In onze Mdeelingen.
Landbouwweekblad
Kalverziekten
srs Het beste is nochtans een veearts te
r^AC Rechtskundige Dienst
De Rhubarberteelt
DE KOESTAL
De Landpacht
Veeziekten
Groententeelt
Moderne Hoevenbouw*
Wetgeving
ïONDAü 17 FEBRUARI 1929
Prijs 20 centiem
EN
Arbeid
adelt
de
oo
zy
ne
er-
of
rpt
ïn-
Abonnementsprijs 10.00 fnuik jun.
Men schreit in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en RedaktieBRABANTSTRAAT. 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller j
ORTAIRE CAUDRON. Aalst.
Voor ca doer
de Laadboawew
ea-
nz.
Kalveren die gemest wordeu en dus
hoofdzakelijk gevoed worden met melk,
kunnen vaak onderhevig zijn aan maag-
ontsteltenis.
Het lange wachten van eten krijgen,
waardoor de lebmaag (de eigenlijke
maag) geprikkeld wordt, zet geen zout
zuur meer af dit is een der oorzaken
dezer ontsteltenis.
Het kunstmatig zoogen. melk van zee»
vette koeien, het verorberen door de
voedsters van allerlei verdorven voedsel
zooals afval van stokerijen, be
schimmeld meel, slechten draf. verdufte
lijozaadkoeken enz. het voeden van
kalveren met afgeroomde melk gemengd
met meelstoffen enz. zijn hoofdzakelijk
de gewone oorzaken van deze maagont-
steltenis.
Welke zfln de kenteekens
Deze ziekte wordt geker merkt door
verstoptheid, weinig opgemerkt door de
boerin, maar weldra gaat deze verstopt-
b d over in een dunoen en kwalijk rie-
kenden afgang, geelachtig van uitzicht.
Zoodra de kalveren aangedaan zijn,
verliezen zij allea eetlust, zjj zien er treu
rig en neerslachtig uit.
De dieren bleven liggen, zijn slaperig,
gapen en kreunen. De mond is warm en
wasemt een zuurachtigen geur uit. de
ng is aangeladen, de buik is gespan
en. zelfs zijn er teekens van trommel-
cht en de ademhaling versnelt.
Soms geeft het kalf oprispingen en
rampen zijn niet zelden, maar het ge-
rt wel eens dat het kalf gekabbelde
estremde melk braakt.
hevige slijmachtige doorloop of
Safgaag ontlast het kalf, en kan de gene-
Izing als gevolg hebben, maar deze ont-
jjfiteltenis eindigt zelden met den dood,
ndie veroorzaakt wordt door eene op
volgende maag en darmontsteking.
Wanneer meo bemerkt dat de kalve
er droevig uitzien en dat hu» eetlust
ermlndert, dan zal men zich wel wach
de kalveren met geweld te voeden,
aot men mag nooit de maag overlasten,
het opgeven van het eten met geweld
loet dikwijls den toestand verergeren.
De toegediende melk mag ook niet te
koud, maar ook niet te warm gegeven
worde».
Om deze ziektetoestand te voorkomen
nis het geraadzaam het dier aan een stren
gen leefregel te onderwerpen, name-
'lijk het eten toedienen op een bepaal-
vden tijd en de eetmalen zullen zeer wei-
4nig van elkaar gescheiden zijn. Zoo
^de oorzaak der ontsteltenis bij de melk-
^koeien huist, waarvan men de melk ge-
»bruikt om de kalveren te voeden, dan
Jtal men de oorzaak by de melkgeefster
vverwjjderen.
4 De toegediende geneesmiddelen ver-
4schillen volgens den toestand der ziekte.
4 Om de ziekte te genezen moet men
4het werkvermogen van de lebmaag
^wederom opwekken door prikkelende
^geneesmiddelen, en de onstrking bestrij-
iden door het ingeven van poeders, zoo-
Jals maag zout, lichte afdrijvende buikzui-
vverende middelen (leb) enz... Krijt en
4houtskool in het drinken kan ook zeer
►♦4DUt,i9 gegeven worden zoowel om deze
onsteltenis te genezen als om te voorko
men.
ns vatraa<^p'e®en ^eze zie'[te °°k ^an ^e"
U dat,tr^eB ^oor onderhuidsche irspuitingen
>roeierljvan een ze^er alcaloïde (D'Prof Antoine).
keigen Laten w(j hier ook aanhalen dat er
kiekjöbuikloop en darmontsteking kan ont
staan door eene besmettelijke en gevaar
lijke kalverziekte namelijk de navelstreng
ontsteking, en waarover wij een andere
maal zullen handelen.
Dr. v. J. W.
^Beef ^eze om aan onze geachte
leden bekend te maken, dat onze
dt vet' ^ecktskundige geen zitdag zal
ti». houden op Zondag 24 Februari
eerstkomende.
De rhubarber vindt op het vasteland
meer en meer ingang, en wordt evenals
fruit in taarten en kocfituur verbruikt.
Het is een doorlevende, winterharde
plant, met dikke wortels en dikke holle
bloemstengels, welke gele, grijze bloe
men dragen in Juli.
De bladstelen, wanneer ze een lengte
van 40 a 50 cm. hebben, vormen het
oogstbaar gedeelte van de plant.
Vroeger jaren werd de rhubarber wel
eens gebruikt tot versiering van den
tuin.
De rhubarber vraagt een goed door
dringbaren en tevens frisschen grond.
Men kan de plant op alle standplaatsen
kweeken, zelfs op schaduwrijke plaatsen
en ze bezit het groot voordeel dat zij
overvloedige oogsten kan leveren op
gronden die weinig voordeelig zijn voor
de teelt van onze andere groenten.
De plant vérlangt een diepgespitten
en wel bemesten bodem men geeft per
are 600 800 kg stalmest, 8 12 kg. me-
taalslakken. 8-12 kg. kaïnier of 3 kg
potaschsulfaat.
Een aanbevelenswaardige variëteit
moet i
1° vroeg z(jn.
2° dikke en roode bladstelen voort
brengen.
De Paragon geeft vroegtijdig dikke,
menigvuldige en malsche bloedroode
bladstengels. Daar zij noch bloemsten
gels, noch zaad voortbrengt, gaan al de
krachten tot de bladvorming over zoo
dus voldoet deze soort aan de twee
bijzonderste eigenschappen.
Een andere goede variëteit is de
Vroege Spriet, die vooral in de omstre
ken vaQ Mechelea wordt gekweekt.
De vermenigvuldiging van de rhu
barber geschiedt door zaad of door
struikscheuring.
Het zaaien wordt maar weinig ge
daan, enkel om nieuwe variëteiten voort
te brengen.
Men zaait in den Herfst of in de Len
te. in r(Jen op 30-40 cm afstand en 2 tot
3 cm. diep Bij her kiemen zet men de
jonge plantjes op 20 25 cm. in de rij;
men houdt den grond zuiver van on
kruid en bevoordeeligt den groei door
het toedienen van vloeimest of enkele
grammen eener stikstolmcststof opge
lost in een emmer water.
De planten gezaaid in Juli, plant men
ter plaatse in de volgende Lente, en de
gene in de Lente gezaaid, in October
van hetzelfde jaar.
Wilt ge zeker zijn dat al de goede
eigenschappen bij de vermenigvuldiging
worden voortgezet, dan moet gij over
gaan tot het scheuren van struikea.
Breng goede kloeke struiken aan de
grondoppervlakte, in de maanden
Maart-April, ofwel in September-Oc
tober. Men verdeelt de plant bij middel
van een scherpe schup, in stukken welke
twee of drie kloeke oogen dragen.
De stukken van deu buitenkant van
den struik ziju te verkiezen, omdat de
oppervlakte van de wonde geringer is.
en daardoor het rotten wordt vermin
derd. 't Is heel geraadzaam de stukken,
vooraleer ze te planten een paar dagen
in zon en wind te leggen, om de gemaak
te wonden te laten opdrogen
Men plant in rijen op 1 m. afstand in
alle richtingen de struiken zet men in
putjes van 40 cm2 in dewelke men wat
goed ontbonden straatvagelingen of
compostaarde enz gelegd heeft.
De diepte van de struiken hangt af
van de natuur van deu grond, in droge
gronden plant men iets dieper dan in
nattemen tracht toch altijd dat de
oogen juist gelijk staan met de opper
vlakte van den grond.
In sommige streken wordt er altijd het
eerste jaar na de planting een tusschen-
teelt toegepast van vroege aardappelen
of sla
Na het planten maakt men den grond
los. door verschillende hakkingen, ten
einde de onkruiden te vernietigen Tij
dens den gro*i mogen we de stikstof be
mesting niet vcrwaarloozen.
Bij h»t verschijnen der bloems'ergels
zullen we deze altijd wegnemen, irdien
men geen zaad verlangt om het ver
zwakken der planten te beletten.
Het eerste jaar der planting zal men
niet oogsten als onderhoudsbemesting
geeft men dan jaarlijks in de Lente 1 m3
geteerden stalmest. 6 kg superfosfaat en
van 2 tot 3 zwavelzure potasch per are,
die meststoffen gaan we lichtjes inwer
ken, zorg dragend de wortelen niet te
beschadigen.
Het tweede jaar na de planting zal
men een deel bladstelen mogen oogsten,
dit volgens de kracht der planten nu
worden er geen tusschenteelten meer
toegepast. Om de bladeren af te trekken,
neemt men den bladsteel aan den voet
vast en men wringt hem voorzichtig af
om het oog dat aan de basis staat niet
mede te rukken.
Voor den verkoop bindt men de ste
len in bussels vao 1 of 2 kg. bij middel
vau wisschen of raSa Bij het begin van
het oogsten bewaar men de bladschijf
aan den bladsteel voor den verkoop,
doch in volle seizoen sn(jdt men het
grootste gedeelte der bladschijf weg,
opdat de bladstelen langer zouden frisch
blijven.
Indien men de bemesting goed onder
houdt en de planten niet te zeer uit
geput zijn door het oogsten, kan men ze
gedurende 8 tot 10 jaar laten staan en
goede opbrengst bekomen.
In vorige bijdragen hebben we ge
sproken over de gebouwen in het alge
meen en over de woning. Nu komen we
tot ons eigenlijk onderwerp de stalge-
bouwen en beginnen met de koestal.
Men kan de dieren stallen in langs-
rijen en in dwarsrijen. In kleine uitbatin
gen treft men gewooolijk slechts eene
langsrij aan; gewoonlijk bezitten deze
stallen dan ook geen voedergang. Deze
gang zou het toedienen van het voeder
nochtans veel vergemakkelijken.
In grooter uitbatingen zijn de dieren
in twee langsrijen geplaatst, ofwel met
het hoofd naar elkaar gekeerd, ofwel met
het hoofd naar den muur en dan zijn ze
gescheiden door een mestgang In het
laatste geval kan een voedergang ge
maakt worden tusschen de muur en de
kribben.
Voor het toedienen van het voeder is
het aan te bevelen de dieren in twee
langsrijen, met het hoofd naar elkaar
gekeerd, te stallen. Dit bespaart veel
handarbeid. Is de stal te lang dan ver
deelt men hem ia twee door een dwars-
gang. Dit om het wegnemen van den
mest te vergemakkelijken.
De mestgang heeft 1.20 tot 1.40 m.
breedte, de dubbele kan gaan tot 1.60 m.
De breedte van den voedergang voor
een enkele rij kribben schommelt tus
schen 1,10 m. en 1,50 m voor een dub
bele rij neemt men tot 2,50 m. De stand
lengte verschilt natuurlijk volgens den
ouderdom en de grootte der dieren, ze
gaat voor volwassen vee van 1,50 m.
tot 1.95 m. en voor jong vee van 1,35 m.
tot 1.45 m.
Om strooisel uit te sparen en beter
melk te bekomen, bouwt men dikwjjls
grupstallen. Hier z(jn de dieren kort aan
gebonden en de lengte van de stand
plaats is juist zoo lang als het dier. Zoo
doende vallen de uitwerpselen recht-
streeksch in een diepe grup, die door
een tamelijk groote helling, voor een
voldoenden afvoer zorgt.
De standbreedte verschilt van 0 80
tot 1 m. voor jong vee, van 1 tot l,25m.
voor melkvee.
Wanneer het aantal te stallen dieren
groot is, zal men door ze in dwarsrijen
te plaaten een groot terrein winst doen
evenals eene vermindering van muren
die tot 15 kan gaan. Dan worden de
rijen vertikaal op de lengte van het ge
bouw geplaatst de gangen, uitgenomen
de twee buitenste, zijn dan gemeen aan
twee rijen. Een verbindingsgang loopt
dan langsheen den voorgevel en veree-
nigt al de andere gangen. De verwijde
ring van den mest is hierdoor zeer ver
gemakkelijkt, gezien de rijen zeer kort
zijn (8 tot 10 beesten) en iederen door-
gaog een deur bezit, die op deu koer
uitgeeft. Weliswaar is de voederverdee
ling en het bewaken moeillijker. Het
eenige voordeel zit bier dus in het bespa
ren van plaats en metselwerk.
De stal zal hooj g-roeu zijn om een
voldoende luchtververschiny te beko
men en een gunstige constante tempera-
tu ur te behouden. De minimumhoogte
is bepaald op 3 m.anders hoopt de
verpeste lucht er zich te spoedig op en
zijn de stallen blootgesteld aan plotse
linge temperatuursveranderingen.
Te hooge stallen zijn ook af te raden.
Zjj zijn te koud, kosten veel geld en het
aanbrengen van zolders is bovendien
dan zeer lastig.
Om gezonde stallen te hebben is het
volstrekt noodzakelijk de muren tot op
een hoogte van2 m met ciment te bezet
ten en de rest, evenals de zoldering te
kalken.
Breede vensters zijn voor een goede
verlichting van noode. Daarom zullen
ze minstens 1 m. lang en 0,80 m. breed
te zijn, en tezelvertijd zal hun opper
vlakte gelijk zijn aan ongeveer een
twaalfde van dit van den vloer. De ven
sters worden best zoo boog mogelijk
geplaatst om een goede verdeeling van
het licht te bekomen.
De vloer van den koestal moet on
doordringbaar en een slechte warmte
geleider zijn. Hij mag ook niet te glad
zijn. Al deze hoedanigheden zijn moeilijk
in eeD en dezelfde soort vloerbedekking
te vinden. Een hoedanigheid dient echter
vooruitgesteld nl. de ondoordringbaar
heid Het gebruik van betoa verspreidt
zich allengs meer en meer Om het uiglij-
den te voorkomen wordt de oppervlakte
eenvoudig weg ruw gemaakt. Men hoeft
zorg te dragen dat de samenstelling van
het beton eenvormig weze, anders zijn
er deelcc die loskomen, de ale blijft er
in staan en zoodoende wordt de vernie
ling van de vloerbekleediag ten zeerste
bevorderd. Een vloer uit metselwerk op
een laag gestampd zand is min koud en
beantwoordt tevens aan de andere ver-
eischten.
Eene helling van 5 cm. op de gansche
lengte verzekert een voldoenden gieraf-
voer er is te verkiezen op eene grootere
van het laatste deel van de standplaats.
De grep zal eene helling van 2 cm.
per meter hebben om de vloeibare uit
werpsels goed te verwijderen. Kuischen
op tijd en stond is een hoofdvereischte,
anders is alles te rap verstopt en dan is
er natuurlijk van een droge ligging geen
spraak.
Toekomende week schrijven we een
en ander over de varkensstal.
Ten einde onze lezers een klaar ge
dacht te geven over de nieuwe bepalin
gen in zake pachtwet geven we hieron
der de amendementen der regeering
welke bijna allen gestemd werden. Onze
speciale medewerker zal in een onzer
volgende nummers deze amendementen
bespreken.
De amendementen luiden als volgt
Art 6, Op te stellen als volgt
Artikel 1774 van het Burgerlijk Wet
boek wordt door de volgende bepalin
gen vervangen
§1. De duur van de pacht van een
landeigendom wordt door partijen be
paald.
§2 Wanneer het een pacht betreft
behoorende tot een eerste ingebruikne
ming, kan de duur niet minder zijn dan
negen jaar, niettegenstaande elk strijdig
beding en gebruik. Wanneer partijen
den duur niet hebben vastgesteld, is
deze bepaald op negen jaar. Dit geldt
eveneens wanneer partijen 'n mindere
duur hebben vastgesteld.
Partijen mogen bepalen dat de ver
pachter aan de pacht van het verhuurde
goed »en rinde zal kunnen maken, ten
einde zelf het goed in bedrijf te nemen
of de inbedryfneming er van aan zyn
afstammelingen over te dragen in dit
geval, moet de verpachter de bij artikel
1775 voorziene opzegging in acht nemen
indien de eigenaar of zijn afstammelin
gen het verhuurde goed niet betrekken
binnen een tijdsverloop van zes maan
den of indien de betrekking fictief is, zal
de ontzette pachter recht hebben op
schadeloosstelling.
Wordt niet als een eerste in gebruik
neming aanzien, de voortzetting of de
herriruwing ter profijte van de erfje
namen cf rechtverkrijgenden van den
overleden huurder van een aan dezen
laatste overgedragen pacht.
3. De bepalingen van 2 zQn niet
toepasselyk
1) ©p de overeenkomsten welke voor
oogmerk hebben een minder duur dan
één jaar
2) op die welke gronden betreffen die
voor 't openbaar nut werden onteigend
of aangekocht
3) op die welke gronden Betreffen die,
gezien hun toestand, moeten worden
aanzien als bouwgronden of voor de
ny verheid bestemd, mits zy als dusdanig
werden opgegeven op het oogenblik der
verpachting
4) op die welke gronden betreffen,
door den pachter of den eigenaar ver
huurd aau zyn personeel, als onderdeel
van eene arbeidsovereenkomst
5) op die welke perceelen betreffen
die moeten gehecht worden aan een
landbouwonderneming, welke uit hoofde
van een vroegere pacht in gebruik is
de vehuring van d*ze perceelen kan
worden gesloten voor een tijdbestek dat
ten einde loopt tegelijkertyd als de
voornaamste verhuring.
6) op de overeenkomst van onderhu
ring en van huuroverdrachtdeze kun
nen losgelaten worden voor een tijds
bestek dat ten einde loopt tegelykertyd
als de bijzonderste verhuring.
Art. 7. 1. De alineas 1 en 2 ver
vangen door het volgende
Niettegenstaande elk strfjdig beding
of gebruik, neemt de pacht van de land
eigendommen waarvan de duur bepaald
wordt door de wet of door de pacht,
slechts een einde mits opzegging ten
minste twee jaar vóór het verstrijken er
van.
Indien die pacht geen bepaalden duur
heeft, neemt zy een einde, mits opzeg
ging ten minste twee jaar voor het tyd-
stip dat vóór het uittreden bepaald
wordt door het plaatselyk gebruik.
II. In alinea 6 de woorden doen weg
vallen i
of een gebruik voortgezet ingevol
ge het toestaan van een termijn, zooals
is bepaald in 5 van het vorige artikel.
Art. 8. Te vervangen als volgt t
Artikel 1776 van het Burgerlek Wet
boek wordt vervangen door de volgen
de bepaling t
Art. 1776. By ontstentenis van de
opzegging voorzien by artikel 1775 gaat
er. by den afloop van de vroegere pacht,
een nieuwe pacht in voor een onbepaal-
den termijn. Dit geldt eveneens wanneer
bij het verstryken der pacht, de pachter,
ondanks de opzegging, in bezit blijft en
gelaten wordt.
Elk van beide partyen kan een einde
maken aan deze nieuwe pacht mits in
achtneming van de bepalingen van
art. 1775.
ELENE, OOMBERGEN,
LEEUWERGEM.
Op Zondag 17 Februari, te 10 uur,
algcmeene vergadering bij Mr Emiel
Eeckhout. Pontweg, Oombergen.
Dagorde 1) Voordracht over Len
tebemesting door Ing' K. Hambreuck.
2) Inschrijving voor landvetten, sylvi-
niet, ijzerslakken, potaschsulfaat, kalk,
kolen enz.
EREMBODEGEM.
Van heden af tot Maandag 18 Fe
bruari kunnen de leden zich laten in
schrijven voor magnesiakalk, in 't lo
kaal bij Mr Florent Lievens of by Mr
August Van Muylders. Kapellen.
KALKEN.
Een magazijn werd alhier geopend bty
den heer Richard Lammens, Kruisstraat.
Al onze waren zijn er te verkrijgen mits
een meerverkoop van 3 fr. per 1C0 kilo
op de pryzen vermeld in De Koorn-
bloem dit om de vervoerkosten te
dekken.
KEMSEKE
Zondag 17 Februari 1929, na de ves
pers te 3 u., algemeene vergadering
voor de leden van Redt U Zeiven en
voor de landbouwers vau Kemseke in
de "Oude school.,.
Dagorde t 1. Voordracht door den
heer Akkermans over "Doel en werking
van Redt U Zeiven,, 2" Zeer belang-
ryke med'deelingen, betreffende de
werking en den toestand der afdeeliag
Kemseke door den Secretaris.
K00RNBL
GT
»e-
De medewerker* ii}n veraatwoordelgk voer hu» bgdragea.
Onaeteekende *tukkc« worde» alet opgeaome».
Niet opgeaome» haadtchrifte» worde» »iet teraggegeve».
9.
•MMSSSSMSSMSMMMSMM*