Landbouwweekblad! Het ontsmetten der Veestallen Tomaten en late Bloemkoolen De Landbouw als Industrie De verzorging der voederbeeten Heel Belangrijk Ju Veeziekten Groententeelt Plantenteelt Zitdagen der maand enen ook 1de JAARGANG Nr 547 ZONDAG 23 JUNI een«cm Arbeid adelt Abonnementsprijs t 10.00 ftrtsnk ja»?». Men schrijft In op ons Bureel en op alle postkantoren Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en RedaktieBRABANTSTRAAT, 53, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRB CAUDRON, Alhoewel de wetenschap in de laatste jaren groote vooruitgang heeft gemaakt, hebben onze boeren, jammer genoeg, nog steeds af te rekenen met vele ziek ten. Al hebben die in veel gevallen een goeden afloop, toch is het volstrekt noodzakelijk dat de landbouwer alle mogelijke voorzorgen neme om een eventueelen terugkeer van zulke plagen voorgoed te voorkomen. Daartoe be hoort in de eerste plaats eene alles om vattende grondige kuisching van den besmetten stal. Met dat doel is het noo- dig den mest alsook alle stroo- en voe deroverschotten, alle vuiligheid en an deren afval van besmette of verdachte beesten uit den stal weg te ruimen en te verbranden of te begraven met onge- bluschten kalk. Bij het kuischen van den stal moet men bijzonder zijne aandacht vestigen op alle hoeken en kanten, reeten en hol ten in muren en vloerbekleeding, op schobben en andere niet in 't oog sprin gende plaatsen. De muren, de gewelven en de deuren moeten ook eens goed af geschuurd worden. Wanneer de be- plaastering of het witsel van de muren los zit, dan doet men best die vooraf te verwijderen. Eens dusdanig den stal goed gekuischt, dan schure men eens duchtig den vloer en dit liefst met warm sodawater. Dit water hoeft ook in een put gelaten, dat men daarna degelijk afsluit. Eens de stal zoo gezuiverd moet de lucht nog van de schadelijke organismen gezuiverd worden. En hiervoor bestaan verschillende doenwijzen, die men met evenveel succes kan toepassen. We zul len ons echter bepalen met twee, die we als de beste mogen aanzien. Hoe men ook te werk gaat, steeds zal men deuren en vensters goed sluiten en alle andere openingen goed dicht maken. Dan moet men op enkele platte schotels wat chloorkalk of bleekpoeier doen en begieten met chloorzuur. Zoo ontstaan er chloorgasdampen die ook voor het menschelijk gestel gevaar op leveren, daarom moet men dan ook den stal onmiddellijk verlaten. In de tweede methode vervangt men de chloorkalk door 30 tot 50 grammen solferbloem per m3 lucht en men ont steekt de solfer. Ook deze dampen zijn giftig. Men laat zoo alles gedurende 24 tot tot 48 uren goed gesloten, waarna men verlucht. Het is ook noodzakelijk alle los of vast houtwerk, als kribben, ruiven, deu ren, vensters, schobben e. a. goed af te wasschen met kokend sodawater of beter af te wasschen met een oplossing van carbolineum of te bestrijken met een laag carbolineum, De vloer uit baksteen, cement, plaveien, asphalt of gecemen teerd steengruis schuurt men insgelijks af met eene loog van teerzuur of carbol. Doordringbare steenbevloeringen of houten vloeren worden best opgebro ken. De grond, die er onder ligt, moet op 15-20 cm. diepte, maar ten minste zoo diep als de grond doordrongen is door den drek der dieren, opgegraven worden, ofwel ontsmet, ofwel onderge- dolven worden. Dan legt men eene nieuwe bevloering aan. Bij ondoordringbare steenbevloering moeten de bovenste lagen van de stop mortel uitgekrabd worden, dan moet de steenbevloering met loog afgespoeld en de stopmortel door nieuwe vervangen worden. Wil men bij doordringbare steenbe vloering eene herbevloering besparen, wat alleszins weinig aan te raden is, dan moeten ten minste de reten tusschen de steenen zorgvuldig uitgekuischt wor den en dan goed laten doordrenken met een ontsmettende oplossing vooraleer de voegen weer dichtgestreken worden. Is er, wat slechts uitzonderlijk gebeurt, een houtbevlcering, dan strijke men deze In met kcolteer. Ook de kleeren van alle personen die net het zieke vee in aanraking zijn ge weest, moeten grondig ontsmet worden, hetgeen overigens ook geldt voor alle vooiwerpen waarvan men kaD veron derstellen dat er besmettingskiemen zou den kunnen aankleven. Aalst. Voor sa dear de Landbouwers Buiten het smakelijk voorgerecht, dat bestond uit een sardien, stukjes bloem kool, prei, worteltjes, eenige erwtenbol letjes en een vierde tomaat, waarop een pikkende witte saus, heb ik nog zelden bloemkool en tomaat samen aangetrof fen. 't En is ook geen artikel voor een keukenboek of lekkerbek dat ik schrijf, 't is enkel op de manier van den grond, met de minst mogelijke onkosten het meest te doen opbrengen, dat ik de aandacht van de geliefde lezeressen en lezers van De Koornbloem wensch te trekken. Als men na het oogsten van tomaten op hetzelfde perceel nog late bloemkoo len kan winnen, dan meen ik, dat we eigenlijk aan intensieve kuituur doen en dit geenszins tot het rijk der onmoge lijkheden behoort. Doch om dit te be komen, moeten we ons eenige onkosten getroosten en ons een weinig heden- daagsch inrichten. We hoeven te be schikken over een broeibak en bloem potten van 15 tot 18 cm. doormeter. En ziehier hoe men tc werk gaatPaar- denmest, vlaslemen, katoenen vodden of iets anders dat opeengetast en warmte kan voortbrengen van 20° Celsius, brengt men op een laag van ten minste 60 cm. onder in den bak en men legt er een 15 tot 20 cm. teeltaarde boven. In een kiembakje, dat men uit vijf plank jes heeft vergaard en waarvan de bodem genoegzaam van gaatjes is voorzien om 't overtollige water te laten doorzij gen, zaait men in boschgrond de tomaat variëteit Joffre. Men dekt het zaad met een laag teeltaarde 1/2 cm. dik, men drukt goed aan en sluit het bakje af met een glasruit en men plaatst het onder een eenruitersraam van den broeibak, waar reeds een 20° graden warmte heerscht. Men zaait rond 1/2 Februari. Na 6 tot 7 dagen, langer mag 't niet duren, komen de jonge tomatenplantjes reeds boven. Men laat ze in het kiem bakje tot de twee zaadlobben goed ont wikkeld zijn en hiertusschen reeds sporen te bemerken zijn van een blad dat ver schijnen gaat. Al de tomaatplantjes, waarvan de zaadlobben aan elkander gekoppeld blijven, omdat ze zoo moei lijk door het zaadoverblijfsel breken kunnen, zal men verwijderen, 't Is een teeken van verzwakking en deze plan ten zijn dan ook min geschikt voor den kweek. De overige zet men nu open 't zij in kiembakjes, 't zij op den broei bak zelf op een afstand van 5 cm. in alle richtingen, wel zorg dragende wat dieper te planten dan ze vroeger ston den. Wanneer het tijdstip zoo verre ge vorderd is dat deze verspeende planten elkander in den weg beginnen te groei en, dan plant men ze in potten van 15 tot 18 cm. doormeter die tot op de 2/3 met aarde gevuld zijn, deze potten kan men onder koud raam plaatsen, ze later vullen, stilaan aan de buitenlucht ge wennen, om de planten rond half Mei ter plaatse te zetten. Men bewaart slechts twee bloemtrossen. Deze planten zijn reeds zooverre gevorderd in de pot ten dat ze van af einde Juni tot einde Juli schoone, rijpe tomaten opleveren. Dan is het nog niet te laat om den tomatenoogst nog late bloemkoolen te winnen. Men verkiest hiervoor vroege varië teiten 'tzfi de Mechelsche of de Leuven- sche deze laatste is nog de beste. Men moet trachten rond dit tijdstip bloem- koolplanten te bezitten die nog voor den winter eer. opbrengst kunnen geven. Daarom zaait men in April op een wachtbed. Men verspeent in potten van 10 cm. doormeter om dan later zonder vrees van uit den groei te gaan, ter plaatse en op rijen van 6C cm afstand te kunnen uitplanten. In de i(j zet men ze op 55 cm. Men moet bjj 't kweeken van late bloemkoolen bijzonder letten dat er noch door de hitte, noch door de droog te, een stilstand komt in den groei van deze planten, Zoodra zich de noodwen digheid zal dt en gevorlen, zal men er aanstonds b(jz(jn om te begieten. Ik viod het ook overbodig hier bij te voegen dat men het perceel waarop de tomaten weggeoogst zijn, eens flink moet bemes ten met stiVstofrjjke meststoffen. De bloemkool moet flink kunnen doorgroei en en een oponthoud in den groei geeft soms aanleiding tot te vroegtijdige en te kleine koppen. Deze bloemkoolen zal men dan kunnen oogsten einde Septem ber, begin October tot November-De cember als het weder eenigszins gunstig b'ijft. Moesten de koppen niet gansch gevormd zijn als het begint te vriezen, dan zal mea ze beschermen door de bla deren samen te binden. De volvormde koppen kan men een veertiental dagen bewaren met ze in een frisschen, luchti- gen kelder, met den krop naar omlaag te hangen. Bij 't gebruik zal men ze een of twee uur in 't water dompelen en ze verkrijgen terug dat sprokkig, frisch uitzicht van vroeger. Moest het nu gebeuren dat ge vroeg tijdige, hevige vorsten vree3t, dan kunt ge u nog uit den slag trekken met op kouden, niet overdekten broeibak uit te planten en er dan in Oktober-Novem- ber, als de vriezeman daar is. de ramen over te leggen Zoodoende kunt u ge rust bloemkoolen oogsten tot in Decem ber. Ge zoudt dus uw tomatenbed zoo danig schikken dat dat de afmetingen er van overeenstemmen met den broeibak waarin ge later bloemkoolen kweeken wilt. Maatschappelijke Vraagstukken De tijd is lang voorbij, dat men voor zichzelf en de zijnen het coodige voedsel zocht en daaraan vrijwel al zijn tijd be steedde Met toenemende behoefte is een atbeids verdeeling ont3taan. die aart ieder mensch een bepaalde taak opgeeft, waar door het hem mogelijk wordt van één bepaald product een grootere waarde te scheppen, dan waaneer hij zelf al zijn be- noodigheden moest vervaardigen. Deze arbeidsverdeeling is in de laatste 100 ja ren steeds sterker doorgevoerd en het einde is er nog niet van te zien. Ook de landbouw is daaraan niet ontkomen, men denkt maar aan de zuivel- en vlasfabrie ken, die een groot deel van de verwer king der producten van bepaalde boer derijen hebben overgenomen. Maar het productiesysteem op zichzelf omvat nog vrijwel dezelfde elementen. Slechts op enkele punten (loondorschen, loonploe- gen, selectie van zaad en pootgoed) zien wij een zekere specialisatie. Naar onze huidige begrippen zijn er talrijke redenen, waarom een scherpere specialisatie in den landbouw niet is door te voeren. Daar zijn b. v. de onderling verschillende maar vaak elkaar aanvul lende eischen, die de onderscheidene ge wassen aan de vruchtbaarheid van den bodem stellen evenzoo staat het met grondbewerking, zaaitijd en verpleging drr gewassen. Hierdoor ontstaat een ar beidsverdeeling over het geheele jaar men zou kunnen zeggen ten aiheids- vtrdeeling in de lengte inplaats van in de breedte Bovendien steunen vele onder deden van het bedrijf onmiddellijk op elkaar (bijv. bietenloof aan koeien, enz zcodat de afvalproducten van één tak van het bedrjjf tot waarde worden ge bracht in een andere tak. Ongetwijfeld alle steekhoudende er achter gumenten, zoolang onze tegenwoordige opvattingen van het landbouwbedrijf gelden. Maar deze opvattingen zijn in den loop der eeuwen al vaak veranderd en er is geen reder om aan te nemen, dat zjj niet nog meer zullen veranderen. Zooals ik reeds zeide oorspronkelijk moet iedereen min of meer boer zijn ge weest, althans veehouder. Daarna is er waarschijnlijk een splitsing gekomen in boeren- en krijghedenvervolgens in boeren, krijgslieden en handwerkers. En zoo zien wij in den loop der eeuwen zich van de landbouwbevolking afscheiden steeds nieuwe groepen, die zich bezig houden met de voorziening ven nieuwe behoeften De zorg voor het voortbren gen van het coodige voedsel komt dus te rusten op een percentsgewijze steeds geringer deel der bevolking. Daaruit volgt, dat de productie van den land bouw noodzakelijkerwijs moet stijgen Waar dit in onvoldoende mate geschiedt, tracht men door invoer van buitenaf het tekort aan te vullen. Aan den ar deren kant zijn de behoeften van de menschen zoo enorm toegenomen, dat aan het voedsel alleen een veel geringer deel van het inkomen kan worden besteed dan vroeger. Zonder de groote voedselaaa- voer uit goedkoop produceerende stre ken (tarwe, vleesch, rijst, vetten), zou het leven van de bevolking over het ge heel genomen onmogelijk worden. De oorlogsjaren hebben er het bewijs van geleverd Daarmee is de verhouding van den landbouw tot de maatschappij totaal veranderd Juist door die buitenlandsche concurrenten heeft de landbouw de han den vrij gekregen. Niet langer is hjj de voedselvoorziener, de slaaf van de na tionale gemeenschap, maar een vrjj be drijf, dat produceert, wat hem goed dunkt. We kunnen dit aldus uitdrukken, dat de landbouw is geworden van den tuin van het volk tot een vrije industrie. Als rechtvaardig industrieel moet de landbouwer daarom nauwkeurig de markt bestudeeren. Men moet niet eerst produceeren, tn dan zoeken het artikel kwijt te raken, men moet nagaan, wat de markt vraagt en dat voortbrengen. Al leen in bijzonder gevallen, waarin een speciaal product niet genoeg door den consument wordt gewaardeerd (zooals bijv. onze zuivelproducten), kan men door propaganda den omzet trachten te vergrooten. Dus door den verbruiker rechtstreeks het artikel can te prijzen, niet door invoerrechten of iets dergelijks. Maar voor artikelen als tarwe en suiker, die over de geheele wereld gelijk zfln, is elk streven om kunstmatig de prijzen bo ven de werddmarkt te houden, onge zond, en kan ook nooit aan den land bouw een periode van duurzamen bloei verzekeren. Een botr zal óók liever een goedkoops Amerikaaasche machine koo- pen. dan een dure Hollandsche, als de kwaliteit dezelfde is. Zonder twijfel kan de regeering veei doen voor den landbouw, door vermin dering van lasten en door het beteuge len van het opdrijven der pachtprijzen, maar van protectie verwacht men geen heil. Protectie beteekent slechts een nieuwe belasiing van allen ten bate van enkelen. Wel moet de regeering ge dwongen worden zich ernstig met den moeiljjken toestand van den landbouw bezig te houden, al was het alleen maar omdat de landbouw als eerste nationale industrie (welke andere tak van nijver heid geeft zooveel menschen werk als landbouw en veeteelt?), recht heeft op haar volle aandacht. Maar overigens moeten de boeren al les doen, als iedere andere ondernemer, om hun bedrijf te doen rendeeren. De wereldprijzen hebben zij te aanvaarden, en als dus een boer met verlies werkt, dan moet hij niet zeggen, dat de prjjzen te laag zijn, maar dat bij te duur werkt. Dit kan op twee manieren verholpen worden 1. kan de productie opgevoerd worden bjj gelijkblijvende of minder ge stegen kosten, en 2. kunnen bjj gelijk blijvende pioducten de kosten vermin derd worden. Tot nu toe heeft men steeds aan het eerste systeem gewerkt, maar het schijnt, dat op het oogecblik de productie de hoogete kosten nauwe lijks of niet meer dekt, en het wil mij dan ook voorkomen, dat 't onder 2 ge noemde beter uitvoerbaar is, meer kans op resultaat zal geven en in ieder geval minder kost. Uitgespaard geld betee kent geld dat men in den zak houdt, terwijl opgevoerde productie eerst han den vol geld kost en men dan nog maar moet afwachten, of de markt deze groo- tese productie verzwelgen kan. Het gaat er nu maar om, op welke punten wij de kosten verminderen kun nen. zonder de productie te schaden. Daarvoor moeten wjj het geheele land bouwproductieproces critisch bekjjken. Dat de landbouw een industrie is en volkomen als zoodanig geleid kan wor den, is een opvatting, die nog verre van algemeen is. De boeren weten wel, dat het niet meer het aartsvaderlijk bedrijf is, waarin al het gedierte des velds (zooals de Haagsche Post het uitdrukt) welig tiert, waarin de korenbouw een soort eeredienst is en waar omheen de liefhebbende stadsmensch dan nog gaar ne een sfeer weeft van het hutje op de hei een 2iensw(jze, die staat tot een modern landbouwbedrijf als het spinnewiel tot een textielfabriek. De boeren weten wel beter. Maar dat neemt niet weg dat massa's nutteloozc en over bodige arbeid verricht wordt en dat slecht rendeerende cultures nog jaren lang gehandhaafd blijven, omdat het nu eenmaal een traditioneel gewas is. ('t Vervolgt). Zoodra de beeten uitkomen en de rjj- en goed zichtbaar worden, wachte men niet om ze oppervlakkig te schoffelen. Dit wordt bij voorkeur verricht met een zeer smalle hak. Het hakken verkruimelt ook den grond, vergemakkelijkt de toe treding van lucht en warmte onder den invloed daarvan hernieuwen de salpe terzure bacteriën hunne werking en ver snelt den wasdom. Door het breken der bovenschors vermindert men de haar- buiskracht aan de oppervlakte, eu belet daardoor de uitdroging- Vandaar het spreekwoord "Eén rnaal hakken is twee maal begieten Geen enkel gewas vergt zoovele zor gen dan de beet, en onze landbouwers weten het maar al te wel, dat het goed lukken en de opbrengst afhankelijk zijn van de moeite die zjj zich getroosten. Daar het voornaamste doel van het hakken is de noodige vochtigheid te be houden, vermeerdert de diepte ervan naar gelang de ontwikkeling der beet toeneemt Na het hakken gaat men tot hit op afstand zetten over, dit is een be werking die van den landbouwer een groote aandacht vergt. Men gaat tus schen de lijnen door en laat, op een ge lijken afstand, bosjes van 3 tot 5 cm. lengte staan, waarin men later de schoonste plant zal uitkiezen die moet blijven. Men zorgt ervoor dat tien tot twaalf beeten overblijven per vierkante meter, d w.z. dat wanneer de beeten zijn ge plant op een afstand van 40 cm. tus schen de rijen, men alle 25 cm. ia de rjjen een plant heeft. Het op afstand zet ten moet zoo vroeg mogelijk geschieden, gezien de overtollige planten hei voed seI opnemen van de andere die den oogst zullen moeten leveren. Het op ééa zetten vergt ook een bij zondere aandacht't is noodzakelijk de te bewaren plant met de linkerhand te gen den grond te houden, terwijl men met de rechteihand de overtollige beet- planten uitrukt door ze horizontaal van de te bewaren plant weg te trekken. Na dit werk zal men stikstofmesten opper vlakkig in den grond werken, om de planten te sterken die door het alleen staan lijden. Sommigen gebruiken 2 a 3 kg. soda- nitraat of kalksalpeter of anderen nemen hun toevlucht tot een mengsel van 1 kg. sodanitraat en 1,5 kg. ammoniaksulfaat of 1 kg. chloorammooiak. Het nitraat zal heel vlug werken, terwijl de geleidelijke omzetting van de ammoniakale stikstof de plant gedurende een ruimen tijd aan stikstof zal voorzien. Van tijd tot tijd moet men den grond nog hakken tot op het oogenblik dat de planten zoodanig ontwikkeld zjjn dat zjj den grond overlommeren. Onze rechtskundige zal geen zitdag houden op Zondag 23 Juni en Zondag 30 Juni. Vanaf Zondag 7 Juli zal hij zijne zitdagen regelmatig herne men in ons lokaal "De Koorn bloem,, Aalst, en van 9u.30 tot llu,30 's voormiddags. Van af de maand Juli zal onze rechtskundige GEEN zitdag hou den den 3" Zondag van elke maand. BBBBBBBBBBBB*W*«BB8aBSaaaaflB ni Onze agronoom Ing' K. Hambrouck zal gedurende de maand Juni op volgende dagen te spreken zijn Te ËPPEGEM op Maandag 24 Junivan 10 tot 11 uur, in ons Hoofdmagazijn. Te AALST, alle zaterdagen der maand van 9 tot 11 uur, in het lo kaal "De Koornbloem Groote Markt. ï'iuMWt Min»,,, 'mrft De medewerken ijja verantwoordelijk veer haa bijdrage» Oageteekeade stukke» vcrdta atet opgeaorae*. Niet epgeaomea haadichrlftes warde» alet terugyegevca. Bgi£BSS»£lSS£9£BBflB!BBBBBB«ai)SBB

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1929 | | pagina 1