DE PACHTWET
Inlichtingsdienst
De Nieuwe Huishuurwet
Landbouwweekblad
WETENSCHAPPELIJKE BIJDRAGE
Groenfoete en Riwoeder
Voornaamste Bepalingen
ZONDAG 9 JANUARI 1927
Prijs 20 cenUe®
9ste JAARGANG Nr 419
Arbeid
adelt
Abonnementsprijs 6.00 frank s
Men scbrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoten
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redactie BRABANTSTRAAT. 53. AALST
Verantwoordelijke Opsteller i
ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Voor ea door
de Landbouwers
Binnen kort zou
het ontwerp der
W„X°5 b-^itoa komen i„
V «SriiiknMr gelang de planten- de Kamer, om misschien... terug aan
Ieer Zrf^ de weideaora samenstellen, kant gelegd te worden voor
Opleiden welke weinig verschillende den tijd. In afwachting dat
planter soorten bevatten en voor 30 tot
40 °/o uit vlinderbloemigen bestaan, is
het gras van eerste kwaliteit en zeei
rijk aan eiwitde eiwitverhouding is er
eng. omtrent 1.4. Op zure weiden waar
carex, biezen enz. groeien, staat de voe
dingswaarde van het gras veel lagerde
de eiwitverhouding is er breed, soms be
reikt ze maar 1:10.
De scheikundige ontleding van weide-
gras is van weinig nut voor de schatting
eener weide het is het plantenkundig
onderzoek dat als grondslag moet cienen
voor deze schatting-
Het weidegras bereikt zijn grootste
voedingswaarde in het begin van den
De waarde van het hooi hangt ook af
van de weersomstandigheden tijdens het
hooien hooi dat tijdens het drogen aan
regen blootgesteld werd. kan tot een
vierde van zijn voedingswaarde verlie- s
zen.
Gewoon weidegras bevat 2,5 eiwit
achtige stoffen; 0.4%vet; 7 %zetmeel-
achtige stoffen.
Roode klaver bij begin van den bloei
bevat 2 5 eiwitachtige stoffen; 0,5 vet
en 6 zetmeelachtige stoften.
Goed weidehooi heeft nagenoeg
volgende samenstelling: 5.4 eiw.; 1 vet:
25.5 zetm.
Bietenloof de bladeren en koppen
van bieten zijn betrekkelijk rijk aan ieiwit:
zij bevatten 1,7% eiwitachtige stoffen, 0.1
vet en 6,6 zetmeel. Bietenloof werkt al-
voerend: om buikloop te voorkomen
dient men per dag en per kop 25 gram
krijt bij te voederen. Het rantsoen zal
ook genoeg hooi en strooi behelzen.
Voor melkkoeien zal bietenloof niet meer
dan één derde van het totale rantsoen
bedragen.
Overdreven hoeveelheden bietenloof
kunnen ergen buikloop en beenderbroos-
heid te weeg brengen.
Graanstroo is van alle voedermidde
len het armste aan eiwitzijn voeder-
waarde is zeer laag. vooral omdat stroo
een grooten verteringsarbeid vergt:
slechts 30 40 van het verteerde
voeder komt aan het lichaam ten goede 1
Zuiver kaf heeft een grooter voe
dingswaarde dan het stroo. Het kaf van
onbepaal-
onze gezeg
den anders uitvallen, is het voorzeker
niet van belang ontbloot enkele beschou
wingen te geven over de voornaamste
schikkingen, welke door de pachtwet
misschien zullen ingevoerd worden.
Het regeeringsontwerp, uitgaande
van onzen gewezen Minister van Land-
bouw, M. Van de Vyvere. beoogt vol
gende hervormingen: de duur der pacht,
de opzeg, de vrijheid van bebouwing, de
vergoeding aan den uittredenden pach
ter, de verhuring der landelijke goede
ren behoorende aan openbare besturen.
Uitgezonderd de bepalingen betrek
hebbende op voormelde punten, zijn
meerdere schikkingen, van onderge
schikt belang, in het ontwerp voorzien,
doch beperken wij ons tot enkele be
schouwingen over de belangrijkste in te
voeren hervormingen, waarover wij
voorafgaandelijk eenige toelichting ge-
%T. Pachttermijn. Iedere pacht,
aangegaan met of zonder geschrift wordt
aanzien als minstens voor drie jaar ge
sloten, in geval de verpachter en pach
ter niet overeengekomen waren voor
langeren termijn. Niettegenstaande blij
ven de overeenkomsten waarbij het
goed voor minder dan één jaar verhuurd
wordt,behouden
2. Opzeg. De opzeg moet,
om geldig te zijn, minstens twee
jaar op voorhand gedaan worden,welke
ook de schikkingen zijn door de beide
partijen getroffen.
Vrijheid van bebouwing. De
pachter zou volle vrijheid genieten voor
wat betreft het aanwenden van mest
stoffen, uitzondering voor de stal
mest de vruchtafwisseling, het ge
bruik van de opbrengsten der hoeve,
uitgezonderd voor het stroo tijdens het
laatste jaar.
4. Vergoeding aan den uittredenden
pachter. De uittredende pachter zou
prijzij genieten voor het stroo, de stal
mest, navetten, werk, voor zaai- of
plantgoed door hem besteed aan de ge
wassen. die door den intredenden pach
ter zouden geoogst worden.
Een vergoeding is verschuldigd aan
den uittredenden pachter wegens ver
betering aan gronden, wegen, gebou
wen en voor beplantingen, door hem
dingswaarde aan net srruu w weQ cn voor beplantingen, door nem
haver en ongenagelde gerst is het meest ui(.gevoerd oncjer zekere voorwaarden
voedzaam. -«ir*»»»*» nrt>r\7&n.
Wortels en knollen onderscheiden
zich hierdoor dat hun eiwitachtige stof
fen voor een groot gedeelte uit amiden
bestaan, t.t.z. stoffen welke slechts als
eiwitsparend gelden en het eiwit ni
volledig vervangen kunnen. Wortels
en knolten bevatten weinig vet en ruw-
vezel.
Bieten zijn een uitmuntend voeder
voor melkkoeien men verstrekt haar
hoogstens 20 30 kgr. per dag en per
kop,
Mestrunderen mag men tot OU Kg.
bieten toedienen.
Gemiddelde bieten bevatten 0.8 /o
eiwitachtige stoffen, .waarvan slechts
0,1 °/owerkelijk eiwit: het zetmeelge-
halte is 8,3
Aardappels zijn vooral rijk aan zet
meel. De samenstelling is de volgende
Eiwitachtige stoffen 1 zetmeel 18,9%.
Het koken is zeer aan te raden voor
aardappelenhet maakt de solanine
(giftstof van den aardappel) onschadelijk
en maakt het zetmeel oplosbaar. De knol
len bevatten tot 0,1 gram solanine per
kilo; deze giftstof hoopt zich bij het uit-
loopen in de kiemen op, zoodat een kilo
kiemen tot 50 gram solanine kan bevat
ten* men zal dus zorg dragen de kiemen
uit de voedering te verwijderen.
N.B. In al de aangegeven cijfers
wordt het gehalte verteerbare stoffen
bedoeld.
Iets dat de lezer wellicht zal getroffen
hebben is het gering gehalte aan eiwit
der hier besproken voederstoffen. Om
de vereischte hoeveelheid eiwit in het
rantsoen te verschaffen moet men zijn
toeloop nemen tot krachtvoeder.
Daarover in onze volgende bijdrage.
D' C.
ep binnen zekere grenzen.
Op zijn beurt zou de huurder gehou
den zijn schadevergoeding te betalen,
indien door zijn toedoen de gronden ver
vuilen. hij de waterloopen en wegen ver
waarloost, de gebouwen laat vervallen,
enz. enz.
5) Verhuring der landelijke goede
ren behoorende aan openbare bestu
ren. De verhuring zou niet meer ge
schieden bij openbaar opbod, doch bij
inschrijving onder gesloten omslag
De vaststelling der pachtprijzen,
waarover een voorstel ingediend werd
door den H. Mathieu, zal bij latere zit
ting besproken worden.
Het ontwerp Van de Vyvere waar
van wij den korten inhoud hooger weer
geven, werd alvorens in de Kamer be
sproken te worden, verzonden naar de
Midden-afdeeling der Kamer en den
HoogerenLandbouwraad.
De Midden-afdeeling zou aan het ont
werp, enkele wijzigingen willen zien toe
brengen in zake pachttermijn en verhu
ring der goederen van openbare bestu-
ren.
De meerderheid heeft zich uitgespro
ken voor een pachttermijn van minstens
negen jaar, tezelvertijd den pachter toe
latende, de huur om de drie jaar op te
geven.
Betreffende de verhuring der landelij-
i ke goederen van openbare besturen heeft
i de Middenafdeeling voorgesteld, dat de
openbare besturen, minstens twee jaar
j vóór de pachttermijn ten einde is, den
pachter zouden moeten vragen of
1 hij bereid is de pacht te vernieuwen en
desgevallend de voorwaarden aangeven.
De pachter zou een maand tijd hebben
j om te beslissen. Ingeval pachter en open
baar bestuur niet akkoord gaan zou de
verhuring bij openbaar opbod geschie
den. Dan nog zou de oude pachter de
huur mogen vernieuwen tegen den hoogst
geboden prijs.
De Hoogere Landbouwraad heeft zich
akkoord verklaard, met het ontwerp Van
deVyvere, voor wat den duur der pacht
betreft. j
Op Woensdag 17tn November werd
het pachtwetsvoorstel in de Kamer be
sproken waar het, vanwege de verdedi
gers der eigenaars hevige tegenkantin
gen opliep. De argumenten welke zij te
gen het wetsvoorstel inbrachten komen
altijd neer opeen schending van het
eigendomsrecht.
Art. 544 van het Burg. Wetb. zegt;
de eigendom is het recht om van de
dingen het volle genot te hebben en
daarover op de volstrekste wijze te be
schikken, mits men daarvan geen gebruik
make hetwelk door de wetten of veror
deningen verboden is
Het recht van den eigenaar over zijn
goed te beschikken is dus beperkt, be
perking voortspruitende uit het doel
waartoe de goederen zijn bestemd. De
eigenaar bezit niet het recht om naar zijn
vrijen wil te beschikken over zijn goe
deren, zonder rekening te houden met de
algemeene belangen.
De bestemming van den eigendom
moet zoodanig zijn, dat hierdoor in de
stoffelijke belangen van het menschdom
wordt voorzien. Het eigendomsrecht
omsluit in zich de plicht van rechtvaar
digheid, waaraan zooveel eigenaars te
kort blijven. Het eigendomsrecht is niet
onbeperkt, het is feitelijk een natuur
recht dat niet kan afgeschaft worden,
doch het openbaar gezag bezit voile
recht het gebruik van den eigendom te
regelen opdat het met het openbaar be
lang overeenstemme Bij het eigendoms
recht dienen wij te onderscheiden het
bezit zelf, dat door het nieuwe wets
voorstel niet wordt geraakt, en het
gebruik.
Het nieuwe wetsvoorstel heeft alleen
voor doel het gebruik van den grond
eigendom aan te passen aan de huidige
sociale en ekonomische toestanden, om
dat hetzelve niet meer overeenstemt
met de nieuwere leefregels.
Overtalrijke hervormingen zijn reeds
ingevoerd om arbeid, kapitaal en indus-
trieele bedrijvigheid in overeenstemming
te brengen met de tegenwoordige nood
wendigheden, terwijl niet de minste ze
kerheid wordt verschaft noch aan arbeid
noch aan kapitaal van den landbouw-
uitbater. Waarom, indien het grondka-
pitaal van den eigenaar ten volle zeker
heid heeft, moet het bedrijfskapitaal van
den uitbater afhankelijk blijven van tal
van risico's en kansen
Het kapffaal van den eigenaar is niet
het eenige dat zekerheid vraagtmest
stoffen en andere moderne middelen,
welke tegenwoordig door den grond-
uitbater worden aangewend, vertegen
woordigen een kapitaal dat evenals elk
wettig eigendom, zijn rechten heeft en
hoeft gewaarborgd te worden. Het
kapitaal en de arbeid van den pachter
vragen zekerheid, vergelding en in vol
doende mate vrijheid.
Zijn de in te voeren hervormingen
niet ten volle gewettigd Geeft zijn on
verpoosde inspanning den pachter, zoo
wel als den eigenaar, niet het volle
recht aan vrouw en kinderen een be
staan te verzekeren
meest onontbeerlijke nijverheid van ons
land, —zal in enkele jaren tijds bekomen
worden. Niet alleen de pachter en het
algemeen belang zal er door gediend,
maar ook de eigenaar zal er in t bezon-
der door bevoordeeligd worden.
De gronden zullen, door het vaststel
len van een behoorlijken pachttermijn,
niet in waarde afnemen, zooals vele in
landbouwzaken onbevoegde heerschap
pen beweren, maar wel integendeel in
waarde stijgen. De verbetering en inten
sieve uitbating, zullen voor eenzelfde
oppervlakte gronds de opbrengst doen
toenemen en dus ook de waarde en
verkoopprijzen derzelfde verhoogen.
Waarom dan, indien de in te voeren
beperking niet schaadt aan het bezit en
de rechten van den eigenaar, het alge
meen belang niet dienen
Hopen wij dat Kamer en Regeering
zich niet zullen laten misleiden en eens
te meer haar plichten verzuimen, maar
zullen handelen tot welzijn der samen
leving.
('t Vervolgt) V. D. E.
Behoudens tegenbericht zal onze af
gevaardigde, te beginnen van Zondag 9
Januari e. k., eiken Zondag van 9 tot 11
uur voormiddag ten dienste zijn van
onze ledeo in ons lokaal De Koora-
bloem,,, Groote Markt. Aalst.
Wie inlichtingen verlangt over belas
tingen, ouderdomspensioenen, militie,
3taats- en provincietoelagen voor goed-
koope woningen, erfenisrechten, provin-
tiale- en gemeentelijke aangelegenheden,
pachtkwestie, huishuurwetten, onder
houd der wegenis en allerlei zaken, kan
hem daar raadplegen op de vastgestelde
uren.
Men gelieve op te merken dat bene
vens voormelde zitdagen,onze agronoom
zijn gewonen zitdag zal blijven houden
den Zaterdag voormiddag.
I. Gebouwen niet vallende onder
de huishuurwet.
De nieuwe huishuurwet welke in voe
ge treedt op 1 Januari 1927 is in prin
ciep van toepassing op alle huizen, be
houdens volgende uitzonderingen
1) De huizen waarvan de bouw niet
begonnen was of waarvan enkel de ruw
bouw voltrokken of bijna voltrokken was
op 11 November 1918,
2) De huizen gedeeltelijk heropge
bouwd met de vergoeding voor oorlogs
schade verleend door den Staat, doch
waarvan niettemin de kosten van herop
bouw voor ten minste de helft gedragen
werden door den eigenaar.
3) De huizen waaraan sedert 1 Januari
1927 werken tot herbouw of tot veran
dering werden uitgevoerd op de dub
bele voorwaarde
Eén tiende der Belgische bevolking
leeft tot op den dag van heden in totale
onzekerheid, hun bestaan blijft afhanke
lijk van de willekeur der grondeigenaars.
Is het niet een plicht voor het openbaar
gezag hier tusschen te komen en maat
regelen te treffen om onze pachters meer
zekerheid van bestaan te geven en het
openbaar belang te dienen De heele
maatschappij zou er de gunstige gevol
gen van ondervinden, want dan eerst
zullen de landbouwers er zich op toeleg
gen hun gronden de grootst mogelijke
opbrengst te doen afwerpen.wanneer zij
de zekerheid hebben dat deze hen niet
meer zoo gemakkelijk zullen ontnomen
worden, en desgevallend prijzij genie
ten voor navetten en vruchten, en ver
goeding voor uitgevoerde verbeteringen.
De reeds zoolang verwachtte produk-
tie-verhooging van den landbouw.—de
a) dat die werken de woongelegen
heid hebben verzuimd met ten minste
twee in huur gegeven kamers
b) dat de kosten dier werken gedra
gen werden door den eigenaar voor een
bedrag ten minste van de helft der waar
de van het gebouw berekend op l Au
gustus 1914, zonder dat de waarde van
den grond bij die berekening in aanmer
king kome.
4) De huizen waaraan vóór 1 Januari
1927 werken tot herbouw of tot veran
dering werden uitgevoerd wegens de
welke zij niet vielen onder de vorige
huishuurwetten.
De wet bedoelt hier de huizen waar
aan sedert 11 November 1918 .verken
tot herbouw of verandering werden uit
gevoerd die de woongelegenheid heb
ben verzuimd en waarvan de kosten
door den eigenaar gedragen werden tot
een beloop van ten minste de helft der
waarde van het gebouw berekend op
1 Augustus 1914 (art. 23 der huishuur
wetten geordend bij Koninklijk Besluit
van 1 Februari 1926).
5) De huizen of gedeelten van huizen
die sedert 1 Augustus 1914 tot 23 Fe
bruari 1923 niet in huur werden gegeven
tot bewoning.
6* De villas of andere lustwoningen,
die door den huurder enkel gedurende
een gedeelte van het jaar worden be
woond.
7) De gebouwen of gedeelten ervan die
door den huurder uitsluitelijk betrokken
zijn voor het drijven van een handel of
nijverheid.
8) De huizen waarvan de jaarlijksche
huurprijs op 1 Augustus 1914 volgende
bedragen overschreed
4000 fr. te Brussel en voorsteden en
in de gemeenten met meer dan
100,000 inwoners.
3000 fr. in de gemeenten met 5o,ooo tot
100,000 inwoners.
1600 fr in de gemeenten met 25,000 tot
5o.ooo inwoners.
1500 fr. in de gemeenten met 15,ooo tot
25,ooo inwoners.
1000 fr. in de gemeenten met 5,ooo tot
15,ooo inwoners.
500 fr. in de gemeenten met minder dan
5,ooo inwoners.
Bij de berekening van bovenstaande
bedragen worden de bijkomende lasten,
belastingen of andere, welken den huur
der door de huurovereenkomst werden
opgelegd niet in aanmerking genomen.
9) De gedeelten van huizen waarvan
de jaarlijksche huurprijs op 1 Augustus
1914 volgende bedragen overschreed:
2800 fr. te Brussel en voorsteden en in
de gemeenten met meer dan
100,000 inwoners.
2000 fr. in de gemeenten met 5o,ooo tot
100,000 inwoners.
1200 fr. in de gemeenten met 15,ooo tot
5o,ooo inwoners.
750 fr. in de gemeenten met 5,000 tot
15,ooo inwoners.
360 fr. in de gemeenten met min dan
5,ooo inwoners.
Bij de berekening van den huurprijs
worden de bijkomende lasten, belastin
gen of andere, welke den huurder door
de huurovereenkomst zijn opgelegd,
eveneens buiten aanmerking gelaten.
Bemerking De bevolkingscijfers
waarvan sprake onder 8 en 9 hierboven,
zijn deze van de jongste tienjaarlijksche
telling verschenen in den Moniteur.
10) de boerderijen waarbij een land
bouwbedrijf behoort van meer dan 2
ha., indien het huis én de landerijen
toebehooren aan een zelfden eigenaar,
alsook de boerderijen waarvan de ge-
heele huurprijs op 1 Augustus 1914,
5oo fr. per jaar overschreed.
11) De huizen geplaatst onder se
kwester krachtens de besluitwet van 10
November 1918 en de wet van 7 No
vember 1921, alsmede de overige do
meingoederen, na hun vervreemding
welke zou geschieden na het in werking
treden der huidige wet.
In dit geval moet de huurder het door
hem betrokken huis ontruimen na een
opzegging van zes maand vanaf de ver
vreemding van het goed deze opzeg
ging mag hem gedaan worden door aan-
geteekenden brief.
De huizen vermeld onder 1 tot 11
hierboven worden dus verhuurd volgens
de voorwaarden vrijelijk bedongen tus
schen eigenaar en huurder. Noch de
huurverlenging noch de beperking van
de huurprijzen is op hen toepasselijk.
II. Gebouwen onderworpen aan de
bepalingen der huishutirwet.
De wet rangschikt de huizen onder
worpen aan de huishuurwet in drie ca
tegories Als basis der rangschikking
wordt genomen de huurprijs op 1 Augus
tus 1914 zonder daarbij rekening te hou
den met de bijkomende lasten en belas
tingen opgelegd aan den huurder door
de huurovereenkomst.
Onderstaande tabel geeft voor elke
categorie den duur der huurverlenging
en de beperking van de huurprijzen
(Zie vervolg 5' bladzijde).
►♦♦♦i
ri
De medewerkers ziin verantwoordelijk voor hunne bijdragen
Ongeteekende stukken worden niet opgenomen
Niet opgenomen handschriften worden niet tcreggegevea
1 t A. Us»+ moOo. i