HET PORTRET V De üitïoe mede m Leenin^ Bij Raymond De Me NOVELLE Maarten, ga je nog uit Deze vraag werd gericht door eene jonge, mooie vrouw die bij 't uitspreken dezer woorden overeind rees uit haar ligstoel en daarbij ietwat angstig opkeek naar haar man, Maarten Pauwels die met onverschillig gelaat zijn overjas aan- schoot. Er kwam even 'n spottenden trek om z,n mondhoeken, toen hij antwoordde Deert het je wat, Elze, dat ik nog wegga Mijn hemel, vraag jij dat Weet je soms niet dat het deze week reeds den derden avond is dat je me alleen laat met tante Hij schokschouderde. Ik moet vanavond op de vergade- ring zijn, Elze. Hoogstens binnen een paar uur ben ik terug. Binnen een paar uur Kun je nu niet eenmaal die vergadering laten door gaan zonder jou Ze kwam naar hem toe en sloeg hem streelend de armen om den hals. Toe, Maarten, doe nu eens iets vaor mij. Eize, ik kan niet. wee lk moet beslist Ze trok snel hare armen terug en deinsde achteruit. Haar gelaat betrok en m baar oogen leefde een kouden, vreem den blik, die Maarten sinds hun zes maand huwelijksleven maar al te wel kende, J(j geeft ook niets om me, zei ze hard en toonloos. Och toe, Elze, dat weet je wel beter Hij zei dat met 'n klank in zijn stem vol diepe liefde en wou opbaar toe, doch -e weerde hem af en deinsde zelf nog meer terug. Haar slanke gestalte rekte zich trotsch en fier. Ga maar, zei ze, hem vlak in het gelaat blikkend. Ik weet wat me in 't vervolg te doen staat. Hij schrikte bij den toon harer stem. Elze, wat beteekenen die woorden Ze lachte scherp, te fier om haar smart te verraden. Jij wil je roeping volgen, nietwaar r.n dat je ondertusschen je vrouw ver waarloost, dat je je betrekking aan de bank reeds verloren hebt daardoor, dat vergeet je Je moet schilder zijn Uelukkig dat je vrouw wat bruidschat had, zooniet had hier in huis het spook van gebrek reeds zijn scepter gezwaaid. Hij was, terwijl zij sprak, witter ge worden dan was, en heel zijn gelaat kreeg een uitdrukking van grievend leed. Elze, dat durf jij me in 't gelaat slingeren zei hij met moeite. Ze keek vlak naast hem, en ging op gewonden voort, alsof ze niet besefte dat ieder woord nieuwe wonden sloeg tn zijn ziel Je hebt reeds drie maanden geleefd als een rentenier, en dat omdat je je ge dekt voelt door mijn geld. Je vindt het niet eens laf je dagen in ledigheid door te brengen je gaat op in je kunst, Je kunst, ze lachte nogmaals kort en hoo- nend, alsof die kunst in ons beider onder houd kon voorzien. Hij kreunde smartelijk en bracht met een pijnlijk gebaar de hand aan het hart, terwijl in zijn oogen de oneindigheid lag van zijn groote smart en teleurstelling. Een oogenblik leek het of hij wou naar haar snellen. Elze zag het gebaar en iets als berouw, om hare driftige woorden, kwam in haar. Toen miek hij een korte, opperste po ging op zichzelf en langzaam, geleidelijk werd zijn gelaat strak en hard, en hij zei diep ademhalend - Elze zijne stem klonk 200 vreemd en beslist dat ze er van schrok en onwil lekeurig rilde - de hemel zij mijn ge tuige dat ik je lief, zielslief heb... Doch thans heb je me beleedigd in *t liefste dat ik bezit, namelijk mijn kunstgevoel Je hebt op mijn ziel getrapt, koud en on- meedoogend, zooals ik nimmer van jou vermoeden kon. Ik dank je om je open hartigheid... Je hebt mede oogen geo pend en me tevens gewaarschuwd voor de toekomst. - Hij haalde nogmaals diep adem en vervolgde, met haast rus tige stem, die bijna onmerkbaar trilde. Ik zal je geen enkel verwijt toesturen want eens zal je eigen geweten zich daarmee gelasten... En thans ga ik naar de vergadering Ze staarde hem met ontzetting in het strakke, bleeke gelaat, Diep in haar groeide plots het groote berouw om haar onbekookten uitval en heel haar wezen verlangde er naar alles weer goed te maken, zich weer in de ge liefde armen te werpen en hem deemoe dig om vergeving te vragen, edoch haar koppige, trotsche natuur dreef die op borreling van goede gevoelens brutaal terug en legde op haar mooi gelaat een kouden, onwilligen trek. IJ? een, onbewuste opwelling zijner liefde naderde hij haar en wou ze noa een zoen geven. Ze trok bruusk achteruit. Alsof hij een slag in volle gelaat ont ving, wankelde Maarten terug, met 'n gesmoorde snik in de keel... Ook dat nogfluisterde hij schor. Zich omwendend ging hij langzaam het woonvertrek uit. fl Elze zag nog even als door een nevel, zijn door smart gebogen gestalte in de gang verdwijnen, en hoorde zijn tragen tred op de plaveien. Een oogenblik leek het haar of hij bleef stilstaan, als ver wachtte hij nog een woord, een teeken van haar, dat hem zou terug roepen, toen viel de straatdeur met doffen bons dicht. Een standbeeld gelijk stond de jonge vrouw in het midden van het vertrek, de bruine oogappels wijd starend als naar iels ontzettends.wantstilaan verkrampte haar gelaat tot een uitdrukking van hevi- gen angst. En plots sloeg de groote wroeging als een vlijmend zwaard in haar ziel! Haar koppigheid en trots vielen als een onnut ten mantel weg om haar te laten staren in de naakte, huiveringwekkende waar- hcidze had IVIaarteo.heni dien ze ver- eerde en liefhad met de volheid van haar ziel, doodelijk gegriefd... Het bewustzijn harer dolle, onbesuis de daad drong stilaan diep en dieper in haar en schudde een berouw wakker, gepaard met een zoo hevige smart, dat ze met een zachten kreet in haar ligstoel neerzonk en met het hoofd op de leuning heftig en diep-smartelijk begon te snikken. Zoo vond Tante haar. enkele minuten en verbaasd trad de oude vrouw op haar toe, met de angstige vraag: Elze, kind. wat scheelt er? Alleen Elze's luid gesnik antwoordde haar. Zacht en meelijdend lichtte tante Suze het blonde kopje op. Komaan, spreek nu eens! Leg me uit 1 Elze keek met verwrongen gelaat en traan-gevulde oogen haar tante aan. Maarten is weg, tante stamel de ze. Wat wil je zeggen, Elze? De jonge vrouw schudde wild het hoofd, terwijl ze kreunde Tante, ik ben het ellendigste schep sel van de wereld. O, ik voel voor me zelf verachting Zacht sussend lei de oude vrouw haar arm om Elze's schouders. Komaan, niet zoo opgewonden. Wat is er gebeurd Ik heb daareven met Maarten een hevige scène gehad.Ikheb hem beleedigd tot in de ziel, tante! Ooen ditmaal week het meelij uit tante s goedige wezenstrekken om plaats te maken voor eene bezorgde uitdruk king. Komaan, zeg me alles Snikkend en als gebroken vertelde Elze alles en langzamerhand versomber de tante s gelaat tot een strenge plooi. Nogmaals je koppig, trotsch karak ter zei ze hard Je hebt een beste echtgenoot, die je op de handen dragen zou. en ra plaats dat je hem die liefde met woeker zoudt teruggeven, ben je ha telijk en wreed als een onbezonnen kind. je moest je schamen 1 O, tante, dat doe ik reeds, stamelde de jonge vrouw snikkend, Ik heb zoo 'n diep berouw om die bui, want ik heb Maarten lief, onzeglijk lief, Dat moest je maar nooit vergeten zei de oude vrouw zacht. Misschien is het nu reeds te laat! Met een angstigen kreet vloog Elze op en greep haar tante driftig bij den arm. Tante, wat wil je zeggen? Tante Suze streek met een zucht de hand over het gerimpeld voorhoofd. Mannen met karakter zooals Maarten, zei ze zacht, zijn vaak door een beleediging als deze tot in de ziel getroffen en vergeten noch vergeven die nimmer. Kind. ik vrees dat je Maarten dezen avond niet rulr moeten verwachten. j Z Gl?0tZ 0oede God! eea doo- dehjke bleekheid overtoog Elze's gelaat en smartelijk kreunend sloeg ze de han den op den jagenden boezem Tante. dat... dat denk je toch niet De oude vrouw schudde meewaria het grijze hoofd. Elze, Maarten is een kunstenaar en ik voorspel je dat hij eenmaal be roemd zal worden. Zulke menscben voelen vaak veel dieper dan wij. Zacht jammerend zonk Elze terug om haar diep leed uit te snikken, lang, zeer lang, zoodat tante Suze even de tranen in de oogen kreeg van diep meelij. Tot laat in den nacht zaten beide vrouwen in het woonvertrek, opschrik kend bij ieder gerucht dat van de straat tot hen kwam. Ontelbare malen was Elze met een ruk overeind gevlogen verwachtend, hopend, denkend dat zé gerucht hooide aan de straatdeur, en telkens was ze met een moedeloozen zucht teruggezonken, voelend met ieder uur de bange vrees tot een verpletteren de waarheid groeien Maarten kwam dien avond niet terug en ook de volgende dagen bleef het huis eenzaam. Alleen twee vrouwen leefden er stil en afgetrokken. Twee vrouwen waarvan de jongste, dag na dag, duide lijker de sporen op het gelaat droeg van diep, ontzettend zieleleed. Ongeveer vijftien maanden na het hierboven verhaalde schreden twee vrouwen, gekleed in deftig zwart door de straten van Brussel. De jongste, die nauw vijf en twintig jaar tellen kon, had een mooi, fijn gelaat met warme bruine oogen. oogen die immer vochtig glans den, alsof daarin de herinnering leefde aan een sleepende smart. Meer nog verhoogde dien indruk wanneer men by naaere beschouwing de fijne trekken van het gelaat ontleedde. Daarop lag steeds, als vastgegroeid, een waas van stille melancholie en lijdzame berusting. Hoeven we nog te zeggen dat de bei de vrouwen Elze Godevaert en tante buze waren Elze, die, toen ze tot de verpletterende zekerheid gekomen was, dat ivlaarfen niet terugkwam, in een zware, doodelijke ziekte gevallen was die weken lang beworsteld werd met den' moed der wanhoop door tante Suze. Elze herstelde langzaam, heel lang zaam, edoch toen ze terug in het groote leven trad, was een mooie illuzie dood in haar. Dat wat haar vroeger dag na dag nieuwen levenslust schonk, vond ze niet meer, hij was weg,wellicht voor immer, hij dien ze in haar ijlkoortsen geroepen had, Maarten dien ze beminde meer dan ooit, omdat ze wist dat ze schuldig was. Gelouterd door haar eigen daad, begreep de jonge vrouw thans eerst wat laarten voor haar geweest was, hij, altijd zoo goed. zoo gelijkmoedig, haar nukken en buien zwijgend verdragend en sussend. Nu ook was het een terugslag van haar vorige aanvallen op Maarten's kunstgevoel had ze stilaan een zekere voorliefde voelen ontbloeien voor kunst werken en haar eenige ontspanning in haar eenzaamheid bestond hierin dat ze samen met haar oude tante de kunstga lerijen in schilderij-tentoonstellingen grag bezoeken. Daar, ten minste, voelde ze zich ietwat dichter bij den geliefden afwezige die zoo spoorloos verdwenen was. I hans ook was ze weer op weg om een tentoonstelling te bezoeken. Dwars door het drukke gewoel der hoofdstad leidde ze haar tante naar de ruime zaal, die slechts een paar dagen geleden geo pend was en waarin de jongere meesters der edele kunst hun doeken tentoon stelden. Er was tamelijke belangstelling en slechts langzaam geraakten de beide vrouwen van doek rot doek. Eén trok bijzonder de aandacht der bezoekers en daarrond verdrong zich dan ook veel vok Ook Elze en haar tante trachtten het doek te naderen,iets wat hen na vele pogingen toch eindelijk gelukte. Het tentoongestelde werk was ruim twee meter hoog, op dezelfde breedte en droeg voor titel Lente Het steldé een jonge, mooie vrouw voor, die, licht gracieus gekleed, peinzend stond te sta ren naar een der eerste vergeet-me- nietjes die ze in de blanke, fijne vinge ren hield. Rond haar vierde de natuur haar Lentefeest in stralend, jong licht. Het geheel had eene frischheiden diepte die den aanschouwer letterlijk boeide, Elze richtte de vochtig-bruine oogen op het doek, en kon een ha van verrassing niet heelemaal onderdrukken. i ante, kijk fluisterde ze haast onhoorbaar,terwijl een doodelijke bleek heid over haar gelaat kwam De oude vrouw bekeek het schilderij en evenals Elze daar zooeven slaakte ze een gesmoorden kreet. De jonge vrouw op het doek was het sprekend evenbeeld van Elze, meer nog, was Elze zelf, Elze. die stralend van jeugd en schoonheid, daar stond als de bloeiende Lente zelf. Intusschen waren de twee gesmoorde uitroepen niet onbemerkt doorgegaan, want enkele toeschouwers keerden zich om en keken de dames aan. Eén oogen blik slechts, toen kwam er een uitdruk king van ongekunstelde verbazing hun gelaat en machinaal keken ze naar het doek, om dan, evenals cuze, te beseffen dat beide vrouwen dame en portret identiek waren. Elze voelde zich vuurrood worden, toen ze al die onderzoekende blikken op zich voelde samengetrokken en ver ward en ontsteld wendde ze zich af. Haar oude natuur kreeg meteen weer de bovenhand en innerlijk voelde ze zich toornig worden. Wie ter wereld waag de het haar portret hier in deze galerij ten toon te stellen Dat was eene ge meenheid die haar woedend miek. Enkele seconden dacht ze, sprakeloos en met op elkaar geklemde lippen na, doch vond geen uitweg Toen wendde ze zich beslist tot een bejaard heer die naast haar stond. Zoudt u me niet kunnen zeggen, mijnheer - vroeg ze met trillende stem hoe de kunstenaar heet die dit doek tentoonstelt De aangesprokene raakte even voor komend zijn hoed aan. De naam staat er op, geloof ik, mevrouw Frans Allaert. En weet u ook zijn adres u~JaYe>- mevrouw voor het oogen blik heeft hij zijn intrek genomen in de stad zelve, Jean Stasstraat, 24, edoch binnen enkele dagen gaat hij naar den buiten waar hij 'n nette cottage heeft. Elze bedankte denspraakzamen, vrien dlijken heer hoffelijk en verliet toen met haar tante de zaal, nieuwsgierig nagestaard door velen, die zich afvroe gen waarom die vrouw, die blijkbaar als model gediend had voor het schilderii, 200 gejaagd naar een adres vroeg dat zij voorzeker toch moest kennen. Intusschen waren beide vrouwen reeds op straat en dan eerst nam tante Suze het woord om verbaasd te vragen: Elze, waar wil je naartoe Nog altijd lag er 'n diepe blos van opwinding op het mooie gelaat der jon- ge vrouw en in hare oogen lichtte een toornigen gloed. Waar ik heen wil. Tante Naar dien schilder wil ik. Ik moet weten wie hem het recht gaf mij op het doek te brengen. Het mag nog zoo goed een kunstgewrocht zijn, toch is het gemeen wat hij gedaan heeft. De oude vrouw zuchtte, j Kind, je trekt je wat over het hoofd. Heb jij er soms iets tegen, Tante ua dan maar gerust naar huis of wacht me ergens op. Ik moet het weten Ik zal met je meegaan, doch ik zal in de straat wachten. Elze. Ik vrees dat je in je opgewonden toestand weer iets onzinnigs gaat uithalen. Elze antwoordde niet doch hielp de oude vrouw in een tramrijtuig dat juist aanrolde. Ongeveer een twintigtal minuten na dien, stond Eize alleen voor een geslo ten huis in de Jean Stasstraat, terwijl tante langzaam de straat in wandelde. De jonge vrouw schelde aan met vaste hand. Enkele seconden verliepen en reeds meende ze een tweede maal met een driftig gebaar te schellen, toen de deur geopend werd door een reeds bejaarde vrouw. Elze overschreed snel de stoep en stond in een schaarsch verlichte, smalle gang. Den heer Frans Allaert vroeg de jonge vrouw kort. j Die woont hier, mevrouw. Vraag hem dan even of bij enkele oogenblikken beschikbaar heeft. De stem der jonge vrouw klonk zoo snijdend dat de andere even verrast op keek, toen boog ze, en opende de deur van een zijvertrek. Wil U even wachten, mevrouw, lk zal mijnheer verwittigen. Elze trad de kamer binnen, terwijl de meid wegslofte. Zenuwachtig deed Elze een paar pas sen ra het vertrek, bekeek zich toen in den grooten spiegel op den schouwman tel en schikte inderhaast haar hoed en lokken. Om haar lippen lag een koude, misprijzende trek. terwijl ze innerlijk zichzelf opwond, om dien kunstschilder eens duchtig de waarheid te zeggen. Wat denken die artisten wel Of weten ze dan niet meer dat ook de kunst gren zen heeft die niet straffeloos mogen overschreden worden n- Deze^P der0e!ijke gedachten door Ihtsten Elze s brein en wonden haar nog meer op. Er verliepen reeds enkele mi nuten en het wachten prikkelde haar nog meer. Deze had ook nog de gave der onbeleefdheid tegenover dames Terwijl Elze in zichzelf deze opmer king miek ging de deur open en op den Hij troonde haar mee naan leunstoel en zette haar, als zijn knieëo" - - Ze lachte vol innigheid co de armen om den hals. O, wat ben ik gelukkig En dat alles heeft dat schild Hij bekeek haar glimlach Dat schilderij? Ik was met tante naai| toonstelling gegaan en zag schilderij waarop ik afge! Maarten, het griefde me ongevraagd, mijn portret gesc en ik vroeg het adres van dit 1 Zoo kwam ik naar hier, en omtren drempel stond de kunstschilder. op terug Elze, er°c>tscbulcligf mij, mevrouw... hij brak plots zija begonnen volzin af en zou hem voorzeker nimmer voleinden want er gebeurde iets verrassends. Elze stond met den rug naar de deur gekeerd toen bij binnentrad. Bij het hooren van den klank zijner stem was het de jonge vrouw of de bodem onder haar zich begaf en vlugger dan de gedachte wendde zij zich om, en staarde hem die sprak in het gelaat... Toen stok te hij... Er was 'n groote stilte in het vertrek, stilte waarin twee menschen wier oogen als gekluisterd aan eikaars gloed, ineen ihtseD, met zwoegende borst en hoorbaren hartslag, onbeweeglijk stil stonden; hij met de hand nog aan den deurknop, zij met de beide handen op den jagenden boezem. Maarten Die kreet waarin tegelijk vreugde, ju bel zaligheid en liefde doortrilden scheur- J de los van de lippen der jonge vrouw, en wankelend, wit als linnen, strekte ze de armen uit. Ze zou gevallen zijn zoo niet de schil der met een enk'len sprong zich voor haar bevonden had om haar in zijn ar mer op te vangen. Met gesloten oogen, rillend als ra koorts.vlijdde ze haar hoofd aan zijn borst, waarin ze zijn hart voelde hameren, wild en bonzend. Toen zonk ze op de knieën en snikkend het hoofd. Maarten, vergiffenis! Hij tilde haar snel op en drukte ze nogmaals aan zijne breede borst, al fluis- terend i Elze, krijg ik nu den zoen dien ge me toen weigerdet? Ze stiet een zwak gekreun uit, vatte zijn hoofd in bei haar handen, en drukte hare lippen lang en innig op zijn b|eeke klamme voorhoofd,en lachend en schrei end1 ^gelijk, zoende ze hem nog harts tochtelijk herhaalde malen, terwijl ze on bewust, steeds maar herhaalde Ha', kaarten!... Mijn lieve, lieve Maarten! Eindelijk 1 Ze werd het niet moe en drong zich dicht tegen hem aan, rillend van groot geluk. w boog Varkensmarkt, 23, Aalst zijn alle dagen beste soort inland en HOLLANDSCHE kalfkoeia kalfvaarzen te koop. Gekalfde kalfde. Men verwisselt voor vet vee. Aalst, drukkerij, "De Koornbloa Zeëbergkaai. deren e varken: slachtv Gele commis in haar Be Artil na ve 1° 2° Ri afval di gekoelc Deu ten, ve schotel: waarva kilograi Art, den dat teur bel Bruss De tx kens ziji gemeen dien schilder vind ik jou. En ook den schilder, Ze bekeek hem met verwi haar stralende oogen. Frans Allaert en ik 3 persoon. Ik draag dien naam recht want je weet dat mi, ook Frans is terwijl mijn moei hep.te' een, u<* Elze begreep plots. Hoe ha beid, A vroeger aan gedacht. 2or{ Hij bekeek haar glimlachen van ze nogmaals innig en lang-"en: Weet je. Elze. toen ik 01 maand van jou wegging was i getroffen door je woorden c zelf zwoer me eerst een toekom pen op eigen krachten, aleer jou terugkwam. Ik ben de Fauic« doorbrengen bij een mijner vri pakmid daags nadien afreisde naar Par uitvoer hem vergezeld, heb ginds in zwoegd en gearbeid, terwijl i brek leed, edoch ik was kopp delijk was het lot mij gunstig, ongeveer zes maanden geleden, ste werken ten toon en ver doeken voor twaalf duizend was de grondslag van het forti ik thans bezit. Ik kreeg nu een zekere be en mijn doeken werden ver hooge prijzen. Al dien tijd dac jouIk keerde terug naar Belgis oude woning op, doch vond a heb dan, maanden lang, tevei laten opzoeken, en diep in mij vaak iets als wroeging, omdat i je te zwaar gestraft te hebber, heb geleden, verschrikkelijk geit jou en om mijn liefde. Ze lei hem liefdevol de blan op de lippen. Wij hebben saam geleden ten. Ik heb mijn straf verdient er je om, want het leed heeft vormd. Ze sprong plots van zijne kni een opkomende gedachte. God, daar dacht ik niet 1 Maarten, tante Suze wacht op straat. En vlug als een hinde, alsof dt ae haar verjongd en nieuwe levei geschonken had, snelde ze naardt deur en opende ze. Op het gaanpad, aan den gestelden kant stond tante Sua naar de deur te kijken, met op laat de duidelijkste kenteekenen geduld. De goede vrouw schrikte haar wenkte en gejaagd stak ze dl over en bekeek Elze ondervraoi verrast. Goede hemel, Elze, je lijkt;» anderd. Wat is daarbinnen gebei Elze nam haar eenvoudig bij en troonde haar mee. Kom en zie zei ze met een kig lachje. Wanneer beiden in het vertrc men waar Maarten hen opwachttt het goede oudje bijna eene beroer overdadige vreugde, toen Elze zii een lach van geluk in de armen Van Maarten, dien ze voor immer ren waanden. In een gebaar van sprakeloozt rassing sloeg ze de handen in elkai keek beiden beurteling^ met oog zich ras overfloersten met warme tr ze zeeg in een luinstoel neer en -.ai.ht te schreien van overgroot omdat ze haar twee lievelingen zc j goed vereend wist voor immer. April 1926. I Van den Broeck De DeV tober 1.1 maakt met 3,7 't geen 750.000 Japan 59,736,7 U. S. A (62,475, zijn steil optellint genoeg 1 bracht Wat den ook king gre heeft n 30,012,? wen, du; voordee In de wel is w doch hie met het jaarlijks Elder Japan (men ne vlakte o enz De st uit voor centra e Osaka Tokio H Nagoya Kyoto t Kobe oog Yokoha Die c niet Leerling 8 Ree betalen 8 reel Reek: 102081, Nu Reek; 250 000 Reek: uitbetaa Een 1 kijken d ren was hij. De 1 sprak o] stand v; gij dat r het ant maar landmat gelegd goeie ol p i I 1 1 ovIllJUCI tt »,lJO 't.f CU en 01 mage 0 Ki

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1926 | | pagina 4