Landbouwweekblad
10-JARIG BESTAAN
DE VIERING
Diphterie en Pokken
bij de Hennen
WÊmï*
ONKRUIDEN
Een Volmakiogscursus
ZONDAG 11 AUGUSTUS 1929
Prijs 20 centiem
iiöe jAARGANG Nr 554
Arbeid
adelt
Abonnementsprijs 10,00 frank 's iaat».
Men schrjjft in op ons Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redaktie i BRABANTSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller t
ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Voor «a door
de Landbouwers
van ons
Veeziekten
Uit bet feestprogramma in enkele
breede lijnen in het jongstleden Koorn-
bloemnummer meegedeeld, hebt U zon
der twijfel reeds kunnen opmaken dat de
herdenking van ons 10-jarig bestaan op
22 September a. s. met allen mogelijken
luister zal gevierd worden. Zóó past het
ook aan eene Vereeniging als "Redt U
Zeiven,,, die, in zulke korte tijdspanne
een ontzagelijk werk presteerde onzen
landbouw en landbouwers ten bate.
Wanneer we eventjes terugblikken
naar den afgelegden weg, dan mag zon
der waan noch overdrijving gezegd
"Redt U Zeiven, gaat fier over zijn
werk En, onwillekeurig rijst dan voor
onze verbeelding het akelig vizioen der
beroerde tijden, waarin deze heerlijke
landbouwbeweging geboren werd.
Dan ook gaan onze gedachten naar
den koenen en stoutmoedigen baanbre
ker, naar den schepper, den stichter de
liel en de spil, den schranderen leider,
die van deze landbouworganisatie niet
minder dan 'n statig bolwerk, 'n stevige
boeren vesting wist op te bouwen, waar
op kortelings de vlag van vrijmaking en
ontvoogding der landbouwers, statig en
fier zal wapperen.
Het speciaal feestkomiteit dat zich
reeds geruimen tijd bezig houdt met het
samenstellen en de regeling der aan
staande feestelijkheden, was dan ook
éénparig de meening toegedaan, dat bij
de viering van ons 10-jarig bestaan, ge
paard met de plechtige inhuldiging on
zer vlag eene gansch bijzondere en wel
verdiende hulde diende gebracht te wor
den aan den stichter en bestuurder onzer
vereeniging, den zóó verdienstvollen en
toegewijden heer Ort. Caudron.
Op 22 September aanstaande mag of
zal geen enkel "Redt U Zei ver,, te Aalst
aan deze plechtige feesthulde ontbreken.
Elk van ons zorge van nu af dien dag
totaal vrij te houden Duizenden leden
zullen aan die grootsche betooging vol
geestdrift deel nemen, ten einde aan de
Aalstersche bevolking het treffend be
wijs te geven van de grootheid en de
macht van "Redt U Zelven„ 1
Als één man zullen onze leden den
triomfantelijken optocht door de straten
der oude Denderstad meemaken, om
door deze statige opmarsch getuigenis
af te leggen van de vrijwording en onaf
hankelijkheid van onzen geliefden land-
bouwstand 1
Door uw aller aanwezigheid zult ge
het meest treffend blijk van diepe erken
telijkheid en innigen trouw geven aan
den zóó verdienstelijken en zóó gewaar-
deerden Bestuurder, den heer O. Cau
dron, die van af het eerste uur, tijd, ar
beid, kennissen, tot zelfs zijne gezond
heid mild en onverpoosd opofferde tot
den bloei en den groei onzer vereeniging
"Redt U Zeiven!,,
In dit huldebetoog willen we even
eens den gewaardeerden persoon begrij
pen van onzen alomgeachten voorzitter,
heer Ben. Schockaert, in wien we steeds
den meest hartelijken, nederigen en diep
verkleefden boerenvriend mochten be
groeten.
In hem vonden we steeds den open-
hartigen en toegewijden raadsman, den
stillen, eenvoudigen werker, bewust van
de verantwoordelijkheid, die op zijne be
jaarde schouders rust.
In het teeken geplaatst dezer dubbele
hulde, zal en moet ons jubel- en vlagge-
feest uitgroeien tot 'n grootsche, indruk
wekkende betooging getuige van onze
zelfstandigheid en onze macht.
Op 22 September, aanstaande als één
man geschaard onder de plooien van ons
prachtig kunstvaandel - symbool onzer
eensgezinde en broederlijke samewer-
king, leggen we voor onze hoofdmannen
den plechtigen eed af:
Hou en Trouw
aan Redt II Zeiven
Heel belangrijk 1
Onze rechtskundige zal GEEN
zitdag houden den 3tn Zondag
Van elke maand.
Deze ziekte vertoont zich onder twee
beelden n 1. onder den vorm van
a) diphterie (slijmvliesaandoening)
b) pokken (huidaandoening).
De uitwendig zichtbare verschijnselen
zijn de gele beslagen ('t geel in den bek)
en de pokken op den kam en bellen.
Wanneer een slijmvlies (b.v. inden
bek) door de diphteriesmetstof wordt
aangetast dan zal men dat eerst besta-
tigen door roodheid en zwelling van dit
slijmvlies, daarna komt er eene overtol
lige vochtafscheiding die weldra een
geel beslag vormt.
Zulke gele beslagen treft men aan in
den bek boven en onder en ook onder
de tong en op de keelslijmvltes.
De oogen worden ook aangetast of
liever het slijmvlies en eveneens het
slijmvlies van de oogholte zoodanig dat
de oogen naar binnen gedrukt worden
en de oogen doet verkwijnen. Men
noemt dat soms wel speenoogen, bijzon
der wanneer er onder het oog een ge
zwel ontstaat zoo groot als eene erwt.
Het oogslijmvlies wordt meestal ook
aangetast, alsdan kleven de oogranden
aaneen, waaronder men weeral een
geel kaasachtig beslag ontdekt.
In geval van snot kiekenplaag
(coryza) kan men eveneens zulke aange
dane oogen aantreffen.
Zoo ge een hen hebt aangetast door
diphterie, dan ziet ge werkelijk dat ze
ziek is in haar doen en laten. Meestal
kunnen ze afgang krijgen, maar de gele
beslagen in den bek en pokken op kam
en bellen en huid zijn zekere teekens
van deze ziekte,daarbij komen nog oog-
aandoeningen en ontsteking van de on
deroogholte en algemeene vermage
ring, en soms reutelende ademhaling.
Nimmer of nooit bestatigt men een
etterige neusuitvloeiïng, zelfs niet wan
neer men op de neusholten drukt.
Laten wij nochtans opmerken dat er
gevallen van coryza (snot) voorkomen
die eene felle gelijkenis vertoonen met
de diphterieziekte, en bevestigen wij
hier aanstonds dat diphterie en coryza
(snot of kiekenplaag) twee verschillende
meer geld te winnen.
Als algemeene maatregel tot bestrij
ding geven we aan Goede huisvesting
en luchtverversching, reinheid en doel
matige voeding en geregelde ontsmet
ting der kiekenkoten.
Ieder nieuwgekocht kieken (klein of
groot) houde men minstens 3 weken van
de overige in bezit hebbende kiekens
gescheiden.
Als voorbehoedend middel tegen de
diphterie is de inenting van zeer groote
waarde.
Deze inenting moet gedaan worden
voor 't aanvangen van 't slechte en natte
jaargetijde (voor den Bamis) en voorze
ker en vooral voor dat de hennen be
ginnen te leggen.
Gezonde dieren, die ingeënt worden,
blijven vrij van diphterie-besmetting te
midden de hevigste besmetting in den
omtrek.
De onvatbaarheid voor de ziekte na
inenting duurt ten minste één jaar.
Men zal voorbehoedend doen inenten
in de maanden Juni, Juli, Augustus en
September.
Men mag reeds inenten wanneer de
kiekens één maand oud geworden zijn.
Diphterie breekt voornamelijk uit in
de vier laatste maanden van 't jaar, zoo
dus verkeeren de hennen, die in den
zomer zijn geënt, op het hoogtepunt van
onvatbaarheid voor de ziekte als de
herfst- en winterweders intreden.
Twee weken na de inenting treedt
de onvatbaarheid in tegen diphterie.
Wanneer men echter wacht met inen
ten tot de eerste ziektegevallen zich
voordoen, dan kan het wel gebeuren,
dat de uitslag niet aan de verwachtin
gen beantwoord. Daarom is het noodig
zeer spoedig de zieka dieren uit de hok
ken te verwijderen om de overblijvende
hennen niet aan hevige besmetting bloot
te stellen.
Uit alles wat we schreven moet ge
het besluit trekken, dat vroeg inenten
van kiekens van eenige weken oud en
die nog volstrekt gezond zijn en in on
besmette omgeving leven voorzeker de
voorkeur verdient.
De entstof "Antidiphterin van Prof.
De Blieck en D' Van Heelsbergen, door
Dokter Veearts Edm. Van Hertsen,
Brussel, geleverd, wordt eerst op ge
voelige kiekens geprobeerd en dan
slechts alleen aan de heeren dokters
mmw%
ziekten zijn, want 1) eene hen die gene
zen is van diphterie of ingeënt is geweest
tegen diphterie blijft onvatbaar of onge
voelig voor diphteriebesmetting, doch
nog vatbaar voor snot, dat is een be
wijs 2) en omgekeerd, eene hen die
't snot doorgemaakt heeft blijft nog ge
voelig voor de diphteriesmetstof enz...
Gemengde ziektebeelden van snot en
diphterie komen veelvuldig voor.
Hoe bestrijden wij de diphterie en
pokken
Het is nu algemeen bewezen en on
dervonden in de praktijk dat de
veeartsen afgeleverd.
De hennen die gij zult laten inenten
worden niet ziek door de inenting en
het eierenleggen wordt er niet door
beïnvloed. Dus geen verlies, toch is het
best, zooals we reeds schreven, het en
ten te laten gebeuren voor den aanvang
van 't leggen.
Vele menschen denken dat men ent
stof inspuit, volstrekt niet, de veearts
ent in op de bil waar voorafgaandelijk
eenige pluimpjes zijn uitgetrokken en
i uu- waar hij eenige schreefjes maakt met
ziekte een stift (tréphine) voldoende bevoch-
actie acht dagen na de enting door den
eigenaar of veearts wordt nagezien.
Positieve of stellige entreactie wil zeg-
jen dat de pokken zijn opgekomen). Al-
een eene positieve entreactie geeft
aeschutting tegen de ziekte. Dit ziet
men aan de opzwelling der kleine holten
waaruit men de pluimen heeft geplukt,
en daar waar men de opperhuid ge-
cwetst heeft moeten kleine gele korstjes
verschijnen. Zijn er kiekens die niet ge
reageerd hebben, waarbij de pokken
niet opkwamen, die moet men terug in
enten.
De wereld gaat vooruit maar de we
tenschap ook, profiteert van den noesten
arbeid van onversaagde geleerden die
vele kwalen uit de wereld helpen tot nut
en voorspoed der menschen.
Dr v. J. W.
Plantenziekten
schadelijke wezens insekten, wormen en
parasitische zwammen. De melde, de
herik en de bolderik kunnen bijdragen
tot uitbreiding van de beeten- of haver-
nematode de korenbloem tot die van
het stengelaaltje de ruwbladigen kun
nen de voortplanting van een roestsoort
bevorderen.
De onkruiden bemoeilijken verder de
bewerking van den grond, zoowel na
het oogsten als gedurende den groei van
het gewas. Ze bemoeilijken ook het
oogsten o.a. het binden wanneer er dis
tels in voorkomen. Ze doen de oogst-
produkten langzamer drogen bemoei
lijken de reiniging van het zaad en ver
minderen ten slotte bij onvoldoende zui
vering van onkruid de marktwaarde
van het product. Bovendien beweren
sommige deskuadigen dat enkele on
kruidzaden o.a. die van akkerdravik en
wilde ridderspoor, bij granen het meel
miskleurig maken.
De productiekosten van het gewas
worden tenslotte ook verhoogd door
de onkruiden.
doelmatig kan bestreden worden door
een afdoend voorbehoedmiddel en dat
i genaamd wordt Antidiphterin ent
stof van Prof. De Blieck en D' Van
Heelsbergen.
De uitslagen zijn uitstekend, maar
toch blijven de kiekenkweekers achter
dochtig, zooals bij elke nieuwe uitvin-
ding.
Hier geldt weeral voor hen de wijze
vlaamsche spreuk de gierigheid be
driegt de wijsheid en inderdaad het is-
zoo liever verliezen ze eieren en hen
nen dan 'n weinig geld uit te geven om
a
tigd met entstof. Bloedstorting moet
vermeden worden bij 't krabben met
de stift. De opperhuid alleen moet ge
kwetst worden.
Liefst doet men de hennen in eene
afgesloten plaats, twee personen pak
ken de dieren en een derde trekt de plui
men uit de bil en de veearts behandelt
de ontpluimde plaats met entstof.
Ook kan men de hennen voorafgaan
delijk in keven of manden zetten. Na de
enting laat men de behandelde kiekens
maar loopen.
Het is beslist noodig dat de entre-
De ontwikkeling van onkruiden is een
der grootste gevaren, die de cultuurge
wassen bedreigen. Onkruiden werken
dikwijls schadelijk in een mate die nau
welijks wordt vermoed. En nochtans
moet men ziende blind zijn om daarvan
niet ten volle overtuigd te zijn. Dees
aar vooral staat er veel, zeer veel on-
cruid. Gansche tarwe-, rogge- en haver
velden zagen we onderdrukt door het in
massa opkomende en snelgroeiende
onkruid.
Dat de opbrengst van een dergelijke
akker ver onder het normaal peil staat
ïoeft voorzeker geen bewijs. Maar niet
alleen de hoeveelheid zaad lijdt hieron
der, ook de kwaliteit is veel minder.
Ook op het stroo heeft dit invloed.
Weegt men de onkruiden met het stroo.
dan zal de opbrengst oogenschijnlijk
toegenomen zijn in werkelijkheid is dit
echter niet het geval.
Het nadeel is des te grooter, naar
mate de geteelde planten zich vooral in
den beginne, maar ook gedurende haar
geheelen groeitijd langzamer ontwikke
len, De suikerbeeten bijv. kunnen, als
het schoonhouden in 't begin harer ont
wikkeling wordt verwaarloosd, bijna
totaal onderdrukt worden zij dwingen
dus den landbouwer het land schoon te
houden.
En omgekeerd zal de schade eveneens
des te grooter worden, naarmate de on-
kruidplanten krachtiger groeien.
Hoe dichter de kultuurplanten staan,
des te minder last ze van onkruid heb
ben. Plekken waar het gewas te hol
staat, kunnen ware broeinesten van on
kruid zijn. De rijenteelt, waarbij de stand
der gewassen in het algemeen een hol
lere is dan bij het zaaien uit d? hand,
geeft meer gelegenheid voor ontwikke
ling van onkruiden daarbij zal dus de
landbouwer genoodzaakt zijn, het land
met meer zorg van onkruiden te zuive
ren zaait hij echter in rijen, dan zal
daarbij een meer volkomen zuivering
kunnen worden verkregen dan bij het
zaaien in 't wild,
De vermindering in opbrengst is in de
eerste plaats toe te schrijven aan de ont
wikkeling der onkruiden, dus door het
feit dat het de vetten, noodig voor zijn
groei ontrekt aan het geteelde gewas,
In de tweede plaats kan er minder licht
tot de planten doordringen en hieronder
lijdt de voortbrenging aan organische
stof. Ook is bij aanwezigheid van on
kruid de temperatuur voor de ontwikke
ling der gewassen ongunstiger. Zoowel
tusschen de planten als in den grond,
wordt ze door de ontwikkeling van on
kruid gedurende het warmere jaargetijde
lager gehouden. Het verschil in tempe
ratuur kan soms tot 5° C bedragen. De
worteluitbreiding, de wortelfunktie, de
de bacteriewerking, de ontleding van
organische stoffen en de salpetervor
ming in den grond zullen dien ten ge
volge geringer blijven.
Verder is een met onkruid bezette
grond in den regel droger dan een on-
kruidvrije de ontwikkeling der planten
kan hieronder lijden. Het verschil in
watergéhalte bedroeg bij Wollny's
proeven gemiddeld omstreeks 20 in
werkelijkheid is het echter grooter.
Ook kunnen de onkruiden schadelijk
worden, doordat ze soms als parasieten
leven op de planten, zoo het warkruid
op klaver, ook doordat ze bijdragen tot
de ontwikkeling en de verspreiding van
Tuinbouw
Op 30 Juli j.l. werd er in de tuin
bouwschool van Vilvoorde, een volma-
kingscursus gegeven over fruit- en
groententeelt. Ik wou wel graag aan de
aan de lezers en lezeressen van De
Koornbloem er mijn indrukken over
mededeelen. De leerlingen die dezen vol-
makingscursus volgden bestonden uit
tuinbouwconsulenten, tuinbouwleeraars
en -voordrachtgevers. Dat men aan
dergelijke toehoorders geen doodge
wone zaken meer moet vertellen, hoeft
geen betoog.
Het ging er dan ook over nieuwighe
den, hedendaagsche toepassingen en uit
vindingen, uitslagen van pasgedane
proeven enz,. Ik had me ook als leer
ling laten inschrijven, want reeds lang
kwam ik tot het besef dat, hoe meer men
weet, hoe meer men overtuigd is, dat
men nog niets weet. In den voormiddag,
omstreeks 10 uur ving de eerste les aan
die liep over fruitboomteelt en gegeven
werd door den hoogachtbaren heer Du-
four, zonder twijfel, een competentie in
zake fruitboomteelt, doch die, ongeluk
kiglijk de Vlaamsche taal niet genoeg
zaam machtig was, om er zich behoor
lijk in uit te drukken en zijn kennis aan
zijn toehoorders mede te deelen.
Nu, die man heeft zijn best gedaan,
van hem mag gezegd warden Hij
heeft zijn brood in ledigheid niet gege
ten, maar wel in het zweet zijns aan-
schijns. Tot hem is er hoegenaamd
geen verwijt te richten, maar ik vraag
me af Zijn er dan geen bekwame lee-
iaars genoeg die de Vlaamsche taal
machtig zijn om een dergelijken cursus
te geven 't Scheen wel van ja en
waarom die dan niet genomen Is het
dan te verwonderen dat er zelfs in de
meest bezadigde geesten, sporen van
j kritiek binnen te dringen 1
Om de liefde Gods als men zich toch
die uitgaven van een volmakingscursus
getroost en als de Vlaamsche vakman
nen zooveel bewijs geven van goeden
wil om henen te trekken, waarom er dan
niet al het mogelijke nut uitgetrokken en
waarom diezelfde stof niet laten voor
dragen door een flinken Vlaamschen
voordrachtgever die ze in een aange
naam kleedje zou gestoken hebben, met
meesleepende gevoelens en afwisselende
tonen. Tot daar de kritiek want kritikee-
ren is gemakkelijk en doen is de kunst.
Mr Dufour heeft ons zeer nuttige din
gen geleerd die voor 't meerendeel der
toehoorders, misschien wel niet nieuw
waren, maar die toch eens dienen her
haald en waar er bijzonder dient op ge
drukt.
Voor wat het aanleggen van nieuwe
boomgaarden betreft, dit schijnt heele-
maal naar den kant der Engelsche
boomgaarden over te hellen t. t. z. ap
pelaars, perelaars, pruimelaars op struik
met tusschencultuur van aal-, tros- en
stekelbessen, framboozen en aardbeziën.
Die boomgaarden brengen evenveel fruit
op als hoogstammige boomgaarden met
dit verschil dat bij struikvormen het
fruit grooter, gladder en zuiverder is,
men meer gemak heeft om te plukken,
men het beter kan verzorgen met in zak
jes te hangen, te dunnen, te kleuren enz.
'i'iiir I 'T 'MHiiii i
RNBL
De medew«rkei-» ïj)a veraatwoordelijk vaar ha* bgdragea
Omfietf«k«-ade rtnkkea worde» «iet opgcBome».
Niet opoeaome» haadscbriftea worden aiet ternggegevem.
is I'