Landbouwweekblad
De Landbouwkrisis
5N
Over Eendenkweek
a
Nieuwe T oezichter
Krisis in den Landbouw
i
den
■■BI
en
JEF SCHEERS
ZONDAG 6 APRIL 1930
Prijs^O centiem
12de JAARGANG Nr 588
m
Arbeid
adelt
f?»sk
faats.
Abonnementsprijs 10,09
Men schrijft In op ons Bareel en op alle postkrntoren.
Aankondigingen volgens akkoord.
Bureel en Redaktie>DE VILANDERSTRAAT, AALST
Verantwoordelijke Opsteller
ORTAIRE CAUDRON, Aalst.
Voor «r foor
de Landbouwers
en:
ld
Oorzaken en Bestrijdingsmiddelen»
Het hoeft geen betoog dat onze land
bouw een uiterst moeilijken toestand
doormaakt. Of men deze toestand krisis
of malaise moet betitelen heeft geen
practisch belang. Onze landbouwers
doen echter de treurige ondervinding
opdat het oogstjaar 1929 een der meest
ongunstige is welke zij sedert twintig ja
ren hebben gekend.
Bevoegde landbouwspecialisten heb
ben berekend dat bij vergelijking met de
vooroorlogsche goudprijzen de voort-
brengstkosten of uitgaven in het land
bouwbedrijf gestegen zijn met 147
dan wanneer de verkoopprijzen of ont
vangsten in 't algemeen enkel geklom
men zijn met 120 hetzij dus een ver
lies van 27 °/o, wat den ernst der krisis
uitwijst. Deze berekening werd opge
maakt einde 1929 en wij zouden niet
durven beweren dat het jaar 1930 ons
verbetering heeft gebracht.
Onze bedoeling bij het behandelen
Jivan dit onderwerp is niet ontmoediging
te zaaien, doch veeleer na aanwijzing
der huidige moeilijkheden en hunne oor
zaken, nuttige aanwijzingen te geven om
de krisis te boven te komen. Klaarheids-
lalve zullen wij vooreerst enkele bij-
k dragen wijden aan den toestand in de
{voornaamste takken van het landbouw-
tedrijf en de verbeteringsmiddelen aan
duiden die naar onze bescheiden meening
met nut kunnen worden toegepast,
In onze laatste bijdragen zullen wij
dan enkele beschouwingen geven over
den algemeenen toestand van onzen
landbouw. Nu reeds dient gezegd dat de
redding van onzen landbouw dient be
werkt door een goed geordende samen
werking tusschen de landbouwers en
hunne vereenigingen eenerzijds en de
openbare besturen anderzijds I
In hoofdzaak echter moeten de land
bouwers zich zelve redden door doelma
tige en wetenschappelijke bedrijfsuitba-
ting hierbij gerugsteund door hunne
sterk- vereeniging De actie van openbare be-
ituren kan zich uitteraard maar beper-
cen tot een werkdadigen steun der po-
jingen van onze boeren en hunne ver
eenigingen.
De toestand in de verschillende takken
van het landbouwbedrijf
A. De Graanteelt
De voortbrengst en de verkoop der
verschillende graansoorten is voor onze
andbouwers een der voornaamste bron
nen van hun inkomen. Deze tak van het
andbouwbedrijf is jammer genoeg ge-
roffen door een zeer ernstige krisis
De tarwe Waar de gemiddelde ver-
1-| n ;oopprijs over de jaren 1927-1928 176
■fr. bedroeg is de gemiddelde prijs over
de tien eerste maanden van 1929 ge
daald tot 158 fr. en bedraagt dezen laat-
sten tijd nog enkel 130 tot 132 fr. de
100 kg. Dat deze laatste verkoopprijzen
merkelijk verlies berokkenen aan den
voortbrenger wordt duidelijk, wanneer
men overweegt dat de tarwe in 1914
tegen 20 a 22 goudfrank werd verkocht.
Volgens berekeningen van den be
voegden landbouwspecialist Mr Ras-
quin, hoofdstaatsagronoom te Charleroi,
Jedragen de voorbrengstkosten van één
hectaar graan minstens 5200 fr.
Gezien de ongustige weersgesteltenis
dens den winter en de lente van 1929,
mag de gemiddelde tarwe-opbrengst per
hectaar niet hooger geschat worden
dan 2.500 kg. Tegen 132 fr. de 100 kg.
zou de geldelijke opbrengst per hectaar
aldus bedragen 3290 fr. (2500X132:100)
wat een verlies uitmaakt van 1910 fr.
per ha. (5200—3290).
Waaraan zijn die ongunstige ver
koopprijzen der tarwe te wijten
1. Aan de overproductie in de wereld
welke sinds 1925 merkelijk het verbruik
heeft overtroffen. In 1929 was er een
voorraad in overschot van 115 millioen
zakken. Deze overproductie heeft den
tarweprijs natuurlijk fel doen zinken.
2. Bij deze overtollige wereldproduc
tie dient gevoegd de Fransche graan-
en meeldumping. De laatste oogst welke
in Frankrijk goed lukte, gaf een totale
tarwe-opbrengst van 106 millioen zak
ken.
Daar dit land voor zijn eigen gebruik
enkel 87 tot 88 millioen zakken noodig
heeft, had het voor den uitvoer 18 tot
19 millioen zakken beschikbaar. Het
ieeling
met
dschijf
ienen
l^vooi
ïnen
alsook
n voor
aai ma-
kettin-
hienen
4UE
kEYS
aller-
llerlei
1 fan»
eton.
!1.
met 2
5 fr.
sgem,
wilde zich daarvan zoo spoedig moge
lijk ontmaken. Dank zij een uitvoerpre-
mie der regeering ten beloope van 50
frank, was het de Franschen mogelijk op
de Belgische markt een groote hoeveel
heid bloem en tarwe te werpen, tegen
prijzen merkelijk onder de inlandsche
marktwaarde. Daar de fransche tarwe
op gebied van hoedanigheid en gluten-
inhoud dezelfde waarde heeft als de
belgische, waren onze voortbrengers
verplicht, wilden zij hunne productie
kunnen verkoopen, merkelijk de ver
koopprijzen te verminderen onder die
oneerlijke mededinging van fransche
zijde.
Aan den franschen invoer is sinds
eenigen tijd volgens ministerieele ver
klaring een einde gesteld door toepas
sing van het stelsel der invoervergunnin
gen vroeger in ons blad besproken, wat
echter niet belet dat de vroegere mas
sa-invoer van fransche bloem en tarwe
de prijzen onzer inlandsche tarwe heeft
neergedrukt en deze niet meer tot een
behoorlijk peil is gestegen.
3 Sedert den oorlog is het verbruik
van brood in België verminderd met
17 °/o, wat natuurlijk zijn neerslag heeft
gehad op het verbruik der tarwe.
4. Wegens zijn armoede aan gluten
wordt de inlandsche tarwe enkel tot een
beloop van 10 t. h. gebezigd bij de fa-
brikatie van bloem dienstig voor de
bakkerij. België voert in aan tarwe 16
millioen zakken en brengt zelf 4 millioen
zakken voort. Gezien echter de geringe
verhouding waarin de inlandsche tarwe
wordt benuttigd voor de bloemfabrika-
tie, is onze voortbrengst nog te hoog.
Natuurlijk wordt het overschot benut
tigd voor veevoeding.
Nu wij beknopt de oorzaken van den
huidigen wanverkoop onzer inlandsche
tarwe hebben samengevat, willen wij
de middelen aanduiden om daaraan te
verhelpen.
Aan uitvoer valt er niet te denken als
hulpmiddel, wel kan het verbruik onzer
tarwe in het land zelf worden uitge- j
breid. Daartoe komen volgende maat- j
regelen in aanmerking welke door den
H oogeren Landbouwraad werden voor
uitgezet
1) De militaire bakkerijen zouden in
veel ruimere mate dan tot heden het
geval is, moeten gebruik maken van
bloem voortkomende van inlandsche
tarwe. Thans wordt slechts 10 t. h.
bloem van inlandsche tarwe aangewend
en bevoegde personen beweren dat die
verhouding tot 40 a 50 mag worden
opgevoerd, zonder te schaden aan de
voedzaamheid van het brood.
2) Waar bij de broodbereiding voor
de burgerlijke bevolking thans enkel 10
t. h. inlandsche tarwe wordt gebruikt,
zou deze verhouding door de regeering
dienen gebracht tot 25 a 30 t. h. In
Duitschland heeft de regeering aan de
maalderijen voorgeschreven minstens
50 t. h. inlandsche tarwe te gebruiken
bij de meelfabrikatie. Waarom zou de
regeering hier een gelijkaardigen maat
regel niet kunnen opleggen tot heil van
onzen landbouw Er wordt beweerd
dat de verbruiker van brood in die
voorwaarden vervaardigd niet zou hou
den. Doch men kan de opvoeding van
den verbruiker maken en hem doen in
zien dat het brood waarvoor een groo-
tere hoeveelheid inlandsche tarwe wordt
benuttigd, even kloek en smakelijk is. Er
dient bovendien vastgesteld dat wan
neer de stedeling op den buiten het
brood eet uitsluiteiijk gemaakt met in
landsche tarwe, hij het zeer smakelijk
vindt, wat wel bewijst dat er laogs dien
weg uitslagen te bereiken zijn. Wij vin-
den dat de verbruiker zich die kleine op-
j offering mag getroosten, om den land
bouw aan wiens voorspoed gansch het
land belang heeft van den ondergang te
redden.
3) Het is volstrekt noodig dat de re
geering stipt de hand houdt aan de
maatregelen, om dumping en andere
oneerlijke handelspraktijken van vreem
den tegen onze tarwevoortbrengers te
fnuiken.
4) Onze landbouwers, daarin voorge
licht door hunne vereeniging, moeten
zorgen de hoedanigheid der inlandsche
tarwe te verbeteren door het aanwen
den van uitgekozen zaden, welke hun
door de vereeniging worden bezorgd.
Wellicht zullen de uitlezingstations on
zer landbouwinstituten van Leuven,
Gent en Gembloers er door hunne op-
vorschingen in slagen tarwe-variëteiten
te kweeken die vroeger zijn en rijker
aan gluten. Deze variëteiten zouden
gretiger gewild worden door de maal
derijen voor de bloemfabrikatie. Wij
verwachten dat onze minister van land
bouw in dezen zin zal willen aandringen
bij voormelde uitlezingstations en in sa
menwerking met de landbouwvereeni-
gingen geene maatregelen zal verwaar-
loozen tot vulgarisatie van de nieuwe
variëteiten
Gezien de huidige lage prijzen der
tarwe, is het intusschen voor onze boe
ren voordeeliger haar te gebruiken voor
zwijnenvoeding, daar zij op die wijze
voordeeliger te waarde kan worden
gemaakt.
('t Vervolgt).
De eendnijverheid is niet zeer uitge
breid in ons land, edoch is het wellicht
niet van belang ontbloot er een woordje
over te reppen.
Ieder land en streek bezit zijn eigen
wijze of methode van eendenkweeken,
methoden die na talrijke proefaemingen
zich hebben gevormd en opgedrongen,
maar waarvan de eene mislukken en de
andere echter gelukken.
Deze wijzen van kweeken hangen
grootendeels af van verscheidene plaat
selijke omstandigheden, zooals van den
grond, het klimaat het voedsel en van
vele andere faktors.
De streken waar eenden gekweekt
worden zijn op de vingers te tellen.
Als inheemsche rassen bezitten wij
de blauwe eend van Dendermonde, de
blauwe eend met zwarten kop van
Vorst, de eend van Huttegem, de eend
van La Plaigne, grijs van kleur met wit
te vlekken, en wit van hals, borst en
buik, de eend van Biesmelle donker
bruine ondergrond, gestreept met witten
hals en wit op de vleugels.
Buiten deze soorten vinnden wij nog
de witte eend van Merchtem die vooral
in noord-west Brabant ten westen van
Brussel gekweekt wordten ook nog de
"eersteling,, die gekweekt worden langs
de boorden der Schelde tegen de Neder-
landsche grens en rond Audenaerde.
Er zijn nog wel hier en daar streken
waar er eenden gekweekt worden, maar
die zijn van uiterst weinig belang.
Als wij hier schrijven over de twee
laatste soorten in het bijzonder, dan is
het omdat deze, twee voorname takken
uitmaken van den eendenkweek.
Handelen wij dus 1°) over den eerste
ling, deze wordt gevet op den ouder
dom van drie maand in de maand Janu
ari en maakt grooten zwier op onze
markten tegen vastenavond aan, en 2°)
over de zomereend.gekweekt in het nor
maal jaargetijde.
Wij schrijven reeds hooger dat de
eerstelinghoofdzakelijk langs de boor
den der Schelde boven Antwerpen ge
kweekt wordt.
Hoe worden deze eenden nu ge
kweekt
Rond de maand Juni sluit de kweeker
zijne eenden op ter overwintering en
geeft hun niet meer voedsel dan ze noo
dig hebben om te leven en zoo stille-
kens aan komt hij er toe deze eenden uit
te hongeren.
Hierdoor wordt natuurlijker wijze het
eierleggen geschorst, en eenige eenden,
de zwakste en de weekste zullen dit tra
nendal moeten verlaten.
Maar na vijf a zes weken toepassing
van dit regiem en levenswijze zal de
kweeker de eend tot ruien (ruiven) prik
kelen doordien hij eenige pluimen uit
den staart der eenden zal trekken als
dan verhoogt hij trapsgewijze het rant
soen voedsel, en zoo rond half Septem
ber zal hij zijn eenden trachten te over-
voederen, daarbij wel in acht nemend
deze dieren in gemeenschappelijke wei
den vrij te laten rondloopen.
Het strafte voedsel verwarmt en prik
kelt deze verarmoede en verzwakte die
ren en veroorzaakt alzoo eene kunst
matige lente, wier vuur de vrouwelijke
eenden driftig maakt en ze voorbestemt
en voorbereidt tot het eierenleggen.
De eerste eieren gaan verloren voor
het kweeken, omdat zij niet bevrucht
werden, daar de mannelijke eenden of
erpels minder onder den invloed komen
van dit toegepaste voedselregiem en
slechts in vuur ontstoken worden, wan- j en
neer zij herhaalde malen door de vrou
welijke eenden zullen geliefkoosd, ge
prikkeld en uitgenoodigd worden om
hen te voldoen aan hun natuurlijk ver
langen en natuurdrift.
De bevruchte eieren worden dan uit
gebroed onder klokhennen of in broed-
kasten.
Het opkweeken gebeurt in open
lucht, maar toch zal de kweeker, gezien
het nog soms gure weder, er zorg voor
dragen dc jonge eendjes's avonds vroeg
binnen te halen, uit schrik voor long
ontsteking of andere ziekten.
Deze eendjes groeien dan op en wor
den gevet gewoonlijk begint het vet
ten op den ouderdom van acht of tien
weken.
Men brengt de eendjes onder dak in
een vrij ruime plaats, waar een dikke
laag stroo wordt opengespreid.
Als uitverkoren voedsel geeft men
een beslag van botermelk of afge
roomde melk met boekweitmeel of ger-
stenmeel in verhouding van 300 gram
in één liter.
Maar meestal geeft men beeten, ook
nog aardappelen, zemelen, vleeschmeel
of versch vleesch waaronder men nete
len kapt, gras of hooi, en de eendjes
slokken dit mengsel gretig binnen.
Na veertien dagen is het vetten ge
ëindigd. Men kan ze ook nog in de
renne opsluiten en vetten zooals men
met de kiekens doet.
Als de eend vet begint te worden, dan
wordt de gang zeer log de eetlust ver
mindert en tezelvertijd bemerkt men dat
de pluimen van den staart zich open
zetten, veroorzaakt door het zwellen van
den stiet (stuit) door het overvloedig vet.
Dan worden ze verkocht aan de
kooplieden van pluimvee (poeleniers),
die ze ter markt brengen voor de fees
ten van Kerstmis en Vastenavond.
Komen wij nu tot het kweeken van
eenden in normalen tijd, t.t.z. zooals de
natuur het oplegt en doet.
Het Merchtemsch ras wordt op deze
wijze gekweekt en opgebracht.
Deze eend legt reeds in Februari en
wanneer men de eieren regelmatig weg
neemt, kan men wel van 50 tot 100 eie
ren rapen van ééne eend gedurende het
legseizoen.
Gewoonlijk laat men de eendeieren
uitbroeden door eene klokhen, omdat
de broedeend eene zeer onbehendige
en roekelooze broedster is.
('t Vervolgt).
We kunnen met vreugd de benoeming
aankondigen als Toezichter voor de
gemeenten Hofstade, Gijsegem, Her-
dersem, Wieze, Denderbelle, St Gillis,
Hamme, Moerzeke, Grembergen, Zele,
Lokeren, Beirvelde, Overmeire, Ber-
laere, Kalken,Laarne,Wichelen, Schoon-
aarde, Cherscamp, Impe, Uitbergen,
Schellebelle, Kemseke en het land van
Waes, den gekenden kristen Vlaam-
schen schrijver
de schepper van de Filosoof van Aagem
en tevens medewerker aan ons blad
De Koornbloem
De heer Scheers begint een kruis
tocht voor Redt U Zeiven met be
zieling en geestdrift en zal vervolgens de
bestaande bonden bezoeken en nieuwe
stichten.
We wenschen hem alle heil en veel
succes in het zoete Waesland.
Welk is de regeeringspolitiek
in landbouwzaken
Ter gelegenheid van de bespreking
der landbouwbegrooting gaf Mr San-
dront een veelbeduidende rede betref
fende de Belgische handelspolitiek.
In de economische organisatie van
de moderne wereld is vrijhandel vol-
strekt eene utopie of droombeeld, zelfs
vooraanstaande personen, die door
hunne geleerdheid tot dat systeem op-
geleid zijn beweren met overtuiging
dat onder het protectionisme en de
douanetarieven geëischt door een
groot aantal natiën, de vrijhandel een
echte fopperij geworden is. Opdat
dergelijke handelspraktijk zou kunnen
bestaan, is het noodzakelijk dat beide
partijen onderling op dezelfde wijze
zelfde regiem de verwisseling der
„waren doen. Dit gelijk regiem bestaat
niet tusschen België eenerzijds en
Frankrijk en Duitschland anderzijds,
vermits alles vrij uit gemelde landen
bij ons ingevoerd wordt en het
omgekeerde onwaar is.
De regeering en zelfs boerenbonden
gaan voort met onze landbouwers als
proefratten te gebruiken voor de krisis-
koortsen, waaraan weinig zullen vol
doenden weerstand kunnen bieden. De
huidige regeeringspolitiek heeft wel
voor doel onze boeren immer te im
muun te maken, t.t.z. dat de overblij
vende worstelaars tegen alle guurheden
van het leven bestand zijn.
Onze lanbouwers hebben twee mark
ten de binnenlandsche markt en de bui-
tenlandsche. Onze binnenlandsche markt
staat vrij open aan onze vreemde mede
dingers. daarentegen hebben we schier
geen toegang meer tot de buitenlaad-
sche markten. Er is geen gelijkheid van
mededinging, er wordt niet een ver-
eischt in ons land, de herkomst en hoe
danigheid der waar te kennen frigo-
eieren mogen evenals versche eieren in-
en doorgevoerd worden bevroren
vleesch is vrij van alle rechten terwijl
inlandsch vleesch overdrachttaks moet
betalen tarwe, vlas, hop enz. mogen
bijna of geheel vrij binnen komen, ter
wijl enorme sommen te betalen zijn als
wij de grens oversteken.
Ministers en andere vooraanstaande
heeren die gewoonlijk, heelemaal niets
van landbouw en de daarmee verband
hebbende nijverheden afweten hebben
algauw de redmiddelen gevonden
Eene ééazijdige commissie wordt aange
steld die hare rapporten uitbrengt, en
waar gewoonlijk de zaak neerkomt op
"meer en betere hoedanigheid voort
brengen, de producten omzetten, enz.,,
Zoo is het, maar dat die heeren zich nu
eens wilden de moeite geven na te gaan
wat gedaan wordt in 'andere landen.
Voor de groote nijverheid alles en voor
den landbouw en zijne industrialiseering
0,98 fr. op 100 fr. van 's lands begroo
ting. Alhoewel 84 de noodige levens
middelen binnen het land worden voort
gebracht, wordt toch de landbouw
schandelijk behandeld.
De opbrengst overtreft alle overige
nijverheidsvakken. Dit ziet men niet in
de administratieve inrichting van het
land. Het departement van landbouw
blijft gekoppeld aan andere departemen
ten, waarmede het niets te maken heeft.
Het zou heel en gansch afgezonderd
moeten worden van alle andere bestu
ren en we zouden een minister moeten
hebben die zich uitsluitend met land
bouw bezig houdt, zoodoende zou er
ook een gezondere verstandhouding
heerschen tusschen de verschillende
landbouwkringen. Dit ware tenminste
een normale toestand die beter aan de
werkelijke verhoudingen der landbouw
nijverheid zou beantwoorden. Dan zou
ook het onderwijs door verhooging en
regelmatiger verdeeling der toelagen
aanzienlijk kunnen uitbreiden en de
standsorganisatie op vasten voet bren
gen. Waarom kunnen staatshoeven niet
als proef hoeven doorgaan vooral wan
neer ze aan een hooger of middelbaar
instituut zijn gehecht Moet misschien
het ministerie van landbouw nog een
deel van zijn budget zelf opbrengen met
die boerderijen als gewone uitbatingen
te aanzien
Men zegt wel dat de begrooting ver
hoogd werd, inderdaad, maar dat is ook
het geval met andere begrootingen en
de kwestie is of deze verhooging in ver
houding tot deze van de andere is.
Wat zien we bij het vergelijken van
cijfers
Nu is er 81 millioen tegen 76 millioen
in 1929 dus i 5 millioen meer. Het is
een specifiek landbouwbudget zegt de
betrokken minister mogelijk maar dit
jaar zijn er 876 millioen meer op de re
kening gebracht. De landbouw heeft
daarvan het 43® deel, is dit niet schande
lijk Van de algemeene begrooting
krijgt de landbouw het 56® paart, dus
geen 2 °/0 en dan moet het nog broe
derlijk (d. w. z. zijn gebuur eerst laten
nemen) deelen met de visscherij en den
middenstand. Er is geen geld zegt men,
maar er is wel geld voor het leger, dat
één milliard en 188 millioen krijgt dus
omtrent 15 maal meer als de landbouw.
Pluizen we alles uit dan zien 'we dat
het reuzendeel van het landbouwbudget
voor wedden en pensioenen wordt ge-
I
Dc medewerken zQa vcraatwacrdelgk vaar haa bgdragea.
Oageteekeade itnkkea wardca aiet opgeaonsea.
Niet gpgcaoaiea haadsehrlftea wardea aiet teruggegeven.
'5?333
lat.