1
Landbouwweekblad
In 't vooruitzicht der
nakende landbouwkrisis.
Onze Eierhandel
in Gevaar
De Krisis inde Hopkultuur
en in den Hophandel
ZONDAG 1 DECEMBER 1929
Prija 26 centiem
12de JAARGANG Nr i>70
Arbeid
adelt
Aboranementnprlje i 10.ÖP fsaak 's fcsure.
Men schr(jf: in op on» Bureel en op alle postkantoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redaktie DE VIL AN DERSTRAAT. AALST
Verantwoordelijke Opsteller i
ORTAIRE CAÜDRON,
Aalst.
Voor sa d««r
de landbouwers
Landbouwers steunt uw eigen organisatie
II.
Onze Witloofsyndikaten en onze
Federatie van Kleinveebonden met
de samenwerkende maatschappij
Flandria.
In ons vorig nummer hebben wij
breedvoerig de belangrijke rol aange
toond welke onze verkoop- en aankoop-
afdeeling vervult tot verbetering der
bestaansvoorwaarden onzer landbouw
bevolking en de merkelijke stoffelijk en
maatschappelijke voordeelen uiteenge
zet opgeleverd door bedoelde afdeeling
Thans wenschen wij de bijzondere aan
dacht onzer lezers te vestigen op de
twee jongste onzer afdeelingen n.l. onze
witloofsyndikaten en onze federatie van
kleinveebonden met "Flandria,, omdat
zij door hunne werking nauw verband
houden met onze verkoop- en aankoop-
afdeeeling en geroepen zijn om kostbare
diensten aan onze boeren te bewijzen.
Het bestuur van "Redt U Zeiven,,
steeds bekommerd om het welzijn van
de leden, besloot tot de oprichting dezer
nieuwe afdeelingen omdat zij beant
woorden aan de noodwendigheden van
twee voorname takken van het land
bouwbedrijf.
A. Onze Witloofsyndikaten.
Reeds voor den oorlog was de wit
loofteelt van belang voor ons land, al
hoewel zij enkel op groote schaal in de
streek tusschen Brussel en Leuven werd
beoefend. Naden oorlog js zij echter
met rasse schreden vooruitgegaan, niet
alleen in voormelde streek, doch zij
heeft zich uitgebreid tot verschillende
andere gewesten omdat de uitvoer er
van naar het buitenland aanzienlijke
winsten opleverde.
Volgende vergelijkende uitvoerstati-
stiek geven een klaar gedacht betreffen
de voorname plaats ingenomen door
het witloof in onze handelsbalans.
uitvoer naar
Frankrijk
3.914.810 kg.
1.187.825 kg.
5.446.192 kg.
6.446.192 kg.
4.472 448 kg.
8.342.687 kg.
7.264.688 kg.
11.074.017 kg.
10.485.685 kg.
17.190.200 kg.
Totale uitvoer
5.550.952 kg.
1.509.829 kg.
6.590.348 kg.
6.603.344 kg.
5.359.752 kg.
9.878.897 kg.
9.887.219 kg.
13.913.794 kg.
14.417.403 kg.
21.303.900 kg.
:t bosc'
idene
n ie m «J
>r kloof
Heen it
lied der
bim.
d. Elkea
te feest'
ierd. Ëfl
ilozamen
van
op zij0
e meisje
en
r dendaj
1.
ngen
„yda, gf
leer hoo-
ïndionti
odenhoi
T ceurlj
uischlooi
GrijziJ1
suizen 0
kalm en
;e dorpje
tten vöói
onder el
lokje da
ie vledet
scht to"
Voorgaande cijfers bewijzen dat de
witleofteelt een nationale teelt is en
door hare winstgevendheid aan talrijke
landbouwers en hoveniers het bestaan
verzekert, te meer dat de uitvoer ge
paard is met een geweldige toename
|van het inlandsch verbruik.
De witloofteelt is tevens een familie
teelt, daar zij nauwgezette zorgen vergt
en aldus loonenden arbeid verschaft aan
de kroostrijke boerengezinnen die slechts
over een klein bedrijf beschikken.
Alhoewel, zooals blijkt uit voorgaan
de statistiek, Frankrijk tot heden de
voornaamste afnemer blijft van witloof,
heeft dit laatste ook reeds in ruime mate
toegang gevonden tot de Engelschc en
Duitsche markten,
Om loonend te zijn moet de uitvoer
slechts produkten van eerste hoedanig
heid omvatten. Het exporteeren van
witloof van slechte of mindere kwaliteit
is van aard om de faam van dit produkt
in het buitenland een ergen knak te ge
ven en den welstand van de talrijke
voortbrengers in gevaar te brengen.
Een degelijke opbrengst hangt groo-
telijks af van de kennis en de vaardig
heid van den kweeker en van de manier
van aanjagen van het witloof ander
zijds is de winstgevendheid van den uit
voer afhankelijk van het opsporen van
geschikte afzetgebieden, van de doelma
tige en moderne inpakking en verzen
ding der producten.
Óm onze leden-witloofkweekers in
staat te stellen aan dezf- twee vereisch-
ten op volmaakte wijze te beantwoor
den, heeft Redt U Zeiven zijne syn
dikaten of vereenigingen gesticht voor
witloofkweekers.
Deze inrichtingen hebben als doel
de gezamenlijke opbrengsten der leden
in de voordee-liyste voorwaarden naar
de buitenlandsche markten te verzenden
en aan de meest loonende prijzen aan
den man te brengen.
Redt U Zeiven stelt mandjes en
ander geschikt inpakgerief ter beschik
king der leden, doet tegen geringe ver
goeding de verzending en zorgt voor de
betaling aan de leden van de geleverde
waren.
Alhoewel slechts sedert geringen tijd
gesticht, hebben onze witloofsyndikaten
alreeds flinke uitslagen bereikt, wat wel
een bewijs is, dat zij aan een noodwen
digheid beantwoorden. Zoo werden tij
dens het seizoen 1928 1929 581,130 kg.
witloof verzonden naar het buitenland
voor eene waarde van fr. 1.580.819,83.
Tevens werden aan de kweekers door
De Koornbloem en door de voor
drachtgevers van Redt U Zeiven
nuttige en practische inlichtingen ver
schaft betreffende de teelt van dit kost
baar groensel.
Onze witloofsyndikaten willen steeds
meer en beter doen ten voordeele van
hunne leden. Doch daarvoor is het
tuchtvol vertrouwen dezer laatsten in
hunne vereeniging onmisbaar. Kwee
kers die slechts hunne waren aan het
syndikaat toevertrouwen, wanneer zij
van de opkoopers geen gunstige prijzen
kunnen bekomen, óf die enkel waren
van mindere hoedanigheid inleveren,
blijven best buiten de Vereeniging, daar
zij deze ten ondergang brengen. Deze
kortzicl tigen welke niet kunnen begrij
pen dat de verzending door bemiddeling
van eene Vereeniging voor gezamenlij-
ken verkoop der kweekers voor dezen
voordeeliger is, omdat zij de winst van
den handelaar of tusscheopersoon uit
schakelt, worden best aan hun lot over
gelaten totdat de ondervinding hun
heeft geleerd welke onschatbare voor
deelen de Vereeniging biedt, wanneer
zij behoorlijk wordt opgevat en in prak
tijk gesteld.
B. Onze Kleinveebonden en het
Kleinvee-syndikaat Flandria.
Nog gewichtiger dan de witloofteelt
is de kleinveekweek en voornamelijk de
hoenderteelt, wegens de ontzaglijke uit
breiding die zij deze laatste jaren over
het gansche land heeft genomen en de
prachtige geldelijke uitslagen welke zij
heeft opgeleverd.
Waar België vóór den oorlog aan
zienlijke hoeveelheden eieren invoerde,
is het sedert den oorlog een belangrijke
uitvoerder van eieren geworden zooals
blijkt uit volgende statistiek
Uitvoer van eieren.
In 1926, 397 millioen stuks voor 420
millioen frank.
In 1927, 479 millioen stuks voor 479
millioen frank.
In 1928, 685 millioen stuks voor on
geveer 600 millioen frank.
Uiterst gunstig gelegen in het midden
punt van een gewest met meer dan 20
millioen verbruikers, omvattende Lon
den en het Zuiden van Engeland, de
Rhyn en de Rhur, Parijs en het noorden
van Frankrijk, is ons land er toe geko
men de derde plaats te veroveren, na
Ierland en Denemarken, tusschen de 20
tot 25 landen die de Engelsche markt
aan eieren bevoorraden, terwijl wij op
de Duitsche markt na Rusland en Hol
land gerangschikt worden. Het binnen-
landsch verbruik van eieren kan voor
1928 geschat worden op 1,700,000 stuks,
terwijl onze hoenderstapel kan geraamd
worden op 24 millioen stuks.
Voorgaande cijfers bewijzen duidelijk
het onmetelijk belang dat de hoender
teelt oplevert voor onzen landbouw.
Doch willen wij dien schitterenden
toestand behouden en verbeteren, dan
is het onmisbaar dat wij enkel eieren
van puike hoedanigheid, behoorlijk ge
sorteerd en ingepakt uitvoeren, want op
de Engelsche en Duitsche markten
staan we tegenover de mededinging
van de twee best georganiseerde land-
bouwlanden Denemarken en Holland.
De oneerlijke, doenwijze van enkele han
delaars, die minderwaardige vreemde
eieren voor Belgische uitvoeren of be
waarde eieren voor versche, is van aard
om de buitenlandsche markten voor den
uitvoer van onze eieren te sluiten en de
hoenderteelt ten onder te brengen. In
De Koornbloem van 27 October en
10 November 11. heeft het Kleinveesyn-
dikaat Flandria dan ook onder hoof-
ding Onze eierhandel met Engeland
in gevaar de schandige praktijken van
deze oneerlijke handelaars aan de kaak
gesteld en aan de regeering dringende
maatregelen gevraagd om het bedrog
bij den eieruitvoer te verhinderen.
Het belang van onze hoenderkwee
kers is dan ook toe te treden tot ernstige
vereenigingen voor gezamenlijken eier
uitvoer, daar deze vereenigingen er met
de noodige zorg kunnen over waken
dat enkel degelijke produkten worden
uitgevoerd en aan den man worden ge
bracht aan de hoogst mogelijke prijzen.
De hoenderkweeker dient er ook voor
te zorgen, dat hij door uitlezing of se
lectie enkel hoenderrassen houdt, die
niet alleen veel eieren voortbrengen,
doch ook eieren die het best beantwoor
den aan de eischen gesteld door de bui
tenlandsche markten.
Aan deze twee belangrijke faktoren
heeft de Landbouwersvereeniging "Redt
U Zeiven gedacht, toen zij overging
tot de stichting van hare kleinveebon
den en van het Kleinveesyndikaat Flan
dria.
De kleinveebonden vereenigd in fe
deratie hebben als doel de kweekers van
hoenders, konijnen en andere dieren ge
kend onder den naam Kleinvee te
ondersteunen en aan te moedigen door
1) inrichten van voordrachten, tentoon
stellingen, besprekingen en studiereizen
om hun de wetenschappelijke beoefe
ning van hun vak aan te leeren 2) aan
koop van rasdieren en raseieren en ver
deeling of verloting der zelfden tusschen
de leden 3) aankoop van kweekmate-
riaal en ontsmettingstuigen om ten dien
ste te stellen der leden; 4)samenaankoop
van voeders en bekoodigheden voor den
kweek 5) inrichten van den samenver-
koop voor de af te zetten produkten,
opzoeken der beste afzetgebieden 6)
inrichten of ondersteunen van uitlezings-
stations en keurkweekerijen 7) voor
lichting en documentatie aan de leden
bij middel van boeken en tijdschriften.
Deze technische werking der klein
veebonden wordt op uitstekende wijze
aangevuld door de verrichtingen van
het Kleinveesyndikaat Flandria dat
zich gelast met de commercieele verhan
delingen der voortbrengselen van het
kleinvee.
Opgericht onder vorm van samen
werkende maatschappij, heeft Flandria
immers voor doel den handel in alle
pluimvee, kleinvee en de voortbrengse
len dcrzelve, alsook het vervaardigen
van alle produkten in verband met de
zen handel.
Tot heden hield Flandria zich uit
sluitend bezig met den uitvoer van
eieren en mocht daarin schitterende uit
slagen boeken. Immers vanaf Septem
ber 1928 tijdstip waarop zij met den
uitvoer begon tot Februari 1929
voerde bedoelde maatschappij 934,000
eieren uit voor een totaal bedrag van
1.100,810 frank.
Voor Flandria is een schitterende toe
komst weggelegd, op voorwaarde dat
hare leden-hoenderkweekers hunnen
plicht en hun belang begrijpen.
De kleinveeteelt, bijzonderlijk de
hoenderkweek is een goudmijn voor den
Belgischen landbouw, indien onze hoen
derkweekers in massa toetreden tot
ernstige uitvoervereenigen voor geza
menlijken verkoop, en dezer onderrich
tingen stipt volgen inzake de weten
schappelijke inrichting van hun bedrijf
en de levering van zuivere versche eieren
van eerste hoedanigheid.
Volgen zij integendeel den ouden
slenter en verkoopen zij hunne eieren
aan tusschenpersonen die er niet tegen
opzien waren van mindere hoedanig
heid uit te voeren naar het buitenland,
dan dooden onze voortbrengers de kip
met de gouden eieren en gaat onze
hoenderteelt, die thans zoo winstgevend
is, onvermijdelijk naar den ondergang.
Redt U Zeiven stelt ter beschik
king zijner leden de noodige organisatie
om den hoenderteelt naar steeds toene-
menden bloei op te voeren. Aan onze
landbouwers die werking naar waarde
te schatten door toetreding in massa en
tuchtvolle getrouwheid Dar. zullen zij
zooals hunne Deensche bedrijfsgenoten
daarvan de aangename vruchten pluk
ken door hoogere winstgevendheid van
hun bedrijf.
LEDEN Houdt de nummers van
ons blad samen, want heel dikwijls kunt
U er raad vinden voor vele gevallen.
Bij onze werking tot het bekomen van
bescherming der hoenderkweekers tegen
de gevaarlijke handelingen der zwende
laars sloot zich ook verleden week het
flink vakblad Het Vlaarnsch Plv.im-
veeblad aan.
Genoemd blad deelt £en volle onze
zienswijze en vraagt, evenals wij, een
dringend ingrijpen der regeering.
Deze week kregen we eindelijk ant
woord van het Ministerie van Land
bouw op ons schrijveu van 7sten dezer,
hetwelk we in de "Koornbloem» lieten
verschijnen.
Hier volgt het antwoord.
Brussel, den 23 November 1929.
Heer Voorzitter,
Als antivoord op Utv brief van 7
dezer, heb ik de eer 11 te laten welen
dat mijn departement bereid is aan het
Parlement voor te stellen dat de eieren,
ingevoerd cp het grondgebied der Bel
gisch Luxemburgsche Tolunie, vooraf
moeten gemerkt worden.
Die maatregel zou verhinderen dat
vreemde, in België ingevoerde eieren
terug zouden uitgevoerd worden met
ons merk van herkomst.
Ik vestig Uwe aandacht op het feit
dat de Engelsche douanewetgeving een
bijzonder merk oplegt voor de ingevoer
de eieren, die met kalk of door andere
scheikundige middelen zouden bewaard
zijn
Aanvaard, Heer Voorzitter, de ver
zekering mijner hoogachting
Voor den Minister
De Algemeen Bestuurder,
Den Heer Voorzitter der Maatschappij
Redt U Zeiven
Brabantstraat, 53,
te Aalst.
Iedereen die ons schrijven gelezen
heeft zal het met ons eens zijn dat de
maatregelen welke men ons belooft zeer
ontoereikend zijn en alle werkdadigheid
missen aangezien de smokkel der frigo
eieren ongehinderd zijn gang kan gaan,
en de overige maatregelen langs de lan
ge slenterbaan moeten vooralleer ze des
gevallend tot ons kunnen komen. Ook
hebben we volgend antwoord aan den
Heer Minister gericht:
A an den Heer Minister van Landbouw
te Brussel.
HEER MINISTER,
We melden U goede ontvangst van
uw geacht schrijven van 23 dezer, als
antwoord ©p onzen brief van 7-11,
waarover we U danken. We danken U
eveneens omdat U een deel der door
ons voorgestelde middelen wilt ge
bruiken.
Het spijt ons echter te moeten doen
opmerken, dat Ge het door ons aange
duide redmiddel wilt toepassen op eene
manier dat hetzelve te laat komt voor
dees seizoen en wellicht op het oogen-
blik zal komen dat onze goede faam in
Engeland reeds totaal onder de voeten
Kan die maatregel niet genomen wor
den bij hoogdringendheid en bij konink
lijk besluit Ons dunkens is de zaak
ernstig genoeg en zoo haastig dat het
voorstel niet moet passeeren langs de
lange baan van het Parlement, waar
het, God weet wanneer, zou kunnen in
orde komen.
Verders spreekt U niet van het meest
brandend punt en wel het stempelen der
frigo eieren Het zijn wel de frigo-
eieren die de grootste rol spelen. En
merk wel aan dat we niet wezen op
eieren die met kalk of chemische midde
len bewaard worden, we bedoelen deze
eieren die in hunnen natuurlijken staat
in koelhuizen worden geplaatst, om de
dure prijzen af te wachten, dus verou
derde waar
Het spijt ons dat Ued. ons slecht be
grijpt of nevens de kwestie antwoordt,
al ware het U onbekend dat millioenen
eieren door onze groote firma's in de
koelhuizen van Antwerpen, Kortrijk,
Gent, Brussel en elders werden bewaard
zonder kalk noch chemische middelen.
Deze leveren het grootste gevaar en
I kunnen eene oneerlijke concurrentie
doen aan het frissche ei door onze kwee
kers geleverd.
We dringen andermaal aan, opdat U
al uwe macht als Minister van Land
bouw zoudt gebruiken om onze kieken-
kweekers terzijde te staan en bij hoog
dringendheid maatregelen te treffen.
Intusschen teekenen we met vooraf-
gaanden dank en bijzondere hoogach
ting.
aowiaiiHHMuraMaMHUMHMM
Er heerscht bij onze Aalstersche zoo
wel als bij de Poperingsche hopplanters
een algemeene ontmoediging in den vol-
sten zin van 't woord en dit tengevolge
der erge krisis welke de hopkultuur
evenals de hophandel dit jaar door
maakt. Geen wonder, aangezien onze
inlandsche en wel vooral onze Aalster
sche hoppen tegen echte spotprijzen
werden verkocht.
Door sommigen wordt beweerd dat
de hoofdoorzaak ervan dient gezocht te
worden in het feit d3t de vreemde lan
den, die op den uitvoer onzer inlandsche
hoppen loodzware tolrechten heffen, de
hunne bijna vrij van invoerrechten onze
grenzen binnen brengen.
Zulks zou naar de dagbladen het
ons in den loop der week mededeelden
de meening zijn van de "Belgische
vooruitstrevende hoppebond„ van Po-
peringhe, nieuw gesticht syndikaat het
welk naar men beweert in zijn
schoot de meest voornaamste Belgische
hopplanters zou groepeeren, welke vast
besloten zijn den weg van den vooruit
gang op te gaan.
Alhoewel we van de stichting van be
doeld organisme tot nu toe nog niets
officieel te weten weten kwamen, willen
we nochtans ofschoon onder alle
voorbehoud de zienswijze van bedoeld
hopsyndikaat ten titel van voorlichting
aan onze belangstellende lezers mede-
deelen.
Sinds langen tijd aldus luidt het
memorie van toelichting eischen onze
inlandsche hopplanters de verhooging
van het tolrecht hetwelk hunne nijver
heid zou beschermen. Deze eeuwenoude
kuituur, welke in Vlaanderen een aan
zienlijken handenarbeid benuttigt, zal in
kort afzien totaal in ons land verdwenen
zijn, zoo de regeering er zich niet onmid
dellijk toe beslist de vreemde hoppen
met een invoerrecht van 500 fr. per 50
kg. te treffen.
Sinds 1927 zijn onze hopplanters ge
noodzaakt hunne produkten aan langs
om kleinere handelsprijsen af te staan,
bij zooverre dat de bereikte spotprijzen
van dit jaar een zuiver verlies daarstel-
len van meer dan 6 fr. de kilog.
Deze lamlendige toestand vindt zijn
oorsprong in verscheidene oorzaken
eerst en vooral heeft men de zware fout
begaan den invoer toe te laten van ont
zaglijke hoeveelheden Engelsch hoppen
van minderwaardige hoedanigheid, zelfs
van ongezonde en door ziekte aangetas
te hoppen, welke in 1924 door het
hopkontcoolvan Engeland als onbe-
nuttigbaar voor de brouwerij werden
van kant gesteld en veroordeeld waren
om doodeenvoudig vernietigd of over
boord gegooid te worden
Al deze hoppen kwamen echter on
gehinderd het land binnen, en alhoewel
ze door de kiemen der zoo geduchte
peronospora-p'aagwaren aangetast,
worden ze nog dagelijks aan den man
gebracht en aan onze inlandsche brou
wers verkocht
Anderzijds heeft men ook minder
waardige hoppen, herkomstig uit andere
landen onze grenzen laten binnendrin
gen. Binnen gebracht onder de bena
ming van "hopafval„ werden deze zelfs
totaal vrijgesteld van de enkele franken
tolrecht door de wet voorzien.
De goede koopwaar (fijne en puike
hoppen) doet ons eveneens een geduchte
concurrentie aan. Zij komt ons toe uit
Frankrijk, Tcheco-Slowakije en Duitsch-
land allen voortbrengers van aanzien
lijke hoeveelheden hop, en met de
welke wij voorname handelskontrakten
hadden afgesloten, dewelke naar het
schijnt nog niet bekend werden ge
maakt, alhoewel de regeering reeds van
over acht maanden verwittigd is ge
worden van den droeven toestand onzer
nationale hopteelt.
I
De reede-werker» zij* vcrBetwcordel'Jk v»»r hwa bfldritge».
Oegeteekeede rtokke» worde» aici opgcasmea.
Niet «P8CTOL13» haadftihriftea worde» «let teragsegeve».
■B8«a»»M'Sïa.':*»K,«aWW5i a
is.