SINT MAARTEN i, Landbouwweekblad Gezondheidstoestanden op den Buiten eugdafdeeliag R. U. Z. Onze Eierhandel in Gevaar N •easi asse 0 mé ZONDAG 10 NOVEMBER 1929 PrJJs 20 centiem MUs JAARGANG Nr "67 ■PSP! 5N T 11 D ES Arbeid adelt Abonuemenrsprijn s 10,00 fvsisk jnara. Men schrijft la op ons Bureel en op alle postkantoren Aankondigingen volgens akkoord. Bureel er RednktieBRABANTSTRAAT, 53. AALST Verantwoordelijke Opsteller t ORTAIRB CAUDRON, Aalst. Voor te doer de Laodboawers Maatschappelijke Vraagstukken oonmi ragen nachiet ioei kalft verti am etto. 84, -and. De pers geeft ons bijwijlen schrik wekkende bijzonderheden over de ellen dige voorwaarden waarin de armen in onze groote steden gehuisvest zijn en over de nadeelige gevolgen voor de volksgezondheid welke deze erbarme lijke woning3toestanden meebrengen. Zonder te willen beweren dat de ge- londheidvoorwaarden op den buiten iven slecht zijn, omdat men er ruim- HofleJ ichoots van de zon en open lucht ge liet, valt het op aan wien eenigszins be- hnd is met de bestaansvoorwaarden te lande dat er niet zelden tegen de bijzon derste vereischten en voorschriften der gezondheidsleer wordt gezondigd voor namelijk bij onze kleine landbouwers. jfDoor deze bijdrage willen we enkel de aandacht onzer lezers alsmede deze der betrokken openbare besturen vesti ng gen op de elementaire maatregelen wel ke zij kunnen treffen tot vrijwaring en levordering der gezondheid onzer land- touwgezinnen. Niet zelden wordt er door de buiten- senscben niet genoeg zorg besteed aan Ichamelijke reinheid en onderhoud. Vaar in perioden van drukken arbeid eea bad voor gansch het lichaam bijna agelijks wordt voorgeschreven door ie gezondheidsleer, wordt er zoo zelden aangedacht door onze landbouwers. Vij weten dat onze buitengemeenten eea publieke badinstellingen bezitten joals de meeste steden, doch op den luiten zoowel als in de stad zijn de on misbare factoren aanwezig om het li chaam te baden, wij bedoelen water, leep en een groote kuip Ia een artikel over Japan, lazen we onlangs dat een Japaansche boer tijdens en oogst zijn excuus maakte aan een vreemdeling omdat de drukke arbeid lem dien dag belet had twee baden te nemen. ^Mj geven dit als voorbeeld aan onze landbouwers Vaak wordt er door onze landbou wers ook niet genoeg zorg besteed aan iet tijdig veranderen van linnen en on dergoed Dit is nochtans een der meest elementaire maatregelen voorgeschre ven door de gezondheidsleer. Raad pleeg maar de geneesheeren, zij zullen u eeggen dat een besmettelijke ziekte I I doorgaans het eerst uitbreekt in gezin- nenhet lichtst omspringend met de re gels van zindelijkheid en hygiëne. Ook aan het behoorlijk reinigen en wasschen der handen vóór de eetmalen wordt door de meesten onzer landbouwers geen voldoende aandacht besteed. Nochtans worden de microben van de [besmettelijke ziekten het meest voortge- agen met de handen. Hoevelen onzer buitenmenschen den- ia er aan hun tanden te reinigen eo hun md te spoelen na de eetmalen of ten - liaste voor ze zich aaar bed begeven kn voldoende oaderhoudder tanden is Hchtans een onmisbare maatregel om de maag gezond te houden en daardoor J>B8eh het lichaamsgestel. Nochtans vragen deze gezondheidvoorschriften too weinig moeite. Werpen wij thans een oogslag op onze boeren woningen. Ook hier is er do rgaans veel niet in orde met de voorschriften der gezondheidsleer. Een Bsgelsch spreekwoord zegt"as the home, to the people wat beteekentzooals kuisvesting is, zoo is het volk en het bevat veel waarheid. Vele onzer landbouwerswoningen geven nog rechtstreeksche verbinding hij middel van een deur tusschen de be woonde vertrekken en de stalling. Bij warm weder vooral geeft dit aanleiding tot groote bezwaren voor de gezond heid, zooals i onaangename geuren voortkomende van de dieren en het ®est, een groot aantal vliegen in de woning enz. Nochtans willen vele land- houwers het nadeel van deze hoeven in richting niet inzien. Bij het toepassen der premie voor gotdkoope woningen, waren de Volks- Woningkomiteiten dikwijls verplicht de staatstoelage te weigeieo omdat de landbouwer- premiegerechtigde balstar- dfl weigerde de deur tusschen zijn wo- sing tn zijn stal dicht te maken. De verlichting en verluchting der slaapkamers op den buiten geschiedt ihcepvM fihtio au aetcu :n intjedi ie schep isicaties idje Boi wutapp1 nd ca Ni toege" rllateuM ear (Azoret jericht. het sal Wh reeft val 1 Dec» tedeo k in bedt ill io gekrtg' iting v> ar mr® n o°k :cr en n d« 1 enden. doorgaans op gebrekkige wijze. De ven sters zijn dikwijls te klein en worden te weinig geopend, bijzonder des winters. Aldus hebben de slaapkamers een over dreven temperatuur, broeinest van mi- kroben, daar er voor luchtverfrissching niet wordt gezorgd. Wat zeggen van de slaapalcoven die in menige oude boeren woning nog te vinden zijn Zij zijn on tegensprekelijk ten scherpste te verocr- deelen als strijdig met de gezondheids voorschriften. Wegens onvoldoende verluchting en verlichtiug zijn vele landelijke woningen vochtig, de muren beschimmelen. Het leven in zulke woningen geeft dan ook aanleiding tot talrijke ziekten zooals reumathiek, pleuresie en zelfs tering. In sommige streken wordt de mest hoop doorgaans in de onmiddellijke na bijheid van de woning, ja zelfs soms voor de deur aangelegd. De beirput is dikwijls op onvoldoenden afstand van den drinkwaterput en bovendien niet ondoordringbaar. Dat in die omstan digheden het water besmet geraakt, hoeft geen betoog. Wij zijn niet be vreesd voor tegenspraak, wanneer wij zeggen dat de typhus, welke in sommi ge gemeenten bijna regelmatig heerscht, meestal te wijten is aan het gebruik van besmet drinkwater Voegt daarbij dat er dikwijls geen behoorlijke put of afleidingsciterne be staat voor het opvangen van het water voortkomende van den mesthoop, zoo dat de beir ofwel blijft staan ofwel over den openbaren weg loopt. Waaraan zijn deze jammerlijke toe standen te wijten Aan de onwetend heid en de zorgeloosheid der buitenbe woners, doch voor een groot deel ook aan de achterlijkheid onzer gemeente besturen, die meestal geen enkel maat regel treffen tot bescherming der volks gezondheid. Gemeentelijke zelfstandig heid is een schoone zaak, wanneer zij ten goede wordt aangewend. Ons inziens is het een aangelegenheid van openbaar belang dat onze lande lijke gemeentebesturen verordeningen uitvaardigen 1) het plaatsen van mest- hoopen op eea behoorlijken afstand van de woningen en van den openbaren weg voorschrijven 2) het aanleggen van behoorlijke en ondoordringbare beirput- ten verplichtend stellen het plaatsen dezer beirputten op voldoenden afstand van de drinkwaterputten bevelen. De hoogere besturen n.l. de provinciën en het ministerie van Binnenlandsche Za ken en Volksgezondheid zouden voor het opmaken dier verordeningen nuttige en bepaalde onderrichtingen aan de ge meentebesturen moeten verstrekken, terwijl het ministerie van Landbouw het bouwen van moderne beirputten zou aanmoedigen door toelagen of premiën aan de betrokken landbouwers. Wat de drinkwatervoorziening be treft, deze laat vooral op onze Vlaam- sche buitengemeenten veel te weüschen over. Bij het aanleggen van waterlei dingen is het Vlaamsche land tot heden ten opzichte van Wallonië fel achteruit gesteld geweest door de openbare be sturen. In de meesten onzer Vlaamsche gemeenten zullen wij dus nog lang moe ten voortdoen met den drinkwaterput. De buiten nu heeft veel drinkbaar water noodig voor de keuken, den stal, melke- rijen enz. Nochtans wordt er in menige hoeve gebruik gemaakt van water dat talrijke voor de gezondheid gevaarlijke bestanddeelen bevat. In vele gemeenten bestaat nog het gebruik van open steen- putten, waaruit het water opgetrokken wordt met een emmer die doorgaans i aan alle besmettingen is blootgesteld. De steenputten zijn niet zelden ge brekkig gemaakt, doordat zij ofwel on- i voldoende overdekt, ofwel wanden be zitten die niet behoorlijk gecimenteerd zijn en aldus onreine en besmette be smette bestanddeelen in het water laten binnendringen. Kan het ministerie van Volksgezond heid hier geen verordening uitvaardigen welke het bouwen van de nieuwe drink waterputten regelt, hunne minimadiepte en ondoordringbaarheid vaststelt al3- mede hunnen afstand van beirputten en gemakken. Eens dat het uitgemaakt is dat een besmettelijke ziekte veroorzaakt werd door den waterput, zou de gezondheids dienst veel strenger, dan tot heden het geval was, moeten optreden om de ont smetting van den waterput te doen uit voeren en zoo noodig het dempen ervan. Onze gemeentebesturen van den bui ten zouden door de hoogere besturen moeten verplicht worden een veel nauw gezetter toezicht uit te oefenen op het behoorlijk onderhoud der bestaande drinkwaterputten. De personen die een bestaanden gebrekkigen waterput ver vangen door een modernen put, beant woordende aan de gezondheidsvoor schriften van de bevoegde overheid, zouden als aanmoediging een toelage of premie moeten ontvangen. De uitvoering van sommige der maat regelen die wij voorstaan, zullen mis schien wel eenige stoornis brengen in de verouderde doenwijze van sommige landbouwers, doch wij beschouwen ze als onmisbaar tot bevordering en vrij waring van de gezondheid onzer land bouwersgezinnen. Hier geldt ook het spreekwoord het is beter voorkomen dan genezen wat beduidt dat het ver kieslijker is door het naleven der ge- zondheidsregelen de ziekte te voorko men, dan later aanzienlijke uitgaven te moeten doen, om ze te bestrijden en overlijdens van naastbestaaaden te moeten betreuren. De vervanging van de thans bestaan de gebrekkige beirputten door ondoor dringbare moderne putten zal overigens voor den landbouwer het verlies ver mijden van een groote hoeveelheid beir, welke hij thans door dure kunstmest stoffen moet vervangen. mmbim ♦♦♦♦■aneiBBa Thans denkt elk kind in onze streek aan den goeden Sint-Maarten, die het allerlei snuisterijen en geschenken bren gen zal, daar het in deze laatste we ken vooral bijzonder braaf was. Martinus was bisschop van Tours (Frankrijk) en leefde in de vierde eeuw. In den strengen winter van 't jaar 332 ontmoette St Maarten te paard gezeten, in de stad AmieDS, een bedelaar bibbe rend van koude. Hij sneed met zijn zwaard een stuk van zijn mantel en gaf het den arme. Zoo wordt hij dan ook meest afgebeeld en prijkt hij in het gemeentewapen van plaatsen, die hem hun naam ontleenen. Nu is de oogst, zoowel gras- als graangewas, veld- en boomvruchten, binnen en men hoopt reeds op nieuwen groei en bloei als de dorre, bijtende winter voorbij zal zijn. Onder een dikke sneeuwlaag wordt het nieuwe leven voorbereid. De aarde wordt als 't ware opnieuw vruchtbaar gemaakt. De boe ren kennen nu een tijdperk van rust. 't Laatste werk was 't slachten van 't varken, de "slacht» en inderdaad wordt November de "slachtmaand» ge- heeten. Volgens een oud rijmpje Slacht op St Martijn De arme zijn zwijn. En in sommige streken wordt St- Maarten een ware feestdag de oogst is binnen, 't vleesch zit in de kuip, de rust na den zwaren arbeid en 't zoete voor uitzicht dat na enkele maanden de lente weer komen zal met licht en groen, 't Sint-Maartensvuur ontbrak vroeger niet. Men zamelde brandstoffen in on der 't zingen van een liedje als Sinte-Maarten is zoo koud Geef een turfje of een hout, Om hem wat te warmen Met zijn bloote armen. In een weide werd dan een vuur ge stookt en daar omheen gedanst. Vooral in Limburg ziet men op St-Maarten op de heuvelen de vuren branden. In andere plaatsen viert men in huis feest door onder 't zingen over brandende kaarsjes te springen Sinter Mertens veugelke Mit het roëd keugelke Mit dat blauw stert je, Hoepsa, Sinter Merte 1 Dat "veugelke,, is de specht met zijn "roëd keugelke kraagje) en zijn "blauw stertje,, dit is zijn staartje van blauwe pluimen Hoe er een verband ontstond tusschen den specht en den bisschop Martinus is wellicht te verkla ren door dat rood kraagje, dat aan een mantelkapje denken doet. Op tal van plaatsen trok en trekt nog op S -Maartensdag een lichtstoet door de staten. De oorzaak daarvan ligt in een oude legende. Toen St-Maarten eens in een visschersdorp het Christen dom predikte werd de ezel, die hem tot vervoermiddel diende, ongeduldig en liep de duinen in. Toen nu Martinus zijn tocht voortzetten wilde bemerkte hij dat langoor verdwenen was. De dorpsbewoners trokken er met fakkels op uit om den ontrouwe op te zoeken. Allerlei liedjes werden vroer bij 't rond gaan van den lichtstoet gezongen, o.a. Sinte Martinus bisschop Roem van alle landen, Dat wij hier met lichtjes loopen Is voor ons geen schande. Rood, rood rokje, St-Maarten op een stokje, Rood, rood keugeltje St-Maarten op een vleugeltje. Een ander St Maartensliedje is Sint-Marten, Sint-Martens, De kalvers dragen starten, De koeien dragen horens, De kerken dragen torens, De torens dragen klokken, De meisjes dragen rokken, De jongens dragen broeken, Oude wijven schorteldoeken, enz. In sommige Vlaamsche streken stel len de jongens zich niet te vreden met 't rondloopen met papieren lantaarns, mooie lampions, uitgeholde aardappels met een kaars erin en op een stok gezet cf den stronk van een boerenkoolplant met een bekervormig papier er om heen, waarin allerlei figuurtjes gesneden wa ren. maar maken een groote pop, die St-Maarten voorstellen moet. Een pa pieren mijter wordt hem opgezet, een baard van vlas gemaakt en een groote houten pollepel in de hand gegeven. Dan dragen ze hem rond op een stok met een gaffelvormig bovenstuk. De pol lepel dient natuurlijk om centen mee op te halen. Vroeger ging in sommige plaatsen van Duitschlacd Pels-Maarten rond. Dit was iemand, die St-Maarten moest voorstellen en gehuld was in een pels en een zak en een roede droeg. De pels was 't zinnebeeld van den intredenden winter. Hij bracht aaa de kinderen een bezoek, beloonde de gehoorzamen met appels en noten en bedreigde de ondeu- genden met in den zak te worden ge stopt of met de roede te worden gestraft. Zoo vertelde men den kinderen. De zak beteekende echter al 't goede dat gedu rende den winter in de natuur als 't ware wordt klaar gemaakt en de roede, dat die goede gaven uit den grond gestampt werden. Soms zien we den Sint afgebeeld met een gans naast zich of in zijn hand. Men vertelt dat de bisschop eens een bijzon der schoone preek hield, maar door een troep ganzen zoo gehinderd werd, dat de toehoorders niet beter dachten dan een gans mee naar huis te nemen en daar op te peuzelen. Nog zoo dom niet Anderen verhalen dat St-Maarten een zeer eenvoudig man was, die toen hij tot bisschop verkozen werd en men hem 't blijde nieuws kwam melden, zich in een ganzenhok verstopte, waar hij ech ter verraden werd door 't gesnater der ganzen. Een oud Duitsch feestliedje luidt o.a. De ganzen worden gebraden Omdat zij St-Martinus hebben [verraden. Nog anderen verhalen dat Martinus eens rondging om te zien of op deze wereld nog menschlievende menschen waren, 's Avonds klopte hij hier en daar aan een deur en vroeg of hij een onder dak vinden kon voor den komenden nacht. Overal wees men hem hardvoch tig de deur, tot hij eindelijk bij een paar oudjes aanlandde, die hem niet alleen binnen lieten, maar voor den vermoei den landlooper zelfs de gans slachtten en klaar maakten, waarvan ze zoo hiel den. Die brave oude lieden ter eere wordt nu St-Maarten nog met een gans Zeker is het dat op 11 November op menige tafel de gans komt. t Zorgvul dig afgekloven borstbeen van de St- Maartensgans werd aan de zoldering der keuken opgehangen en deed dikwijls dienst als weervoorspeller. Krijgt het in 't midden een vlek dan zal de winter streng zijn, wordt het bruin dan zal de winter koud zijn, wordt het wit dan zal er veel sneeuw vallen. Op 't uithangbord van een logement of herberg staat St. Maarten vaak afge beeld met een beker bij zichdit was vroeger het geval in Frankrijk St-Maar ten geldt daar als de patroon de van de wijnbouwers en de hotelhouders. En wij vertellen aan onze kleintjes dat St-Maarten op een schimmel rijdt. Dit zal wel zijn oorzaak daarin vinden dat 't St-Maartensfeest gekomen is in de plaats van een ou heidensch feest ter eere van Wodan. den oppergod der Germanen, van wie ook verhaald werd dat hij op een wit paard door de lucht reed. QKHraa S3SSH «TOMBM EEN PRACHTIG FEEST MET TOMBOLA wordt onze leden aangeboden op Zon dag 10 November 1929, in ons lokaal "De Koornbloem» Groote Markt, te 6 u. 's avonds. Leden der Jeugdafdeeling bet. 3 fr. Lidkaarten streng geëischt. Wie zich deftig wil vermaken ont- breke dus niet. Zeg allen als ééa man W(j komen 1 Het Bestuur. In ons nummer van 27 Oktober, we zen we op de stichting van de Neder landsche Eierkcntrool en op de beslist heid waarmee onze noorderburen de hand aan het werk sloegen om hun eier handel met Engeland voor dieperen val te vrijwaren. Het Nederlandsche Eier-controle- bureau telt onder zijae aangeslotenen de voornaamste organismen en huizen van dat land. Het stelt zich tot taak het wantrouwen op de Engelsche markt tegen het Hollandsch ei te doen verdwe nen, het in eene gunstige positie te bren gen en er voor de beste prjjzen te be komen. Dit wil het verkregen door, de onder hare controle gedane verzendin gen bijzonder doen te verzorgen onder hoogpunt vanfrischheid, sorteering, zuiverheid, verpakking. Op éérsten Oktober begon het Ne derlandsche Eier controle bureau zijne werking en reeds is er eene merkbare verbetering te bestatigen. De Engelsche afnemers zijn er heel tevreden mee, er is reeds veel vraag uit Eageland naar Hol- landsche eieren, en er worden reeds flinke prezen betaald, voor die eieren. De secretaris van hooger genoemd Bu reau, ging in gezelschap van den Rjjks- landbouwcoasuleot op inspectie reis in Engeland de gedane zendingen kontro- leeren, daar ter plaatse stelden die hee- ren zich volledig op d'hoogte van den toestand, welke zoo spoedig een gunstige wending genomen heeft; nauwkeurig werd nagegaan welke verbeteringen er nog dienden aangebracht, zoo dat eer lang de Nederlandsche eier-handel paraat staat, om de concurrentie niet alleen het hoofd te bieden maar om eene heel gunstige positie op de Engelsche markt in te nemen. Voor de Belgische eieren is de toe stand, sedert ons waarschuwend artikel vaa 27 Oktober verscheen, er hoege naamd niet op verbeterd, met reuzen schreden verliest de Belgische eierhandel veld op de Engelsche markt, veel moeite en opoffering zal het nu reeds kosten om het verloren terrein te heroveren. Waar we vroeger er op wezen, dat de Neder landsche consul de belangen zijner land- genooten weet te dienen, kunnen we weerom dit hierboven doen bestatigen. België verliest het vertrouwen op de voornaamste zjjner afzet-markten, het ergeljjke van den toestand is geen ge heim, en toch blijft Brussel werkeloos. Niets werd er van offlcieele z(jde gedaan om op het gevaar te wjjzen. Wat er gebeurde met de hop, de sui- keibeetteelten zoo menig ander onzer nationale produkten, dreigt te zullen ge beuren met de hoenderkweek. Zal men het weer laten gebeuren dat een belang rijke tak van onzen landbouw te niet gaat Zal onze regeering dan weerom het bewijs leveren voor de zooveelste maal reeds dat de belangen der land bouwers, baar volslagen onverschillig zfln Kunnen de bevoegde ministeriën niets doen Waarvoor dienen de Belgi sche Consuls? De waarde der eieren door België naar Engeland uitgevoerd, in de maan den Januari-September van dit jaar be draagt nog 307 992 354.00 franken. Zal men eene nijverheid, die zoo gunstig onze handelsbalans beïnvloedt laten te ar, mm Oc oedüwtrker* zij* verantwoordelijk voor hm b(Jdr«ee*. Oageteekeade «tokken warde* alet opgeaome*. Niet opeeacmra haad^-hrlfte* worde* alet temggegeve*. ülll q en si n 295 nbodtj J* «#b i'

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1929 | | pagina 1