot 50000
zaden. Overigens vele onkruidzaden be-
ïouden hun kiemkracht en kunnen ge
durende vele jaren in den grond in rus
tenden toestand vertoeven om daarna
te ontkiemen. Een wel gekozen vrucht
afwisseling, waarbij de hakvruchten een
voortdurende zuivering van het land mo
gelijk maken, zal veel bijdragen om der
gelijk onkruid te vernietigen. Het uit
zaaien van onkruiden voortkomende uit
hagen, wegkanten en onbebouwde
plaatsen moet zooveel mogelijk belet
worden.
2) Onkruidvrij zaad gebruiken.
Het uitzaaien van onvoldoend gezui
verd zaad moet vermeden worden. Alle
kaf of afval, dat onkruidzaden kan be
vatten mag nooit of nooit op den mest
hoop gebracht of ongekookt vervoederd
worden. Alle afval zal men best in com-
posthoopen samen zetten, waar het on
kruidzaad onder de brandende werking
van kalk zal vernietigd worden, om
daarna als overbemesting op de gras
landen verbruikt te worden.
3) Vervuilde gronden diep omploegen,
om het onkruidzaad te doen verrotten.
Sommige zaden nochtans blijven in de
zen toestand hun levenskracht behouden
en ontkiemen wanneer zij door latere
bewerking terug in de bovenlaag ge
bracht worden.
Eene oppervlakkige ploeging en goe
de bewerking van de bouwlaag zal het
ontkiemen de zaden bevoordeeligen en
het vernietigen der onkruiden door een
tweede ploeging mogelijk maken. Vele
een- en tweejarige onkruiden, als klap
roos, hederik en meer andere, zullen
voor goed uit den grond weggeruimd
worden.
Het bestrijden van doorlevende on
kruiden als peenen, akkerwinde en krui
pende distels eischt een meer zorgvul
dige en herhaalde bewerking. Die plan
ten vermenigvuldigen door onderaard-
sche wortelstokken, welke botten dra
gen en bij elke verwonding uitloopers
vormen, zoodat men moet trachten die
wortelstokken zooveel mogelijk onge
broken te verwijderen. Deze bewerking
zal best slagen bij ondiepe ploeging ge
volgd door herhaald eggen, waardoor de
wortelstokken aan de oppervlakte ge
bracht en onder den invloed van zon en
wind vernietigd worden.
Het uittrekken der onkruiden met de
hand of opdelven met spade of vork,
ware natuurlijk de beste bestrijdings
wijze, doch deze behandeling is te lang
van duur en zal slechts toegepast wor
den, wanneer de andere middelen de
gewenschte uitslagen niet opleveren
Overblijvende onkruiden herhaalde
lijk afsnijden of wegmaaien, zal deze
planten uithongeren en doen afsterven.
Veel onkruidplanten vormen bij het af
maaien, rondom de toegebrachte wonde,
nieuwe stengels en worden hierdoor bij
herhaalde behandeling totaal uitgeput.
Het weghakken der plant zal best ge
schieden kort vóór het bloeien en her
haald worden, telkenmale zich nieuwe
scheuten vormen.
4) Kalken en draineeren.
Veel onkruidplanten, als biezen, zegge,
rietgras, paardestaarten, worden enkel
op zure gronden aangetroffen en zijn
door afwatering en bekalking gemakke
lijk te verwijderen.
Een goede kalking van den grond
werkt eveneens uitstekend tegen schaap-
zurkel, gele ganzebloem, spurrie en
zekere andere onkruiden
5) Bemesting.
Eene toepassing van stalmest of schei
kundige meststoffen brengt grondige
veranderingen teweeg in het karakter
der grassen uit de weide, en de onkruid
planten van het bouwland.
Een mengsel van superfosfaat en am-
moniaksulfaat werkt meestal uitstekend
om zekere onkruiden, als boterbloemen,
madeliefjes en weeghee, te doen ver
dwijnen. Anderzijds zal een stelselmati
ge bemesting den groei der planten zoo
danig aanwakkeren dat ze een groot
deel der onkruidplanten zullen over
weldigen.
6) Zuiverende kuituren.
De hakvruchten zijn zeer geschikte
planten tot de verdelging van alle soort
onkruid zoowel doorlevende als een-
of tweejarige planten moeten door het
herhaaldelijk afhakken eindigen met te
verdwijnen. Onder de hakvruchten is de
beetenbouw voorzeker meest geschikt
tot het bestrijden van allerhande schade
lijke gewassen.
7) Het afgrazen.
Het dicht afgrazen, door schapen, in
de Lente en het begin van den Zomer,
zal veel onkruiden in hunne ontwikke
ling belemmeren en beletten te bloeien.
Dit is onder andere het geval voor
kruiskruid, ratelaar en knoopkruid. De
invloed van het afgrazen wordt nog
vergroot wanneer, door doelmatige be
mesting de groei der grassen wordt be
vorderd.
8) Sproeien.
Het sproeien der gewassen met zekere
scheikundige stoffen, onder meer met
kopersulfaat (blauwen aluin) of ijzersul
faat (groenen aluin) hebben ertoe geleid
verscheidene onkruiden te vernielen.
Eene oplossing kopersulfaat' 4 tot
5 °/o volstaat om perzikkruid en spurrie
te dooden, terwijl de volgende onkrui-
Suikerbeeten.
In goede leemgronden met 30-
40,000 kg. stalmest: 800-1000 kg.
Sodanitraat van Chili 800 kg.
Superphosphaat200 kg. Chloor-
potasch.
Voederbeeten.
Met 30.000 kg. stalmest en meer
600-800 kg. Sodanitraat van Chili
600 kg. Superphosphaat of 1000 kg.
Thomasslakken 250 kg. Chloorpot-
asch of 100 kg. Sylviniet.
Aardappelen.
In rijke gronden met 30.000 kg.
stalmest300-500 kg. Sodanitraat
van Chili600 kg. Superphosphaat
250 kg. Chloorpotasch.
In gronden van minder goede hoe
danigheid en met min dan 30.000 kg.
stalmest: 400-600 kg. Sodanitraat
van Chili800 kg. Superphosphaat
300 kg. Chloorpotasch.
lil
r
urn
De medewerkers zijn verantwoordelijk voor hunne bijdragen.
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen.
Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.
ils
d
Ingezonden.