I
Landbouwweekblad
Het Suikervraagstuk
Dc Hovesiers
en het Landelijk Recht
Onze Rechtskundige Dienst
Rechtskundige Rubriek
i
ZONDAG 3 NOVEMBER 1929
Prijs, 2L centiem
11 stc JAARGANG Ni 66
Arbeid
adelt
Abotwementspirija i 10,0$ frank 'a j«ur.ra.
Men schrjjft lo npons Bureel en op alle postkar»?™-.©.
Aankondigingen volgens akkoord
Bureel en Redaktie BRABANTSTRAAT, 53, AALST
Verantwoordelijke Opsteller
ORTAIRE CAUDRON. Aalst.
Scherpe strijd tusschen suikerriet en
suikerbeet. Welke maatregelen moet
onze regeericg treffen tot bescherming
der inlaadschc snikerbeetkultuur 1
Het is algemeen bekend dat de erge
krisis welke de suikernijverheid door
worstelt te wijten is aan het gebrek aan
evenwicht tusschen de voortbrengst en
het verbruik
Nader beschouwd stellen wij noch
tans vast dat het verbruik over de we
reld toeneemt met -4 1/2 tea honderd per j
jaar, zoodat de eenige oorzaak der hui- i
dige moeilijkheden gelegen is in een
overtollige niet geordende voortbrengst
en niet in de vermindering der vraag ot
van het verbruik.
Deze overdrevene producfie wordt
geleverd door de suikerrietkuituur wel
ke van jaar tot jaar uitbreiding neemt en
het beetsuiker van de markt verdringt.
Terwijl bij de aanvang dezer eeuw
61 °/o van de totale suikerproductie j
werd geleverd door de suikerbeet, is het
aandeel dezer laatste gedaald tot 37 jj
terwijl de suikerriet hare plaats in de
voortbrengst heeft ingenomen.
De oorlog welke in de Europeesche
landen de suikerbeetteelt gedurende
verschillende jaren heeft belemmerd is
voorzeker de voornaamste oorzaak van j
de snelle uitbreiding van de suikerriet- j
kuituur. Doch anderzijds hebben de
aanzienlijke winsten verwezenlijkt door
de voortbrengers van het rietsuiker hen
toegelaten doelmatige en wetenschappe
lijke uitbatingsmethodes op groote
schaal in te voeren, wat de voort
brengst in de beste planterijen heeft op
gevoerd met 25 tot 30 t.h Tezelver-
tijd genieten de voortbrengers van riet
suiker op deze vaa beetsuiker 't merkelijk
voordeel dat de voortbresgstkosten,
waaronder hoofdzakelijk de dagloonen,
veel minder hoog zijn, zoodat algemeen
aangenomen wordt dat de gemiddelde
kostprijs van het beetsuiker het dubbel
is van deze van het rietsuiker.
De strijd gaat dus in ongelijke voor
waarden tusschen Java, de Philippijn-
sche eilanden, Cuba, de Antillen en en
kele andere overzeesche landen groote
voortbrengers van rietsuiker eenerzijds,
en Tcheco Slowakije, Duitschland. Po
len en andere minder belangrijke Euro
peesche landen waartusschen België
voortbrengers van beetsuiker anderzijds.
Deze laatste trachten de inlandsche
suikerbeetteelt an nijverheid tegen de
concurrentie van het rietsuiker te ver
dedigen, door zware invoerrechten op
vreemde suiker. Deze rechten bedragen:
in Frankrijk 140 Belgische frank, in
Italië 252 fr.. in Duitschland 215 fr., in
Engeland 201 fr., in Tchco-Slowakije
365 fr in Polen 240 fr., in Zweden 117
fr., in Spanje 420 fr. België alleen maakt
daaraan uitzondering en heft slechts het
gering invoerrecht van 40 fr.
Anderzijds heffen de meeste Euro
peesche 'regeeringen wegens begroo-
tingsredenen eok aanzienlijke verbruiks-
en accijnsrechten op den geraflneerden
suiker wat asdrelig inwerkt op het ver
bruik Zenals uitgewezen door de stati
stiek opgemaakt deer de Economi cbe
Afdeelmg van de» Volkerenbond opge
nomen in het. vorig nummer van ons
blad bedrage» die rechten thans in dol
lars per 100 kg. Italië 20,95 Rusland
15 44; Nederland 10 82 Joego-Slavië
8,80 Noorwegen 8 Turkije 7,72
Spanje 7,28 Hrrgaiië7,07 Bulgaiië
5,98 Tcbrco-Slowakije 5,55 Frank
rijk 4,88 Polen 4.31 Oostenrijk 3,24
Grondt Bretanje 2,78 Duitschland 250
Roemenië 2,43; Denemarken 1,53:
Zweden 1.07.
België heft hier ook maar een gering
verbruiksrecht namelijk 1 dollar 11 per
100 kg.
Uit vee>igaand ©verzicht dat enkel een
beknopte samenvatting is van de voor
naamste facteren die de suikeimarkt
over de wereld beherrscben blijkt dat
bet vraagstuk der suikerpreduktie vdn
irterrBMeralpi aard is en dat een dtfini-
tieve cplrsfirg er lel mogeliik is door
verstandhouding en overeenkomst tus
schen de landen voortbrengers van beet
suiker eenerzijds en deze voortbrengers
van rietsuiker anderzijds.
Is die overeenkomst echter te berei
ken Het vraagstuk is uiterst ingewik
keld omdat eenerzijds, de landen voort
brengers van rietsuiker schier uitsluitend
hunne bedrijvigheid en economische
ontwikkeling hebben gericht naar de
suikerproductie en eene vermindering
ervan voor den welstand der bevolking
erge gevolgen zou hebben en anderzijds,
de Europeesche landen voortbrengers
van beetsuiker de suikerbeetteelt als een
onmisbaar bestanddeel van hunnen land
bouw beschouwen, niet alleen om de
rechfstreeksche winsten welke zij aan de
voortbrengers oplevert, doch ook om
dat de suikerbeet als wisselteelt van ge-
v ichtig belang is voor de andere kuitu
ren en door hare bij- of onderproductea
een belangrijke factor is in de veevoe
ding Verder nog heeft de suikerbeet
teelt aanleiding gegeven tot een groot-
sche nijverheid welke honderde werklie
den het bestaan verzekert en is ook een
aanzienlijke bron van inkomen voor de
vervoermaatschappijen.
Zich rekenschap gevende van deze
moeilijkheden, heeft de Volkerenbond,
die het vraagstuk grondig onderzocht,
als eetiig doelmatig verbeteringsmiddel
voor het ©ogenblik aangewezen het
suikerverbruik te vermeerderen door
eene vermindering der accijns- of ver-
bruiksrechten, door aanwending van
suiker voor meerdere doeleinden als tot
heden het geval was, zooals voor die
ren voeding.
Die oplossing schijnt echter niet van
blijvenden aard. Immers, indien de
voortbrengers van rietsuiker van geen
beperking of regeling der productie
willen hooreis, dan is het onmogelijk dat
de verbruikstoename voldoende snel
weze, om gelijken tred te houden met
de voortbrengst, zoodat, behoudens on
voorziene omstandigheden, de strijd
tusschen het riet- en beetsuiker zal
voortduren en misschien heviger zal
worden.
Voor de Belgische suikerbeetplanters
stelt zich dan ook de zorgwekkende
vraag wat de toekomst hun voorbe
houdt en welke maatregelen onze re-
geericg zinnens is te treffen, om hen
van den ondergang te vrijwaren.
Voor zooverre wij thans weten heeft
de regeering zich tot heden bepaald bij
de instelling van eene commissie met
opdracht het vraagstuk te bestudeeren
e». de gepaste maatregelen voor te stel
len De besluiten waartoe de werk
zaamheden dier commissie hebben ge
leid, zijn echter tot heden niet gekend.
Nochtans is het dringend tijd, dat van
overheidswege doelmatige maatregelen
getroffen wordeD, wil men dat de sui
kerbeetteelt die van groot belang is
voor onzen landbouw en die ingevolge
de ongunstige prijzen deze laatste jaren
geleidelijk afneemt, niet volledig ver
dwijn e.
Welke maatregelen kunnen dadelijk,
in afwachting dat een volledige oplos
sing klaar kome, door de regeering
worden toegepast
Vooreerst kan de regeering overgaan
tot een merkelijke verlaging van het
accijnsrecht op het inlandsch suiker.
Deze vermindering zal ongetwijfeld het
inlandsch suikerverbruik bevorderen,
daar zij een gunstigen invloed zal uit
oefenen sp de prijzen.
Verder vragen wij als tijdelijken
maatregel dat de regeering het Belgisch
invoerrecht, dat thans enkel 40 frank
bedraagt, eenigszins zou verhoogen,
derwijze dat oss land in staat gesteld
wordt zich te verdedigen tegen de aan
zienlijke invoerrechten welke, zooals
hooger aangetoond, door de andere
landen worden gekeven op buitecland-
scben suiker en met gelijke wapens met
de andere landen op de wereldmarkt
kunne strijden.
Deze verhooging van invoerrechten
zal wel eenige opofferingen vragen aan
de verbruikers, doch deze zullen ander
zijds eene vergelding vinden in de ver
mindering der accijnsrechten, derwijze
dat de prijzen op een normaal peil kun
nen behouden blijven. Daar, zooals
hooger gezegd, de suikerbeetteelt, wel
ke in ©ns land gemiddeld 75000 hekta-
ren beslaat, grGote hoeveelheden onder-
produkten oplevert voor de veevoeding,
zal het behoud dezer cultuur een gun-
siigen invloed uitoefenen op de prijzen
van de melk en de boter.
Om het suikerverbruik te bevorderen,
zou de regeeriDg aan de Belgische brou
wers de toelating moeten onthouden
saccharine te bezigen bij de bereiding
van bieren, zulks niet enkel met het oog
op de suikerbeet ea suikernijverheid,
wier produkten zij zou vervangen, maar
«»ok in verband met de schadelijkheid
Voor m ttotr
de Landboowers
dat bedoeld buitenlandsch produkt voor
's lands voeding opleverj.
Bij de toepassing van hooger aange
haalde beschermingsmaatregelen zal de
regeering echter het vereischte toezicht
moeten uitoefenen, opdat ze niet alleen
ten goede komen aan de suikerfabrikan
ten, maar op billijke wijze voordeden
afwerpen zoowel ten voordeele der sui
kerbeetplanters als ten voordeele der
suikernij veraars.
Rekening houdende met de moeilijk
heden welke onze beetenplanters thans
ontmoeten bij den afzet hunner produc
ten, vragen wij ook de regeering zonder
verwijl zou overgaan tot de afschaffing
van de uitvoertaks op de suikerbeeten.
Het is maar redelijk dat de regeering
het monopolium van aankoop der Bel
gische suikerbeet waarnaar de trust der
suikerfabrikanten streeft Diet ia de hand-
werke door taksen die den uitvoer der
beeten belemmeren en de slechte ver
koopprijzen der suikerbeeten nog meer
naar omlaag drukken.
■■HK0WfiMA++*9H
Toen ik op emigsziss "imperatieve*
wijze een "aanvraag,, kreeg om om een
bijdrage in te sturen onder boofding
"hoveniers en landelijk recht,,, werd ik
een beetje benauwd omdat ik niet al te
best wist waarover te handelen. Immers
het landelijk wetboek spreekt niet spe
ciaal over moesteelt of tuinbouw.
Ik herlas das nog raasr eens de aan
vraag, entoen bemerkte ik dat me de
pap in den mond werd gegevenmen
vroeg te schrjjven b v. "over serren, mu
ren, water, bespruitingess, enz..,, Er
kwam dus een opklaring aan den wol-
kenzwangerev horizont 1 Ik zal das maar
mijn best doen U etjeigszins te onder
houden over hetgeen zoo een beetje in
betrekking staat met ha ven ierder jj ,- en
mocht ik va t tijd eens herhalen hetgeen
reeds verscheer ia vroegere nummers
van "Ds Koornbloem,,, denkt dan maar
dat het gebeurt uit eea drang naar vol
ledigheid, en dat eer repeti ie eens goed
doet't zijn immers getrainde koersman-
nen die de groote roede winnen 1
Over serren Ja, daar staat in het
landelijk wetboek niets geschreven. Ik
•weet alleen maar dat bij onweder ge
paard met hagelslag bet voorvalt dat de
serren leelyk worden toegetakeld En
daarom ken ik U maar alleen den raad
geven van uw serren te verzekeren tegen
hagelslag Mits het betalen eener gerin
ge premie, neemt de verzekeringsmaat
schappij alle risico op zich.
Over muren kunnen wc wat meer ver
tellen Wanneer er tusschen hovingen
eens scheidsmuur bestaat, wordt die in
de stad en op den buiten aangezien als
zijnde gemeen, zoo er geen bewijs of
teeken is van het tegenovergestelde.
Teeken dat de rauur niet gemeen is, is b
v. het feit dat het bovenste van der. muur
skchts fh llend is langs eenes kant.
Bestaat er geen scheidsmuur, wat dan?
In ds? st.dun er voorsteden kan iemand
die zijn h«f of tuin wil ommuren, zjjn ge-
buur dwingen vsn de helft der bouw
kosten en eventueele herstellingskosten
te dragen. Te weten of een localiteit
eene "s ad* of "voorstad* uitmaakt, is
een loutere feitenkwestie alzoo heeft de
rechtspraak reeds gelegenheid gehad om
te zeggen dat Neckeispoel ea Nieuwes-
djjk, twee gehuchten van Wichelen
waar nogal koverders wonen, een
"voorstad* uitmaken Boom wordt door
derechtsptaak ook aangezien als "stad,,;
ook J&mbrs, localiteit bjj Namen, is een
"stad*.
Op den buiten kunt ge uw gebuur niet
dwingen in de bouwkosten van den
jcheidingsmuur tusschen te komen. Als
ge tea platielande uwen hof wilt ommu
ren, kurt ge zeif alles bekostigen.
Bcuwt ge dus een afsluiticgsmuur cp
eigen kosten, dan is dit een niet g me ene
muur, ea de eigenaar hiervan alleen
heeft het recht dien muur te ge bruiken
om et tegen te bouwen, eoz Alleen de
eigenaar van zulk een muur heeft het
recht hiertegen fiuithoornen cp te leiden
zonder den wettigen afstand van 2 m.
voor hoogs ammige en van 0.50 m. voor
laagstammige. boomen, bij gemis aan an
dere vaststaande gebruiken, in acht te
nemen.
Her ft uw gebuur evenwel bijgedragen
tot de oprichtingskosten van den afslul-
fingsmuur, dan staan we voor een ge-
taeenca muur. Beide eigenaars mogen
dien muur gebruiken om er elk langs
huaaen. kant leibootncn tegen op te
kw.ecken. Ze mogea er tegen bouwen, b.
v. een bergplaats makea voor het alaam
allemaal zander toelating van den me-
d ëigeaaar. Enkel wanneer er werken
tegen uitgevoerd worden welke de ste
vigheid vaa den muur in gevaar brengen,
moer ge toelating vragen aan den mede-
ëigenaa.ria dit geval moet ge hem een
vergoeding bitalen die in der minne of
door expertise vastgesteld wordt.
Of het nu gaat over een al of niet ge-
meenen muur, sommige werken moeten
altijd uitgevoerd worden c p een zekeren
afstand van den muur, of raits bet se
men van voorzorgsmaatregelen. Deze
afstand of voorzorgssaaateegen worden
vastgesteld en voorgeschreven door
plaatselijke verordeningen (b v. door lo
cale bouwreglementra) of door algemeen
erkende gebruiken alzoo voor het gra
ven van een put (aal of waterpui)voor
het maken van een stalvoor het aan
leggen van een bewaarplaats van mest
stoffen of waren aan bederf onderhevig,
enz. Dit moet dus allemaal aangelegd
worden mits zekere voorzorgsraaatrege
len of op een zekersa afstand van den
scheidingsmuur, om geen schade te be
rokkenen aaa den gebuur.
Het kan nu gebsturea dat ge uw af-
sluiïingsmuur wat laag vindtu w lei-
boomea klimmen b v. nogal hoog, cm ge
wessefct den muur te verknopenwat
dan
Als het een niet gemeene muur is die
dus uw uitsluitende eigendom is, zijt ge
natuurljjk meestrr van te doen zooals ge
verkiest, en ge trekt uw muur op.
Betreft het een gemeene muur, dan
moogt ge hem ook optrekken, maar de
kosten der optrekking vallen uitsluitend
ten uwen laste: daarenboven zult ge nog
eene vergoeding moeten betalen aan den
wed 'ëtge isar wegens de meerdere
zwaarte van den muur Is de muur te
sl'cht om de verhooging te dragen, dan
moet. ge op uw kosten den heelen muur
ni~uw maken.
N«g «en woord over wafer.
De eigenaar van era leger gelegen
grond, ook da hovenier, is verplicht de
natuurlijke water» (regenwater, sneeuw
waters b. v.) komende van een hoog i
gelagen grond, op zijn eigendom te latea
afvloeien En de eigenaar van dies lager
gelegen grond mag niets doen om dat
natuurlijk efstrcomea te beletten hij
mag b. v. geen dijk oprichten om die
waters van zijn grond te weren De eige
naar van den hooger gelegen grond mag
van zijnen kant ook niets doen wat deze
erfdienstbaarheid ten laste van den lager
gelegen grond kan verzwaren hij mag
b. v. geen vluggeren loop geven aan de
afvloeiende natuurlijke waters.
Het kan gebeuren dat ge over water
ssoet, beschikken om eea zeer droog stuk
grond vruchtbaar te maken, m a. w.
eene be spoeling dringt zich op Als er
water aanwezig ia op de plaats die ge
wilt beipozlea 'b. v een bron), dan gaat
alles gemakkelijk genoeg.
Maar het tegenovergestelde is meestal
waar. Wat dan Wel, iemand die cm
zjja grond t< bcspaelen. zal willen ge
bruik maken van waters waarover bij
het recht heeft te beschikken, zal den
d#®rla«phiervan ®pde tusscheaiiggandz
grasden kus new verkrijgen, mits eene
bi11|ke en voorafgaande vergoeding.
Zoodtss, de vergoeding moet betaald
worde i voordat de doorloop aangelegd
wordt. Ea ze ssoet "billijk,, zijn, t t z
overeenstemmen met de werkelijke scha
de die aaa de tusschenliggende gronden
veroorzaakt wordt wegens afnemen van
een gedvelte grond, enz.
Vaa deze erfdienstbaarheid van door
loop zijn ontslagen de gebouwen, de
koeren, tuinen, parken en beluiken, op
voorwaarde dat ze palen aan de woning.
Zoodus de hovenier is niet verplicht
voor Wspnetistg*waters een doorloop te
gevea door zfjs tuin indiea hij paalt aan
zjjn woning.
De bespoelingswaters na hun diecst
verricht te hebben, moeten ook weg
kunnen. Welnu, de eigenaars der lagere i
gronden zullen dc waters der aldus be
speelde landerijen moeten oatvangea,
mi:» vergoeding die zou kunnen ver
schuldigd zijn. Voor dezen is er dus g&ca j
spraak van voorafgaande vergoeding
omdat het hier onmogelijk is vooraf te
bepalen, welke dc schade zal zijn voort
spruitende uit den afloop de? bespoe»
lingswatcrs. en welke uifga ten men zal
moeten doen om die te herstellen.
Van deze erfdienstbaarheid z(jn even
eens uitgerondeid de gebouwen, en de
koeren, tuinen parken en beluiken die
aan de woning palen.
De oeverbewoner van een onbevaar
bare of onbevlotbare rivier mag over
dezer waters beschikken om z(jn aan
grenzende» eigendom te bespoelen.
Maar dit gebeurt meestal door het plaat
sen b v. van een sluisken om het water
alzoo tot een zekere hoogte te brengen.
Wtlau, mits een billijke en voorafgaan
de vergoeding, kunt ge van den tegen
overliggende oeverbewon?r het vermo
gen verktjjgen om uw sluis op z(jnen
kant te doen steunen. Gebouwen, en
koeren en tuinen welke er aan palen
moetea zich niet leenen tot deze erf
dienstbaarheid.
In plaats v^n eene bespoeling kan zich
esne droogmaking opdringen.
Wanneer men een moerasgrond, een
geheel of gedeeltelijk overstroomden of
een vochtige©, grond, wil droogmaken of
draiaeeren (b. v. bjj middel van oader-
aardsche of van openliggende riolen) kan
men van den rechter dz toelating be
komen om die schadelijke en overtollige
waters te laten afloopen naar eene rivier
of 't is gelijk welken eflocp, aiover de
tusschenliggende gronden.
Bene vergoeding moet hier natuurljjk
ook betaald worden.
Zjja vaa deze erfdienstbaachrid ont
slagen de gebouwen, en koerea. tuinen,
parken, beluiken die aan de woning
palen.
De rupsen en schadelijke insekten
moet ge vernieten de distels en scha
delijke gewassen moet ge uitroeiendit
alles op straf van boete.
De goeverneurs der provinciën bepa
len het tijdstip binnen hetwelk dit moet
gebeuren voor wat betreft de rupsen en
de distels; gewoonlijk tusschen 1 No
vember ea 15 Februari ea onmiddellijk
naden bloei der boomen voor de rup
sen en van 20 Mei tot 1 Juni voor de
distels.
Voor de andere schadelijke iasekten
en gewassen is het de minister vaa land
bouw dit* de maatregelen voorschrijft die
moeten genomen worden ©m kuane ver
spreiding te beletten. En aldus zou het
wel eens kuanen gebeuren dat men ver
plicht wordt met een of andere stof eene
beiptuiting te doen om insekten te ver
nietigen.
nesrewi aasstM H«fZ£ sp® sssuitss: euMunui
Belangrijk Bericht aan de Leden
We hebben de eer aan de belangheb
benden te laten weten dat van af ^De
cember de zitdagen van onzen rechts
kundigen zullen plaats hebben ia een af
zonderlijk lokaal van onze nieuwe buree-
len, in de Vilaaderstraat (tegen de Zee-
bergferug) te Aalst.
Er zal aldaar een gansch bijzondere
dienst in 't leven worden geroepen en
alle noodig en nuttige inlichtingen zullen
met meer gemak worden verstrekt.
Onze dienst zal ook versterkt worden
gezien de groote toeloop van belang
hebbenden, en alle briefwisseling naar
de betrekken besturen, evenals voet
stappen naar ministeries en meer zullen
door ons toedoen geschieden.
Het is wel te begrijpea dat dit onze
onkosten zeer zal verhoogen die niet
meer door de algemeene kas, maar wel
door de belanghebbenden dienen gedra
gen. Ook zal het bestunr van Redt U
Zeiven zoo vrij zijn van de inlichtingen
te doen vergoeden.
De tarieven zullen zeker niet hoog
zijn. We voorzien
1. Voor een enkele raadgeving over
allerlei aangelegenheden 10 fr.
2. Voor een raadgeving gevolgd van
een reeks brieven en voetstappen 20 fr.
3. Voor gansch bijzondere gevallen
vermeerderen de onkosten welke de
zelve zullen meeslepen.
Wc gelooven dat iedereen het nut cn
de noodzakelijkheid dezer nieuwe rege
ling zal willen inzien.
W^e zullen ons best doen om meer en
meer de leden nuttig te zijn en hen op
alle manieren met raad en daad bij te
staan.
We doen eea oproep opdat alle Redt-
uzel vers meer gebruik zouden maken
van onzen rechtkundigen dienst.
sjpïW' .•tonuwn»*!
KRWCir».«.«MM»ntM\UAKI
Dt medewerker» iQ» veraarwoordrijk vaar ho* bijdrari»
Ongelcekejsdt «takken werden «ie! opceBOnsem.
Niet opgenomen handschriften wordea niet teruggegeven.
swjMvvw '-».w"«wv«wemm*-rnn urm ruïfiii—nm