HET PORTRET
V
De
üitïoe
mede
m
Leenin^
Bij Raymond De Me
NOVELLE
Maarten, ga je nog uit
Deze vraag werd gericht door eene
jonge, mooie vrouw die bij 't uitspreken
dezer woorden overeind rees uit haar
ligstoel en daarbij ietwat angstig opkeek
naar haar man, Maarten Pauwels die
met onverschillig gelaat zijn overjas aan-
schoot.
Er kwam even 'n spottenden trek om
z,n mondhoeken, toen hij antwoordde
Deert het je wat, Elze, dat ik nog
wegga
Mijn hemel, vraag jij dat Weet
je soms niet dat het deze week reeds den
derden avond is dat je me alleen laat
met tante
Hij schokschouderde.
Ik moet vanavond op de vergade-
ring zijn, Elze. Hoogstens binnen een
paar uur ben ik terug.
Binnen een paar uur Kun je nu
niet eenmaal die vergadering laten door
gaan zonder jou
Ze kwam naar hem toe en sloeg hem
streelend de armen om den hals.
Toe, Maarten, doe nu eens iets
vaor mij.
Eize, ik kan niet.
wee
lk moet beslist
Ze trok snel hare armen terug en
deinsde achteruit. Haar gelaat betrok en
m baar oogen leefde een kouden, vreem
den blik, die Maarten sinds hun zes
maand huwelijksleven maar al te wel
kende,
J(j geeft ook niets om me, zei ze
hard en toonloos.
Och toe, Elze, dat weet je wel
beter
Hij zei dat met 'n klank in zijn stem
vol diepe liefde en wou opbaar toe, doch
-e weerde hem af en deinsde zelf nog
meer terug. Haar slanke gestalte rekte
zich trotsch en fier.
Ga maar, zei ze, hem vlak in het
gelaat blikkend. Ik weet wat me in 't
vervolg te doen staat.
Hij schrikte bij den toon harer stem.
Elze, wat beteekenen die woorden
Ze lachte scherp, te fier om haar
smart te verraden.
Jij wil je roeping volgen, nietwaar
r.n dat je ondertusschen je vrouw ver
waarloost, dat je je betrekking aan de
bank reeds verloren hebt daardoor, dat
vergeet je Je moet schilder zijn
Uelukkig dat je vrouw wat bruidschat
had, zooniet had hier in huis het spook
van gebrek reeds zijn scepter gezwaaid.
Hij was, terwijl zij sprak, witter ge
worden dan was, en heel zijn gelaat
kreeg een uitdrukking van grievend leed.
Elze, dat durf jij me in 't gelaat
slingeren zei hij met moeite.
Ze keek vlak naast hem, en ging op
gewonden voort, alsof ze niet besefte
dat ieder woord nieuwe wonden sloeg
tn zijn ziel
Je hebt reeds drie maanden geleefd
als een rentenier, en dat omdat je je ge
dekt voelt door mijn geld. Je vindt het
niet eens laf je dagen in ledigheid door
te brengen je gaat op in je kunst, Je
kunst, ze lachte nogmaals kort en hoo-
nend, alsof die kunst in ons beider onder
houd kon voorzien.
Hij kreunde smartelijk en bracht met
een pijnlijk gebaar de hand aan het hart,
terwijl in zijn oogen de oneindigheid lag
van zijn groote smart en teleurstelling.
Een oogenblik leek het of hij wou naar
haar snellen. Elze zag het gebaar en iets
als berouw, om hare driftige woorden,
kwam in haar.
Toen miek hij een korte, opperste po
ging op zichzelf en langzaam, geleidelijk
werd zijn gelaat strak en hard, en hij
zei diep ademhalend
- Elze zijne stem klonk 200 vreemd
en beslist dat ze er van schrok en onwil
lekeurig rilde - de hemel zij mijn ge
tuige dat ik je lief, zielslief heb... Doch
thans heb je me beleedigd in *t liefste dat
ik bezit, namelijk mijn kunstgevoel Je
hebt op mijn ziel getrapt, koud en on-
meedoogend, zooals ik nimmer van jou
vermoeden kon. Ik dank je om je open
hartigheid... Je hebt mede oogen geo
pend en me tevens gewaarschuwd voor
de toekomst. - Hij haalde nogmaals
diep adem en vervolgde, met haast rus
tige stem, die bijna onmerkbaar trilde.
Ik zal je geen enkel verwijt toesturen
want eens zal je eigen geweten zich
daarmee gelasten... En thans ga ik naar
de vergadering
Ze staarde hem met ontzetting in het
strakke, bleeke gelaat,
Diep in haar groeide plots het groote
berouw om haar onbekookten uitval en
heel haar wezen verlangde er naar alles
weer goed te maken, zich weer in de ge
liefde armen te werpen en hem deemoe
dig om vergeving te vragen, edoch haar
koppige, trotsche natuur dreef die op
borreling van goede gevoelens brutaal
terug en legde op haar mooi gelaat een
kouden, onwilligen trek.
IJ? een, onbewuste opwelling zijner
liefde naderde hij haar en wou ze noa
een zoen geven.
Ze trok bruusk achteruit.
Alsof hij een slag in volle gelaat ont
ving, wankelde Maarten terug, met 'n
gesmoorde snik in de keel...
Ook dat nogfluisterde hij schor.
Zich omwendend ging hij langzaam het
woonvertrek uit.
fl Elze zag nog even als door een nevel,
zijn door smart gebogen gestalte in de
gang verdwijnen, en hoorde zijn tragen
tred op de plaveien. Een oogenblik leek
het haar of hij bleef stilstaan, als ver
wachtte hij nog een woord, een teeken
van haar, dat hem zou terug roepen, toen
viel de straatdeur met doffen bons dicht.
Een standbeeld gelijk stond de jonge
vrouw in het midden van het vertrek, de
bruine oogappels wijd starend als naar
iels ontzettends.wantstilaan verkrampte
haar gelaat tot een uitdrukking van hevi-
gen angst.
En plots sloeg de groote wroeging als
een vlijmend zwaard in haar ziel! Haar
koppigheid en trots vielen als een onnut
ten mantel weg om haar te laten staren
in de naakte, huiveringwekkende waar-
hcidze had IVIaarteo.heni dien ze ver-
eerde en liefhad met de volheid van haar
ziel, doodelijk gegriefd...
Het bewustzijn harer dolle, onbesuis
de daad drong stilaan diep en dieper in
haar en schudde een berouw wakker,
gepaard met een zoo hevige smart, dat
ze met een zachten kreet in haar ligstoel
neerzonk en met het hoofd op de leuning
heftig en diep-smartelijk begon te
snikken.
Zoo vond Tante haar. enkele minuten
en verbaasd trad de oude vrouw
op haar toe, met de angstige vraag:
Elze, kind. wat scheelt er?
Alleen Elze's luid gesnik antwoordde
haar.
Zacht en meelijdend lichtte tante Suze
het blonde kopje op.
Komaan, spreek nu eens! Leg me
uit 1
Elze keek met verwrongen gelaat en
traan-gevulde oogen haar tante aan.
Maarten is weg, tante stamel
de ze.
Wat wil je zeggen, Elze?
De jonge vrouw schudde wild het
hoofd, terwijl ze kreunde
Tante, ik ben het ellendigste schep
sel van de wereld. O, ik voel voor me
zelf verachting
Zacht sussend lei de oude vrouw haar
arm om Elze's schouders.
Komaan, niet zoo opgewonden.
Wat is er gebeurd
Ik heb daareven met Maarten een
hevige scène gehad.Ikheb hem beleedigd
tot in de ziel, tante!
Ooen ditmaal week het meelij uit
tante s goedige wezenstrekken om plaats
te maken voor eene bezorgde uitdruk
king. Komaan, zeg me alles
Snikkend en als gebroken vertelde
Elze alles en langzamerhand versomber
de tante s gelaat tot een strenge plooi.
Nogmaals je koppig, trotsch karak
ter zei ze hard Je hebt een beste
echtgenoot, die je op de handen dragen
zou. en ra plaats dat je hem die liefde
met woeker zoudt teruggeven, ben je ha
telijk en wreed als een onbezonnen kind.
je moest je schamen 1
O, tante, dat doe ik reeds, stamelde
de jonge vrouw snikkend, Ik heb zoo 'n
diep berouw om die bui, want ik heb
Maarten lief, onzeglijk lief,
Dat moest je maar nooit vergeten
zei de oude vrouw zacht. Misschien is
het nu reeds te laat!
Met een angstigen kreet vloog Elze
op en greep haar tante driftig bij den
arm.
Tante, wat wil je zeggen?
Tante Suze streek met een zucht de
hand over het gerimpeld voorhoofd.
Mannen met karakter zooals
Maarten, zei ze zacht, zijn vaak door
een beleediging als deze tot in de ziel
getroffen en vergeten noch vergeven die
nimmer.
Kind. ik vrees dat je Maarten dezen
avond niet rulr moeten verwachten.
j Z Gl?0tZ 0oede God! eea doo-
dehjke bleekheid overtoog Elze's gelaat
en smartelijk kreunend sloeg ze de han
den op den jagenden boezem Tante.
dat... dat denk je toch niet
De oude vrouw schudde meewaria
het grijze hoofd.
Elze, Maarten is een kunstenaar
en ik voorspel je dat hij eenmaal be
roemd zal worden. Zulke menscben
voelen vaak veel dieper dan wij.
Zacht jammerend zonk Elze terug om
haar diep leed uit te snikken, lang, zeer
lang, zoodat tante Suze even de tranen
in de oogen kreeg van diep meelij.
Tot laat in den nacht zaten beide
vrouwen in het woonvertrek, opschrik
kend bij ieder gerucht dat van de straat
tot hen kwam. Ontelbare malen was
Elze met een ruk overeind gevlogen
verwachtend, hopend, denkend dat zé
gerucht hooide aan de straatdeur, en
telkens was ze met een moedeloozen
zucht teruggezonken, voelend met ieder
uur de bange vrees tot een verpletteren
de waarheid groeien
Maarten kwam dien avond niet terug
en ook de volgende dagen bleef het huis
eenzaam. Alleen twee vrouwen leefden
er stil en afgetrokken. Twee vrouwen
waarvan de jongste, dag na dag, duide
lijker de sporen op het gelaat droeg van
diep, ontzettend zieleleed.
Ongeveer vijftien maanden na het
hierboven verhaalde schreden twee
vrouwen, gekleed in deftig zwart door
de straten van Brussel. De jongste, die
nauw vijf en twintig jaar tellen kon, had
een mooi, fijn gelaat met warme bruine
oogen. oogen die immer vochtig glans
den, alsof daarin de herinnering leefde
aan een sleepende smart. Meer nog
verhoogde dien indruk wanneer men by
naaere beschouwing de fijne trekken van
het gelaat ontleedde. Daarop lag steeds,
als vastgegroeid, een waas van stille
melancholie en lijdzame berusting.
Hoeven we nog te zeggen dat de bei
de vrouwen Elze Godevaert en tante
buze waren Elze, die, toen ze tot de
verpletterende zekerheid gekomen was,
dat ivlaarfen niet terugkwam, in een
zware, doodelijke ziekte gevallen was
die weken lang beworsteld werd met den'
moed der wanhoop door tante Suze.
Elze herstelde langzaam, heel lang
zaam, edoch toen ze terug in het groote
leven trad, was een mooie illuzie dood
in haar. Dat wat haar vroeger dag na
dag nieuwen levenslust schonk, vond ze
niet meer, hij was weg,wellicht voor
immer, hij dien ze in haar ijlkoortsen
geroepen had, Maarten dien ze beminde
meer dan ooit, omdat ze wist dat ze
schuldig was.
Gelouterd door haar eigen daad,
begreep de jonge vrouw thans eerst wat
laarten voor haar geweest was, hij,
altijd zoo goed. zoo gelijkmoedig, haar
nukken en buien zwijgend verdragend
en sussend.
Nu ook was het een terugslag van
haar vorige aanvallen op Maarten's
kunstgevoel had ze stilaan een zekere
voorliefde voelen ontbloeien voor kunst
werken en haar eenige ontspanning in
haar eenzaamheid bestond hierin dat ze
samen met haar oude tante de kunstga
lerijen in schilderij-tentoonstellingen
grag bezoeken. Daar, ten minste, voelde
ze zich ietwat dichter bij den geliefden
afwezige die zoo spoorloos verdwenen
was.
I hans ook was ze weer op weg om
een tentoonstelling te bezoeken. Dwars
door het drukke gewoel der hoofdstad
leidde ze haar tante naar de ruime zaal,
die slechts een paar dagen geleden geo
pend was en waarin de jongere meesters
der edele kunst hun doeken tentoon
stelden.
Er was tamelijke belangstelling en
slechts langzaam geraakten de beide
vrouwen van doek rot doek. Eén trok
bijzonder de aandacht der bezoekers en
daarrond verdrong zich dan ook veel
vok Ook Elze en haar tante trachtten
het doek te naderen,iets wat hen na vele
pogingen toch eindelijk gelukte.
Het tentoongestelde werk was ruim
twee meter hoog, op dezelfde breedte
en droeg voor titel Lente Het steldé
een jonge, mooie vrouw voor, die, licht
gracieus gekleed, peinzend stond te sta
ren naar een der eerste vergeet-me-
nietjes die ze in de blanke, fijne vinge
ren hield. Rond haar vierde de natuur
haar Lentefeest in stralend, jong licht.
Het geheel had eene frischheiden diepte
die den aanschouwer letterlijk boeide,
Elze richtte de vochtig-bruine oogen
op het doek, en kon een ha van
verrassing niet heelemaal onderdrukken.
i ante, kijk fluisterde ze haast
onhoorbaar,terwijl een doodelijke bleek
heid over haar gelaat kwam
De oude vrouw bekeek het schilderij
en evenals Elze daar zooeven slaakte
ze een gesmoorden kreet.
De jonge vrouw op het doek was het
sprekend evenbeeld van Elze, meer nog,
was Elze zelf, Elze. die stralend van
jeugd en schoonheid, daar stond als de
bloeiende Lente zelf.
Intusschen waren de twee gesmoorde
uitroepen niet onbemerkt doorgegaan,
want enkele toeschouwers keerden zich
om en keken de dames aan. Eén oogen
blik slechts, toen kwam er een uitdruk
king van ongekunstelde verbazing
hun gelaat en machinaal keken ze
naar het doek, om dan, evenals cuze,
te beseffen dat beide vrouwen dame
en portret identiek waren.
Elze voelde zich vuurrood worden,
toen ze al die onderzoekende blikken
op zich voelde samengetrokken en ver
ward en ontsteld wendde ze zich af.
Haar oude natuur kreeg meteen weer
de bovenhand en innerlijk voelde ze zich
toornig worden. Wie ter wereld waag
de het haar portret hier in deze galerij
ten toon te stellen Dat was eene ge
meenheid die haar woedend miek.
Enkele seconden dacht ze, sprakeloos
en met op elkaar geklemde lippen na,
doch vond geen uitweg Toen wendde
ze zich beslist tot een bejaard heer die
naast haar stond.
Zoudt u me niet kunnen zeggen,
mijnheer - vroeg ze met trillende stem
hoe de kunstenaar heet die dit doek
tentoonstelt
De aangesprokene raakte even voor
komend zijn hoed aan.
De naam staat er op, geloof ik,
mevrouw Frans Allaert.
En weet u ook zijn adres
u~JaYe>- mevrouw voor het oogen
blik heeft hij zijn intrek genomen in de
stad zelve, Jean Stasstraat, 24, edoch
binnen enkele dagen gaat hij naar den
buiten waar hij 'n nette cottage heeft.
Elze bedankte denspraakzamen, vrien
dlijken heer hoffelijk en verliet toen
met haar tante de zaal, nieuwsgierig
nagestaard door velen, die zich afvroe
gen waarom die vrouw, die blijkbaar als
model gediend had voor het schilderii,
200 gejaagd naar een adres vroeg dat
zij voorzeker toch moest kennen.
Intusschen waren beide vrouwen
reeds op straat en dan eerst nam tante
Suze het woord om verbaasd te vragen:
Elze, waar wil je naartoe
Nog altijd lag er 'n diepe blos van
opwinding op het mooie gelaat der jon-
ge vrouw en in hare oogen lichtte een
toornigen gloed.
Waar ik heen wil. Tante Naar
dien schilder wil ik. Ik moet weten wie
hem het recht gaf mij op het doek te
brengen. Het mag nog zoo goed een
kunstgewrocht zijn, toch is het gemeen
wat hij gedaan heeft.
De oude vrouw zuchtte,
j Kind, je trekt je wat over het hoofd.
Heb jij er soms iets tegen, Tante
ua dan maar gerust naar huis of wacht
me ergens op. Ik moet het weten
Ik zal met je meegaan, doch ik zal
in de straat wachten. Elze. Ik vrees dat
je in je opgewonden toestand weer iets
onzinnigs gaat uithalen.
Elze antwoordde niet doch hielp de
oude vrouw in een tramrijtuig dat juist
aanrolde.
Ongeveer een twintigtal minuten na
dien, stond Eize alleen voor een geslo
ten huis in de Jean Stasstraat, terwijl
tante langzaam de straat in wandelde.
De jonge vrouw schelde aan met
vaste hand.
Enkele seconden verliepen en reeds
meende ze een tweede maal met een
driftig gebaar te schellen, toen de deur
geopend werd door een reeds bejaarde
vrouw.
Elze overschreed snel de stoep en
stond in een schaarsch verlichte, smalle
gang.
Den heer Frans Allaert vroeg de
jonge vrouw kort.
j Die woont hier, mevrouw.
Vraag hem dan even of bij enkele
oogenblikken beschikbaar heeft.
De stem der jonge vrouw klonk zoo
snijdend dat de andere even verrast op
keek, toen boog ze, en opende de deur
van een zijvertrek.
Wil U even wachten, mevrouw,
lk zal mijnheer verwittigen.
Elze trad de kamer binnen, terwijl de
meid wegslofte.
Zenuwachtig deed Elze een paar pas
sen ra het vertrek, bekeek zich toen in
den grooten spiegel op den schouwman
tel en schikte inderhaast haar hoed en
lokken. Om haar lippen lag een koude,
misprijzende trek. terwijl ze innerlijk
zichzelf opwond, om dien kunstschilder
eens duchtig de waarheid te zeggen.
Wat denken die artisten wel Of weten
ze dan niet meer dat ook de kunst gren
zen heeft die niet straffeloos mogen
overschreden worden
n- Deze^P der0e!ijke gedachten door
Ihtsten Elze s brein en wonden haar nog
meer op. Er verliepen reeds enkele mi
nuten en het wachten prikkelde haar
nog meer. Deze had ook nog de gave
der onbeleefdheid tegenover dames
Terwijl Elze in zichzelf deze opmer
king miek ging de deur open en op den
Hij troonde haar mee naan
leunstoel en zette haar, als
zijn knieëo" - -
Ze lachte vol innigheid co
de armen om den hals.
O, wat ben ik gelukkig
En dat alles heeft dat schild
Hij bekeek haar glimlach
Dat schilderij?
Ik was met tante naai|
toonstelling gegaan en zag
schilderij waarop ik afge!
Maarten, het griefde me
ongevraagd, mijn portret gesc
en ik vroeg het adres van dit 1
Zoo kwam ik naar hier, en omtren
drempel stond de kunstschilder.
op
terug
Elze,
er°c>tscbulcligf mij, mevrouw...
hij brak plots zija begonnen volzin af en
zou hem voorzeker nimmer voleinden
want er gebeurde iets verrassends.
Elze stond met den rug naar de deur
gekeerd toen bij binnentrad.
Bij het hooren van den klank zijner
stem was het de jonge vrouw of de bodem
onder haar zich begaf en vlugger dan de
gedachte wendde zij zich om, en staarde
hem die sprak in het gelaat... Toen stok
te hij...
Er was 'n groote stilte in het vertrek,
stilte waarin twee menschen wier
oogen als gekluisterd aan eikaars gloed,
ineen ihtseD, met zwoegende borst en
hoorbaren hartslag, onbeweeglijk stil
stonden; hij met de hand nog aan den
deurknop, zij met de beide handen op den
jagenden boezem.
Maarten
Die kreet waarin tegelijk vreugde, ju
bel zaligheid en liefde doortrilden scheur-
J de los van de lippen der jonge vrouw,
en wankelend, wit als linnen, strekte ze
de armen uit.
Ze zou gevallen zijn zoo niet de schil
der met een enk'len sprong zich voor
haar bevonden had om haar in zijn ar
mer op te vangen. Met gesloten oogen,
rillend als ra koorts.vlijdde ze haar hoofd
aan zijn borst, waarin ze zijn hart voelde
hameren, wild en bonzend.
Toen zonk ze op de knieën en
snikkend het hoofd.
Maarten, vergiffenis!
Hij tilde haar snel op en drukte ze
nogmaals aan zijne breede borst, al fluis-
terend i
Elze, krijg ik nu den zoen dien ge
me toen weigerdet?
Ze stiet een zwak gekreun uit, vatte
zijn hoofd in bei haar handen, en drukte
hare lippen lang en innig op zijn b|eeke
klamme voorhoofd,en lachend en schrei
end1 ^gelijk, zoende ze hem nog harts
tochtelijk herhaalde malen, terwijl ze on
bewust, steeds maar herhaalde
Ha', kaarten!... Mijn lieve, lieve
Maarten! Eindelijk 1
Ze werd het niet moe en drong zich
dicht tegen hem aan, rillend van groot
geluk. w
boog
Varkensmarkt, 23, Aalst
zijn alle dagen beste soort inland
en HOLLANDSCHE kalfkoeia
kalfvaarzen te koop. Gekalfde
kalfde. Men verwisselt voor
vet vee.
Aalst, drukkerij, "De Koornbloa
Zeëbergkaai.
deren e
varken:
slachtv
Gele
commis
in haar
Be
Artil
na
ve
1°
2° Ri
afval di
gekoelc
Deu
ten, ve
schotel:
waarva
kilograi
Art,
den dat
teur bel
Bruss
De tx
kens ziji
gemeen
dien schilder vind ik jou.
En ook den schilder,
Ze bekeek hem met verwi
haar stralende oogen.
Frans Allaert en ik 3
persoon. Ik draag dien naam
recht want je weet dat mi,
ook Frans is terwijl mijn moei
hep.te' een, u<*
Elze begreep plots. Hoe ha beid, A
vroeger aan gedacht. 2or{
Hij bekeek haar glimlachen van
ze nogmaals innig en lang-"en:
Weet je. Elze. toen ik 01
maand van jou wegging was i
getroffen door je woorden c
zelf zwoer me eerst een toekom
pen op eigen krachten, aleer
jou terugkwam. Ik ben de Fauic«
doorbrengen bij een mijner vri pakmid
daags nadien afreisde naar Par uitvoer
hem vergezeld, heb ginds in
zwoegd en gearbeid, terwijl i
brek leed, edoch ik was kopp
delijk was het lot mij gunstig,
ongeveer zes maanden geleden,
ste werken ten toon en ver
doeken voor twaalf duizend
was de grondslag van het forti
ik thans bezit.
Ik kreeg nu een zekere be
en mijn doeken werden ver
hooge prijzen. Al dien tijd dac
jouIk keerde terug naar Belgis
oude woning op, doch vond a
heb dan, maanden lang, tevei
laten opzoeken, en diep in mij
vaak iets als wroeging, omdat i
je te zwaar gestraft te hebber,
heb geleden, verschrikkelijk geit
jou en om mijn liefde.
Ze lei hem liefdevol de blan
op de lippen.
Wij hebben saam geleden
ten. Ik heb mijn straf verdient
er je om, want het leed heeft
vormd.
Ze sprong plots van zijne kni
een opkomende gedachte.
God, daar dacht ik niet 1
Maarten, tante Suze wacht op
straat.
En vlug als een hinde, alsof dt
ae haar verjongd en nieuwe levei
geschonken had, snelde ze naardt
deur en opende ze.
Op het gaanpad, aan den
gestelden kant stond tante Sua
naar de deur te kijken, met op
laat de duidelijkste kenteekenen
geduld.
De goede vrouw schrikte
haar wenkte en gejaagd stak ze dl
over en bekeek Elze ondervraoi
verrast.
Goede hemel, Elze, je lijkt;»
anderd. Wat is daarbinnen gebei
Elze nam haar eenvoudig bij
en troonde haar mee.
Kom en zie zei ze met een
kig lachje.
Wanneer beiden in het vertrc
men waar Maarten hen opwachttt
het goede oudje bijna eene beroer
overdadige vreugde, toen Elze zii
een lach van geluk in de armen
Van Maarten, dien ze voor immer
ren waanden.
In een gebaar van sprakeloozt
rassing sloeg ze de handen in elkai
keek beiden beurteling^ met oog
zich ras overfloersten met warme tr
ze zeeg in een luinstoel neer en
-.ai.ht te schreien van overgroot
omdat ze haar twee lievelingen zc
j goed vereend wist voor immer.
April 1926.
I Van den Broeck
De
DeV
tober 1.1
maakt
met 3,7
't geen
750.000
Japan
59,736,7
U. S. A
(62,475,
zijn steil
optellint
genoeg 1
bracht
Wat
den ook
king gre
heeft n
30,012,?
wen, du;
voordee
In de
wel is w
doch hie
met het
jaarlijks
Elder
Japan
(men ne
vlakte o
enz
De st
uit voor
centra e
Osaka
Tokio H
Nagoya
Kyoto
t Kobe
oog Yokoha
Die c
niet
Leerling
8 Ree
betalen
8 reel
Reek:
102081,
Nu
Reek;
250 000
Reek:
uitbetaa
Een 1
kijken d
ren was
hij. De 1
sprak o]
stand v;
gij dat r
het ant
maar
landmat
gelegd
goeie ol
p i I 1 1 ovIllJUCI tt »,lJO 't.f
CU
en 01
mage
0 Ki