Landbouwweekblad Jeugdvereeniging Redt U Zeiven De wijzigingen aan de overdrachttaks Moderne Hoevenbouw Het Herenten van Fruitboomen Pallieter aan ons jonge volk Onze Almanak Belastingen Landbouwgenie* Fruitboomteelt Redtuzelvers 11de JAARGANG Nr 527 Arbeid adelt Abonnementsprijs 10,00 frank 'i jaar*. Men schrijft in op ons Bureel en op alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. - De volgende schikkingen wor den genomen voor het feest van 3 Februari. Het bestuur drukt er op dat elk een stipt de regeling navolgt op dat er goede orde en verstandhou ding heersche gedurende de feeste lijkheden 1* Het kunstfeest zal stipt om 4 ure beginnen. Om goede zitplaat sen te hebben wordt elkeen ver zocht reeds om 3 1/2 tegenwoor dig te zijn. Er worden geen plaat sen voorbehouden. 2" De ordedienst zal gedaan worden door zes kommissarissen met armband. Elkeen is verplicht zich te onderwerpen aan de schik kingen derzelve. 3° Het is voor elkeen verplich tend zich van overjas en hoed te ontdoen vooraleer in de feestzaal te gaan. Eene kleerkamer met ge- Dummerde kapstokken is boven. Voor den dienst der kleerkamer en toilette wordt van iedereen 0,50 fr. geëischt. 4° Iedereen moet voorzien zijn van zijne lidkaart die alleen zal toegang geven tot de feestzaal, zonder dewelke niemand zal bin nen gelaten worden. 5* Het buffet zal voorzien zijn van broodjes met hesp en pasteien. 6* Rijwielen kunnen moeilijk ge plaatst worden, gezien de groote toeloop van leden. Elkeen wordt verzocht zooveel mogelijk de rij wielen te stallen bij kennissen of in andere koffiehuizen. 7° Alle onvoorziene gevallen worden op den dag zelf door de feestkommissie geregeld. Het Bestuur. "De Koornbloem,, van 30 December 1928, gaf eene beknopte samenvatting der laatste wijzigingen aan de toepassing der overdrachttaks. Wat brachten zij den landbouw? Alhoewel zij een vermindering van rechten behelzen voor sommige land bouwproducten, moeten wij rechtuit bekennen dat de herziening niet beant woordt aan de rechtmatige wenschen der landbouwbevolking en wel om de volgende redenen: I) De taks op den uitvoer De taks op den uitvoer, waarvan wij in menig nummer van dit blad de nood lottige gevolgen hebben aangetoond en wier afschaffing dan ook door ons eerste jaarlijksch Congres met nadruk werd gevraagd, werd niet ingetrokken trots de herhaalde verklaringen van den mi nister van Financiën in de wetgevende Kamers en trots de bevestiging der mi- nisterieele beloften door den heer Volks vertegenwoordiger Pussemier in zijn verslag over het wetsontwerp van 's lands middelen voor het dienstjaar 1929. De verslaggever verklaarde uitdrukkelijk dat de Regeering de intrekking der laatste uitvoertaksen voorzag voor 1 Januari 1929 De werkelijkheid is echter anders zooals het aandachtig lezen van het koninklijk besluit van 20 December 1928 uitwijst. Wel is waar wordt de uitvoerbelas- ting op de tuinbouwprodukten zooals fruit en groenten niet meer geheven op de waarde der produkten, doch op het gewichtwat ten slotte enkel uitkomt op eene wijziging aan de toepassingsmanier der belasting doch voor den voortbren ger hetzelfde uitwerksel heeft: betalen en den uitvoer door vervelende pleeg vormen belemmeren. Bureel en Redaktie t BRABANTSTRAAT. 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller t ORTAIRE CAUDRON, Aalst. Wat meer is, de druiven door ko ninklijk besluit van 14 Februari 1928 vrijgesteld van de uitvoertaks, worden thans belast met eene taks van fr. 0.15 het kilogramMen ziet dat de Regeering eigenaardige methoden toepast inzake ontlasting. Hetzelfde voor het witloof vroeger vrijgesteld van uitvoertaks, wordt het thans belast met 0,02 fr. het kilogram. II) Overdrachttaks op de boter en het inlandsch vleesch Niemand zal ontkennen dat de boter en het inlandsch vleesch produkten zijn van eerste noodzakelijkheid voor de volksvoeding. De Regeering geeft dit zonder moeite toe waar het gelijkaardige produkten geldt, zooals margarine en vreemd be vroren vleeschvermits zij beiden vrij stelt van overdrachttaks. Waar het echter voortbrengselen aangaat van den nationalen landbouw, kan zij zich het zelfde breed gebaar niet getroosten. Zij heeft de taks op de boter enkel vermin derd met 2 t.h. en de bestaande belas ting op het slachtvee ongewijzigd gela ten zoodat het ingevoerd vreemd be vroren vleesch vrij blijft van overdracht taks en van offlcieele zijde wordt aan gemoedigd in zijne concurrentie tegen het versch inlandsch vleesch. Herhaaldelijk werd nochtans de aan dacht der Regeering gevestigd op de moeilijkheden waarmede deze veekweek te kampen heeft. III) Overdrachttaks op de broodgranen Men weet dat de inlandsche granen dezen laatsten tijd moeilijk aan den man kunnen worden gebracht en dat de prij zen verre van loonend zijn. Met het oog op dezen toestand, heeft ons eerste jaarlijksch Congres dan ook aan den bevoegden Minister de afschaffing ge vraagd van de overdrachttaks op de in landsche granen. Men heeft klaarblijkelijk op doove- mansdeuren geklopt, de forfaitaire taks van 1 blijft behouden op de granen door den voortbrenger verkocht aan den molenaar of aan den handelsverbruiker van de broodbereiding. Alleen wordt de bijkomende taks welke dient gekweten op den verkoop met een andere bestemming als de broodbereiding verminderd van 4 tot 3 IV. De taks op de noodslachting. De betreurenswaardige ja immoreele taks op de noodslachting blijft behouden. Wij hebben op ons eerste jaarlijksch congres duidelijk bewezen, dat het niet aannemelijk is dat het aanzienlijk verlies ondergaan door den landbouwer bij noodslachting nog verzwaard wordt door de forfaitaire taks welke door den fiskus geëischt wordt wanneer het afge maakt dier geschikt wordt verklaard voor het verbruik Wij blijven bij ons standpunt, omdat de belasting waarvan sprake bovendien weinig of niets opbrengt aan de schat kist De regeering schijnt er niet van bewust dat die taks alleen voor gevolg heeft, onstemming te verwekken bij de landelijke bevolking die ruim haar aan deel brengt bij de bekostiging der open bare uitgaven. Wij vragen ons af wan neer zij eindelijk hare vergissing zal in zien V. Vermindering der forfaitaire over- drachttaks van 4 op 3 Het koninklijk besluit van 20 Decem ber 1928 heeft de forfaitaire overdracht- belasting van 4 verminderd tot 3 °/0 op de plantaardige voortbrengselen der inlandsche bebouwing en op de schei kundige meststoffen en op de vee voeders. Wij ontkennen niet dat deze maatre gel eene verbetering is. Doch anderzijds moeten wij vaststellen dat de regeering veel vrijgeviger is geweest voor sommi ge nijverheidstakken zooals het textiel bedrijf waar de taks op 2 °/o wordt ge bracht 1 Gezien het gewichtig belang van den landbouw in de economie van het land, ware het maar billijk geweest hier geen onderscheid van behandeling toe te passen Het volstaat immers niet in redevoe ringen den lof van den landbouw te be zingen het geloof moet gevolgd zijn door werken anders blijft het bij een dood geloof waarbij de landbouw wei nig gediend is. Gebouwen zijn door hun aard zelf duurzaam. Daarom ook moet men, wan neer men wil bouwen, goed overleggen en al de vereischten nagaan waaraan de gebouwen moeten voldoen. Wanneer onze gewone landbouwers een hoeve, stal of schuur willen bouwen dan gaan ze, eenvoudig weg, zonder een bouwmeester te raadplegen, bij den metser. Deze, al kent hij nog zoo goed zijnen stiel, heeft natuurlijk geen het minste begrip van moderne hoevenbouw en degelijke stalinrichting. Om alle nuttelooze onkosten te ver mijden bij het bouwen of veranderen van hoeven en stallen, willen we in en kele artikelen de vereischten onderzoe ken, waaraan deze gebouwen moeten voldoen. Kort en bondig kan men hierin de eischen samenvatten de hoeve moet in haar geheel aan hare bestemming vol doen. Alles moet in evenredigheid zijn met de uitbatingen.de gebouwen moeten zoo geschikt zijn dat ze zooveel mogelijk werk besparen en den minimum opper vlakte beslaan. Andere faktoren moeten nochtans onze aandacht trekken, zoo 1) de rich ting der overheerschende winden 2) de plaats waar men de hoeve wil bouwen 3) den aard der uitbating 4) de beschik bare hoeveelheid drinkwater en meer dergelijke. Algemeenheden Evenals de andere uitbatingen worden de hoeven in ons land gerangschikt in kleine, middelmatige en groote. Men kan de gebouwen groepeeren op verschillende wijzen. De kleine rang schikt men best in rechte lijn middel matige in vorm van winkelhaakde groote vormen gewoonlijk een binnen koer. Hoe men ook bouwt, trant en schik king hangen noodzakelijkerwijze af van de faktoren hooger vermeld. 1) De hoeve moet aan hare bestem ming voldoen. Dit hangt af van de uit bating. Zoo zal men ruime schuren noo- dig hebben, wanneer men aan graan- teelt doet. Houdt men zich integendeel met het veefokken bezig, dan moeten de stallen groot en degelijk zijn.Hier natuur lijk spelen de natuur van den grond en het klimaat een groote rol. Een hoeve in de Polders zal gansch anders opgevat worden, dan een ander in de Kempen. Evenzoo zal men bijvoorbeeld in Enge land, waar de schapen gedurende het gansche jaar op de weide vertoeven over min degelijk ingerichte stallen moe ten beschikken dan hier. 2) De gebouwen moeten in evenredig heid zijn met de uitbating. Het hoeft geen betoog dat men voor eene hofste de van 2 Ha. gebouwen moet plaatsen dienstig voor eene van 10 Ha. Dit kost al duur uit zich zelf en brengt daaren boven nog groote onkosten van onder houd, verzekering enz. mede. 3) De gebouwen hoeven zoo geschikt te zijn dat ze zooveel mogelijk werk uit sparen en de kleinste oppervlakte be slaan. Zoo zal men van uit de keuken, wanneer de groepeering der gebouwen een binnenkoer vormen, een goed zicht moeten hebben over alles wat in en uit gaat op de hoeve. Bij 't bouwen eener hoeve kieze men altijd eene plaats zoo hoog mogelijk ge legen. Dit heeft twee groote voordee- len vooreerst heeft men weinig last van het grondwater voor de kelderingen en verder verzekert het een goeden afloop der vuilwaters. Indien zulks mogelijk is, zullen de ge bouwen zoodanig gesteld zijn dat de overheerschende winden, de stalgeuren evenals deze van den mesthoop van het woonhuis verwijderen. Bovendien moet het licht in overgroote mate in woon huis en stal kunnen doordringen. De beste oriëntatie voor de hoofdgebou wen, is naar onze meening, deze van 't Noord-West en naar 't Zuid-Oosten. Zoo wordt slechts een zijdegevel door de Zuid-Wester-regens getroffen en daarenboven zullen woonplaatsen en stallen nog gedurende eene voldoende tijdruimte het daglicht ontvangen. Voor en door de Landbouwers Een degelijke verluchting is ook aller noodzakelijkst én voor de woning én voor de stallen. Kunnen licht en lucht goed doordringen dan zullen mensch en en dier er best bij varen, want deze twee factors spelen een overwegenden rol in de gezondheid van beiden. Om het al te dikwijls herhalen van al gemeenheden als deze te voorkomen, hebben we voor onze artikelenreeks, over moderne hoevenbouw, willen ge ven. Ze schijnen misschien wel dor, en zonder rechtstreeksch belang, nochtans zijn ze noodzakelijk. In een volgende bijdrage zullen we spreken over de woning en dan een voor een de stallen aanvatten. Door het om- of herenten van fruit boomen verstaat men het plaatsea van enten op gedeeltelijk afgezaagde takken, om een peer of appel, b.v. die niet in den smaak viel, of niet meer goed was voor den handel, door betere te ver vangen. Hoe grooter uitbreiding de om te enten boom bereikt heeft, hoe meer entrijzen of liever hoe meer af te enten takken er in aanmerking komen. Bij het wegsnijden of afzagen der tak ken, gaat men op zulke wijze te werk dat de goede vorm van den kruin behou den blijft. De takken, welke omgeënt zullen worden, moeten weggenomen worden, niet al te dicht bij den stam, gewoonlijk op 25 A 35 cm. lengte. Als regel geldthoe ouder de boom, hoe verder de enten van den stam ko men te staan. Doorgaans kieze men die kroontak- ken uit. welke om hunne middelmatige dikte en hunne richting ons de beste uitslagen mogen doen verhopen. Som migen snijden beneden de entplaats al de zij- en neventakken weg. Dat is een verkeerde doenwijze die niet mag nage volgd worden. Men verwijdere slechts de zwaarste, alle andere laat men rustig doorgroeien en men zal ze als saptrekkers behouden. Zware takken van 7-8 cm. en meer doormeter kunnen slechts door de kroon- griffeling herent worden, op dunnere takken van 3-5 cm. doormeter wordt de spleetgriffeling toegepast. Wat zal er nu gebeuren in den loop van 't jaar na het afenten De slapende oogen op de afgeënte takken zullen voorzeker uitloopen en min of meer scheuten voortbrengen naast en onder de plaatsen, waar de takken ingekort zijn Om den groei der ent te bevorderen, zal men de te dicht staande twijgen wegsnijden, alsook die welke zich in de onmiddellijke nabijheid van de enttwijg bevinden. De vroeger behouden zijtak ken houde men ook in 't oog en snoei hen insgelijks bij een al te groote sterke uitbreiding zelfs komt het niet ondoel matig voor ze in sommige gevallen ge deeltelijk weg te nemen. In den loop van den volgenden win ter of in 't voorjaar worden de zwaarste takken op hunne beurt weggesnoeid en men laat de overblijvende min sterk ont wikkelden nog een zomer doorgroeien om ze in 't volgende winterseizoen weg te snijden, zoodat de gesteltakken kaal staan tot aan de enttwijgen. Verder zorgt men voor den vormings- snoei en past de gewone snoei toe, steeds in 't oog houdende geen scheuten te laten doorschieten of te behouden op de gesteltakken van de oude kroon. Bij het omenten vooral moet men acht geven al de wonden gemaakt door zaag of kapmes met eeq scherp mes goed glad te snijden en ze met de eene of an dere kleverige stof, als met entwas te overwrijven om ze aan den schadelijken invloed van de lucht te onttrekken. Gij die weet welke voordeelen onze vereeniging U reeds bezorgde, werft nu nieuwe leden aan 1 Het is de meest ge paste tijd 1 M n allerbeste Vrienden, Wat doet het deugt midden den har den en kouden winter zijn hart warm te voelen kloppen 1 Denk nu niet dat ik dit schrijf uit pure gewoonte om U of anderen plezier te doen, neen I ik meen het werkelijk oprecht 1 Ge zult me na tuurlijk vragen om de reden. Hebt ge ze dan werkelijk niet geraden Welnu dan, ik zal het jullie maar zeg gen. Reeds verleden week had ik lust om de pen in de hand te nemen ea U m'n beste wenschen toe te sturen voor uwe ontluikende jeugdvereeniging. Dat ontbrak werkelijk in uwe organisatie, dat was er broodnoodig en ge zet het flink in 1 Ik weet dat Nonkel Wisius reeds sedert vele jaren droomde zijn jongere leden, waarborg voor de toe komst, te groepeeren en hen te maken tot de voorwacht van het onafhankelijke boerenleger 1 Het programma van uw eerste feest laat veel verhopen. Ge zijt er U van be wust dat de landbouwer niet alleen leeft van werk maar dat hij evengoed als wie het recht heeft op kunstgenot. Dat is voorwaar een goed gedacht waar mede de inrichters geluk dienen ge- wenscht. Ik wil hier niet punt per punt het programma nagaan maar toch dient het gezegd dat het heelemaal overeen stemt met het doel dat Nonkel Wisius zoo goed samenvatte in deze drie woor den Standsfierheid, Ontwikkeling, Ont spanning. Ik weet heel goed dat 'n aantal jon geren, van beider kunne, welke ver van Aalst wonen met leede oogen deze op komende vereeniging aanschouwen en alleenlijk betreuren er nog geen werkend lid te kunnen van worden om de een voudige reden dat Redt U Zeiven in hunne streek nog niet is doorgedrongen. Deze jongeren hebben niettegenstaande dit alles toch een lidkaart genomen om alzoo een blijk te geven van hunne sympathie en zeker zullen er ook uit verre streken leden tegenwoordig zijn. Welke les ligt er daarin voor ons, jongeren uit de streek van Aalst Wel dat het effenaf een schande zou zijn moest U geen lid worden. Jongeren, die vooruit wilt en werke lijk medevoelt met den strijd en het le ven uwer standgenooten het moet voor U een plicht zijn lid te worden der Jeugdvereeniging. Ik weet uit de beste bron dat uw eerste feest een waar sukses te gemoet gaat en het hangt van U al léén af dit sukses in een triomf te veran deren. Het is nog niet te laat, neemt gauw uwe kaarten en Zondag avond zijn we samen in volle vreugd. Laat het echter niet bij deze eerste vergadering. Spreekt met de inrichters, tracht uw ledental steeds te vermeerde ren maar let bijzonder op de kwaliteit uwer leden opdat ze allen werkende wezen en steeds alle vergaderingen zou den bijwonen, dan hebt U misschien binnen heel korten tijd een flink bestuur aan het hoofd om U naar verdere uit breiding en innerlijke versteviging te brengen. Nu kunt ge me gerust verwijten dat ik vandaag zoo ernstig deed... dat is me waarlijk overkomen zonder het te weten maar het is misschien best zoo. Wacht ons zondag niet de groote vreugd mekaar te ontmoeten, en in gezellig, meer dan gezellig samenzijn een waar lijk schoone en leutige avond door te brengen? Tot Zondag dus en intusschen heel hartelijke groeten van den immer jongen PALLIETER geniet dees jaar een buitenge woon sukses en heel dikwijls wa ren we verplicht bestellers te doen wachten. Daarom ook verzoeken we ten dringendste alle magazijniers de onverkochte almanakken terug te willen sturen of mede te geven aan de autogeleiders. Leden welke nog een almanak begeeren dienen zich te haasten daar de voorraad bijna uitgeput is. 'MBL HEB""™ e De medewerken zfjn veraotwoordefyk voor hu bgdraeee. Ongeteekende stuklees worde» aiet opgeaomea. Niet opgcBomea handschriften worden niet teruggegeven. UJIL. 5SH»

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1929 | | pagina 1