m l De Menseb en de Zee. Onze Landbouw en s Lands BevoorradingDe kleine landbouw in erbarmelijken toestand. Landbouwweekblad De Koorribloem WETENSCHAPPELIJKE BIJDRAGE Samenstelling der rantsoenen. BERICHT fl^htbope hezeps. ZONDAG 26 DEC. 1926 Prijs 12 cenltem 9ste JAARGANG Nr 417 Arbeid adelt Abonnementsprijs 6,00 frank 's jaars. Men schrift in op ons Bureei en op alle postkantored. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redactie BRABANTSTRAAT, 53, Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. Voar «a de Laadbrowers 40 X 8.5 X 21 0.94 37,6 2,4 20,4 21 79,0 Nevens het eiwitgehalte van een rant soen mset ook nog in acht genomen worden de hoeveelheid droge stof en de zetmeelwaarde. De droge stof is al wat overblijft na verdamping van het water uit het voe der in de droogstoof op 105°. Zoo schommelt de hoeveelheid noo- dige droge stof tusschen 27 en 34 kilo per 1000 kilo levend gewicht. Werkossen behoeven 25 a 30 kilo droge stof volgens ze aan min of meer zwaren arbeid onderworpen zijn. Men berekent zijn rantsoen derwijze dat men in het ruwvoeder de 2/3 der vereischte hoeveelheid droge stof ver strekt. De ontbrekende voedende stof fen worden dan door krachtvoeder ver schaft. De zetmeelwaarde is de waarde van het volledig rantsoen omgerekend in zetmeel: daartoe vermenigvuldigt men het verteerbaar ruweiwit met 0,94het vet van voederkoeken met 2,4 en het vet van granen met 2,12; men voegt daarbij de hoeveelheid zetmeelhet totaal is de ruwe zetmeelwaarde. Een zeker deel slechts van deze zet meelwaarde komt aan het lichaam ten- goede, daar een zeker deel, afhankelijk van den aard van het voeder, door den verteringsarbeid verbruikt wordt. Zoo b.v. bevat aardnootmeel 40 verteerbaar eiwit, 8,5 verteerbaar vet en 21 koolhydraten. De zetmeelwaarde is dus Het verteringscoefHcient door Kellner vastgesteld is 0,98. We vermenigvuldi gen dus de ruwe zetmeelwaarde 79 met 0,98 en bekomen de zuivere zetmeel waarde 79 X 0,98 77,42. Hooi van gemiddelde hoedanigheid bevat °/o 7,6 eiwit 1,3 vetstoffen 40 zetmeel en ruwvezel. De zetmeelwaarde is bijgevolg 7,6 X 0,94 1,3 XI,9+40 (Het coefficient voor vet in ruwvoeder is 1,9) d. i. 7,14 2,47 40 49,61 ruwe zetmeelwaarde. Het verteringscoëfficient is 0,74; de zuivere zetmeelwaarde is dus 49,61 X 0,74 36,71. Per 1000 kilos levend gewicht ver- eischt een os die geen arbeid verricht 6 kilos zetmeelwaarde een melkkoe die 5 liter melk geeft eischt per 500 kilo levend gewicht 4,2 kilo zetmeelwaarde per 10 liter melk 5,3 kilo 15 6,3 20 7,8 Zetmeelwaarde en eiwitgehalte zijn de groote punten waar we moeten acht op geven om aan de eischen der voederings- leer niet te kort te komen. In een volgende bijdrage bestudeeren we elk voedingsmiddel eens in 't bizon der. Dr C. Uit der zeeën afgrond, Eeuwig open grafmond, Stormen baren op. Over 't schuimend ruime sop Snelt een vaartuig zwenkend henen 't Is weldra verdwenen Mensch, zoo klein, zoo machtloos, Waagt gij u zoo achtloos Op die nare baan Beeft ge niet voor uw bestaan Morgen ligt gij, diep bedolven, In den schoot dier golven. Angst beklemt uw geest niet Gij vaart voort, gij vreest niet. Sterk alleen door moed, Hoe het onweer dreigend woed', Trots haar toorn, haar wilde vlagen, Moet de zee u dragen De stapelhuizen Aalst en Herzele zullen gesloten zijn op Maandag 3 Jan. 1927, uit hoofde van het opmaken van den inventaris. Een Verklaring van hooge beteekenis van Minister Baels. De achtbare heer minister van Land bouw gaf eene objektieve uiteenzetting over den toestand van den landbouw en der voedingswaren, die we om reden van haar hooge beteekenis en groot be lang, nuttig oordeelen in breede lijnen mede te deelen. Voor wat den uitvoer van zwijnen betreft, hadden we in 1925 ongeveer 1.151.719 zwijnen. Vergeleken bij dit cijfer zijn het millioen kilo's uitgevoerd zwijnenvleesch heel onbeduidend. In 1921, bezaten we te lande omtrent 975.000 zwijnen; in 1925 steeg dit aan tal tot 1.151.719 stuks. Voor wat de kalveren aangaat, heb ben we enkel 9/100 van onzen sceptel uitgevoerd, wat tenauwernood 1 kilo per inwoner beloopt, terwijl de uitvoer van zwijnenvleesch gewillig een halve kilo per kop bedraagt. Voor wat de aardappelen betreft, zijn de uitgevoerde hoeveelheden in Septem ber het resultaat der verhandelingen sinds lang door onze landbouwers ge sloten. De aardappeloogst was bevredi gend en zal zooals verleden jaar onge veer 3 millioen ton bereiken. De noodwendigheden onzer bevolking bedragen 1 millioen 500 duizend ton aardappelen. Men hoeft dus niet te schrikken, noch moord en brand te roepen De uitgevoerde hoeveelheden verte genwoordigen slechïs een onbeduidend procent. Men heeft 16 °/0 der eierproductie uitgevoerd doch we bezitten op dit oogenblik 7 millioen hennen meer dan in 1913. Sprekend over de levensduurte, ver klaart de heer Minister dat ze vergele ken met deze van 1914 een gansch be trekkelijk begrip daarsteltvergelijkt men ze echter met de prijzen van den vreemde, dan moet men algauw beken nen dat we een der landen zijn, waar het leven betrekkelijk goed koopst is. Het index-cijfer der omliggende lan den staat hooger dan het onze. Met cij fers aan de hand betoogt de heer Baeis dat de index der landbouwprodukten merkelijk beneden dit der nijverheids- produkten staateen onlangs versche nen statistiek stelt desaangaande een afwijking vast van 31 tegen 48 °/0 voor nijverheidsprodukten. Het is onbetwistbaar dat deze laatsten voor een ruim aandeel tusschenkomen in het budjet van het huishouden. Dit belet echter niet dat, telkens er van levensduurte spraak is men boven arms op den landbouw uitvalt en don dert De nuttelooze bemiddelaars die zonder er iets voor te doen, de grootste winsten opstrijken en oorzaak zijn der hooge prijzen worden echter met vrede gelaten. Al de belangrijke artikels op land bouwgebied werden door staatsregeling getroffen. In theorie zou de Staat gewettigd zijn de invordering van al de voedings- produkten te eischen, doch dan zou de Staat naar juiste meening van Mini ster Baels aan den voortbrenger het verschil van prijs dienen terug te beta len tusschen den koopprijs door hem besteed en dezen hem door den vreem den kooper betaald. Men dient ook verklaart de heer Minister verder rekening te houden met het feit dat de voortbrenger zijn grondstoffen in vreemde munt met hoogen wisselkoers moet aankoopen.Zoo is er voor de scheikundige meststoffen en de krachtvoeders een aanzienlijke prijsstijging waar te nemen. De cijfers van September zijn te dien opzichte be slissend en opvallend, hetzij er spraak weze van de prijzen der tarwe, aardap pelen, boter enz,., vergeleken bij deze der lijnkoeken en meststoffen. Verder verlieze men ook niet uit het oog dat de landbouwer verleden jaar zware verliezen heeft ondergaan op aardappel- en beetenoogst. Hevige pla gen hebben zijn veestapel erg aange tast. Het is dan ook maar billijk dat men den landbouwer in gelegenheid stelt de geleden schade der slechte jaren te herstellen. Wanneer de Staat b.v. den verkoop der erwten heeft geregeld (wat in feite een luxe-artikel is) wie heeft alsdan van de prijsdaling genoten De verbruiker Volstrekt niet, enkel de inlegfabrikant heeft er munt uitgeslagen. Zijn produk- tie wordt echter niet geregeld, wijl hij naar believen willekeurig mag uitvoeren. De landbouw vraagt geen bijzondere bescherming, maar hij eischt en met volle recht dat men er TEGEN hem geen oprichte. Zie wat er in Frankrijk gebeurt, zegt men. Maar in dit land geniet de land bouw van een stevige bescherming. Zoo betalen onze paarden er een tolrecht van 1600 frank de suiker 84,50 fr. in- voertaks per zak, enz... De Staat heeft diensvolgens het recht zekere voordeelen te eischen. Sprekend over den vrijhandel, ver klaart de h' Baels. dat de kuituur ernsti ge wijzigingen ondergaat. Zoo neemt de groenselteelt een aanzienlijke uitbrei ding. Zulks is een weldaad, aangezien wij ons derwijze vreemde munt aan schaffen, die onze bestaanvoorwaar- den verbetert. Hetzij we er rechtstreeks of onrecht streeks naar streven onze handelsbalans in evenwicht te brengen, wij bereiken derwijze telkens hetzelfde doel. Dit jaar zullen we voor 400 millioen eieren uitvoeren, dank de uitbreiding en doorgedreven selectie van onzen hoen- derkweek. Moest nu de uitvoer hier eveneens geregeld worden, dan zou van meet af de lofwaardige poging onzer hoenderkweekers verzwakken, en van uitvoerders zouden we algauw invoer ders van eieren worden, wat stellig geen prijsdaling zou tot gevolg hebben. Dooden we dus niet de leghen met gouden eieren!" besluit de h' Minister. Om nu te bewijzen dat men door ver bod van uitvoer het beoogde doel niet bereikt, haalt de h' Baels het voorbeeld aan der boter waarvoor een volledig uit%'oerverbod bestaat. Is de prijs der boter er door gedaald? Wel integen deel! De Minister is echter ten stelligste overtuigd dat bij intrekking van het huidig uitvoerverbod, de melkproduktie in ons land onmiddellijk een snelle uit breiding zou nemen, wat ons eveneens zou toelaten binnen 3 of 4 jaar op onze beurt uitvoerders van boter te worden, evenals voor de eieren. Met tal van cijfers aan de hand besluit de hr Baels, dat het vrije spel van den vrijhandel niet alleen voordeelig is aan de economie van het land, maar even eens de produktieuitbreiding krachtdadig in de hand werkt. Mijn kollega M. Wauters zoo ein digt de heer landbouwminister, heeft bij een interview zelf verklaard en er kend, dat de toestand beïnvloed werd door de wisselschommelingen. De stabi lisatie, zal de "Speculatie" beletten. Het wordt dus hoog tijd dat men ernstige pogingen aanwende, om tot een volledige afschaffing te komen der onzinnige vergunnings- en inkrimpings maatregelen ten opzichte der landbouw produkten getroffen. Wij hebben er alle belang bij den landbouw te bevoordeeligen. Hij brengt voort voor ruim 8 milliard frank en voert slechts uit voor 1 milliard. Bewonderen en beminnen wij den landbouwer, want onder al de arbeiders is hij ontegensprekelijk de werkzaamste, de taaiste en de moedigste Wij meenen de tolk te zijn van al de leden onzer landbouwvereeniging, om den gewaardeerden heer Minister van Landbouw, onze gevoelens van innigen en oprechten dank te betuigen, om zijn plechtige verklaring, die onze boeren ongetwijfeld moed en troost in 't harte spreekt. Mochten zijne woorden eindelijk eens begrepen en in praktijk gesteld worden door zijn kollega's der huidige regeering. wij zouden er hen dubbel dankbaar om wezen. Landbouwers, werft nieuwe abonnementen aan voor uw blad. Iedereen herinnert zich nog genoeg de laatste openbare verpachtingen van gemeente-goederen, arm-goederen en dergelijke, waarop de pachten door som mige landbouwers op ongehoorde wijze omhoog gedreven werden. Welke ook hiervan de uitzonderlijke en ongegronde reden weze, toch stond iedereen ver baasd over die hooge pachtprijzen, en menig boer ten minste met gezond verstand bedeeld, vroeg zich af, hoe de huurder het ging aan boord leggen om op een stukje grond met dergelijken pachtprijs,zijn bestaan te kunnen winnen. Dit feit welk wij vorige jaren weliswaar een uitzondering mochten noemen, wordt nu stilaan een algemeenheid. Kerstdag, vervaldag der pachten, brengt dit jaar, benevens de sneeuw en de guurheid van de winterdagen, voor velen nog wat anders meê, namelijk een ongehoorde en onredelijke verhooging der landpachten. Een echte stormloop der grondeige naars ontketende zich deze laatste dagen. Goederenbeheerders, deurwaarders, briefdragers met aanbevolen brieven, ook al eigenaars zelf, bestormden de woningen onzer landbouwers, met de kategorieke vraag op papier of op de lippen De prijs voor naaste jaar is zooveel Aanvaardt gij ja of neen Terwijl de huurders van huizen, be schermd als zij zijn door de huishuurwet, gerust op hun tweeooren mogen slapen, staan onze kleine landbouwers gansch alleen, overgelaten aan hun lot, om dwars door de huidige moeilijke omstan digheden hun weg te banen of, zoo zij zulks door eigen macht niet kunnen, hulpeloos te blijven steken. Waarlijk de duizenden landbouwers kiezers mogen fier zijn op al die kamerleden "hun,, kandidaten, "de„ kampioenen van boer en boerderij althans in tijd van kie zing, die verleden week.door het uitstel len en immer verschuiven der zoo noo dige pachtwet aan diezelfde duizenden landbouwers-kiezers nog eens voor de zooveelste maal, een brutalen kaakslag toebrachten. De grondeigenaars hebben schoon spel onder den dekmantel der waarde vermindering van ons geld, en de stij gende belasting, hun pachtprijzen zóó te te verhoogen, dat zij, in plaats van ook wat "nationale boetvaardigheid,, te doen ook nog wat "nationale dieverij,, plegen op de kap der onbeschermde boeren. De waarheid van het alomgekend spreekwoord De boer zal 'tal betalen reeds duizend maal herhaald, wordt hier, eens te meer, bevestigd. De boer be taalt de verhoogde grondlasten, de boer betaalt voor de waarde-vermindering van het geld, en ten slotte betaalt de boer nog wat méér, dat rechtstreeks in den zak van den grondeigenaar komt... Verre van ons. dat wij van geen ver hooging der pachtprijzen willen weten alles is in prijs gestegen, ook de land bouwprodukten, en wij vinden het bil lijk dat de pachten op geregelde en eer- lijke wijze omhoog gaan. Maar wat wij niet dulden kunnen, dat is wanneer wij onze landbouwprodukten uitvoeren, om wat loonender prijzen te bekomen, zekere pers begint te huilen, en te schreeuwen, en te dreigen, tot onze platbroeken in Kamer en Regeering den duim leggen, en doen wat die pers maar dikteeren wil. Rechtstreeks worden we uitgebuit door gewetenlooze eigenaars, onrecht streeks door de niet ingrijpende regee ring, beiden zijn even verantwoordelijk voor hun anti-sociaal gedrag tegenover de werkende landbouwersklas. Wij vragen ons af wat een kleine landbouwer met een bedrijf van éèn of twee koeien moet beginnen, wanneer hij gedwongen wordt een huurprijs te beta len tegen 2100 tot 2300 fr. en nog meer de hectaar Voor die man wordt het onmogelijk, zelfs al wroeten en slaven van den vroegen morgen tot den laten avond, aan vrouw en kinderen een men schelijk bestaan te geven. Zullen talrijke kleine landbouwers niet weerkeeren tot een toestand nog slechter dan vóór den oorlog Zullen zij niet verplicht zijn naar Frankrijk de campagne te gaan doen, ten einde hun duren pacht te kun nen betalen, en ondertusschen den last van hun landbouwbedrijf over te laten aan vrouw en kinderen Is het niet droef te bestatigen dat het gevoel van sociale eerlijkheid in verband met den toestand der kleine landbouwers, tot zulk laag peil gezonken is Aan de 200,000 pachters die naar een degelijke pachtwet snakken, stellen wij volgende vragen Aan wie is het dat de huishuurders hun huishuurwet te danken hebben Is het niet aan de prachtige organisa tie van den werkliedenstand, die met zijn christen en socialistische syndikaten een macht daarstelt waarmee de regee ring altijd af te rekenen heeft Aan wie is het te wijten dat de pacht wet zoolang achterblijft en maar altijd verschoven wordt Ligt de schuld niet aan u zelf. land bouwers, die weinig of niet vereenigd zijnde, uw macht,die nochtans zoo groot zou kunnen zijn, verbrokkeld ziet,en die daardoor weinig invloed kunt uitoefe nen op de regeering. Wat moet gij hieruit besluiten Dat zoolang gij de broederbanden niet nauwer samensluit, gij als alleenstaande landbouwer, als enkeling, niets kunt, en dat gij de sterkte, de waarde van den landbouwersstand en zijn mogelijken grooten invloed maar zult begrijpen en naar juiste waarde schatten den dag waarop gij allemaal zult vereenigd zijn en onder één kranig ordewoord zult strijden om uw recht te eischen. Wanneer zal die dag aanbreken O. S. tot haar De geringste der stervelingen, hoe eenvoudig en nederig zijn ambt of be diening ook weze, draagt onvermij delijk een zekere doch stellige verant woordelijkheid, waarvan de waarde en het gewicht in rechtstreeksche verhou ding staat tot het belang der roeping of zending, die hij in de samenleving te vervullen heeft. Zoo wordt een landvoogd of staats man aansprakelijk gesteld voor de wijze waarop hij zijn land en volk bestuurt; zoo staat een ouder verantwoorde lijk voor de opvoeding van zijn kind; een opvoeder, voor de opleiding en het on derricht der jeugd aan zijn zorgen toe vertrouwd; een patroon, voor den gang der inrichting of handelszaak onder zijn leiding gesteld; een ambtenaar, bediende of werkman, voor het vervullen der ge wone dagtaak. Zoo ook sta ik, "De Koornbloem" als orgaan der Vlaamsche Landbouwbe- roepsvereenigingen, verantwoordelijk voor de gewichtige zending, die gij mij, haast tien jaar geleden, hebt opgedragen. En nu ik binnen enkele maanden mijn 10d*° jaargang inga, komt het me voor als een gewetensplicht, gansch bereid willig en spontaan voor de vierschaar mijner duizenden trouwe lezers te ver schijnen. om rekenschap te geven van mijn volbrachte zending. "Tien jaar 1Wat vliegt de tijd toch bliksemsnel voorbijl Zoo hoor ik de oude, brave Nonkel Wisius heel ver wonderd en met breed gebaar uitroepen. "Is dat broekventje al zoo oudl!" Ja, goeïe Nonkel Wisius, herinnert g'u nog de beroerde tijden, toen gij, met nog een handsvol andere pionniers van het eerste uur, dat pieperig doch stout moedig kereltje de wijde wereld inzondt, om er het ware. gezonde, en welbegre pen landbouwevangelie te verkondigen? Van het jongste uur, ging ik kranig en vastberaden mijn eigen weg op, wel be wust van de zware taak, die mij op de alsdan nog zwakke schouders werd ge torst. Hoe het echter in de toekomst met mij zou afioopen, kon of dierf niemand alsdan voorspellen, want bij mijn ver schijnen zag het er in de boerenwereld ver van rooskleurig uit. De oorlog en na-oorlog hadden tusschen de boeren zulke geweldige en ontzettende beroe ring en mistevredenheid teweeggebracht, dat er haast geen kans bestond om dat hals-over-kop geworpen zaakje weêr terug in de plooi te krijgen. Men moest waarlijk met 'n boven- menschelijke wilskracht en stoutmoedig heid bedeeld zijn, om de verdediging der verdrukte boerenbevolking aan te pak ken en krachtdadig op te komen tegen A A LSI De medewerker* zijn verantwoordelijk voor huoae bgdragea. Ongetsekende (tukken warden niet opgenomen. Niet opgenomen handschriften worden niet teruggegeven.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1926 | | pagina 1