Varkens-Incident
Steenbrand of Stinkbrand optreden van brand-
van de Tarae j bSö9„dS
TABAKPLANTERS,
Noodzakelijkheid en
Doel der Opvoeding
met Engeland
Zitdagen
Aan de Leden
bii 9eZ„nde9planten9eK^0V:tte "ëo^iemen'Ta^e.
HET
Is er wel een schepsel hier op aard dat
zoo hulpbehoevend is bij zijn geboorte
als het kind... de mensch? Men moet
kinderen hebben om best te begrijpen
hoe tenger het pas geboren wichtje is,
en wat tal van zorgen het van moeder
vergt. Niettegenstaande de mensch de
k oning der schepping is, toch is hij zwak.
Vergelijk het kindje maar aan een kui
kentje, aan een eendje... enz. hoe deze
dieren vlug op den gang zijn, hoe snel ze
kunnen zelf hun eten zoeken... en opval
lend is het dat wij hulp noodig hebben,
vooral in ie kinderjaren Het kind moet
dus geleid worden, eerst en vooral op
lichamelijk gebied; opvoeden is op
leiden,
Inde prehistorische tijden, gezien den
uraüQ der omstandigheden, moest ieder
mensch in al zijn noodwendigheden zelf
voorzien, ieder sterveling moest op zijn
eigen voor alles zorgen, voeding, klee
ding... enz. en 't gevolg daarvan was dat
de opvoeding destijds bestond in de kin
deren alles te leeren, wat hen onontbeer
lijk was, en hen te leeren bekampen en
vermijden wat hen schadelijk zijn kon.
Later was de toestand heel en gansch
veranderd, het werk werd verdeeld en
weldra gevoelde men dat de mensch hier
op aard is niet om alleen en afgezonderd
te leven. Alle oogenblikken gevoelde hij
dringende behoefte met zijn natuurge-
nooten om te gaan. Er was dus nood
zakelijkheid van samenleving. Daar 't
werk verdeeld was, kon ieder naar zijn
aanleg en lichaamsgestel zijn beroeps
keuze doen, zoo door herhaalde daad,
kwam er gewoonte en leverde iedereen
beter werk... Vandaar vooruitgang...
vandaar zucht naar volmaking.
En hier wederom vond men de nood
zakelijkheid der opvoeding en der leiding
niet alleenlijk lichamelijk maar ook ver
standelijk. Weldra was men overtuigd
dat geleerdheid noodig was, en dat het
juist degenen waren die het verst brach
ten in de samenleving, die gemakkelijkst
broodwinning vonden, die minst kracht
inspanning doen moeten in den lastigen
"Struggle for Live".
En moet het gezegd worden dat de
mensch, niettegenstaande zijn grooten
vooruitgang, behoefte voelde naar een
degelijke, zedelijke leiding, naar iets edels,
iets ideaals!!
Jan-Jacques Rousseau beweert wel
dat de mensch van nature goed is dat al
zijne neigingen recht tot bestaan hebben.
Hij wil dat het kind in vrijheid opgroeie,
gelijk het kruid op de velden, gelijk de
vogel in de bosschen, als het groot ge
worden is, meent hij, zal het zelf keuze
doen tusschen goed en kwaad... wij
ouders en opvoeders weten bij onder
vinding, dat dit stelsel beklagenswaardige
en noodlottige uitwerkselen heeft: want
het kind vindt in de opvoeding gezond
heid en lichaamskracht, 't is hierboven
bewezen, toen ik sprak van het zwak en
tenger pasgeboren kind.
De mensch ook vindt in de opvoeding
de middelen om in z jn ondernemingen
te slagen, want sterkte en behendigheid
lijk ik pas zei, moeten gepaard gaan met
verstandsontwikkeling, tweede vereisch-
te om in zjjn ondernemingen te slagen.
Onwetend en bijgevolg bekrompen van
geest, vindt de mensch zich dikwijls be
drogen in het bestuur zijner zaken, lijdt
vroeg of laat aanmerkelijke verliezen...
en wordt soms het slachtoffer van den
eersten den besten schurk.
Ook put de mensch uit de opvoeding
een deugdzaam leven, het geluk hier en
hierna, want al genoot hij de bloeiendste
gezondheid, te midden der vermaken en
der rijkdommen, zonder deugd kan de
mensch (jeen waar geluk smaken. De on
ophoudelijk knagende wroeging vergif
tigt zijn leven, en voert hem onvermij
delijk op een slechte levensbaan.
Ook de maatschappij kan zonder op
voeding niet bestaan, noch voorspoed
genieten, want 't is door de opvoeding
dat ze orde en veiligheid behouden kan,
t is door haar dat wetenschappen en
kunsten in bloei kunnen toenemen, 't is
door haar dat nijverheid en staatsdiensten
zich ontwikkelen kunnen. Goede en vol
ledige opvoeding is de bron van alge
meen welzijn!
Daarom buitenjongens, volgt dezen
Winter, de Landbouwlessen door R.U.Z
ingericht, en Ge zult binnen enkele jaren,
voor deze kleine opoffering ruimschoots
beloond worden. C V.D.
Onder dit titelopschrift ver
scheen in De Maasbode een
omstandig relaas over deze belang
rijke kwestie, welke zoowel in
Nederland als in België een groote
opschudding heeft teweegge
bracht.
Aangezien deze uiteenzetting
de trouwe weergave schijnt te we
zen der toestanden, zooals ze zich
werkelijk voordeden, achten we
het hoogst belangwekkend ze on
ze lezers in overweging ce bieden
Het invoerverbod van Belgisch en
Nederlandsch vleesch, plotseling door
Engeland uitgevaardigd naar aanleiding
van verdachte gevallen van mond-en
klauwzeer en in aansluiting daarmee het
doorvoerverbod van Belgisch vleesch
door Nederland, heeft in de kringen van
fokkers en handelaren begrijpelijk groote
opschudding te weeg gebracht, wijl daar
mee een nekslag is gegeven aan een
bloeienden handel, welke, wat België be
treft, tot grooten groei was gekomen
sinds de aanzienlijke daling van den
frank.
In de bladen is reeds de aandacht ge
vestigd op de noodlottige gevolgen dezer
besluiten, alsmede de verantwoordelijk
heid vastgesteld en de schuldigen aan
gewezen.
Daarbij werd door sommige organen
der Nederlandschepers wel wat al te vrij
geoordeeld en zijn beschuldigingen geuit
zoo o. a. tegen den Belgischen keurings
dienst in het Staatsslachthuis teEsschen
welke waarlijk niet door den beugel'
kunnen.
Esschen als station
voor den vee- en varkenshandel
Esschen is steeds een belangrijk station
voor den veehandel geweest. Het bezit
uitgestrekte en goede quarantaine stallen
waar niet minder dan 1.800 stuks vee
tegelijkertijd plaatsing kunnen vinden.
In normale jaren worden deze stallen in
gebruik genomen door het ingevoerd
Nederlandsch vee, want, gelijk men weet,
is België altijd een der voornaamste af
nemers van Nederland geweest. Er pas
seerden dan langs de quarantaine 1.000
stuks vetvee per week, 500 melkkoeien
per maand, 70.000 schapen per jaar, een
groot aantal varkens enz.
I hans ligt deze handel nagenoeg stil.
De frank laat niet toe in Nederland te
koopen.
In het afgeloopen jaar was er nog al
eenige bedrijvigheid wat betreft den in
voer van varkens. Men mag schatten,
dat er in 1925 langs Esschen wekelijks
500 Nederlandsche varkens binnenkwa
men, welke daar in de quarantainestallen
geslacht werden.
Tot dat de geweldige daling kwam
van den frank en ook aan dezen handel
van Nederland op België een einde
maakte.
Belgische en vooral Nederlandsche
handelaren vonden dan, dank zij weer
den lagen frank, een nieuw terrein; zij
maakten van Esschen een uitvoerstation
van Belgische varkens, welke daar ge
slacht werden en via Rotterdam om
dat daar betere bootverbinding is naar
Schotland verzonden werden.
te keeren naar Rotterdam, wijl men be
vreesd was voor besmetting.
Het schip voer toch voort en in Schot
land aangekomen werden de verkens
door 6 Schotsche veeartsen onderzocht.
Ofschoon het alle 714 z.g. haar varkens
waren die inzake besmetting het
meest gevaarlijk zijn werd er niet één
aangetast bevonden.
Enkele dagen later kwam een nieuwe
zending in Schotland aan van 251 var
kens waarvan 10 Nederlandsche 877 z.g.
"gebroede,, varkens uit Esschen en de
rest van het slachthuis te Brussel.
Geen ziektekiemen gevonden.
In Schotland meende men dat enkele
exemplaren waren aangetast door mond
en klauwzeer en de heele zending, als
mede de andere landbouwDroducten
welke aan boord waren, werden terug
gezonden naar Rotterdam.
Daar werd een onderzoek ingesteld
door een gedelegeerde van het Neder
landsche ministerie van landbouw, een
Schotschen veearts en den Belgischen
inspecteur veearts Boes.
De 10 Nederlandsche varkens werden
vrij bevonden.
1 en zeerste wordt in België betreurd,
dat in het bijzijn van alle partijen niet een
onderzoek is ingesteld naar de Belgische
varkens. Deze waren reeds in wagons
geladen toen de Belgische gedelegeerde
ter plaatse kwam...
Wat er van zij, de in Esschen geslach
te en gekeurde varkens, alsmede de
broei-varkens uit Brussel verzondeh,
werden naar Antwerpen gezonden,
waar zij door een speciale commissie be
staande uit dr. Gratis, eere bestuurder
der veeartsenijschool, Van der Heyden, I
inspecteur-veearts van de Zeehaven van
Antwerpen, en Hollemans. district-in
specteurs van de provincie Antwerpen,
in hei bijzijn van twee Nederlandsche
district-veeartsen, die gezonden waren
door de betrokken Nederlandsche firma
Plasman te Rotterdam, werden onder
zocht en zonder eenig oud of nieuw tee
ken van mond- en klauwzeer werden
bevonden. Het staats-slachthuis van
Esschen, waarover in sommige Neder
landsche bladen zooveel kwaads is ver
teld, ging dus geheel vrij uit.
Waar zijn de koppen en poolen
De rest der zending, de z g. haarvar-
kens 123 stuks) afkomstig uit Brussel,
werden naar het slachthuis aldaar over
gevoerd en door een andere rijks-com
missie onderzocht. Van enkele exempla
ren ontbraken de koppen en de pooten r
116 waren nog geheel en bij deze werd
geen spoor van ziekte vastgesteld. De
anderen waren microbiologisch onder
zocht.
Van Engelsche zijde werd tot nu toe
nog niets medegedeeld omtrent de ach
tergehouden koppen en pooten en door
België werd geen gedelegeerde naar
ochotland gezonden om daar ter plaatse
een onderzoek in te stellen. Dat is van
beide kanten ten zeerste te betreuren,
wijl alleen daardoor de juiste toedracht
der zaak en de verantwoordelijkheid zou
den kunnen worden vastgesteld.
Te meer ware zulks van het hoogste
belang, ja noodzakelijk geweest, wijl de
betrokken Nederlandsche reederij en de
Nederlandsche firma Plasman, naar het
schijnt, tegen den Belgischen staat een
rechterlijke actie gaan instellen en een
schadevergoeding zouden vragen van 1
100,000 gulden.
del groote zaken met elkander deden en
het in de toekomst nog zullen moeten
doen.
NoraDit relaas verscheen even-
eens in het Standaard nurrtmer van
18 Juni.
I
bij het ontkiemen der tarwekorre
wordt de besmetting door bram
ziekte in de hand gewerkt, omda
vochtigheid een eerste vereisch
is tot de ontkieming der brant
sporen. Ook de bemesting oefei
ou t i ry in zekere mate invloed uit op hel
De door deze ziekte aangetaste ^er™°9en van den grond bevoot
anten vallen aemakkpliik-c»- deeligt.
planten vallen gemakkelijkst in het m r» j
oog in het tijdstip van het rijpen. I Uo°rdat de kiemende sporet
Aren en bladeren der aangetaste I meer voedsel in den grond vinden
en bijgevolg een krachtiger en
meer vertakt mycelium met sikke
vormige conidiën kunnen voort
brengen.
c) Doordat de dierlijke mesi
vaak met kiembare brandsporen
besmet is
Aanhoudend ongunstig weder
planten blijven rechtopstaand en
steken boven de gezonde aren, 1
welke door de zwaarte hunner
korrels naar beneden buigen, uit, i
Deze aren vertoonen daarenboven
een blauw-groenen schijn, welke s
later tot vuil grijs overgaat, terwijl
e rijpende, gezonde planten licht- «uiuuuucuu ongunsng weder
geel wordan. De brandkorrels zijn kort na het zaaien zal het optreden
cenigzins dikker, korter en bree- der ziekte bevoordeeligen, door-
der dan de gewone tarwekorrels, dat de ontwikkeling der jonae
waardoor de kafjes iets wijder plantjes hierdoor benadeeligc
open komen te staan en de aren wordt en deze dus langeren tik
een eigenaardig uitzicht krijgen. vatbaar blijven voor de zwam.
De inhoud der korrels is steen- De tijd van het zaaien komt hier
brand, en bestaat uit een zwart eveneens in aanmerking. De brand
poeder, de sporen, welke in over- sporen besmetten de kiemplanties
groot getal (4,000,000) daarin op- het best op ongeveer 10° C. Laat
gehoopt zijn. j uitzaaien van het zomergraan en
Ue zwarte massa der brandkor- vroeg uitzaaien van het winter
reis riekt naar pekelharing, reuk
welke zoo opvallend kan zijn dat
men deze reeds waarneemt als
men langs door brand aangetaste
velden wandeldt.
Meestal zijn in een en zelfde
graan kan dus in zekere mate een
voorbehoedsmiddel tegen branc
zijn,
De verbreiding van de kwaa
geschiedt in hoofdzaak, zooals
--- Wli *-cuuc reeds aangehaald, met het zaai-
aar alle korrels door brandkorrels zaad. De ontsmetting van het zaai-
vervangen,bij uitzondering slechts j ^aad zal het verschijnen van brand-
vindt men aren waar meelkorrels ziekte grootelijks tegengaan.
en brandkorrels aanwezig zijn, bij
haver integendeel wordt zulks nog
wel eens bestatigd*
Vóór het tijdstip van het rijpen is
het moeilijk op te merken of een
aar al of niet brandvrij is. Wel
ontwikkelt zich de aangetaste
plant, iets sneller en zijn de blade-
Aan het stroo, afkomstig van
graanvelden, waar brand voor
kwam, kunnen brandsporen kleven,
en met deze als mest op den akker
gebracht worden.
Ook kunnen brandsporen een
maal in den grond aanwezig, ^aar
jaren lang in kiembaren toestand
ren wel iets groener gekleurd dan uv 9 kiemb,aren toestand
kenmerken zijn weinig opvallend.
De ziekte wordt veroorzaakt
oocr een zwam 1 illetia tritici).
soorten waarvan het celsap sterk
zuur is bieden beter weerstand aan
de ziekte dan andere, deze zuur-
De oorsprong van de ziekte moet tft* T "ft* de2e 2UU<"
reeds bij het zaaizaad gezocht !"Ubef es,tin? beï"'
vloed worden. De schade door de
steenbrand veroorzaakt kan som
mige jaren zoo aanzienlijk zijn dat
de oogst volledig moet onderge-
ploegd worden.
Het meel gewonnen van door
steenbrand sterk aangetaste vel
den, is vaak als menschenvoedsel
Waarom zulke krasse Maatregelen
Onze agronoom M. Van den Eeck-
haut, is te raadplegen
Te AALST Alle Zaterdagen van
9 tot 11 1/2 uur, in het lokaal De
Koornbloem Groote Markt.
I e HERZELE Alle eerste Woensda
gen der maand van 9 tot 11 uur, in het
café In den Engel Markt.
leNINOVE, alle tweede Dinsda
gen der maand, van 9 tot 11 uur, in de
Groenpoort, bij de Wed. Haelterman,
Groenselmarkt.
Alle inlichtingen worden kosteloos
verschaft aan de leden.
De zaken marcheerden uitstekend.
Enkele quarantaine-stallen werdén tot
eenvoudige maar zindelijke slachthuizen
veranderd en men begon met een koel-
inrichting te bouwen geheel volgens
nieuw systeem en waar voor 2,000 var
kens plaats was.
Alles stond onder leiding van den
Staatsinspecteur-veearts L. Renneboog,
een nauwgezet en kundig ambtenaar, die
door jarenlange ondervinding in de
quarantaine-stallen te Esschen natuurlijk
een bijzondere kennis had opgedaan wat
betreft besmettelijke veeziekten.
Het nieuwe Belgische Staatsslachthuis
floreerde buitengewoon. Er waren we
ken, dat niet minder dan 1,500 stuks ge
slacht werden. Esschen werd in Schot
land een groote concurrentie der Neder
landsche export- slagerijen, te meer waar
de Schotten de Ardenner en Kempische
varkens verkoren boven de Vlaam-
sche en Nederlandsche.
Sinds begin April had België door be
middeling van Nederlandsche handela
ren aldus eene nieuwe markt veroverd.
De Moeilijkheden
Tot nu ongeveer twee weken geleden
plotseling moeilijkheden kwamen. In
Schotland werd een geval van mond
en klauwzeer vastgesteld. En men
verdacht er de Belgisch of Nederland
sche varkens, welke aangevoerd waren
per Nederderlansch stoomschip, dat ook
groenten en allerlei andere landbouw
producten geladen had.
Een onderzoek werd van Schotsche
zijde ingesteld, doch geen verdacht geval
werd gevonden.
Niettegenstaande dat kreeg een Ne
derlandsch schip.hetwelk 714 te Esschen
geslachte en gekeurde varkens aan boord
had, onderweg tijding onmiddellijk terug
Ondertusschen beklaagt men er zich
over. dat Engeland en Nederland zulke
I strenge maatregelen genomen hebben,
i Engeland nam van België elke week
2000 varkens af, en deze bloeiende han
del is thans geheel stop gezet. Men
vraagt zich af, waarom Engeland zoo
radikaal is opgetreden; waarom b v. niet
den invoer toegelaten van zoogenaamde
broeivarkens, welke geen gevaar voor
besmetting opleveren?
En het doorvoer-verbod van Neder
landsche zijde wordt hier ook nogal be
knibbeld. Men begrijpt best, dat Neder
land beducht is voor besmetting, maar
men wijst er ons op, dat de ziekte in Ne
derland veel grooter omvang heeft dan
in België, dat België desniettegenstaande
zijn grenzen niet sluit voor invoer en
doorvoer van Nederlandsch vee- en
melk-producten of groenten, die even
eens kiemen van besmetting kunnen
overbrengen.
Bovendien, waarom ook hier zulk een
kras ingrijpen? Waarom geen onder
scheid gemaakt? Temeer stelt men zich
deze vraag, omdat tengevolge van het
doorvoer-verbod van Nederland het
voor België thans ook niet mogelijk is
vee of vleesch via Antwerpen uit te voe
ren en zoo wordt er zelfs de Scheldekwes-
tie bijgehaald.
Gelijk men ziet, is het varkens-incident
van Schotland uit verscheiden oogpunten
een zeer betreurenswaardige zaak ge
worden. Laten wij hopen, zoo besluit de
redacteur van het Rotterdamsche orgaan
zijn lezenswaardig stuk, dat zij spoedig
geheel zal opgehelderd worden en dat de
naweeën, zooals de grenzen-sluiting en
doorvoerverbod niet al te lang zullen
aanhouden. Want dergelijke maatregelen
zijn vooral te bejammeren tusschen buren
die steeds op het gebied van den veehan-
worden. Bij het dorschen der tar-
we komen de sporen uit de brand-
korrels vrij en hoopen zich op in
de baarden der gezonde korrels.
Deze sporen, voor het bloote oog
onzichtbaar, worden met het zaai
goed op den akker gebracht, waar aen 1S vaak
ze m een min of meer korten tijd, onbruikbaar,
afhankelijk van vochtigheid en i n
warmtegraad, zullen ontkiemen. n Bestrijding.
Deze jonge kiem geeft aanleidina j om zo° te 2*9-
tot het ontstaan van een promyce- u'tsllutend veroorzaakt wordf
lium waarop de conidiën zich vor- u °°r uitzaaien van met sporen
men, welke bij hun ontkiemina in 5es™et zaaizaad, kan door een
de jonge plantjes zullen binnen- doJlmatl9* ontsmetting de ziekte
dringen en met deze uitgroeien mate verbinderd worden,
Zoolang het mycelium der zwam tS^rmoldeïde~oplossing1/41.
zich in het aar zelve der tarwe- ln 1 uu L water kan hier voorzeker
i plant niet vertakt heeft, veroor- gunstl9 aan9ewend worden. Men
zaakt het onbeduidende schade. ?mpelt de tar^e met eene mand
De groei van den halm gaat zelf 2ak gedurende 1/4 uur in de
normaal door, zoodat de aantas- oplossin9- He* vochtige zaad zal
ting eerst te bemerken valt wan- na openspreiden en laten
neer het mycelium het aar is bin- dro9en om te voorkomen dat de
nengedrongen. Daar zal alras het m besc"adi9d worde. Deze
mycellium zich sterk vertakken tot ontsmett'n9 jnag slechts ééii dag
op voorhand geschieden.
mycellium zich sterk vertakken tot
sporenvormende draden, welke
een geleiachtige massa zullen
voortbrengen. Deze geleiachtige
massa, in den beginne kleurloos,
neemt weldra een donkerbruine
kleur aan en droogt uit, zoodat er
een stofachtig zwart poeder over
blijft, dat uit de sporen van de
steenbrandzwam bestaat. Deze
sporen, omvat door den gemeen- P" i tT" geplanter
schappelijken wand van den kor- V°°r Juli aanstaande.
rel, zijn ieder afzonderlijk door
een dikke huid omgeven, zoodat
ze gemakkelijk aan de lage winter-
temperaturen weerstaan, zonder
Het vermogen het verliezen in het
volgende voorjaar te ontkiemen.
De zwam kanalleen jonge kiem-
plantjes aantasten, bij meer gevor-
V.D.E.
Wilt ge boeten vermijden
Vergeet dan niet de aangifte te
doen van Uwen geplanten tabak,
De ouders van soldaten of toekomsti
ge soldaten welke zouden verlangen hun
zoon in verlof te hebben tijdens het
lastige tijdperk van hooitijd of oogst,
kunnen zich wenden tot ons bureel van
i ..lil. f Kunnen zien wenden tot ons burppl vn r
aenln7f Ct ind"n' inlichtln9en- te Aalst. Brabantstraat. 53,
gen van de kiemdraden onmoge- 1 waar de vraa9 de bepaalde voorwaar-
Hjk- den za' opgemaakt worden en overge-
maakt aan den korpsoverste van be-
umsfandigheden die het optreden van langhebbende.
den Stinkbrand beïnvloeden. I De3enen zich in dezen toestand
Door aanhoudende vochtigheid