Landbouwweekblad
De nieuwe Staatspremiën voor
Goedkoope Woningen*
Maatschappelijke Vraagstukken
Veeteelt
Aan een goed
Redt U Zeiver
ZONDAü 26]AUGUSTUS 1908
Prill 28 centiem.
lüde JAAKUANU Ni 504
Arbeid
adelt
Abonnementsprija 9,00 frank "t jaafr
Men schrift in op ons Bureel en op alle postkantoren
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en RedaktieBRABANTSTRAAT53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller s
ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Voor eo door
de Landbouwers
Door koninklijk besluit van 15 Juli
1928, heeft de regeering op nieuw het
stelsel der staatspremiën in toepassing
gesteld, dat vroeger zulke prachtig uit
slagen heeft opgeleverd en jammer ge
noeg werd prijs gegeven, op het oogen-
blik dat het tot volle ontplooing ging
komen. In menig nummer van ons blad
zijn wij opgekomen voor het toekennen
van nieuwe staatspremiën aan de bou
wers van goedkoope woningen, omdat
wij overtuigd zijn dat de premiën de
doelmatigste middelen zijn tot bevorde
ring van den woningbouw.
Gezien het gewichtig belang dat het
premiestelsel voor onze landbouwbe
volking biedt, willen wij er in dit en de
volgende nummers een uitgebreide toe
lichting over geven. Wij zijn verder
gaarne bereid onze leden van dienste te
zijn bij het vervullen der vereischte
pleegvormen om de staats en provinciale
premiën voor het bouwen eener woning
te bekomen.
Wat de voorwaarden betreft om aan
spraak te hebben op de staatstoelagen,
dient men onderscheid te maken volgens
het tijdstip waarop de woning werd ge
bouwd
I. Woningen gebouwd tusschen
15 Maart 1926 en 22 Maart 1928
Bij koninklijk besluit van 27 Decem
ber 1926 werd de staatspremie voor het
bouwen van goedkoope woningen en
kel verleend aan de personen die hunne
aanvraag vóór 16 Maart 1926 hadden
ingediend. Niettegenstaande dit besluit
waren talrijke minvermogenden voort
gegaan met bouwen, er op rekenende
dat de staatstoelage opnieuw zou inge
voerd worden. Velen onder hen hadden
zelf, niettegenstaande bedoeld besluit,
hunne aanvraag ingezonden aan het be
voegd ministerie.
Welnu ten voordeele van de personen
die een goedkoope woning hebben op
gericht na 15 Maart 1926 en vóór 22
Maart 1928, wordt de premie weder in
gevoerd in dezelfde voorwaarden als
vroeger 1 Enkel lichte wijzigingen wor
den gebracht, wat betreft het hoogst
toegelaten inkomen en het maximumbe
drag der bouwkosten om aanspraak te
hebben op de staatspremie.
Klaarheidshalve geven wij hier een
beknopt overzicht der voorwaarden
waartegen de premie vroeger werd toe
gekend, daarbij rekening houdende met
de wijzigingen daaraan door het jongste
koninklijk besluit gebracht
A. Voornaamste vereischten tot het
bekomen der staatspremie.
1De premie-aanvrager moet Belg
zijn en sedert 31 December 1920 in Bel
gië verblijven.
2. Hij moet gehuwd zijn of weduwe
naar met gezinsleden ten laste. De pre
mie kan nochtans ook worden toege
staan a) aan de ongehuwden die bou
wen om een huwelijk te kunnen aangaan,
b) in zekere voorwaarden aan een onge
huwde die een woning bouwt om haar
met zijne ouders te bewonen.
3) Hij mag nog geen eigenaar zijn van
een woning of deze waarvan hij vroe
ger eigenaar was niet vervreemd heb
ben sinds den wapenstilstand, behoudens
in geval van overmacht.
4. Hij mag geen oorlogsschade getrok
ken hebben voor de vernietiging van de
toebehoorende woning of er geen recht
op hebben.
5. De gezamenlijke gezinsinkomsten
van den aanvrager mogen het in onder
staande tabel aangeduide maximum niet
overschrijden
Gezinnen
bestaande uit
Man en vrouw
id. met 1 afstammeling
id. met 2 afstammelingen
id. met 3 afstammelingen
id. met 4 afstammelingen
id. met 5 afstammelingen
id. met 6 afstammelingen
id. met 7 afstammelingen
id. met 8 afstammelingen
id. met 9 afstammelingen
De rangschikking der gemeenten is
deze aangenomen door het beheer der
belastingen tot berekening van het vrij
gesteld inkomen in zake toepassing der
supertaks. Als gemeente wordt genomen
deze waar de premieaanvrager werk
zaam is.
Onverschillig den datum waarop de
premie-aanvraag werd ingediend, zijn
het de inkomsten welke verklaard of
aangegeven werden, voor het fiskaal
dienstjaar of belastingsjaar 1928 die in
aanmerking worden genomen tot vast
stelling der toeglaten maxima.
Nochtans daar in de loop van 't jaar
1928 de geldelijke toestand van sommige
personen belangrijke wijzigingen kan
hebben ondergaan, wordt de premie
enkel verleend aan de personen wier in
komsten voor bedoeld jaar het toegela
ten maximum niet overschrijden.
Dient nog aangemerkta) dat voor
11,550
13,200
14.850
16,500
19,800
12,600
14,400
16.200
18,000
21,600
13,650
15 600
17,550
19,500
23,400
14,700
16.800
18,900
21,000
25.200
15,750
18.000
20,250
22,500
27.000
16,800
19.200
21,600
24,000
28,800
17,850
20.400
22,950
25,500
30.600
18,900
21,600
24.300
27,000
32,400
19,950
22,800
25,650
28,500
34,200
21,000
24,000
27.000
30,000
36,000
1) Voor woningen gebouwd te Antwerpen, Brussel, Gent. Luik en hunne voor
steden, alsmede in gemeenten met meer dan 25.000 inwoners
op 31 December 1920.
Gezinnen
Zonder afstammelingen of
met 1 of 2 afstammelingen ten laste
met 3 of 4 afstammelingen ten laste
met 4 of 6 afstammelingen ten laste
met meer dan 6 afstammelingen
11,375
12,512
13,650
14,785
45,500
50,050
54.600
59,150
15,165
16.682
18,200
19,715
56,875
62,562
68.250
73,931
2) Voor woningen gebouwd in de andere gemeente met minstens
60.000 inwoners
Zonder afstammelingen of
met 1 of 2 afstammelingen ten laste
9,750
39,000
13,000
48.100
met 3 of 4 afstammelingen ten laste 10,725 42,900 14,300 53,625
met 5 of 6 afstammelingen ten laste 11,700 46,000 15,6oO 58,500
met meer dan 6 afstammelingen 12,675 50,700 16,900 63,375
3) Voor woningen gebouwd in gemeenten van 15.000 tot 59.999 inwoners
Zonder afstammelingen of
met 1 of 2 afstammelingen ten laste 8,125 32,500 10.832 40,625
met 3 of 4 afstammelingen ten laste
met 5 of 6 afstammelingen ten laste
met meer dan 6 afstammelingen
8,125
8.937
9,750
10,562
32,500
35,750
39,000
42,250
11,915
13,000
14,082
44,687
48,750
52,812
7.150
28,600
9,532
35,750
7,865
31.460
10,485
39,325
8,580
34,320
11,440
42,900
9,295
37,180
12,392
46,475
loontrekkenden het bedrag van hun loon
mag verminderd worden met 1/10 voor
bedrijfslasten b) dat het inkomen voort
gebracht aan den premie-aanvrager door
het bezit van roerende en onroerende
eigendommen niet hooger mag beloopen
dan 1/10 der maxima aangehaald in hoo-
gerstaande tabel.
6. De premie-aanvrager moet bewij
zen dat hij na 15 Maart 1926 en vóór
22 Maart 1928 voor eigen gebruik een
goedkoope woning heeft laten bouwen.
De premie mag worden geweigerd of de
terugbetaling ervan geëischt worden, in
dien bedrog werd ontdekt in de aangifte
omtrent den datum waarop de bouw
werken werden aangevangen.
7. De bouwkosten, de waarde der
bijgebouwen en van den bouwgrond zijn
beperkt tot de maxima vermeld in vol
gende tabel
Bemerking uemeenten met meer aan za.vuu inwoners upji
Aalst, Brugge, Charleroi, Kortrijk, Jumet, Lier, Leuven, Mechelen, Bergen. Na
men, Oostende, St. Niklaas-Waas, Seraing, Doornik en Vervier».
4) Voor woningen gebouwd in gemeenten met minder dan 15.000 inwoners
Zonder afstammelingen of
met 1 of 2 afstammelingen ten laste
met 3 of 4 afstammelingen ten laste
met 5 of 6 afstammelingen ten laste
met 6 afstammelingen en meer
8. a) De woning waarvoor de premie ■■■■■■■■(■■■■iiBHiiHftNtHaiatiiwaan
werd verleend mag niet aangewend
worden als herberg binnen de dertig
jaar na hare voltooïng
b) Het huis mag niet worden verhuurd
aan vreemde personen, behoudens in
enkele zeer uitzonderlijke gevallen
c) Behoudens in geval van overmacht
(zooals overlijden van het gezinshoofd,
vertrek van den eigenaar naar een an
dere streek, gewone of rechterlijke ver
deeling der goederen), mag het huis niet
vervreemd worden binnen de 10 jaar
vanaf den 1 Januari volgende op zijn
voltooiing. Het mag ook binnen het
zelfde tijdperk niet afgewend worden
van zijn eerste bestemming.
Pleegvormen tot het bekomen der
Staatspremie.
De aanvragen om de premie te beko
men voor de nieuwe woningen gebouwd
tusschen 15 Maart 1926 en 22 Maart
1928 moeten uiterlijk VOOR 1 SEP
TEMBER 1928, bij aangeteekenden
brief, ingediend zijn bij het Ministerie
van Nijverheid, Arbeid en Maatschap
pelijke Voorzorg, Algemeene directie
van het Maatschappelijk Verzekerings-
en Voorzorgswezen, Dienst voor goed
koope woningen, 34, Kunstlaan, Brus
sel. Het ministerie zendt dan den aan
vrager formulieren ter invulling voor
het verstrekken der vereischte inlichtin-
gen.Over de pleegvormen door de pre
mieaanvragers te vervullen na het indie
nen der aanvraag, geven wij nadere
inlichtingen in een volgende bijdrage.
De premieaanvragen en de daarmee
in verband staande dossiers zullen door
het toedoen van de provinciegoever-
neurs samengesteld en onderzocht wor
den naar het reglement, dat zal vastge
steld worden door den minister van
Nijverheid en Arbeid.
Ten gerieve onzer leden geven wij
hieronder een model-aanvraag onder
aangeteekenden omslag (recommandé)
te zenden aan den ministeriëelen dienst
voornoemd
Mijnheer de Minister,
Ik ondergeteekende
geboren teden
woonachtig testraat
nrheb de eer U om de staats
premie te verzoeken voor het bouwen
van een goedkoope eigen woning.
De woning waarvoor ik de staatste-
gemoetkoming aanvraag werd gebouwd
te
De bouwwerken werden aangevan
gen den
Gelieve te aanvaarden, Mijnheer de
Minister, de betuiging mijner oprechte
hoogachting
Bij afwijking aan de vroegere rege
ling wordt er thans ten voordeele van
den Staat geen hypothekaire inschrij
ving meer genomen. De premiegerech-
tigde moet echter de schriftelijke ver
bintenis aangaan, aan den Staat mach
tiging te verleenen, in voorkomend ge
val, op zijne roerende en onroerende
goederen het premiebedrag terug te
vorderen, vermeerderd met de som, noo-
dig om de enkelvoudige intresten tegen
6 t. h. alsmede de kosten van mogelijke
uitwinning te dekken. Tot terugvorde
ring der premie wordt enkel overgegaan,
indien de premiegerechtigde de voor
waarden niet naleeft betreffende het
gebruik der woning waarvoor hem de
premie werd toegestaan-
Het Verband tusschen het
Lichaamsgewicht onzer Koeien
en haar Productie.
(2e bijdrage).
Onderstaande gegevens, ontleend aan
de onderzoekingen van Gowen bij 385
Hollandsche koeien, bbwijzen zulks na
der. De leeftijd is gelijk.
Correlatie coëfficiënt vetgehalte en
Gewicht 0.006 i 0.034
Lichaamslengte 0.005 0.034
Schouderhoogte 0.028 i 0.034
Bij even oude dieren is er echter zeer
zeker correlatie (in dit geval positief ver
band) tusschen de melkproduktie en ver
schillende lichaamsmaten en het li
chaamsgewicht. Dit blijkt uit de volgen
de gegevens uit de onderzoeking van
Gowen bij Hollandsch vee. Het betreft
weer even oude dieren.
Correlatie coëfficiënt melkopbrengsten:
Gewicht 0.425 0.028
Lichaamslengte 0.364 i 0.030
Borstomvang 0.275 i 0.032
Schofthoogte 0.224 i 0.033
Gowen besluit dan ook het volgende:
Het geheele onderzoek bewijst dat
een koe massa moet hebben om veel
melk te kunnen voortbrengen. De mas
sa mag meer kosten om te onderhouden,
maar in ieder geval is massa een faktor
van groote beteekenis voor hooge melk
opbrengsten Nadrukkelijk waar
schuwt Gowen daaruit geen verkeerde
besluiten te trekken. Uit het feit, dat
een belangrijke correlatie bestaat tus
schen melkproductie en lichaamsgewicht
en sommige lichaamsmaten volgt alleen,
dat bij zware groote koeien, de kans op
hooge melkproductie nogal wat grooter
is dan bij lichte, kleine koeien. Niet, dat
we, om de melkproductie van onze koei
en te leeren kennen, kunnen volstaan
net ze te wegen of te meten.
Belangrijke gegevens omtrent dit
vraagstuk treffen we ook aaH in een
Amerikaansche publikatie, in 1924 uit
gegaan van de universiteit van Missou
ri. Hier werd bij een groot aantal dieren
de relatie tusschen lichaamsgewicht en
vetproductie nagegaan. Een groot aan
tal gecontraleerde koeien werd in 4
leeftijdsgroepen ingedeeld, n.l. van die
ren van 2 tot 3 jaar, van 3 tot 4, van 4
tot 5 en van 5 tot 8 jaar. In elk dezer
groepen werden de dieren weer inge
deeld naar het lichaamsgewicht. In alle
4 groepen constateerde men een regel
matige en vrijwel gelijke stijging van de
vetproductie met het lichaamsgewicht.
Voor 100 kgr. hooger lichaamsgewicht
vermeerderde de vetproductie bi) groep
1 met 17, bij groep 2 met 21,5, bij
groep 3 met 20,8 en bij groep 4 met 23,
gemiddeld met i 20 kgr. Volgens deze
onderzoekingen geeft dus een 100 kgr
zwaardere koe gemiddeld 20 kgr. boter-
vet meer per lactatie. Bij een vetgehalte
van 3,25 correspondeert dat met ruim
600 kgr. melk. Dit besluit mogen we
trekken, omdat blijkens de onderzoe
kingen van Gowen het vetgehalte der
melk absoluut onafhankelijk is van het
lichaamsgewicht. De schrijvers merken
ook op, dat de grootere dieren meer
voeder kunnen omzetten dan de kleinere
en dat ze ook een grooter bloedvolume
hebbes.
Ten opzichte van de productie-eco
nomie zeggen deze schrijvers het vol
gende De gemiddelde waarde van
20 kgr. botervet dekt juist ongeveer de
meerdere kosten voor onderhoud, die
een 100 kgr. zwaardere koe per jaar
vraagt. M a.w. de grootere waarde van
zware dieren, met hooger productie,
schuilt niet in een meer economische
omzetting van het voeder. Veel meer
moeten we die daarin zoeken, dat men
van minder dieren evenveel trekt en dus
spaart aan verzorgingskosten, enz. De
algemeene conclusie is, dat wie bij de
beoordeeling van productiegegevens
geen rekening houdt met het gewicht
der dieren, groote onbillijkheden begaat.
Nog wil ik even vermelden, wat
Eckles in zijn boek "Dairy cattle and
milk production,, zegt over het verband
tusschen massa van de koe, totale melk
productie en economie der productie
In de praktijk kan men opmerken,
dat de boeren, die melk of zuivel voor
de markt produóëeren, binnen het ras,
de dieren van gemiddelde grootte prefe-
reeren boven de heel groote.
De koeien met hooge produkties
blijken bijna zonder uitzondering de
grootste uit het betreffende ras. Woll
bewees dat ook door zijn onderzoekin
gen.
'Men zal uitgaan van een groote en
een kleine koe, die beide erfelijk het ver
mogen bezitten om veel melk te geven.
De kleine koe wordt daarin gelimiteerd
door haar geringe capaciteit om voedsel
om te zetten, de grootere veel minder.
Met het oog op de produktie-eco-
□omie is het gewenscht. dat er harmonie
is tusschen het erfelijk produktievermo-
gen van de koe en haar vermogen om
voedsel om te zetten, dus haar grootte.
Een groote koe met een gering erfelijk
vermogen is niet voordeelig. Een groote
koe met een groot erfelijk produktiever-
mogen echter wel.
Met het gewicht stijgt echter de be
hoefte aan onderhoudsvoeder.
(Uit De Veldbode
Beste Vriend.
Ik wil U bij monde van De Koorn-
bloem wat vertellen, aangaande onze
Spaar- en Leenbank, het zal U heden
wel klaar voorkomen dat ge maar een
mensch zijt die heel weinig verstaat wat
uw plicht is als landbouwer en als Redt
U Zeiver.
Ge vraagt om.,... frank te leenen voor
aankoop van een stuk weide, ge hebt
veel eigeudom als borg, en hebt 40.000
frank in kas om dit voor een groot deel
te betalen.
Mag ik U heden doen opmerken
1* Dat onze Spaar-en Leenbank al
leen leent aan personen die zelf spaar
der zijn.
2* Dat er per gemeente niet meer
wordt uitgeleend als er gespaard is.
Laat ons nu uw geweten onderzoe
ken. dan vinden we U niet als spaarder,
alhoewel ge bekent veel geld te bezit
ten. Waar was dat geld Ofwel bij an
deren ofwel in uw kast.
Hebt ge al eens nagedacht wat er
zou gebeuren, moesten alle landbouwers
en leden handelen als gij De Spaar- en
Leenbank kan alleen leven wanaeer cr
spaarders zijn Menschen die niet alleen
vertrouwen hebben in Redt U Zeiven
om er geld te leenen, maar ook om er
hun centen te plaatsen.
In uwe gemeente is nog geen enkel
cent gespaard 1 Gij zelf die 40.000 frank
geld bézit zijt nog geen spaarder gewor
den en nochtans zijt ge blij zoo we U
willen helpen met U te leenen wat ge te
kort komt om uw wei te betalen
Ik moet het bekennen, vriend, dat het
droef is te bestatigen dat goeie Redt U
Zeivers als gij nog zoo wantrouwig en
bekrompen kunnen zijn, alhoewel ge nu
zelf ondervind dat eene Spaar- en Leen
bank voor alleman kan nuttig zijn 1
Deze regelen schreef ik om U en
zooveel anderen te bekeeren en hen te
wijzen op hunnen plicht als landbouwer
en als Redt U Zeiver. Ik hoop niet in de
woestijn te hebben gepreekt.
P. V. T.
OPGELET 1
In tegenstelling met wat we verleden
week meldden, zal onze agronoom Ing"
K. Hambrouck wel zitdag houden te
Aalst op Zaterdag 1 September.
RNBLOEM
De medewerkers zttn verauWoorAtHjk voor hua tojdragem
Ongeteekende srakken worden aiet apgencmca.
Niet opgenomen handschriften worden niet terug gegeven.
Maximum-bedrag der toegelaten inkomsten in gemeenten van
os-udet dan
5000 tal
15000 tot
30.000 tat
60.000 inwo
5000 inwoners
14.999 law.
29.999 law.
59.999 law.
ners en meer
maxima-waar
de van den
bouwgrond
Hoogste prijs
voor de gebou
wen bijgebou
wen inbegrepen
maxima-waar
de der bijge
bouwen (stal.
schuur eni.)
Hoogste waar
de der woning
bouwgrond en
bijgebouwen
inbegrepen