Reis naar Aalsmeer
Landbouwweekblad
Voor betere sociale
landbouwtoestanden*
Het vraagstuk der verer
ving van de melk bij
het rund*
Gerechtelijke
Eerherstelling*
Zitdagen der maand
Tuinbouw
April
Wetenschap
APRIL
ZONDAG
Prijs
centiem
11de JAARGANG Nr 538
Arbeid
adelt
Aboanemcntapr^a 110,00 frank js«r*.
Men schrijft In op ons Bareel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redaktie t BRABANTSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller t
ORTAIRE CAUDRON,
Aalst.
Voor «o door
de Landbouwers
Maatschappelijke Vraagstukken
(2e bijdrage)
Wij eindigden onze voorgaande uit
eenzetting met de gewichtige vraag
Hoe kan de landarbeider in gelegenheid
werden gesteld, om het bestaan van
vrouw en kinderen op behoorlijke wijze
te verzekeren
1. Door toepassing van beschermen
de sociale wetten op de landbouwers en
de landbouwarbeiders, rekening hou
dende met hunnen gansch bijzonderen
toestand, Immers zooals we er in vorig
betoog reeds op te wezen, brengt het
landbouwbedrijf groote risico's mede,
doordien hangt de veldarbeid dan ook
grootendeels af van de weêrgesteltenis
en van de seizoenen, wat voor natuurlijk
gevolg heeft dat hij moeilijk op gelijk
vormige manier voor al de tijdstippen
van 't jaar kan geregeld worden.
2. Door de degelijke inrichting van
sociale verzekeringen aanmoediging
tot het aanwerven van kleine eigen
dommen, behoorlijke huisvesting der
landarbeiders. Is het niet billijk dat de
beerenwerkman, evenals zijn werkbroe-
der uit de stad. met een behoorlijke, ge
zonde woning zou begunstigd worden
In afwachting dat de sociale maatre
gelen, waarvan we zooeven spraken ten
voordeele van den landarbeider tot
stand worden gebracht, kan en moet er
van nu af reeds iets gedaan worden,
namelijk het schenken van een net,
gezellig, gerieflijk huisje, met wat akker
grond, waarop hij de noodige groenten
en veldvruchten winnen kan.
Het hoekje akkergrond is een
maatschappelijke weldaad het is name
lijk een probaat middel tegen de dron
kenschap en zijn onderhoud kost heel
wat minder dan de slemppartijen in de
ter bergen.
Een middel dient gevonden, om den
andarbeider in bezit te stellen van zijn
huisje» met "'n hoekje akkergrond,,.
De verfraaiing van het platteland ligt
mmers in de lijn van een welbegrepen
andbouwpolitlek zij bestrijdt op doel
treffende wijze de voor den landbouw
zóó noodlottige landvlucht en maakt de
andelijke bevolking moreel en lichame-
ijk gezonder.
De veiligheid van den bezitter van
een "arbeidershuisje,, met een lapje
grond zou echter moeten gewaarborgd
zijn door sociale wetten en het aangaan
van een verzekering tegen ongelukken
en ouderdom.
Het is dan ook met recht en reden
dat de landarbeiders in de sociale verze
keringen ook voor wat de arbeidson
gevallen betreft dezelfde voordeelen
genieten als de nijverheidswerklieden.
3. Door ontwikkeling en verbetering
van het land- en tuinboawonderwijs in
alle graden.
Wanneer het nijverheidarbeiders
geldt, wordt steeds algemeen aange
drongen, dat zij door 'n degelijk be
roepsonderwijs hunne eigene vakkennis
en meteen hunne persoonlijke waarde
zooveel mogelijk zouden vermeerderen.
Wie vólkernen op de hoogte is van z'n
stiel, levert goed en knap werk. Het is
trouwens een stellig feit dat 'n flink ge
schoolde arbeider, die handig en schran
der is, overal werk vindt en dat zijn
werk hem flink betaald wordt.
Het komt er dan ook in allereerste
)laats op aan, bij onze landarbeiders
hunne "standswaardigheid,, in ruime
mate te doen stijgen, dank zij het land
en tuinbouwonderwijs dat vooruitstre
vend hoeft te zijn, en rijkelijk aan elkeen
dient verschaft te worden. Om flink ge
schoolde landbouwers te vormen, is het
dan ock noodig, het lager onderwijs op
den builen aan te passer bij het "lar.d-
bc uvbedriif,, d w.z. de beginselen van
de landfccuu techniek door een weibe-
repen gelegerheidscnderwijs ten dien
ste der leeilirgen te stellen.
Het is overigens een algemeen ge-
biuik dat de landarbeider doorgaans
voor eigen rekening één of meer kleine
stukjes huurgrond mag uitbaten. Het
spreekt dan ook van zelf dat een betere
opleiding en degelijker vakvorming hun
daar rechtstreeks ten bate zal strekken.
Vonnis van 23 Maart 1929.
In zake Aerts C./Caudron.
Gehoord partijen in hunne middelen
en besluitselen
Geziea de stukken van het geding
Overwegende dat op de publieke ver
pachting van land, gehoudeil in Sep
tember 1928 ten verzoeke der Open
baren Onderstand van Aalst, de oude
pachters in massa geweigerd hadden
een bod te doen, om protest aan te tee
kenen tegen de volgens hen te verre
gaande eischen der commissie dat met
het doel van milder voorwaarden te
verkrijgen alsmede de vernietiging der
pachten toegestaan aan de zoogenoem
de onderkruipers een beweging werd in
gesteld, die door de landbouwersveree-
ging werd gesteund en in het weekblad
De Koornbloem door verweerder
uitgegeven De Boerenkrijg werd
geheeten;
Overwegende dat naar aanleiding
van dien strijd verweerder in het num
mer 509 van zijn blad verschenen op
30 September 1928 kennis gaf van de
uitsluiting van eischer uit de landbou-
wersvereeniging Redt U Zeiven op
grond van het huren van omtrent tien
dagwand land ten nadeele van de vori
ge pachters dat gebruik makende van
zijn recht tot antwoord, Aerts op 3 Oc
tober 1928 aan verweerder sommatie
deed tot inlassching van een brief in
De Koornbloem dat de opname
geschiedde in nummer 511 van 14 Oc
tober 1928 en gevolgd werd door een
lang artikel geteekend O. Caudron
dat eindelijk in De Koornbloem van
21/10/1928 een beweerde brief van een
boerken van Mijlbeek verscheen waarin
eischer wordt aangevallen om zijn ant
woord aan Caudron en dezen laatste
geluk wenscht om zijne wederlegging
van dat antwoord
Overwegende dat eischer beweert dat
de drie bedoelde artikelen eerroovend,
lasterend, smadend en in elk geval scha
delijk zijn en dientengevolge, boven de
inlasschingen van het te wijzen vonnis
in De Koornbloem en twee andere
nieuwsbladen der streek, eene schade
loosstelling van vijf en twintig duizend
frank vordert
Overwegende dat eischer de volgende
woorden, uitdrukkingen en zinnen aan
wijst, welke naar zijne meening hem in
zijne eer aantasten of althans beleedi-
ging voor hem zijn
1°) in het artikel van den 30 Septem
ber 1928 wraakroepende onderkrui
ping, die schanddaad dient aan de kaak
gesteld, weg met de verraders van hun
eigen volk
2°) In het artikel van 14 October
1928 den geketenden Aerts eene
schande die eeuwig op uwe familie zal
drukkendie schanddaad van onder
kruiperij is zoo groot als deze van den
soldaat die in de strijdlinies zijn eigen
volk neerschiet om zich van hun bezit
meester te maken. Daarom wordt ge uit
onzen bond gesloten omdat we onder
ons dergelijke verfoeilijke verraders niet
kunnen dulden. Aerts is een gemeene
onderkruiper, schande aan hem. Ik
wacht op een nieuw diktaat van de hee-
ren waarvan ge, als een hond, de zolen
likt.
en 3°) in den brief van het boerken
van Mijlbeek, opgenomen in het blad
van 21 October 1928 Lafaard
schurftige schapen
Dat Aerts daarenboven zich beklaag
de over de bekendmaking zelf van zijn
uitsluiting uit Redt U Zeiven
Overwegende dat verweerder ten on
rechte de bevoegdheid der Rechtbank
betwist dat immers de waarde van den
eisch, afgezien zelf van de geldelijke ver
goeding welke door eischer wordt ge
vorderd en gelet alleen op de zeven aan
gevraagde inlasschingen van het vonnis
reeds de som van 2,500 fr. overschrijdt;
Overwegende dat er ter zake noch
van eerroof noch van laster spraak kon
wezen vermits de daad welke aan
eischer is verweten geworden niet alleen
bekend wordt maar ook niet van aard
is om Aerts in zijne eer te krenken noch
hem aan de openbare verachting bloot
te stellen dat Caudron, hoe hij ook de
handelwijze van eischer hebbe afge
schilderd niet de natuur derzelve heeft
kunnen wijzigen; dat "De Koornbloem,,
orgaan van Redt U Zei ven melding
vermocht te maken van de uitsluiting
van eischer uit die vereeniging om reden
van het aangaan der overeenkomst van
huur dat er enkel dient te worden on
derzocht of Caudron bij het opnemen
zijner critiek over de bewuste daad
eischer niet heeft beleedigd
Overwegende dat verweerder onge
twijfeld aan eischer beleediging heeft
toegebracht wanneer hij het sluiten van
het huurcontract heeft genoemd eene
schanddaad eene wraakroepende
onderkruiperij eene daad zedelijk zoo
laag dat zij mag vergeleken worden met
de daad van den soldaat die in de strijd
linies zijn landgenooten nederschiet met
de verachtelijke bedoeling hun goed te
bemachtigen; dat hij verder eischer heeft
uitgescholden wanneer hij heeft gezegd
dat Aerts een verrader een verfoei
lijke verrader een lafaard een
schurftig schaap dat ongeleerdheid
geen schande is en het verwijt van een
andermans hulp noodig te hebben om
een brief te schrijven op zich zelf geene
beleediging dat Caudron nochtans niet
het recht had van die afhankelijkheid te
gewagen in zulke misprijzende en schim
pende termen voor eischer als Geke
tende Aerts hond die de zolen likt
dat derhalve de drie gewraakte artikelen
als beleediging moeten aanzien worden
Overwegende dat, in bijzijn van zeer
kwetsende uitdrukkingen door verweer
der gebruikt in zijn art. van 30/9/1928
eischer niet de grenzen van eene geoor
loofde verdediging kan te buiten zijn
gegaan in zijn antwoord van 3 October
1928 met te spreken van venijnigen aan
val en hatelijken veldtocht dat de
woorden de boeren hebben in u een
echten misleider gevonden niet mogen
uitgelegd worden in dien zin dat ver
weerder beschuldigd wordt van bedrog
jegens de oude pachters dat daarbij al
leen wordt bedoeld dat Caudron slech
ten raad aan de boeren heeft gegeven
en zijne beweging geen prachtischen uit
slag kon opleveren; dat overigens indien
de hoogere overheid geweigerd heeft
hare goedkeuring te verleenen aan de
pachten toegestaan aan de personen die
vroeger de eigendommen niet in huur
hadden zulks tegen alle waarschijnlijk
heid en verwachting is gebeurd dat
daaruit volgt dat de tegeneisch als on
gegrond dient te worden afgewezen
Overwegende dat eischer niet het
bewijs van de werkelijkheid van eenig
stoffelijk nadeel heeft ingebrachtdat de
zedelijke schade door hem geleden be
hoorlijk zal worden hersteld door de
hierna bevolen inlassching van het
vonnis
Om die redenen,
de Rechtbank, alle verdere of tegen
strijdige besluitselen van de hand wij
zende, verklaart zich bevoegd om van
den eisch kennis te nemen zegt dat de
drie artikelen verschenen in het week
blad De Koornbloem van Aalst op
30 September 1928, 14 en 21 October
1928 beleedigend en schadelijk zijn voor
eischer
Beveelt dat verweerder de beweeg
redenen en het beschikkend gedeelte
van het onderhavig vonnis, met aan
duiding der namen en hoedanigheden
van partijen, ©nder de melding Ge
rechtelijke eerherstelling op de eerste
bladzijde van het weekblad De Koorn
bloem zal afkondigen.
Verklaart den tegeneisch ongegrond.
Verwijst verweerder tot de kosten
van het geding. Zegt dat het vonnis
uitvoerbaar is bij voorbaat, niettegen
staande beroep en zonder borg, behalve
wat de kosten betreft.
miiaflME&RKiaaasfiMHBaaiiMHM
Onze agronoom Ingr K. Hambrouck
zal gedurende de maand April op
volgende dagen te spreken zijn
Te EPPEGEM op Maandag 29
April, van 9 tot 10,30 uur, in
ons Hoofdmagazijn.
Te AALST, alle zaterdagen der
maand van 9 tot 11 uur, in het lo
kaal "De Koornbloem Groote Markt.
Voor inlichtingen en raadgevingen
van allen aard hebben onze leden er
alle belang bij onzen agronoom of onzen
rechtskundige te raadplegen. (Alles vol~
strekt kosteloos).
(lc bijdrage).
Er is voorzeker geen enkele reis nog
gedaan geworden die beterpaste aan
wat de Tuinbouwmaatschappij van
Aalst altijd heeft betracht, 't is te zeg
gen door Studie en Samenwerking haar
leden verstandelijk, stoffelijk en zedelijk
hooger op te werken. In Aalsmeer heb
ben we stof tot studie te over gevonden
en den geest van samenhoorigheid, een
dracht en onderlingen bijstand hebben
we uog nergens beter ontwikkeld gezien
dan in Aalsmeer. Mr Valère Delbeke
had er ons op voorhand wonderbare,
bijna ongelooflijke dingen van verteld
en we moeten ronduit bekennen dat hij
in niets heeft overdreven, ja zelfs, verre
beneden de verrassingen is gebleven die
we ginder opdeden.
Aalsmeer is een lief stadje, zooals
alles in Holland er lief uitziet. Niet dat
de gebouwen zoo kostelijk zijn opge
richt, maar hun bouwtrant is iets eigen
aardig en de onderhoud der gebouwen
voor wat aangaat het verven en schil
deren, het rein houden, Iaat voorzeker
niets te wenschen over.
De wegen zijn ook veel beter aange
legd dan de onze. Verbeeld u wegen
aangelegd in Boomsche steenen op hun
kant gezet, verder bollewegen blinkend
van den caoutchouc der auto- en fiets
banden. Driewielkarren, wagens of
stootkarren ontmoet men er zelden de
vrachten worden er 't meest weggevoerd
door bootjes. De fietsen zijn er veel tal
rijker dan bij ons, 't is op de wegen één
wandelkoers per flets en niet zelden zijn
de velo s voorzien van draagtoestellen
waarop de Hollanders, met hun gladde,
blinkende, effene baantjes, tamelijk
zware vrachten vervoeren kunnen. Zoo
rijdt de bakker met een broodkist, de
bloemensnijder met een bloemenkist
vooraan op zijn flets. Bakkerskarretjes
op fietsbanden zijn daar geen zeldzaam
heid, paarden, ezels, trekkoeien of -ossen
ziet men bijna nietmest en landbouw-
produkten worden met bootjes vervoerd.
Hun vervoer is dus weinig kostelijk en
de sleet op auto- en fietsbanden zeer
gering. Als we daar onze Vlaamsche
wegen aan vergelijken dan mogen we
gerust zeggen dat we zoo'n halve eeuw
achteruit zijn. De schuld van de Vla
mingen is het voorzeker in zooverre dat
ze zich in eigen land stiefvaderlijk laten
behandelen en er velen nog dom genoeg
zijn om het niet te beseffen.
Aalsmeer wordt dan verdeeld in een
boezemgrond, waarop de potbloem- en
snijbloemkweekers zich hebben geves
tigd en een Poldergrond waarop vooral
rozenkweekers wonen. Een lange smalle
weg tusschen twee breede beken gele
gen leidt ons naar den boezemgrond en
bij de potbloem- en snijbloemkweekers.
Deze laatsten wonen op den overkant
der beken een 5 tot 6 m. ervan verwij
derd en achter hun woning bevinden
zich hun kassen en bakken. Om tot de
woningen te geraken moeten we over
een smalle brug die draaien kan. Wan
neer de bootjes op de waterwegen de
bloemen naar de veiling voeren, dan
stooten ze met hun kop tegen de brug
en deze lichte stoot is voldoende om de
brug op den overkant van de beek te
zien draaien. Nu hebt ge geen toegang
meer tot de woning, zult ge misschien
zeggen Hola een lange stok met haak
laat ons toe de brug naar ons toe te
halen en er dan over te stappen.
U zult misschien vragen Maar als er
daar zooveel water is dan staan die
gronden daar zeker gedurig onder In
Holland zijn ze 't water meester door
de malingen of windmolentjes die pom'
pen in beweging stellen als 't waterpeil
te hoog zou komen. Als we eens beden
ken dat Rijn- Maas- en Schelde in Ne
derland uitmonden, dat Nederland dus
om zoo te zeggen een delta vormt, dan
kunnen we ons een gedacht maken van
het vernuft der Nederlandsche water
bouwkundigen om zoo'n massa water
meester te worden als wij Belgen nog
de wateren van Maas en Schelde niet
bedwingen kunnen
Een rechtskundige is ten dienste
onzer leden alle Zondagen van
9 tot 11 uur, in ons lokaal, Groote
Markt, te Aalst.
(2e Vervolg)
Voor dat wij tot ons eigenlijk onder
werp overgaan, zullen wij eerst kort de
vraag onder oogen zien
Hoe ontstaat de melk bij het rund
De melk is een product der kliercellen
in den uier, waarvan de hoofdbestand-
deelen zijn eiwit, vet, melksuiker, zou
ten, die samen de droge stof vormen, en
dan verder water. De kliercellen fabri-
keeren uit de met de bloedbaan aange
voerde voedingsstoffen, de vier eerst
genoemde bestanddeelen de hoeveel
heid water wordt bepaald door den os-
motischen druk. Hoe deze druk zal zijn
hangt hoofdzakelijk af van de hoeveel
heid melksuiker, zouten en, voor een
gedeelte ook eiwitten, die gevormd
worden, dus van die stoffen, die wij
noemen de vetvrije droge stof.
Door de hoeveelheid gevormde vet
vrije droge stof wordt de hoeveelheid
water in de melk bepaald en dus ook de
melkplas. Dit volgt ook hieruit, omdat
het procentgehalte van vetvrije droge
stof in de melk vrij constant is.
Wij kunnen dus zeggen
1° De geschiktheid der kliercellen een
bepaalde hoeveelheid vetvrije droge
stof te vormen is een individueele erfe
lijke eigenschap, waarvan de melkplas
afhankelijk is.
Met de vetproduktie in de melk staat
het echter anders. Het is waar, dat het
melkvet door dezelfde cellen uit de
zelfde grondstoffen wordt gevormd,
maar daar het vet geen invloed uit
oefent op den osmotischen druk, en
dus ook niet op de watervormicg,
kunnen wij de conclusie trekken, dat
het vet ook geen invloed uitoefent
op de melkplas. Het vetgehalte schom
melt dan ook binnen veel wijdere gren
zen dan de vetvrije droge stof. Waar
schijnlijk bestaat er ook geen verband
tusschen de vorming van het melkvet
en de vetvrije droge stof.
Als 2' stelling schrijven wij
Ook het vermogen om melkvet te
vormen is individueel verschillend en
erfelijk.
Het spreekt dan ook van zelf, dat
voor de melkvorming van 't meeste be
lang is de kwantiteit en de kwaliteit
der melkkliercellen.
Gowen en Swett hebben nog niet
lang geleden met vrije groote zekerheid
aangetoond, dat de hoofdmassa van de
melk wordt gevormd, niet tijdens het
melken, maar tusschen twee melkperio-
den in. Gowen en Swett spreken zelfs
van 80 °/o. Dit is in strijd met de tegen
woordige opvattingen.
De grootte van den uier, of juister de
massa klieren, moet dus een tamelijk
betrouwbare maatstaf voor de melkpro
ductie zijn.
De melkdieren zijn in hunne ontwik
keling en werkzaamheid zeer afhankelijk
van het geslachtsleven.
Tot de geslachtsrijpheid zijn de melk
kanalen nog slechts weinig ontwikkeld
en treedt in den uier het vet- en het
bindweefsel op den voorgrond, terwijl
het klierweefsel nog slechts weinig ont
wikkeld is, dan wordt de uier aanmer
kelijk grooter. Het klierweefsel neemt
toe, de melkkanalen worden langer.
Toch is de klierfunctie nog gering. Deze
begint pas als het dier voor de eerste
maal drachtig is en wel vooral om
streeks de 5e maand der dracht. Dan
ontstaan aan het eind der kanalen de
z.g. alveolen (melkblaasjes) waarin reeds
somtijds eenige melk gevormd wordt.
De vloeistof, die men uit de tepels kan
trekken wordt nu van waterig, dik
vloeibaar en geel. Onder normale om
standigheden kan pas "melk,, gewonnen
worden na de 8' maand der drachtigheid.
Men kan echter reeds in de 5' maand
normale melk winnen, wanneer men het
dier regelmatig uitmelkt. Hiermee in
overeenstemming is de practische erva
ring, dat vaarzen dan pas melk geven na
verwerpen, als dit gebeurt na de 5*
maand der drachtigheid.
(Wordt vervolgd). VERHEIJ.
(De Boerenstand
jmam
De medewerkers stja veraatwoorielflk voor has hQdragea.
OageteeJtende «tukken wordt* aiet op^csomea.
Ntet opgemomm hiwcUchrlftea worde» aiet ternggegevea.