m Eieren en Eierhandel Landbouwweekblad Bij de Begrooting van Landbouw Het Kadaster De uieuwe Belastingsont- werpen en de Landbouw EVERBERG Landelijk Recht ZONDAÖ 231FEBRUAR1 1930 mmm mm frl|» 20 centiem 12de JAARQARO Nr 582 Arbeid ©dek Abonnementsprijs 110,00 feaak jsarg. Men schrift is ©p ©es Bureel en ©p alle postkantoren. Aankondigingen volgens akkoord. Bureel en Redaküe.DE VILANDERSTRAAT, AALST Verantwoordelijke Opsteller ORTAIRE CAUDRON, Aalst. De medewerken zQa veraatwcardeljjk vaar ten bjdregea. Oageteekeade stakkea wardea «iet opgenomen. Niet opgenomen handichriften worde» aiet teruggegeven. Voor «b d*«r de Landbouwers Het verslag over de begrooting van landbouw nawees de Senaatscommissie ingediend door den heer Senator Limage behelst belangwekkende gegevens welke wij ten behoeve onzer lezers beknopt samenvatten, er enkele beschouwingen bijvoegende. In een volgende bijdrage onderzoeken wij enkele posten der be grooting van landbouw. Het verslag van den heer Limage na vooreerst zijne voldoening te hebben uitgedrukt over de verhooging der land bouwkredieten welke nochtans maar 4 500.000 bedraagt, bevat breedvoerige beschouwingen over de landbouwcrisis. Als oorzaken der huidige moeilijkhe den worden aangehaald: 1. de ongun stige weergestekenis tijdens het verloo- pen jaar zich kenmerkendea) door een lange en strenge winter die een groot gedeelte der heristzaaiingen aanzienlijk nadeel berokkende b) door een uiterst drogen zomer die den groei en de op brengst onzer zaai en weilanden heeft tegen gewerkt. 2. de overproductie aan landbouw- artikelen die zich voordoet niet alleen in België doch in talrijke andere landen en tot uiting komt door merkelijke storing van bet evenwicht tusschen de verkoop prijzen der landbouwproducten en de voortbreagstkosten. Door statistieken betreffende de prij zen der grondstoffen noodzakelijk van het landbouwbedrijf en de verkoopprij zen der bijzonderste landbouwvoort- brengselen, bewijst de Heer Limage dat de huidige toestand als ernstig dient beschouwd. Het verslag betoogt dat de landbou wers niet aansprakelijk zijn veor de overproductie; de aanzienlijke behoeften veroorzaakt door den wereldoorlog, gaf in België zeoals elders aanleiding tot een politiek, waarbij de openbare overheden de landbouwers gestadig aanspoorden om meer voort te brengen. De verhoo ging der landbouwproductie werd hier •a elders voorgesteld ah het eenige heil- middel om een nieuw tijdperk van voor spoed in te luideu. Men waande de leemten veroorzaakt door den oorlog onmetelijk, de toekomst zou echter uitwijzen dat zij door inten sieve productie sael waren aangevuld en dat zelf het doel werd voorbijgestreefd. Na de opsomming der oorzaken van den krisis duidt het verslag de voor naamste middelen aan om haar te be strijden Een beperking zonder meer der pro- duktie ware noodlottig voor den land bouwer, zij kan enkel in aanmerking ge nomen worden binnen zekere perken en in zooverre de vermindering der hoe veelheid gepaard gaat met en vergoed wordt door verbetering der hoedanig heid. De verhooging der tolrechten tot be scherming van onzen landbouw is ook gee» afdoende middel. Door zijn aard rijkskundig ligging, de geringe uitge strektheid van zfjn bodem en de dicht heid zijner bevolking, is ons land in be ginsel aangewezen op het stelsel van vrijhandel. Zulkg belet evenwel niet dat de Open bare Besturen na overleg met de land- bouwvereenigingen tijdelijke maatrege len moeten treffen om bepaalde takken van den landbouw van den ondergang te redden, wanneer zij ingevolge de tol- maatregelen getroffen door andere lan dau of overproduktie in den vreemde op eigen bodem is ongelijke voorwaar den de mededinging van vreemde pro- dukten moeten ondergaan. Het protectionnisme huldigen als be stendig stelsel of als bijzonderste redmid del ware echter verkeerd daar het initi atief van den voortbrenger er door ver lamd wordt. Veeleer dient de landbou wer volgens den heer Lemage zijn heil te zoeken in de wetenschappelijke in richting van zijn bedrijf en in de veree- niging die hem daarbij behulpzaam is. Die wetenschappelijke inrichting voor doel hebbende meer en beter voort te brengen met een mininmum van kosten heeft ais grondslag de uitbreiding van het landbouwonderwijs. Wij sluiten ons gaarne bij die ziens wijze van den grachten senator aan, daar zij overeenstemt met het stand punt steeds door ons ingenomen en ver dedigd 1 Met hem betreuren wij dat nog zoo weinig boerenzonen en -dochters de instellingen voor landbouwonderwijs en beroepsonderwijs volgen. Deze afzijdigheid is voor een groot deel te wijten aan de onverschilligheid der ouders, doch anderzijds dient ook vastgesteld dat onze regeering te lang verwaarloosd heeft de vereischte kracht inspanning te doed tot uitbreiding van het landbouwonderwijs, dan wanneer dan waaneer zij op milde wijze de in richting van het nijverheidsonderwijs ten grpasten tijde heeft ondersteund. Op het huidig oogenblik nog zien wij hoe de uitlezingstations tot verbetering van veeteelt en landbouw waarvan de bevindingen en onderrichtingen moeten uitgaan tot voorlichting van de massa der voortbrengers slechts over onvol doende middelen beschikken tot uitvoe ring huaner zoo gewichtige zending. BSKswBffls snn&ntaHBBSiw Zuiverheid is een dringende vereisch te, om voor de eieren een goeden afzet, gepaard met goeden prijs mogelijk te maken. Enkele vuile eieren in een mand of kist bederven er van het geheele uit zicht. Weerzinswekkead is het de eieren van sommigen te zien, en het moet de producenten ervan niet verwonderen dat ze weieens 'n paar centiemen minder krijgen dan anderen. Een zuiver ei van 58 gram voldoet meer dan een vuil ei van 62 gram. Overigens, als er voor eigen gebruik eieren genomen worden, neemt men steeds de zuiverste eerste, wel een bewijs dat ook deze bij den kweeker den voorkeur hebben. Het vraagt nochtans luttele moeite de eieren in geheel zuiveren toestand te rapen. Een paar raaien per maand het strooisel verrieuwen in de legnesten, de legnesten ophangen of plaatsen in een droge plaats is daartoe voldoende. We aarzelen dan ook niet de leveraars van vuile eieren als slordige menschen te be stempelen. In onze vorige bijdrage wezen we er ook op, dat de koopers 't liefst eieren hebben van gelijke groote en van een gewicht van circa 60 grammen. Hier ook kan de kweeker er voor zorgen dat zijne waar daaraan groote- lijks voldoening geeft. Letten op de her komst der dieren is daartoe noodzake lijk, en nooit kan daaraan te veel aam- dacht geschonken worden. Maar ook zal de verstandige en klaarziende man daartoe meehelpen, met voor eigen verbruik die eieren te nemen welke van het standard-type 't meest af wijken. Dit zal hem ook 't meeste pro fijt geven. Verkoopt men per stuk, dan wordt er en niet ten onrechte nogal eens 'n paar centiemen minder gegeven voor de gansche hoeveelheid, als er hier en daar kleine eieren tusschen loopen. Gaat de verkoop per kilogram, dan heeft men er rekening mee te houden, dat de hoog ste prijs per kg. betaald wordt voor de eieren van het meest gevraagde ge wicht. Ais de voortbrenger zijn best heeft gedaan om de eieren in zake verschheid, g wicht en zuiverheid voldoening do<n te geven, is door hem veel gedaan, doch nog alles niet. Dan heeft hij er nog toe bij te dragen dat de eieren met die goede hoedanig heden aan den verbruiker gebracht worden. Daar er sinds enkele jaren, gezien de groote hoeveelheid voortgebrachte eieren hoofdzakelijk met het buitenland hoeft gehandeld te worden, zijn het voornamelijk de buitenlandsche koopers die moeten voldaan worden. We noem den reeds typische vereischten op, welke door die afnemers gesteld worden, en die voor een goeden handel in aanmer king dienen genomen. Versche eieren, goed gesorteerd, een vormig, degelijk verpakt, gewaarborgd gewicht, worden eenstemmig geëischt. En hier nog heeft, de voortbrenger er voor te zorgen dat zijne eieren in han den komen van dezen, die er naar stre ven dit alles stipt na te komen. Hoever het door hen die kortzichtig en enkel onmiddellijk winst beoogen kan gebracht worden, werd bewezen door de krisismaanden van het tweede halfjaar 1929, in dewelke zoowel schade aan de hoendernijverheid werd gebracht. Wie de zaken nuchter beschouwd, zal dan ook toegeven dat de voortbrengers van eieren op samenwerking zijn aan gewezen, dat ze meer en meer daarvan dienen gebruik te maken. Dat ze zich daarvoor in vertrouwen wenden tot het kleinveesyndikaat Flan- dria, kunnen ze hieruit opmaken aan Flandria worden nu zooveel eieren ge leverd in een enkele week dan vorig jaar op een heele maand. Gedurig aan groeit het en stijgen de leveringen, en dit niettegenstaande kamp, laster en on eerlijke concurrentie, en ook nog spijts het wantrouwen dat velen nog gevoelen tegenover de samenwerking. Hoe ellendig het met de mentaliteit van sommigen gesteld is konden we meermalen bestatigenze verkoopen eieren op de markt of aan handelaars en en aan ons, aan de eersten leveren ze hunne schoonste en zuiverste eieren, aan den bond de rest. Dan durven ze nog de schaamteloosheid zoover drijven van te zeggen „Ik krijg evenveel van eieren die 'k aan anderen verkoop.,, We wezen er verleden jaar duidelijk op hoe schadelijk en doodend den han del soms werkt tegen de hoendernijver heid. We toonden met cijfers hoe meer goed georganiseerde landen als Dene marken meer krijgen dan wij. Verleden week betaalde men in Enge land voor Deensche eieren 1,03 tot 1,05 fr., voor Belgische 90 95 centiem. Aan den prijs die de Denen krijgen, kunnen we ook komen, doch enkel en alleen, met als zij onze eieren langs coö peratieven weg op de vreemde markten te brengen. Ik zal naar 't kadaster schrijven I Ik wil weten wat het mijne is En ik zal u mijn goed leeren respecteeren.... zoo eindigde een geburentwist.om een verloren paal, om een lapje grond dik wijls nog geen vierkante meter groot, de waarde van een tiental franken. Vroe ger waren ze goeie vrienden, leefden als in een enkele familie, op hun beider erf... En 't stak er zoo nauw Diet, alles werd wederzijdsch in natura vergoed, en noch gewikt, noch gewogen Doch nu sedert dien laatsten verkoop, die verpachting, dien twist onder de kinderen, of die hoenders, was 't laatste beetje vriend schap uit...en...elk zijn recht... Daareven is de naam van 't Kadaster als een be dreiging de tegenpartij naar 't hoofd ge slingerd door iemand, die er mogelijks niet het minste begrip van heeft, ea die in zijn keikoppige hoovaardigheid nen advokaat gaat doen glimlachen, om de mooie briefjes hem aangebracht door den boer, die er zijn kneukels bij vaneen wroette. Ten gerieve onzer wijze lezers nu: Wat is het Kadaster? Niets anders dan een verzameling plans en boeken. Plans We hebben vooreerst de ver zamelkaart de kaart der gemeente in verschiilige deelen verdeeldElk deel draagt den naam van Sectie, zoo zult ge op uwe gemeente vinden Huis of land gelegen in sectie A of B of C enz... Als we nu de verzamelkaarten van verschil- lige gemeenten onderzoeken zullen we vinden dat b. v. de sectie A ligt rechts van den steenweg tot aan de beek, sectie B links van de beek. tot aan een wijk straat, enz. Het is klaar men moest een duidelijk afgeteekende lijn hebben een waterloop, een steenweg, om de grenzen der secties gemakkelijk af te teekenen. Plan van elke Sectiet Nu bestaat er één of meer kaarten van elke sectie af zonderlijk en daarop zult ge herkennen: het plan van uw huis, van uw grond en van eiken eigenaar die grond heeft in die sectie. Dus elke sectie is verdeeld in per- ceelen en elk perceel draagt een nummer. Wordt nu een perceel grond in twee, drie loten verkocht, dan komt de land meter die gehecht is aan 't kadaster en doet die verdeeling ook op het plan der sectie. Nemen we bijvoorbeeld dat n° 127 in drie deelen verkocht is, dan moe ten er drie nummers komen in plaats van één en de landmeter zal geven n° 127/a n° 127/b en n° 127/c. Verschiilige perceelen samen vormen een wijk, die soms overeenkomt met de naam der gebuurte, zoo hebben we grond gelegen, gemeente X wijk Dries, sectie A n° 127/a, Op 't plan der sectie nu, vinden we de teekening, of den vorm van ons land. Elke afmeting 2500 maal kleiner zijn de dan den eigendom zelve (schaal 1/2500) zouden we wel dikwijls op het plan de oppervlakte of grootte van ons laad kunnen berekenen, doch met al den eerbied die we aan de oude bekwame landmeters, die de plans opmaakten verschuldigd zijn, moeten we u zeggen, dat zulke narekening soms tot aardige uitslagen leidt We zullen dus genood zaakt zijn met het tweede deel van 't ka daster in kennis te komen namelijk de boeken: Met het nummer van ons per ceel grond in 't hoofd slaan we 't eerste boek openDe Aanwijzende Tabel, ge- heeten, daarin zoeken we onzen nummer op, ea achter dien nummer vinden we den nummer in de Kadastrale leggers. Deze vormen gewoonlijk dikke boek- deelen en op den rug zullen we zien welke nummers ze bevatten. Ons per ceel 127/a voornoemd droeg in de aan wijzende tabel n° 1155 b. v. Op den rug van het 3de boek der Kadstrale leggers, vinden we van 1000 tot 1500, daarin zullen we dus vinden op n° 1155 opper vlakte, sectie, nummer, eigenaar, grond lasten enz. van ons voornoemd stuk grond. Nu kan het nog gebeuren dat ge den naam kent van een eigenaar die ge. opzoeken wilt, welke eigendommen hij bezit op de gemeente dan hebt ge enkel de Alphabetische Lij*t open te slaan die al de eigenaars met hun adres per letter geranschikt bevat. Een nummer achter de naam. wijst u naar de aanwijzende tabel en vandaar gaat ge weer naar den kadastralen legger. Ge ziet dus, de min ste inlichting die ge over een perceel grond hebt, kan u in de plans en in de boeken van 't kadaster den weg wijzen, en van groot nut zijn bij verkoopingen, verpachtingen, uitpalingen enz. Dit alles berust op het gemeentehuis en zal u met wat goeden wil door den Secretaris der plaats voorgelegd worden. Wilt ge nu dat iemand zijn neus in uw zaken steekt, wilt ge zelfs een plan van een eigendom hebben, dan zult ge dit mits eenige fran ken kunnen bekomen, bij den heer Be stuurder der Belastingen, Bagattenstraat Gent. Ons besluit uit al wat hier voorgaat Hadden onze g -buren in plaats van zoo hun eigendom ondereen te gebruiken, met kennis van zaken gehandeld, in plaats van ruzie te maken, een uittreksel uit het kadaster van hunne eigendom men gevraagd, daarna een gewetensvol len landmeter aangesteld, om de uitpa- ling te doen, ze zouden elkander veel geld en onrustige nachten gespaard heb ben en de veete zou alras plaats gemaakt hebben voor nieuwe vriendschap. Dit is een raad ter overweging aangegeven. In een volgend artikel handelen wij over de afpaling. (4* Vervolg) ANDERE BEPALINGEN Volgens artikel 53 der huidige belas tingswetten, moet de belastingsplichtige wiens inkomen het dubbele van het van de supertaks vrijgesteld minimum niet overschrijdt, zijn aangifte niet telkenjare hernieuwen. Het wetsontwerp voorziet voor de landbouwers, handelaars en nijveraars de vrijheid hunne aangifte voor de be drijfsbelasting en de belasting op aan gewende kapitalen te doen voor een tijdperk van drie jaar, met verwijzing naar het winstcijfer dat tot grondslag heeft gediend bij den aanslag van het eerste jaar, op voorwaarde dat het in komen in den loop der twee volgende jaren niet met ten minste een tiende of met 20 000 fr. is verminderd of vermeer derd. In dit laatste geval, kan er eene herziening der aangifte geschieden op verzoek van den belastingsplichtige of van den fiscus. De wil om van die vrij heid gebruik te maken dient echter door den belastingsplichtige schriftelijk be vestigd bij het indienen der eerste aan gifte. Deze vereenvoudiging der pleegvor men keuren wij gaarne goed, daar wij bij ondervinding weten welken hekel onze brave landbouwers hebben tegen de jaarlijksche aangifte van hunne in komsten. Een gelukkige hervorming ook is de instelling van commissiën bestaande uit vertegenwoordigers der bedrijfggroe- peeringen en van het belastingsbeheer met opdracht hun advies uit te brengen over geschillen ontstaan tusschen den fiscus en den belastingsplichtige. Voor schatplichtigen die door een regelmatige boekhouding het juiste bedrag van hun ne winsten niet kunnen bewijzen, kun nen die commissiën, wanneer zij degelijk en uit bevoegde personen zijn samenge steld een kostbare inrichting worden tot voorkoming van willekeur en overbe lasting. Twee andere gunstige bepalingen in het nieuwe ontwerp zijn dezewaardoor de termijn voor het betalen der opgeleg de belasting wordt verhoogd van een tot twee maand van af de aflevering van het aanslagbiljet en waardoor de interest wegens laattijdige betaling der belastin gen van 8 °/o tot 6 °/o wordt verlaagd. Wij stemmen ook gaarne in met de verkorting van termijnen voorzien door het ontwerp voor navordering van be lastingen Waar de fiscus krachtens de huidige wet tien jaar tijd heeft om de ontdoken belastingen wegens het ont breken van aangifte of wegens valsche aangifte in te vorderen en vijf jaar inge val van onnauwkeurige of onvolledige aangifte, wat de verdediging voor den belastingsplichtige zeer moeilijk maakte, worden deze termijnen door het wets ontwerp onderscheidenlijk verminderd tot vijf jaar en drie jaar wat meer dan voldoende is. Het ontwerp heeft ook merkelijke verbeteringen gebracht aan de proce- duur voor onderzoek van de bezwaren ingediend door de belastingsplichtige. Onder de huidige wet moet de belas tingsplichtige indien hij niet accoord gaat met de beslissing van den Toezie ner of Controleur der Belastingen daar tegen bezwaar indienen bij den Provin cialen Bestuurder. Schenkt de beslissing van den provincialen Bestuurder geen voldoening aan den belastingsschuldige dan kan deze het geschil voor het Hof van Beroep brengen. Zulks brengt zwa re kosten en een merkelijke vertraging mede waartegen de belastingsplichtige niet zelden opziet. Het wetsontwerp ruimt deze bezwaren weg daar het aan de vrederechters de bevoegdheid ver leent in eersten aaaleg tot een bedrag van 2500 fr. en in laatsten aanleg tot eene waarde van 400 fr. uitspraak te doen over het beroep ingespannen door den belastingsplichtige tegen de beslis sing van den provincialen bestuurder der belastingen. Aan de rechtbanken van eersten aanleg wordt in dezelfde voorwaarden bevoegdheid verleend uit spraak te doen in laatsten aanleg tot 5000 fr. en in eersten aanleg voor een onbeperkt bedrag. In een volgende bijdrage geven wij enkele beschouwingen over de ontwer pen der Regeering inzake enrechtstreck- sche belastingen in zooverre zij den land bouw aanbelangen. ('t Vervolgt). AAN ONZE LEDEN Goede zielen aan wia waarschijnlijk den slaap wordt ontnomen door onzen vooruitgang ia de streek, hebben nu als laatste argument uitgestrooid dat R UZ. eea liberaal of zelf socialistischen bond zou zijn Is het noodig onze leden in acht te stellen tegen zulken domme praat en te herhalen wat het bestuur van R U.Z. van eerst af verklaard heeft. Wjj denken het niet, doch tot het geruststellen der nieuwe leden of der lieden die zich tot lid aan onze bonden zouden willen aansluiten, herhalen wij het volgende R U Z. is een landbouwersbond. RUZ. wil z'ch met geece politiek bemoeien en streeft ia 't bijzonder voor het welzijn zijner leden en in 't algemeen voor het verbeteren van gansch den boerenstand. R U Z is ontstaan door eene behoefte daar tot hiertoe de interesten van den boerenstand totaal verwaarloosd wer den bjjzosder door de zoogezegde ver dedigers van onzen stand. >'WW! t&tW ■HUM «iO&SÜSRI BS8BM

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Koornbloem | 1930 | | pagina 1